Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 26 januari 2006 in zaak C-533/03: Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Raad van de Europese Unie (Verordening (EG) nr. 1798/2003 — Richtlijn 2003/93/EG — Keuze van rechtsgrondslag)
Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 26 januari 2006 in zaak C-533/03: Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Raad van de Europese Unie (Verordening (EG) nr. 1798/2003 — Richtlijn 2003/93/EG — Keuze van rechtsgrondslag)
8.4.2006 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 86/4 |
ARREST VAN HET HOF
(Tweede kamer)
van 26 januari 2006
in zaak C-533/03: Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Raad van de Europese Unie(1)
(Verordening (EG) nr. 1798/2003 - Richtlijn 2003/93/EG - Keuze van rechtsgrondslag)
(2006/C 86/07)
Procestaal: Engels
In zaak C-533/03, betreffende een beroep tot nietigverklaring krachtens artikel 230 EG, ingesteld op 19 december 2003, Commissie van de Europese Gemeenschappen (gemachtigde: R. Lyal) tegen Raad van de Europese Unie (gemachtigden: A.-M. Colaert en E. Karlsson), ondersteund door Ierland, (gemachtigde: D. O'Hagan als gemachtigde, bijgestaan door A. Collins, SC), Portugese Republiek, (gemachtigde: L. Fernandes), Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, (gemachtigde: R. Caudwell bijgestaan door D. Wyatt, QC), heeft het Hof (Tweede kamer), samengesteld als volgt: C. W. A. Timmermans, kamerpresident, R. Schintgen (rapporteur), R. Silva de Lapuerta, P. Kūris en G. Arestis, rechters; advocaat-generaal: J. Kokott; griffier: R. Grass op 26 januari 2006 een arrest gewezen waarvan het dictum luidt als volgt:
1) | Het beroep wordt verworpen. |
2) | De Commissie van de Europese Gemeenschappen wordt verwezen in de kosten. |
3) | Ierland, de Portugese Republiek en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland zullen hun eigen kosten dragen. |