Beschikking van het Hof (Vierde kamer) van 29 oktober 2004 in zaak C-18/04 P, Grégoire Krikorian e.a. tegen Europees Parlement, Raad van de Europese Unie, Commissie van de Europese Gemeenschappen (Hogere voorziening — Niet-contractuele aansprakelijkheid van Gemeenschap — Beroep tot schadevergoeding — Hogere voorziening die ten dele kennelijk niet-ontvankelijk en ten dele kennelijk ongegrond is)
Beschikking van het Hof (Vierde kamer) van 29 oktober 2004 in zaak C-18/04 P, Grégoire Krikorian e.a. tegen Europees Parlement, Raad van de Europese Unie, Commissie van de Europese Gemeenschappen (Hogere voorziening — Niet-contractuele aansprakelijkheid van Gemeenschap — Beroep tot schadevergoeding — Hogere voorziening die ten dele kennelijk niet-ontvankelijk en ten dele kennelijk ongegrond is)
22.1.2005 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 19/10 |
BESCHIKKING VAN HET HOF
(Vierde kamer)
van 29 oktober 2004
in zaak C-18/04 P, Grégoire Krikorian e.a. tegen Europees Parlement, Raad van de Europese Unie, Commissie van de Europese Gemeenschappen(1)
(Hogere voorziening - Niet-contractuele aansprakelijkheid van Gemeenschap - Beroep tot schadevergoeding - Hogere voorziening die ten dele kennelijk niet-ontvankelijk en ten dele kennelijk ongegrond is)
(2005/C 19/20)
Procestaal: Frans
In zaak C-18/04 P, betreffende een hogere voorziening krachtens artikel 56 van het Statuut van het Hof van Justitie, ingesteld op 16 januari 2004, Grégoire Krikorian, wonende te Bouc-Bel-Air (Frankrijk), Suzanne Krikorian, geboren Tatoyan, wonende te Bouc-Bel-Air (Frankrijk), Euro-Arménie ASBL, gevestigd te Marseille (Frankrijk) (advocaat: P. Krikorian), andere partijen in de procedure: Europees Parlement (gemachtigden: A. Baas en R. Passos), Raad van de Europese Unie (gemachtigden: S. Kyriakopoulou en G. Marhic), Commissie van de Europese Gemeenschappen (gemachtigden: C. Ladenburger en F. Dintilhac), heeft het Hof (Vierde kamer), samengesteld als volgt: K. Lenaerts, kamerpresident, N. Colneric (rapporteur) en J.N. Cunha Rodrigues, rechters; advocaat-generaal: M. Poiares Maduro; griffier: R. Grass, op 29 oktober 2004 een beschikking gegeven waarvan het dictum luidt als volgt:
1) | De hogere voorziening wordt afgewezen. |
2) | Rekwiranten worden verwezen in de kosten van de onderhavige procedure. |