Home

Zaak C-457/05: Verzoek van het Landgericht Wiesbaden van 23 november 2005 om een prejudiciële beslissing in het geding tussen Schutzverband der Spirituosen Industrie e.V. en Diageo Deutschland GmbH

Zaak C-457/05: Verzoek van het Landgericht Wiesbaden van 23 november 2005 om een prejudiciële beslissing in het geding tussen Schutzverband der Spirituosen Industrie e.V. en Diageo Deutschland GmbH

11.3.2006

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 60/21


Verzoek van het Landgericht Wiesbaden van 23 november 2005 om een prejudiciële beslissing in het geding tussen Schutzverband der Spirituosen Industrie e.V. en Diageo Deutschland GmbH

(Zaak C-457/05)

(2006/C 60/42)

Procestaal: Duits

Het Landgericht Wiesbaden heeft bij beschikking van 23 november 2005, ingekomen ter griffie van het Hof van Justitie op 27 december 2005, in het geding tussen Schutzverband der Spirituosen Industrie e.V. en Diageo Deutschland GmbH, het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen verzocht om een prejudiciële beslissing over de navolgende vragen:

1.

Moet artikel 5, lid 3, sub b, tweede alinea, tweede zin, juncto artikel 5, lid 3, sub d, en bijlage III, punt 4, bij richtlijn 75/106 van de Raad van 19 december 1974 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake het voorverpakken naar volume van bepaalde vloeistoffen in voorverpakkingen met bepaalde inhoud (PB L 106, blz. 31, laatstelijk gewijzigd bij Toetredingsakte van 23 september 2003, PB L 236, blz. 33, hierna: „richtlijn 75/106”) aldus worden uitgelegd dat producten met een verpakkingsinhoud van 0,071 l, die in Ierland of in het Verenigd Koninkrijk rechtmatig worden vervaardigd en/of in de handel worden gebracht, ook in alle overige lidstaten van de Europese Gemeenschap in de handel mogen worden gebracht?

2.

Ingeval de eerste vraag ontkennend wordt beantwoord: is artikel 5, lid 3, sub b, tweede alinea, tweede zin, juncto artikel 5, lid 3, sub d, en bijlage III, punt 4, bij richtlijn 75/106 in overeenstemming met het in de artikelen 28 EG en 30 EG neergelegde beginsel van het vrije verkeer van goederen?