Arrest van het Hof (Derde kamer) van 24 februari 2005 in zaak C-318/02: Koninkrijk der Nederlanden tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen (EOGFL — Beschikking 2002/524/EG — Financiële correcties, toegepast op Nederlandse uitgaven uit hoofde van buitengewone maatregelen ter ondersteuning van markt in sector varkensvlees in Nederland — Verordening (EG) nr. 413/97)
Arrest van het Hof (Derde kamer) van 24 februari 2005 in zaak C-318/02: Koninkrijk der Nederlanden tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen (EOGFL — Beschikking 2002/524/EG — Financiële correcties, toegepast op Nederlandse uitgaven uit hoofde van buitengewone maatregelen ter ondersteuning van markt in sector varkensvlees in Nederland — Verordening (EG) nr. 413/97)
30.4.2005 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 106/3 |
ARREST VAN HET HOF
(Derde kamer)
van 24 februari 2005
in zaak C-318/02: Koninkrijk der Nederlanden tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen(1)
(EOGFL - Beschikking 2002/524/EG - Financiële correcties, toegepast op Nederlandse uitgaven uit hoofde van buitengewone maatregelen ter ondersteuning van markt in sector varkensvlees in Nederland - Verordening (EG) nr. 413/97)
(2005/C 106/05)
Procestaal: Nederlands
In zaak C-318/02, betreffende een beroep tot nietigverklaring krachtens artikel 230 EG, ingesteld op 4 september 2002, Koninkrijk der Nederlanden (gemachtigden: H. G. Sevenster, S. Terstal en N. A. J. Bel) tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen (gemachtigde: T. van Rijn), heeft het Hof (Derde kamer), samengesteld als volgt: A. Rosas, kamerpresident, N. Colneric en K. Schiemann (rapporteur), rechters; advocaat-generaal: A. Tizzano; griffier: L. Hewlett, hoofdadministrateur, op 24 februari 2005 een arrest gewezen waarvan het dictum luidt als volgt:
1) | Het beroep wordt verworpen. |
2) | Het Koninkrijk der Nederlanden wordt verwezen in de kosten. |