Home

Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 26 mei 2005 in zaak C-536/03 (verzoek van het Supremo Tribunal Administrativo om een prejudiciële beslissing): António Jorge Lda tegen Fazenda Pública (BTW — Artikel 19 van Zesde BTW-richtlijn — Aftrek van voorbelasting — Werkzaamheid in vastgoedsector — Goederen en diensten gebruikt voor zowel belastbare als vrijgestelde handelingen — Aftrek pro rata)

Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 26 mei 2005 in zaak C-536/03 (verzoek van het Supremo Tribunal Administrativo om een prejudiciële beslissing): António Jorge Lda tegen Fazenda Pública (BTW — Artikel 19 van Zesde BTW-richtlijn — Aftrek van voorbelasting — Werkzaamheid in vastgoedsector — Goederen en diensten gebruikt voor zowel belastbare als vrijgestelde handelingen — Aftrek pro rata)

23.7.2005

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 182/13


ARREST VAN HET HOF

(Tweede kamer)

van 26 mei 2005

in zaak C-536/03 (verzoek van het Supremo Tribunal Administrativo om een prejudiciële beslissing): António Jorge Lda tegen Fazenda Pública(1)

(BTW - Artikel 19 van Zesde BTW-richtlijn - Aftrek van voorbelasting - Werkzaamheid in vastgoedsector - Goederen en diensten gebruikt voor zowel belastbare als vrijgestelde handelingen - Aftrek pro rata)

(2005/C 182/24)

Procestaal: Portugees

In zaak C-536/03, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door het Supremo Tribunal Administrativo (Portugal) bij beslissing van 26 november 2003, ingekomen bij het Hof op 22 december 2003, in de procedure António Jorge Lda tegen Fazenda Pública, heeft het Hof (Tweede kamer), samengesteld als volgt: C. W. A. Timmermans, kamerpresident, R. Silva de Lapuerta (rapporteur), J. Makarczyk, P. Kūris en G. Arestis, rechters; advocaat-generaal: C. Stix-Hackl; griffier: R. Grass, op 26 mei 2005 een arrest gewezen waarvan het dictum luidt als volgt:

Artikel 19 van richtlijn 77/388/EEG van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag, verzet zich ertegen dat in de noemer van de breuk aan de hand waarvan het pro rata van aftrek wordt berekend, de waarde van door een belastingplichtige nog niet voltooide woningbouwwerken voor particulieren wordt opgenomen, wanneer deze waarde niet overeenkomt met een levering van goederen of diensten die hij reeds heeft verricht, of die aanleiding hebben gegeven tot een afrekening van de werken en/of een vooruitbetaling.