Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 21 juli 2005 in zaak C-449/04: Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Groothertogdom Luxemburg (Niet-nakoming — Richtlijn 2001/51/EG — Niet-uitvoering binnen gestelde termijn)
Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 21 juli 2005 in zaak C-449/04: Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Groothertogdom Luxemburg (Niet-nakoming — Richtlijn 2001/51/EG — Niet-uitvoering binnen gestelde termijn)
3.9.2005 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 217/21 |
ARREST VAN HET HOF
(Zesde kamer)
van 21 juli 2005
in zaak C-449/04: Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Groothertogdom Luxemburg(1)
(Niet-nakoming - Richtlijn 2001/51/EG - Niet-uitvoering binnen gestelde termijn)
(2005/C 217/41)
Procestaal: Frans
In zaak C-449/04, betreffende een beroep wegens niet-nakoming krachtens artikel 226 EG, ingesteld op 27 oktober 2004, Commissie van de Europese Gemeenschappen (gemachtigden: C. O'Reilly en A.-M. Rouchaud-Joët) tegen Groothertogdom Luxemburg (gemachtigde: S. Schreiner), heeft het Hof (Zesde kamer), samengesteld als volgt: A. Borg Barthet, kamerpresident, J.-P. Puissochet en A. Ó Caoimh (rapporteur), rechters; advocaat-generaal: F. G. Jacobs; griffier: R. Grass, op 21 juli 2005 een arrest gewezen waarvan het dictum luidt als volgt:
1) | Door niet de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen die nodig zijn om te voldoen aan richtlijn 2001/51/EG van de Raad van 28 juni 2001 tot aanvulling van het bepaalde in artikel 26 van de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen van 14 juni 1985, is het Groothertogdom Luxemburg de krachtens deze richtlijn op hem rustende verplichtingen niet nagekomen. |
2) | Het Groothertogdom Luxemburg wordt verwezen in de kosten. |