Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 21 oktober 2004 in zaak C-64/02 P: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) tegen Erpo Möbelwerk GmbH (Hogere voorziening — Gemeenschapsmerk — Woordcombinatie DAS PRINZIP DER BEQUEMLICHKEIT — Absolute weigeringsgrond — Onderscheidend vermogen — Artikel 7, lid 1, sub b, van verordening (EG) nr. 40/94)
Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 21 oktober 2004 in zaak C-64/02 P: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) tegen Erpo Möbelwerk GmbH (Hogere voorziening — Gemeenschapsmerk — Woordcombinatie DAS PRINZIP DER BEQUEMLICHKEIT — Absolute weigeringsgrond — Onderscheidend vermogen — Artikel 7, lid 1, sub b, van verordening (EG) nr. 40/94)
4.12.2004 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 300/5 |
ARREST VAN HET HOF
(Tweede kamer)
van 21 oktober 2004
in zaak C-64/02 P: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) tegen Erpo Möbelwerk GmbH(1)
(Hogere voorziening - Gemeenschapsmerk - Woordcombinatie DAS PRINZIP DER BEQUEMLICHKEIT - Absolute weigeringsgrond - Onderscheidend vermogen - Artikel 7, lid 1, sub b, van verordening (EG) nr. 40/94)
(2004/C 300/08)
Procestaal: Duits
In zaak C-64/02 P, betreffende een hogere voorziening krachtens artikel 49 van het Statuut-EG van het Hof van Justitie, ingesteld op 27 februari 2002, Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (gemachtigden: A. von Mühlendahl en G. Schneider), ondersteund door Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (gemachtigden: P. Ormond, C. Jackson, M. Bethell en M. Tappin, bijgestaan door D. Alexander), andere partij in de procedure: Erpo Möbelwerk GmbH (advocaten: S. von Petersdorff-Campen, en H. von Rohr), heeft het Hof (Tweede kamer), samengesteld als volgt: C. W. A. Timmermans (rapporteur), kamerpresident, C. Gulmann, J.-P. Puissochet, R. Schintgen en J. N. Cunha Rodrigues, rechters, advocaat-generaal: M. Poiares Maduro, griffier: M. Múgica Arzamendi, hoofdadministrateur, op 21 oktober 2004 een arrest gewezen waarvan het dictum luidt als volgt:
1) | De hogere voorziening wordt afgewezen. |
2) | Het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) wordt verwezen in de kosten. |
3) | Het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland draagt zijn eigen kosten. |