Zaak T-237/00: Arrest van het Gerecht van eerste aanleg van 8 december 2005 — Patrick Reynolds tegen Europees Parlement (Ambtenaren — Detachering in belang van de dienst — Artikel 38 van het Statuut — Politieke fractie — Voortijdige beëindiging van detachering — Rechten van verdediging — Motiveringsplicht — Gewettigd vertrouwen — Zorgplicht — Misbruik van bevoegdheid — Beroep tot nietigverklaring — Beroep tot schadevergoeding — Gedeeltelijke vernietiging van arrest van Gerecht — Gezag van gewijsde)
Zaak T-237/00: Arrest van het Gerecht van eerste aanleg van 8 december 2005 — Patrick Reynolds tegen Europees Parlement (Ambtenaren — Detachering in belang van de dienst — Artikel 38 van het Statuut — Politieke fractie — Voortijdige beëindiging van detachering — Rechten van verdediging — Motiveringsplicht — Gewettigd vertrouwen — Zorgplicht — Misbruik van bevoegdheid — Beroep tot nietigverklaring — Beroep tot schadevergoeding — Gedeeltelijke vernietiging van arrest van Gerecht — Gezag van gewijsde)
25.2.2006 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 48/23 |
Arrest van het Gerecht van eerste aanleg van 8 december 2005 — Patrick Reynolds tegen Europees Parlement
(Zaak T-237/00)(1)
(Ambtenaren - Detachering in belang van de dienst - Artikel 38 van het Statuut - Politieke fractie - Voortijdige beëindiging van detachering - Rechten van verdediging - Motiveringsplicht - Gewettigd vertrouwen - Zorgplicht - Misbruik van bevoegdheid - Beroep tot nietigverklaring - Beroep tot schadevergoeding - Gedeeltelijke vernietiging van arrest van Gerecht - Gezag van gewijsde)
(2006/C 48/42)
Procestaal: Frans
Partijen
Verzoeker(s)/Verzoekster(s): Patrick Reynolds (Brussel, België) (vertegenwoordiger(s): P. Legros en S. Rodrigues, advocaten)
Verweerder(s)/Verweerster(s): Europees Parlement (vertegenwoordiger(s): H. Von Hertzen en D. Moore als gemachtigden)
Voorwerp van de zaak
In de eerste plaats een verzoek om nietigverklaring van het besluit van de secretaris-generaal van het Parlement van 18 juli 2000 waarbij verzoekers detachering in het belang van de dienst bij de politieke fractie „Europa van Democratieën in Diversiteit” werd beëindigd en hij werd herplaatst bij het directoraat-generaal Voorlichting en Public relations, en in de tweede plaats een verzoek om vergoeding van de schade die verzoeker door dit besluit van verweerder en door de praktijken van de politieke fractie en sommige van haar leden heeft geleden.
Dictum van het arrest
1) | Het besluit van de secretaris-generaal van het Parlement van 18 juli 2000 om verzoekers detachering in het belang van de dienst bij de politieke fractie EDD te beëindigen en hem te herplaatsen bij het directoraat-generaal Voorlichting en Public relations van het Parlement, wordt nietigverklaard voorzover dit besluit van toepassing is op de periode van 15 juli 2000 tot en met 24 juli 2000. |
2) | Het Parlement wordt veroordeeld om aan verzoeker een bedrag te betalen dat overeenkomt met het verschil tussen de bezoldiging die hij had moeten ontvangen als gedetacheerd ambtenaar in de rang A 2, eerste salaristrap, en die welke hij na zijn herplaatsing in de rang LA 5, derde salaristrap, heeft ontvangen over de periode vanaf 15 juli 2000 tot en met 24 juli 2000, vermeerderd met de rente vanaf de datum waarop de bedragen van deze geldsom verschuldigd waren tot de datum van werkelijke betaling. Het rentepercentage wordt berekend op basis van het rentepercentage voor de voornaamste herfinancieringstransacties dat door de Europese Centrale Bank voor de betrokken periode is vastgesteld, vermeerderd met twee procentpunten. |
3) | Het beroep tot schadevergoeding wordt niet-ontvankelijk verklaard voorzover het strekt tot herstel van de schade die is veroorzaakt door gedragingen van de EDD-fractie en van sommige van haar leden, welke gedragingen geen besluiten zijn. |
4) | Het beroep wordt voor het overige verworpen. |
5) | Verstaat dat partijen, wat de in punt 213 hiervoor bedoelde instanties betreft, hun eigen kosten zullen dragen. |