Home

Eerste oproep tot het indienen van voorstellen in het kader van het bij Verordening (EG) nr. 870/2004 van de Raad van 24 april 2004(1) vastgestelde communautaire programma inzake de instandhouding, de karakterisering, de verzameling en het gebruik van genetische hulpbronnen in de landbouw — Identificatieaanduiding van de oproep: AGRI GEN RES 2005

Eerste oproep tot het indienen van voorstellen in het kader van het bij Verordening (EG) nr. 870/2004 van de Raad van 24 april 2004(1) vastgestelde communautaire programma inzake de instandhouding, de karakterisering, de verzameling en het gebruik van genetische hulpbronnen in de landbouw — Identificatieaanduiding van de oproep: AGRI GEN RES 2005

26.7.2005

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 183/21


Eerste oproep tot het indienen van voorstellen in het kader van het bij Verordening (EG) nr. 870/2004 van de Raad van 24 april 2004(1) vastgestelde communautaire programma inzake de instandhouding, de karakterisering, de verzameling en het gebruik van genetische hulpbronnen in de landbouw

Identificatieaanduiding van de oproep: AGRI GEN RES 2005

(2005/C 183/10)

1. Achtergrondinformatie

Op 24 april 2004 heeft de Raad Verordening (EG) nr. 870/2004 tot vaststelling van een communautair programma inzake de instandhouding, de karakterisering, de verzameling en het gebruik van genetische hulpbronnen in de landbouw(1) vastgesteld. In de artikelen 5, 6 en 7 van en bijlage I bij die verordening zijn de soorten acties omschreven die door de Gemeenschap kunnen worden medegefinancierd.

Overeenkomstig artikel 8, lid 1, van die verordening heeft de Commissie na raadpleging van het in artikel 8, lid 1, en artikel 15, lid 2, van die verordening bedoelde comité in december 2004 een werkprogramma(2) vastgesteld waarin de doelstellingen en de algemene bepalingen zijn opgenomen en is aangegeven welke soorten acties voor financiering in aanmerking komen.

Overeenkomstig artikel 9 en artikel 15, lid 2, van de genoemde verordening roept de Europese Commissie (hierna „de Commissie” genoemd) na raadpleging van het bovenbedoelde comité ertoe op aanvragen op het gebied van genetische hulpbronnen in de landbouw in te dienen die betrekking hebben op dergelijke acties. In de begroting 2005 zijn kredieten beschikbaar voor de medefinanciering van acties waarvoor in het kader van deze oproep tot het indienen van voorstellen (hierna „de oproep” genoemd) een aanvraag wordt ingediend.

2. Doelstellingen en toepassingsgebied van het communautaire programma en subsidiabele acties

2.1. Doelstellingen

De hoofddoelstellingen van het bij Verordening (EG) nr. 870/2004 van de Raad vastgestelde communautaire programma zijn:

de instandhouding, de karakterisering, de verzameling en het gebruik van de genetische hulpbronnen in de landbouw in de Gemeenschap te helpen waarborgen en verbeteren;

de in de lidstaten geleverde inspanningen op het gebied van de instandhouding, de karakterisering, de verzameling en het gebruik van genetische hulpbronnen in de landbouw op communautair niveau aan te vullen en te stimuleren;

de coördinatie op het gebied van de op internationaal niveau aangegane verbintenissen betreffende genetische hulpbronnen in de landbouw te vergemakkelijken.

2.2. Toepassingsgebied

Zoals in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 870/2004 van de Raad is bepaald en in bijlage I bij die verordening nader is aangegeven, is het communautaire programma van toepassing op voor de landbouw nuttige of potentieel nuttige plantaardige, microbiële en dierlijke genetische hulpbronnen die momenteel op het grondgebied van de Gemeenschap voorkomen.

2.3. Acties

In het kader van deze oproep kunnen door de Commissie drie soorten van acties ter uitvoering van het communautaire programma worden medegefinancierd:

gerichte acties waarmee de instandhouding, de karakterisering, de evaluatie, de verzameling, het documenteren, de ontwikkeling en het gebruik van genetische hulpbronnen in de landbouw ex situ, in situ en op het landbouwbedrijf worden beoogd;

gecoördineerde acties waarmee wordt beoogd de coördinatie op communautair niveau te verbeteren van individuele (nationale, regionale of lokale) acties voor de instandhouding, de karakterisering, de evaluatie, de verzameling, het documenteren, de ontwikkeling en het gebruik van genetische hulpbronnen in de landbouw die reeds in de lidstaten worden ondernomen, zulks hoofdzakelijk door de organisatie van seminars en de opstelling van verslagen;

begeleidende acties die voorlichtings-, verspreidings- en adviseringsacties omvatten.

Zoals in artikel 8, lid 2, van Verordening (EG) nr. 870/2004 van de Raad is bepaald, kan de looptijd van de acties die in het kader van het communautaire programma worden medegefinancierd, maximaal vier jaar bedragen.

3. Algemene instructies voor de indiening van voorstellen

3.1. Hoe moet een voorstel worden samengesteld?

Wie een voorstel wil indienen, dient eerst zorgvuldig kennis te nemen van deze oproep, Verordening (EG) nr. 870/2004, het werkprogramma, de gids voor indieners van een voorstel, en vooral de voorschriften voor deelneming, en alle andere relevante documentatie die beschikbaar is op de volgende website van de Commissie:

http://europa.eu.int/comm/agriculture/envir/index_en.htm

Gegadigden moeten voldoen aan de voorschriften voor deelneming die zijn opgenomen in de gids voor indieners van een voorstel, en aan de in deze oproep gestelde voorwaarden.

Wie een subsidie wil aanvragen, moet het volgende samenstellen en indienen:

drie identieke exemplaren op papier van zijn volledige aanvraag met de stavende documenten, ondertekend door de wettelijk gemachtigde vertegenwoordiger van de indienende organisatie of, in het geval van een natuurlijke persoon, door de indiener. Tot deze documenten moeten ook een aanvraagbrief en de begrotingsformulieren behoren, die eveneens moeten zijn ondertekend door de wettelijk gemachtigde vertegenwoordiger of de indiener zoals bovenbedoeld. In het geval van een voorstel van verscheidene partners moet de indiener zich ervan vergewissen dat ook elke partner de relevante formulieren heeft ondertekend;

een elektronische versie van zijn aanvraag op een cd-rom die compatibel is met Windows XP(3).

Het voorstel moet worden ingediend in een officiële taal van de Europese Unie. Sterk aanbevolen wordt echter het voorstel in het Engels op te stellen en in te dienen om de evaluatie door een internationale groep van onafhankelijke deskundigen te vergemakkelijken.

3.2. Wanneer moet het voorstel aan wie worden toegezonden?

Een voorstel voor een gerichte, gecoördineerde of begeleidende actie, bestaande uit drie exemplaren op papier en een cd-rom, moet door de indiener uiterlijk op 30 september 2005 aan de Commissie worden toegezonden om in aanmerking te kunnen worden genomen.

Het voorstel moet bij aangetekende brief met ontvangstbevestiging (het stempel op de enveloppe geldt als bewijs van de datum van verzending) worden toegezonden aan het volgende adres:

Europese Commissie

DG AGRI

„AGRI RES GEN 2005”

T.a.v. de heer Leo Maier

Genèvestraat 1

B-1049 Brussel

Voorstellen die na de bovenvermelde uiterste datum of aan een ander postadres dan het bovenvermelde adres zijn verzonden, worden afgewezen.

Voorstellen die tijdig zijn verzonden, maar niet binnen 15 kalenderdagen na de uiterste datum, d.w.z. uiterlijk op 15 oktober 2005, door de Commissie zijn ontvangen, zullen niet in aanmerking worden genomen. Post wordt geacht te zijn ontvangen op de datum waarop deze door de Commissie formeel is geregistreerd. Het is aan de indieners de nodige voorzorgsmaatregelen voor de inachtneming van deze termijn te nemen.

Voorstellen die alleen op papier (dus zonder de cd-rom) worden ingediend of onvolledig zijn, zullen eveneens worden afgewezen. Indiening per e-mail of fax is niet toegestaan.

Als opeenvolgende versies van hetzelfde voorstel zijn ingediend, zal de Commissie de meest recente versie onderzoeken die niet later is ontvangen dan op de bovenvermelde uiterste datum.

3.3. Welke procedure en welk tijdschema hanteert de Commissie bij de behandeling van de voorstellen?

De voorstellen zullen worden onderworpen aan het volgende evaluatieproces zoals ook beschreven in de gids voor indieners van een voorstel.

Eerst zal de Commissie de voorstellen toetsen aan de subsidiabiliteitscriteria zoals vermeld in de gids voor indieners van een voorstel en in de gids voor beoordelaars.

Bij de subsidiabiliteitscriteria gaat het er met name om of het voorstel correct is ingediend en volledig is (zo moet de Commissie het voorstel op of vóór de in deze oproep vermelde uiterste datum hebben ontvangen en moeten alle vereiste stavende documenten zijn bijgevoegd). Bovendien zullen indieners die zich bevinden in een van de situaties zoals bedoeld in de artikelen 93 en 94 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad(4), worden uitgesloten.

De stavende documenten waarvan het voorstel vergezeld moet gaan, met inbegrip van de stavende documenten betreffende de naleving van de artikelen 93 en 94 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad, zijn opgesomd in bijlage I bij deze oproep.

De voorstellen voor in het kader van het communautaire programma mede te financieren acties zullen worden geselecteerd op basis van de beoordeling door onafhankelijke deskundigen zoals bedoeld in artikel 9, lid 5, van Verordening (EG) nr. 870/2004 van de Raad.

De bij die beoordeling te gebruiken selectie- en toekenningscriteria zijn vermeld in bijlage II bij deze oproep, in de gids voor indieners van een voorstel en in de gids voor beoordelaars.

Verwacht wordt dat de lijst van de begunstigden en de toegekende subsidiebedragen tegen eind 2005 zal kunnen worden opgesteld.

Als de gevraagde subsidie wordt toegekend, zal de begunstigde worden verzocht een subsidieovereenkomst met de Commissie te ondertekenen die luidt in euro's en waarin de voorwaarden voor de medefinanciering en de hoogte daarvan zijn gespecificeerd.

Het ligt in de bedoeling dat medio 2006 met de uitvoering van de geselecteerde acties kan worden begonnen. De begindatum voor de actie zal in de subsidieovereenkomst worden gespecificeerd.

Als de gevraagde subsidie niet wordt toegekend, zal de indiener daar schriftelijk van in kennis worden gesteld met vermelding van de redenen voor de afwijzing van zijn voorstel.

4. Medefinanciering

Welke kosten subsidiabel zijn, is aangegeven in de gids voor indieners van een voorstel en in de subsidieovereenkomst (artikel 14 van de algemene voorwaarden). Voor gerichte acties bedraagt de communautaire bijdrage ten hoogste 50 % van de totale subsidiabele kosten van de actie. Voor gecoördineerde en begeleidende acties is dat ten hoogste 80 %.

Voor de acties waarvoor in het kader van deze oproep een subsidie wordt toegekend, is niet voorzien in een voorfinanciering. Bijdragen in natura zijn geen subsidiabele kosten.

Wanneer een voorstel wordt geselecteerd, verplicht dit de Commissie er niet toe het totale door de indiener gevraagde bedrag toe te kennen. De subsidie kan in geen geval hoger zijn dan het gevraagde bedrag.

Op de begroting 2005 is 3,26 miljoen EUR uitgetrokken voor deze subsidies. De indicatieve verdeling over de gerichte, de gecoördineerde en de begeleidende acties is als volgt:

Aard van de acties

Indicatieve totale EG-bijdrage (miljoen EUR)

Maximale EG-bijdrage (%)

Gerichte acties

2,70

50

Gecoördineerde acties

0,30

80

Begeleidende acties

0,26

80



BIJLAGE I

BIJ DE INDIENING VAN EEN VOORSTEL VEREISTE DOCUMENTEN

1.

De naar behoren ingevulde aanvraagformulieren (de aanvraagbrief, alle formulieren en documenten van de bijlagen 1, 2 en 3 bij de gids voor indieners van een voorstel, het financiële identificatieformulier en het formulier ter identificatie van de rechtsvorm). De brief, de verklaringen over de financiële verbintenissen, het financiële identificatieformulier en het formulier ter identificatie van de rechtsvorm moeten zijn gedateerd en ondertekend door de wettelijk gemachtigde vertegenwoordiger van de indienende organisatie of, in het geval van een natuurlijke persoon, door de indiener en in voorkomend geval door de partners.

2.

Voor indieners en partners: de statuten en het meest recente activiteitenverslag en voorts het organisatieschema voorzover relevant en het reglement van orde indien daar in de statuten naar wordt verwezen.

3.

Voor indieners (met uitzondering van overheidsinstanties):

a)

een verklaring op erewoord die is ondertekend en gedateerd door de wettelijk gemachtigde vertegenwoordiger van de indienende organisatie of, in het geval van een natuurlijke persoon, door de indiener, in welke verklaring staat dat de indiener zich niet in een van de volgende situaties bevindt:

hij verkeert in staat van faillissement, vereffening, akkoord of surséance van betaling, zijn faillissement is aangevraagd, tegen hem loopt een procedure van vereffening, akkoord of surséance van betaling, hij heeft zijn werkzaamheden gestaakt of hij verkeert in een overeenkomstige toestand als gevolg van een soortgelijke procedure krachtens de nationale wet- en regelgeving;

hij is bij een rechterlijke beslissing met kracht van gewijsde veroordeeld voor een delict dat zijn beroepsmoraliteit in het gedrang brengt;

hij heeft in de uitoefening van zijn beroep een ernstige fout begaan, vastgesteld op elke grond die de aanbestedende dienst aannemelijk kan maken;

hij heeft niet voldaan aan zijn verplichtingen tot betaling van socialezekerheidsbijdragen of belastingen volgens de wetgeving van het land waar hij is gevestigd of van het land van de aanbestedende dienst dan wel van het land waar de opdracht moet worden uitgevoerd;

hij is bij een rechterlijke beslissing met kracht van gewijsde veroordeeld voor fraude, corruptie, deelname aan een criminele organisatie of enige andere illegale activiteit die de financiële belangen van de Gemeenschappen schaadt;

hij is na de procedure voor de plaatsing van een andere opdracht of de procedure voor de toekenning van een subsidie uit de communautaire begroting ernstig in gebreke gesteld wegens niet-nakoming van zijn contractuele verplichtingen;

b)

een recent uittreksel betreffende de inschrijving van de indiener in het beroepsregister dat is voorgeschreven bij de wetgeving van de lidstaat waar hij is gevestigd;

c)

een verklaring die maximaal 90 dagen vóór de uiterste datum voor indiening van het voorstel is afgegeven door de socialezekerheidsinstantie van het land waar de indiener is gevestigd, en waarin staat dat de indiener de door hem verschuldigde bijdragen heeft betaald. Wordt in het betrokken land geen dergelijke verklaring afgegeven, dan mag deze worden vervangen door een verklaring onder ede of, bij gebreke daarvan, een plechtige verklaring die de indiener heeft afgelegd ten overstaan van een gerechtelijke of administratieve autoriteit, een notaris of een bevoegde beroepsorganisatie in zijn land van oorsprong of herkomst;

d)

een verklaring die maximaal 90 dagen vóór de uiterste datum voor indiening van het voorstel is afgegeven door de belastingautoriteit van het land waar de indiener is gevestigd, en waarin staat dat de indiener de door hem verschuldigde belastingen en heffingen heeft betaald. Wordt in het betrokken land geen dergelijke verklaring afgegeven, dan mag deze worden vervangen door een verklaring onder ede of, bij gebreke daarvan, een plechtige verklaring die de indiener heeft afgelegd ten overstaan van een gerechtelijke of administratieve autoriteit, een notaris of een bevoegde beroepsorganisatie in zijn land van oorsprong of herkomst;

e)

een uittreksel uit het strafregister dat maximaal 90 dagen vóór de uiterste datum voor indiening van het voorstel is afgegeven, of, bij gebreke daarvan, een gelijkwaardig document dat maximaal 90 dagen vóór de uiterste datum voor indiening van het voorstel is afgegeven door de gerechtelijke of administratieve autoriteit in het land van oorsprong of woonplaats, uit welk uittreksel of document blijkt dat de indiener niet is betrokken bij een procedure betreffende een faillissement, een gerechtelijk akkoord, liquidatie of een voorlopige schikking. Wordt in het betrokken land geen dergelijk uittreksel of document afgegeven, dan mag het worden vervangen door een verklaring onder ede of, bij gebreke daarvan, een plechtige verklaring die de indiener heeft afgelegd ten overstaan van een gerechtelijke of administratieve autoriteit, een notaris of een bevoegde beroepsorganisatie in zijn land van oorsprong of herkomst.

4.

Voor indieners en partners: een formulier inzake belangenconflicten, opgesteld volgens het model dat is opgenomen in de gids voor indieners van een voorstel.

5.

Voor indieners (met uitzondering van overheidsinstanties) en partners: de balansen en jaarrekeningen over de laatste drie boekjaren waarvoor de rekeningen zijn afgesloten.

6.

Voor indieners (indien de gevraagde subsidie ten minste 300 000 EUR bedraagt): een door een erkende accountant opgesteld extern accountantsverslag dat de verklaring betreffende de rekeningen over het laatste afgesloten boekjaar en een beoordeling van de financiële levensvatbaarheid van de indiener bevat.

7.

Voor indieners en partners: het curriculum vitae van de personeelsleden die de voorgestelde actie zullen uitvoeren.

8.

Voor indieners en partners: informatie over eventuele reeds voltooide andere acties op het desbetreffende gebied.

9.

In het geval van bijdragen voor de voorgestelde actie van andere geldverschaffers (met inbegrip van partners), het bewijs dat die bijdragen zullen worden geleverd (welk bewijs ten minste moet bestaan in een officiële financieringsverklaring van elk van de beoogde geldverschaffers waarin de titel van de maatregel en het bij te dragen bedrag zijn vermeld).


BIJLAGE II

1. Selectiecriteria:

Technische geschiktheid:

Indieners en partners moeten aantonen dat zij:

beschikken over de benodigde rechtstreeks voor de voorgestelde actie relevante technische vaardigheden;

ten minste drie jaar ervaring hebben met de behandeling van het (de) voorgestelde onderwerp(en).

Financiële geschiktheid:

Indieners en partners moeten aantonen dat zij:

solvabel genoeg zijn om hun activiteit voort te zetten gedurende de hele periode waarin de actie zal worden uitgevoerd, en om bij te dragen in de financiering van die actie; het bewijs hiervan moet zijn gebaseerd op de balansen/jaarrekeningen over de laatste drie afgesloten boekjaren.

Inachtneming van het toepassingsgebied van het communautaire programma zoals omschreven in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 870/2004 van de Raad.

Zoals in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 870/2004 van de Raad is bepaald, moeten de genetische hulpbronnen waarop het voorstel betrekking heeft, momenteel voorkomen op het grondgebied van de Gemeenschap.

2. Toekenningscriteria:

De in aanmerking komende voorstellen zullen worden geëvalueerd aan de hand van de volgende criteria:

1.

de relevantie van de actie voor de doelstellingen van het communautaire programma;

2.

de technische kwaliteit van de voorgestelde werkzaamheden;

3.

de kwaliteit van het beheer van de actie;

4.

de meerwaarde en potentiële impact van de actie op Europees niveau;

5.

de kwaliteit van de coördinatie tussen de indiener en de partners;

6.

de beschikbaarstelling van middelen voor de actie.