Home

Zaak T-504/04: Beroep, op 29 december 2004 ingesteld door S.p.a. Navigazione Libera del Golfo tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

Zaak T-504/04: Beroep, op 29 december 2004 ingesteld door S.p.a. Navigazione Libera del Golfo tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

5.3.2005

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 57/37


Beroep, op 29 december 2004 ingesteld door S.p.a. Navigazione Libera del Golfo tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

(Zaak T-504/04)

(2005/C 57/64)

Procestaal: Italiaans

Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 29 december 2004 door S.p.a. Navigazione Libera del Golfo (N.L.G), gevestigd te Napels, vertegenwoordigd door S. Ravenna, advocaat, tegen Europese Commissie beroep ingesteld strekkende tot nietigverklaring van de beschikking van 16 maart 2004(1) waarbij op grond van de artikelen 88, lid 2, eerste alinea, EG en 86, lid 2, EG de door Italië aan de openbare zeevaartmaatschappij Caremar (Gruppo Tirrenia) toegekende steun is goedgekeurd.

Verzoekster concludeert dat het het Gerecht behage:

1.

artikel 3, lid 1, nietig te verklaren voorzover daarin de subsidies die aan Caremar zijn uitbetaald voor het vervoer van passagiers per schip op de lijn Napels Beverello-Capri per 1 januari 1992 zijn goedgekeurd, en de terugbetaling te gelasten van de sinds 6 augustus 1989 onwettig ontvangen steun;

2.

artikel 3, lid 2, sub a, nietig te verklaren voorzover hierin de opheffing wordt gelast van de steun voor de reguliere „snelle passagiersdiensten” op de lijn Napels Beverello-Capri per 1 september 2004 en niet per 6 augustus 1989, en tegelijkertijd de terugbetaling te gelasten van de sinds laatstgenoemd tijdstip door Caremar onwettig ontvangen steun;

3.

de nakoming te gelasten van de verplichting tot verlaging van de capaciteit van Caremar voor „snel” passagiersvervoer, na de afschaffing van de betrokken diensten per 1 januari 2005;

4.

subsidiair, voorzover het Gerecht artikel 3, lid 1, niet nietig zou verklaren, zoals gevorderd sub 1,

a)

de terugbetaling te gelasten van de steun die Caremar onwettig heeft ontvangen in de periode van 29 maanden van 6 augustus 1989 tot 1 januari 1992, tijdstip waarop de goedkeuring is ingegaan;

b)

artikel 2, sub d, nietig te verklaren voorzover het niet voorschrijft dat de kosten en meerkosten die door de openbaredienstverplichtingen van Caremar worden veroorzaakt en het bedrag van de jaarlijkse steun openbaar worden gemaakt;

c)

artikel 5 nietig te verklaren voorzover het niet voorschrijft dat de steun voor de tariefwijzigingen van Caremar, daaronder begrepen de groepskortingen, vooraf wordt aangemeld;

5.

de Commissie te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoekster, die ingevolge het besluit van de regio Campania van 14 december 2001 belast is met specifieke openbaredienstverplichtingen, zonder dat zij hiervoor enige vergoeding ontvangt, komt op tegen de beschikking van de Commissie van 16 maart 2004 betreffende de staatssteun die door Italië aan de zeevaartmaatschappijen Adriatica, Caremar, Siremar, Saremar en Toremar (Gruppo Tirrenia) is verleend (nog niet gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie), in het bijzonder tegen artikel 3, leden 1 en 2, sub a, van de bestreden beschikking, betreffende de lijn Napels Molo Beverello.

Deze bepaling:

keurt per 1 januari 1992 de subsidies goed die aan Caremar worden uitbetaald voor het vervoer van passagiers per schip op de lijn Napels Beverello-Capri, en

gelast de opheffing van de steun voor de reguliere „snelle passagiersdiensten” op de lijn Napels Beverello-Capri, maar pas per 1 september 2004.

Volgens verzoekster is de goedkeuring van de steun ter compensatie van de meerkosten die worden veroorzaakt door de aan de publieke onderneming Caremar opgedragen openbaredienstverplichtingen onwettig, aangezien niet aan de wettelijke voorwaarden is voldaan. Zij stelt schending van artikel 86, lid 2, EG, van verordening (EEG) nr. 3577/1992 van de Raad van 7 december 1992 en niet-nakoming van de verplichting tot toereikende en niet-tegenstrijdige motivering.

Verzoekster stelt in concreto dat:

op de lijn Napels-Capri steeds concurrentie heeft bestaan tussen twee particuliere scheepvaartmaatschappijen (N.L.G. en S.N.A.V), die het hele jaar door vergelijkbare, zo niet identieke, diensten verrichten; gelet op het spel van de marktkrachten was het dus helemaal niet nodig openbaredienstverplichtingen aan Caremar op te leggen;

niettemin ook de door de twee particuliere ondernemingen verrichte diensten het voorwerp uitmaken van een door de regio Campania opgelegde publiekrechtelijke overeenkomst, waarbij specifieke openbaredienstverplichtingen op het gebied van de dienstregeling, de tarieven, de regelmaat, de continuïteit, het type schepen en de kwaliteit van de dienstverlening zijn vastgesteld die vergelijkbaar of identiek zijn met de verplichtingen van Caremar;

Caremar bij het verrichten van deze diensten enorme exploitatieverliezen lijdt, die sinds 1974 worden gecompenseerd door omvangrijke steun, de zogenaamde „jaarlijkse steun tot herstel van het economisch evenwicht” (terwijl de particuliere maatschappijen bij uitdrukkelijk besluit van de regio Campania van alle steun zijn uitgesloten);

aangezien de kosten die worden veroorzaakt door de aan Caremar opgelegde openbaredienstverplichtingen niet zijn vastgesteld op basis van een openbare aanbesteding, de Commissie ter beoordeling van het passende karakter van de aan de publieke onderneming betaalde steun de meerkosten had moeten bepalen op basis van een vergelijking met de exploitatiekosten van een gemiddelde onderneming die soortgelijke diensten verricht (bijvoorbeeld de kosten van de concurrerende particuliere ondernemingen op dezelfde lijn Napels-Capri).

Ten slotte heeft de Commissie haar bevoegdheid misbruikt, aangezien zij in de bestreden beschikking de markt opsplitst op basis van een tijdscriterium, door een onderscheid te maken tussen gewone en snelle scheepsdiensten, om aldus goedkeuring te kunnen verlenen aan de exploitatiesteun voor de door Caremar verrichte scheepsvervoersdiensten, die anders nooit verenigbaar met de gemeenschappelijke markt zou zijn verklaard, gelet op de concurrentie tussen de particuliere ondernemingen die in volledig vergelijkbare omstandigheden passagiers vervoeren.