Home

Uitnodiging tot het indienen van voorstellen — elearning-programma — DG EAC/23/05

Uitnodiging tot het indienen van voorstellen — elearning-programma — DG EAC/23/05

25.5.2005

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 126/20


UITNODIGING TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN — ELEARNING-PROGRAMMA — DG EAC/23/05

(2005/C 126/10)

1. Reikwijdte

Voor drie van de vier terreinen uit het hierboven genoemde programma kunnen voorstellen worden ingediend:

(a) Bevordering van digitale geletterdheid

Identificatie, evaluatie, rapportage en verspreiding van „good practices” bij de bevordering van digitale geletterdheid, waarbij het niet alleen om inhoudelijke maar ook om praktische aspecten kan gaan, van te verwerven inzicht in digitale geletterdheid tot aan activiteiten ten behoeve van specifieke doelgroepen met achterstanden toe. Voorbeelden hier zijn projecten die informatiebronnen on line en off line toegankelijk maken voor mensen die nog niet goed gebruik kunnen maken van informatie- en communicatietechnologie of projecten die in het kader van het levenslang leren aandacht besteden aan digitale geletterdheid. Verder kunnen ook voorstellen worden ingediend voor projecten die digitale geletterdheid met behulp van de in kaart gebrachte „good practices” bevorderen.

Opzet en uitvoering van bewustmakingsactiviteiten door op dit gebied werkzame Europese netwerken. Er zijn subsidies beschikbaar voor activiteiten van Europese netwerken, stichtingen, overheidsinstanties, private-publieke samenwerkingsverbanden, enz. die op onderlinge contacten en de uitwisseling van „good practice” gericht zijn.

(b) Europese virtuele campussen

Absolute prioriteit hebben het uitwisselen van ervaringen en daaruit geleerde lessen en het in kaart brengen, ontwikkelen en verspreiden van „good practices” op grote schaal. Hier moet de aandacht vooral uitgaan naar modellen en manieren van werken die veel kunnen bijdragen aan een doeltreffende invoering van informatie- en communicatietechnologie in de onderwijs- en scholingssystemen en transnationale virtuele campussen.

Uit hoofde van de tweede prioriteit wordt subsidie verleend voor Europese projecten op het gebied van virtuele mobiliteit die voortbouwen (of een aanvulling bieden) op samenwerkingsovereenkomsten tussen instellingen uit het hoger onderwijs of geïnstitutionaliseerde, thematische of andere netwerken die een belangrijke functie vervullen bij de integratie van virtuele campussen in het normale onderwijs. In het kader van de voor te stellen activiteiten moet aan doeltreffende en duurzame toepassingen worden gewerkt die aansluiten op het Bolognaproces en de in dit kader tot stand gebrachte instrumenten (ECTS, kwaliteitsborging, enz.) en moet ondersteuning worden geboden aan samenwerkingsverbanden die op de lange termijn gericht zijn en over een passende organisatorische vorm en een gedegen financiële basis beschikken.

(c) Transversale acties

Op dit terrein kunnen voorstellen voor geïntegreerde, coherente en praktische vormen van dienstverlening worden ingediend, die onderwijsgevenden, praktijkopleiders, tutors, lerenden en alle anderen die met e-leren te maken hebben in staat stellen om met digitale inhoud (inhoud voor e-leren) om te gaan. In het kader van de voor te stellen activiteiten moet informatie worden verstrekt of ondersteuning bij het leren worden geboden, maar er kan ook in beide aspecten worden voorzien. Het gaat hier om:

diensten die over de praktische kanten van het werk met digitale inhoud informeren en begeleiding bieden bij het vinden van verdere informatie, advies of ondersteuning;

diensten die eindgebruikers ondersteuning bieden bij het werk met digitale inhoud.

Voor het vierde programmaterrein dat in het teken staat van e-twinning tussen scholen in Europa en de bevordering van de opleiding van onderwijsgevenden worden niet-openbare uitnodigingen tot het indienen van voorstellen gepubliceerd.

2. Subsidie-eisen

De instelling die optreedt als coördinator/initiatiefnemer en de andere bij het project betrokken organisaties moeten rechtspersoonlijkheid bezitten. Zowel deze instellingen als de partnerorganisaties moeten hun zetel in een van de vijfentwintig lidstaten van de EU, IJsland, Liechtenstein, Noorwegen of Bulgarije hebben.

Voor de deelname van de EER-landen en Bulgarije aan het programma gelden voorwaarden en voorschriften die aansluiten op de bepalingen uit de met deze landen gesloten overeenkomsten.

3. Begroting en looptijden

Titel

Beschikbare begroting

Maximaal te verlenen subsidiepercentage

Gemiddelde subsidie van de Gemeenschap

Maximale subsidie van de Gemeenschap

Digitale geletterdheid

1,3 miljoen EUR

Maximaal 80 %

van de subsidiabele kosten

170 000 EUR

300 000 EUR

Europese virtuele campussen

4,1 miljoen EUR

500 000 EUR

1 000 000 EUR

Transversale acties

1 miljoen EUR

250 000 EUR

500 000 EUR

De voorgestelde projecten moeten een looptijd van één tot twee jaar hebben. Voor subsidiëring komen alléén kosten in aanmerking die na 1 januari 2006 gemaakt zijn.

Uiterste indieningstermijn:

5. Indiening van aanvragen

Nadere informatie over deze uitnodiging en alle desbetreffende documenten vindt u onder:

http://europa.eu.int/comm/education/programmes/elearning/index_en.html