Home

Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 12 januari 2006 in zaak C-118/05: Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Portugese Republiek (Niet-nakoming — Richtlijn 2000/60/EG — Communautair waterbeleid — Niet-uitvoering binnen gestelde termijn)

Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 12 januari 2006 in zaak C-118/05: Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Portugese Republiek (Niet-nakoming — Richtlijn 2000/60/EG — Communautair waterbeleid — Niet-uitvoering binnen gestelde termijn)

11.3.2006

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 60/11


ARREST VAN HET HOF

(Zesde kamer)

van 12 januari 2006

in zaak C-118/05: Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Portugese Republiek(1)

(Niet-nakoming - Richtlijn 2000/60/EG - Communautair waterbeleid - Niet-uitvoering binnen gestelde termijn)

(2006/C 60/22)

Procestaal: Portugees

In zaak C-118/05, betreffende een beroep wegens niet-nakoming krachtens artikel 226 EG, ingesteld op 10 maart 2005, Commissie van de Europese Gemeenschappen (gemachtigden: A. Caeiros en S. Pardo Quintillán) tegen Portugese Republiek (gemachtigde: L. Fernandes), heeft het Hof (Zesde kamer), samengesteld als volgt: J. Malenovský, kamerpresident, J.-P. Puissochet en A. Ó Caoimh (rapporteur), rechters; advocaat-generaal: P. Léger; griffier: R. Grass, op 12 januari 2006 een arrest gewezen waarvan het dictum luidt als volgt:

1)

Door niet binnen de gestelde termijn de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen die nodig zijn voor het volgen van richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid, is de Portugese Republiek de kachtens deze richtlijn op haar rustende verplichtingen niet nagekomen.

2)

De Portugese Republiek wordt verwezen in de kosten.