Home

Zaak C-406/05: Verzoek van de Hoge Raad der Nederlanden van 18 november 2005 om een prejudiciële beslissing in het geding tussen Staatssecretaris van Financiën en P. Jurriëns Beheer BV

Zaak C-406/05: Verzoek van de Hoge Raad der Nederlanden van 18 november 2005 om een prejudiciële beslissing in het geding tussen Staatssecretaris van Financiën en P. Jurriëns Beheer BV

28.1.2006

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 22/8


Verzoek van de Hoge Raad der Nederlanden van 18 november 2005 om een prejudiciële beslissing in het geding tussen Staatssecretaris van Financiën en P. Jurriëns Beheer BV

(Zaak C-406/05)

(2006/C 22/14)

Procestaal: Nederlands

De Hoge Raad der Nederlanden heeft bij arrest van 18 november 2005, ingekomen ter griffie van het Hof van Justitie op 21 november 2005, in het geding tussen Staatssecretaris van Financiën en P. Jurriëns Beheer BV, het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen verzocht om een prejudiciële beslissing over de navolgende vragen:

1)

Is de toepassing van artikel 13, B, aanhef en letter d, aanhef en punt 6, van de Zesde richtlijn(1) voor beheer van een gemeenschappelijk beleggingsfonds enkel afhankelijk van de aard van de verrichte dienst, of is de toepassing mede afhankelijk van de voorwaarde dat de diensten van beheer worden verricht door de persoon die een rechtsbetrekking onderhoudt met de deelnemers van het betreffende fonds?

2)

Kan een met een organisatie overeengekomen dienst die wat betreft de werkzaamheden bestaat uit het beheer van een gemeenschappelijk beleggingsfonds, worden aangemerkt als beheer in de zin van de hiervoor onder vraag 1 genoemde vrijstelling, indien degene die de dienst verricht, deze uitvoert in zijn hoedanigheid van directeur van de organisatie?