Home

Zaak T-464/04: Beroep, op 3 december 2004 ingesteld door Impala tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

Zaak T-464/04: Beroep, op 3 december 2004 ingesteld door Impala tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

8.1.2005

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 6/46


Beroep, op 3 december 2004 ingesteld door Impala tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

(Zaak T-464/04)

(2005/C 6/91)

Procestaal: Engels

Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 3 december 2004 beroep ingesteld tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen door Impala, gevestigd te Brussel (België), vertegenwoordigd door S. Crosby en J. Golding, Solicitors.

Verzoekster concludeert dat het het Gerecht behage:

de beschikking van de Commissie van 19 juli 2004 in zaak COMP/M.3333 – Sony/BMG in haar geheel nietig te verklaren;

subsidiair, de bestreden beschikking nietig te verklaren voorzover zij betrekking heeft op een of alle van de volgende gevallen:

een collectieve machtspositie op de markt van licenties voor on-linemuziek;

een individuele machtspositie op de markten voor de distributie van on-linemuziek;

de coördinatie van de muziekuitgeverijen van partijen;

de Commissie te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoekster is een internationale vereniging die tot doel heeft de algemene belangen van haar leden, onafhankelijke muziekondernemingen, te behartigen. Zij vordert nietigverklaring van de beschikking waarbij de Commissie goedkeuring heeft verleend voor de fusie van de wereldwijde activiteiten inzake muziekopnamen van Bertelsmann AG en Sony Corporation of America.

Tot staving van haar beroep stelt zij dat de Commissie door haar goedkeuring van de fusie artikel 253 EG, artikel 81, lid 1, EG, verordening nr. 4064/89(1) en de rechtsregels voor de toepassing daarvan heeft geschonden en kennelijke beoordelingsfouten heeft gemaakt:

door vast te stellen dat vóór de fusie op de markt van muziekopnamen geen collectieve machtspositie bestond;

door vast te stellen dat de fusie niet een bestaande collectieve machtspositie op die markt versterkt;

door vast te stellen dat de fusie geen collectieve machtspositie creëert op de markt van muziekopnamen, de markt van licenties voor on-linemuziek of de markt voor de distributie van on-linemuziek;

door vast te stellen dat de fusie niet leidt tot de coördinatie van de muziekuitgeverijen van partijen.