Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 12 mei 2005 in zaak C-287/03: Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Koninkrijk België (Niet-nakoming — Vrij verrichten van diensten — Getrouwheidskaarten — Bewijslast)
Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 12 mei 2005 in zaak C-287/03: Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Koninkrijk België (Niet-nakoming — Vrij verrichten van diensten — Getrouwheidskaarten — Bewijslast)
20.8.2005 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 205/2 |
ARREST VAN HET HOF
(Tweede kamer)
van 12 mei 2005
in zaak C-287/03: Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Koninkrijk België(1)
(Niet-nakoming - Vrij verrichten van diensten - Getrouwheidskaarten - Bewijslast)
(2005/C 205/03)
Procestaal: Frans
In zaak C-287/03, betreffende een beroep tot nietigverklaring krachtens artikel 226 EG, ingesteld op 3 juli 2003, Commissie van de Europese Gemeenschappen (gemachtigden: M. Patakia en N. B. Rasmussen) tegen Koninkrijk België (gemachtigde: E. Dominkovits, bijgestaan door E. Balate, advocaat), heeft het Hof (Tweede kamer), samengesteld als volgt: C. W. A. Timmermans, kamerpresident, R. Silva de Lapuerta (rapporteur), R. Schintgen, P. Kūris en G. Arestis, rechters; advocaat-generaal: P. Léger; griffier: L. Hewlett, hoofdadministrateur, op 12 mei 2005 een arrest gewezen waarvan het dictum luidt als volgt:
1) | Het beroep wordt verworpen. |
2) | De Commissie van de Europese Gemeenschappen wordt verwezen in de kosten. |