Home

NOTULEN#Donderdag, 26 mei 2005

NOTULEN#Donderdag, 26 mei 2005

18.5.2006

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 117/16


NOTULEN

(2006/C 117 E/02)

VERLOOP VAN DE VERGADERING

VOORZITTER: Miroslav OUZKÝ

Ondervoorzitter

1. Opening van de vergadering

De vergadering wordt om 09.05 uur geopend.

2. Ingekomen stukken

De volgende stukken zijn ontvangen Raad en Commissie:

Voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1466/97 over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid (COM(2005)0154 — C6-0119/2005 — 2005/0064(SYN)).

verwezen naar:

ten principale: ECON

advies: BUDG

Voorstel voor een verordening van de Raad houdende communautaire financieringsmaatregelen voor de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk visserijbeleid en op het gebied van het zeerecht (COM(2005)0117 — C6-0131/2005 — 2005/0045(CNS)).

verwezen naar:

ten principale: PECH

advies: BUDG, ENVI

Voorstel tot kredietoverschrijving DEC 14/2005 — Afdeling III — Commissie (SEC(2005)0588 — C6-0132/2005 — 2005/2088(GBD)).

verwezen naar:

ten principale: BUDG

Voorstel tot kredietoverschrijving DEC 12/2005 — Afdeling III — Commissie (SEC(2005)0480 — C6-0133/2005 — 2005/2089(GBD)).

verwezen naar:

ten principale: BUDG

Voorstel tot kredietoverschrijving DEC 15/2005 — Afdeling III — Commissie (SEC(2005)0589 — C6-0134/2005 — 2005/2098(GBD)).

verwezen naar:

ten principale: BUDG

Voorstel tot kredietoverschrijving DEC 16/2005 — Afdeling III — Commissie (SEC(2005)0590 — C6-0135/2005 — 2005/2099(GBD)).

verwezen naar:

ten principale: BUDG

Voorstel tot kredietoverschrijving DEC 17/2005 — Afdeling III — Commissie (SEC(2005)0591 — C6-0136/2005 — 2005/2100(GBD)).

verwezen naar:

ten principale: BUDG

Voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 297/95 inzake de vergoedingen die aan het Europees Geneesmiddelenbureau dienen te worden betaald (COM(2005)0106 — C6-0137/2005 — 2005/0023(CNS)).

verwezen naar:

ten principale: ENVI

advies: BUDG

Ontwerpverordening van de Raad tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen die het vredesproces belemmeren en het internationaal recht overtreden in het conflict in de Sudanese regio Darfur (08910/2005 — C6-0138/2005 — 2005/0068(CNS)).

verwezen naar:

ten principale: LIBE

advies: DEVE, ECON

Initiatief van de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden met het oog op de aanneming van een kaderbesluit van de Raad betreffende de vereenvoudiging van de uitwisseling van informatie en inlichtingen tussen de wetshandhavingsautoriteiten van de lidstaten van de Europese Unie, met name ten aanzien van zware misdrijven, zoals terroristische daden (07307/2005 — C6-0139/2005 — 2005/0805(CNS)).

verwezen naar:

ten principale: LIBE

3. Van de Raad ontvangen verdragsteksten

De Raad heeft het Parlement een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift doen toekomen van de volgende documenten:

overeenkomst in de vorm van een briefwisseling inzake de voorlopige toepassing van het protocol tot vaststelling, voor de periode van 1 januari 2004 tot en met 31 december 2006, van de vangstmogelijkheden voor de tonijnvisserij en de financiële tegenprestatie, als bedoeld in de overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Democratische Republiek Madagaskar inzake de visserij voor de kust van Madagaskar

aanvullend protocol bij de Europa-overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en Roemenië, anderzijds, in verband met de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek tot de Europese Unie.

4. Globale richtsnoeren voor het economisch beleid — Richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten * — Agenda sociaal beleid (2006-2010) (debat)

Verslag over de aanbeveling van de Commissie betreffende de globale richtsnoeren voor het economisch beleid van de lidstaten en van de Gemeenschap in het kader van de geïntegreerde richtsnoeren voor groei en werkgelegenheid (periode 2005-2008) (COM(2005)0141 — 2005/2017(INI)) — Commissie economische en monetaire zaken.

Rapporteur: Robert Goebbels (A6-0150/2005)

Verslag over het voorstel voor een besluit van de Raad inzake de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten (COM(2005)0141 — C6-0111/2005 — 2005/0057(CNS)) — Commissie werkgelegenheid en sociale zaken.

Rapporteur: Ana Mato Adrover (A6-0149/2005)

Verslag over de sociale agenda (2006-2010) (2004/2191(INI)) — Commissie werkgelegenheid en sociale zaken.

Rapporteur: Ria Oomen-Ruijten (A6-0142/2005)

Robert Goebbels leidt het verslag in (A6-0150/2005).

Ana Mato Adrover leidt het verslag in (A6-0149/2005).

Ria Oomen-Ruijten leidt het verslag in (A6-0142/2005).

Het woord wordt gevoerd door Joaquín Almunia (lid van de Commissie) en Vladimír Špidla (lid van de Commissie).

Het woord wordt gevoerd door Astrid Lulling (rapporteur voor advies van de Commissie FEMM), Zita Gurmai (rapporteur voor advies van de Commissie FEMM), José Albino Silva Peneda, namens de PPE-DEFractie, Anne Van Lancker, namens de PSE-Fractie, Margarita Starkevičiūtė, namens de ALDE-Fractie, Jean Lambert, namens de Verts/ALE-Fractie, Ilda Figueiredo, namens de GUE/NGL-Fractie, John Whittaker, namens de IND/DEM-Fractie, Luca Romagnoli, niet-ingeschrevene, en Gunnar Hökmark.

VOORZITTER: Mario MAURO

Ondervoorzitter

Het woord wordt gevoerd door Jan Andersson, Patrizia Toia, Elisabeth Schroedter, Dimitrios Papadimoulis, Johannes Blokland, Ryszard Czarnecki, Piia-Noora Kauppi, Ieke van den Burg, Gabriele Zimmer, Andreas Mölzer, José Manuel García-Margallo y Marfil, Pervenche Berès, Othmar Karas, Poul Nyrup Rasmussen, Tomáš Zatloukal, Joaquín Almunia, Vladimír Špidla en Ieke van den Burg, om een vraag te stellen welke Vladimír Špidla beantwoordt.

Het debat wordt gesloten.

Stemming: punt 8.23 van de notulen van 26.05.2005, punt 8.17 van de notulen van 26.05.2005 en punt 8.24 van de notulen van 26.05.2005.

(In afwachting van de stemmingen wordt de vergadering om 10.50 uur onderbroken en om 11.05 uur hervat.)

VOORZITTER: Josep BORRELL FONTELLES

Voorzitter

5. Goedkeuring van de notulen van de vorige vergadering

Rectificaties stemgedrag

Vergadering van 12.05.2005

Verslag Luis Herrero-Tejedor — A6-0111/2005

paragraaf 36

onthouding: Bairbre de Brún

*

* *

De notulen van de vorige vergadering worden goedgekeurd.

6. Samenstelling commissies en delegaties

Op verzoek van de ALDE-Fractie en de PPE-DE-Fractie bekrachtigt het Parlement de volgende benoemingen:

Commissie ECON: Sharon Margaret Bowles

Delegatie voor de betrekkingen met de landen van Zuidoost-Azië en de Associatie van Zuidoost-Aziatische Staten (ASEAN): Sharon Margaret Bowles

Commissie LIBE: Amalia Sartori is geen lid meer van deze commissie.

7. Verzoek om verdediging van de immuniteit

De heer Jean-Charles Marchiani, voormalig lid van het Europees Parlement, heeft de Voorzitter een verzoek doen toekomen om verdediging van zijn immuniteit en voorrechten bij de bevoegde instanties van de Franse Republiek.

Overeenkomstig artikel 6, lid 3 van het Reglement wordt dit verzoek verwezen naar: de bevoegde commissie, te weten de Commissie JURI.

8. Stemmingen

Nadere bijzonderheden betreffende de uitslagen van de stemmingen (amendementen, aparte stemmingen, stemmingen in onderdelen) zijn opgenomen in bijlage 1 bij de notulen.

8.1. Niet-financiële kwartaalrekeningen institutionele sector *** II (artikel 131 van het Reglement) (stemming)

Aanbeveling voor de tweede lezing betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de opstelling van niet-financiële kwartaalrekeningen per institutionele sector (15235/1/2004 — C6-0091/2005 — 2003/0296(COD)) — Commissie economische en monetaire zaken.

Rapporteur: Astrid Lulling (A6-0152/2005)

(Gekwalificeerde meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 1)

GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT VAN DE RAAD

Astrid Lulling legt overeenkomstig artikel 131, lid 4 van het Reglement een verklaring af.

Goedgekeurd (P6_TA(2005)0188)

8.2. Meerjarenprogramma voor ondernemingen en ondernemerschap (2001-2005) *** I (artikel 131 van het Reglement) (stemming)

Verslag over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Beschikking 2000/819/EG van de Raad betreffende een meerjarenprogramma voor ondernemingen en ondernemerschap, met name voor het midden- en kleinbedrijf (MKB) (2001-2005) (COM(2004)0781 — C6-0242/2004 — 2004/0272(COD)) — Commissie industrie, onderzoek en energie.

Rapporteur: Britta Thomsen (A6-0118/2005)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 2)

VOORSTEL VAN DE COMMISSIE, AMENDEMENT en ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen bij één enkele stemming (P6_TA(2005)0189)

8.3. Salarissen en vergoedingen van personeelsleden van Europol * (artikel 131 van het Reglement) (stemming)

Verslag over het initiatief van het Groothertogdom Luxemburg met het oog op de aanneming van een besluit van de Raad inzake de aanpassing van de salarissen en vergoedingen van personeelsleden van Europol (5429/2005 — C6-0037/2005 — 2005/0803(CNS)) — Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken.

Rapporteur: Claude Moraes (A6-0139/2005)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 3)

INITIATIEF en ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Verworpen bij één enkele stemming

De zaak wordt op grond van artikel 52, lid 3 van het Reglement naar de bevoegde commissie, te weten de Commissie LIBE, terugverwezen.

8.4. Overeenkomst EG/Chili inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten * (artikel 131 van het Reglement) (stemming)

Verslag over het voorstel voor een besluit van de Raad inzake de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Chili inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten (COM(2004)0829 — C6-0011/2005 — 2004/0289(CNS)) — Commissie vervoer en toerisme.

Rapporteur: Paolo Costa (A6-0100/2005)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 4)

VOORSTEL VAN DE COMMISSIE en ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen bij één enkele stemming (P6_TA(2005)0190)

8.5. Financiering van studies en modelprojecten met betrekking tot het gemeenschappelijk visserijbeleid * (artikel 131 van het Reglement) (stemming)

Verslag over het voorstel voor een beschikking van de Raad tot wijziging van Beschikking 2000/439/EG van de Raad van 29 juni 2000 betreffende een financiële bijdrage van de Gemeenschap in de uitgaven van de lidstaten voor het verzamelen van gegevens, alsmede in de financiering van studies en modelprojecten ter ondersteuning van het gemeenschappelijk visserijbeleid (COM(2004)0618 — C6-0243/2004 — 2004/0213(CNS)) — Commissie visserij.

Rapporteur: Philippe Morillon (A6-0113/2005)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 5)

VOORSTEL VAN DE COMMISSIE en ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen bij één enkele stemming (P6_TA(2005)0191)

8.6. Protocol visserijovereenkomst EG/Ivoorkust (1 juli 2004-30 juni 2007) * (artikel 131 van het Reglement) (stemming)

Verslag over het voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de sluiting van het protocol tot vaststelling, voor de periode van 1 juli 2004 tot en met 30 juni 2007, van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie als bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Ivoorkust inzake de visserij voor de kust van Ivoorkust (COM(2004)0619 — C6-0138/2004 — 2004/0211(CNS)) — Commissie visserij.

Rapporteur: Philippe Morillon (A6-0114/2005)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 6)

VOORSTEL VAN DE COMMISSIE, AMENDEMENTEN en ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen bij één enkele stemming (P6_TA(2005)0192)

8.7. Financiering gemeenschappelijk landbouwbeleid * (artikel 131 van het Reglement) (stemming)

Verslag over het voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (COM(2004)0489 — C6-0166/2004 — 2004/0164(CNS)) — Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling.

Rapporteur: Agnes Schierhuber (A6-0127/2005)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 7)

VOORSTEL VAN DE COMMISSIE, AMENDEMENTEN en ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen bij één enkele stemming (P6_TA(2005)0193)

8.8. Herziening van het kaderakkoord over de betrekkingen tussen het Europees Parlement en de Commissie (stemming)

Verslag over het kaderakkoord over de betrekkingen tussen het Europees Parlement en de Europese Commissie (2005/2076(ACI)) — Commissie constitutionele zaken.

Rapporteur: Jo Leinen (A6-0147/2005)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 8)

VOORSTEL VOOR EEN BESLUIT

Het woord wordt gevoerd door Jo Leinen (rapporteur).

Aangenomen (P6_TA(2005)0194)

Ingevolge de herziening van het kaderakkoord leggen Josep Borrell Fontelles, Voorzitter, en José Manuel Barroso (voorzitter van de Commissie) een korte verklaring af en gaan vervolgens, in aanwezigheid van de rapporteur en Margot Wallström (vice-voorzitter van de Commissie), over tot ondertekening van het kaderakkoord.

VOORZITTER: Edward McMILLAN-SCOTT

Ondervoorzitter

8.9. Zitplaatsen en hoofdsteunen in motorvoertuigen *** II (stemming)

Aanbeveling voor de tweede lezing betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 74/408/EEG van de Raad, met betrekking tot de zitplaatsen en de bevestiging en hoofdsteunen daarvan in motorvoertuigen (11935/3/2004 — C6-0031/2005 — 2003/0128(COD)) — Commissie vervoer en toerisme.

Rapporteur: Dieter-Lebrecht Koch (A6-0115/2005)

(Gekwalificeerde meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 9)

GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT VAN DE RAAD

Als geamendeerd goedgekeurd (P6_TA(2005)0195)

8.10. Veiligheidsgordels en bevestigingssystemen van motorvoertuigen *** II (stemming)

Aanbeveling voor de tweede lezing betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 77/541/EEG inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende veiligheidsgordels en bevestigingssystemen van motorvoertuigen (11934/3/2004 — C6-0029/2005 — 2003/0130(COD)) — Commissie vervoer en toerisme.

Rapporteur: Paolo Costa (A6-0120/2005)

(Gekwalificeerde meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 10)

GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT VAN DE RAAD

Goedgekeurd (P6_TA(2005)0196)

8.11. Bevestigingspunten voor veiligheidsgordels van motorvoertuigen *** II (stemming)

Aanbeveling voor de tweede lezing betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 76/115/EEG van de Raad inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende bevestigingspunten voor veiligheidsgordels van motorvoertuigen (11933/3/2004 — C6-0030/2005 — 2003/0136(COD)) — Commissie vervoer en toerisme.

Rapporteur: Paolo Costa (A6-0117/2005)

(Gekwalificeerde meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 11)

GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT VAN DE RAAD

Goedgekeurd (P6_TA(2005)0197)

8.12. Witwassen van geld, met inbegrip van terrorismefinanciering *** I (stemming)

Verslag over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld, met inbegrip van terrorismefinanciering (COM(2004)0448 — C6-0143/2004 — 2004/0137(COD)) — Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken.

Rapporteur: Hartmut Nassauer (A6-0137/2005)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 12)

VOORSTEL VAN DE COMMISSIE

Als geamendeerd goedgekeurd (P6_TA(2005)0198)

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen (P6_TA(2005)0198)

8.13. Wijziging actieprogramma's gelijke kansen voor mannen en vrouwen *** I (stemming)

Verslag over het voorstel voor een beschikking van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Beschikking 2001/51/EG van de Raad betreffende het programma in verband met de communautaire strategie inzake de gelijkheid van mannen en vrouwen en Besluit nr. 848/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter bevordering van organisaties die op Europees niveau op het gebied van de gelijkheid van mannen en vrouwen actief zijn (COM(2004)0551 — C6-0107/2004 — 2004/0194(COD)) — Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid.

Rapporteur: Rodi Kratsa-Tsagaropoulou (A6-0132/2005)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 13)

VOORSTEL VAN DE COMMISSIE

Goedgekeurd (P6_TA(2005)0199)

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen (P6_TA(2005)0199)

8.14. Beschermingsinrichtingen aan de voorzijde op motorvoertuigen *** I (stemming)

Verslag over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende het gebruik van beschermingsinrichtingen aan de voorzijde op motorvoertuigen en houdende wijziging van Richtlijn 70/156/EEG van de Raad (COM(2003)0586 — C5-0473/2003 — 2003/0226(COD)) — Commissie vervoer en toerisme.

Rapporteur: Ewa Hedkvist Petersen (A6-0053/2005)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 14)

VOORSTEL VAN DE COMMISSIE

Als geamendeerd goedgekeurd (P6_TA(2005)0200)

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen (P6_TA(2005)0200)

8.15. Voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen *** I (stemming)

Verslag over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen (COM(2003)0424 — C5-0329/2003 — 2003/0165(COD)) — Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid.

Rapporteur: Adriana Poli Bortone (A6-0128/2005)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 15)

VOORSTEL VAN DE COMMISSIE

Als geamendeerd goedgekeurd (P6_TA(2005)0201)

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen (P6_TA(2005)0201)

Opmerkingen in het kader van de stemming:

Adriana Poli Bortone (rapporteur) over amendement 99.

Guido Sacconi over de volgorde van stemming over amendementen 99 en 102.

8.16. Toevoeging van vitamines, mineralen en bepaalde andere stoffen aan levensmiddelen *** I (stemming)

Verslag over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toevoeging van vitaminen, mineralen en bepaalde andere stoffen aan levensmiddelen (COM(2003)0671 — C5-0538/2003 — 2003/0262(COD)) — Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid.

Rapporteur: Karin Scheele (A6-0124/2005)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 16)

VOORSTEL VAN DE COMMISSIE

Als geamendeerd goedgekeurd (P6_TA(2005)0202)

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen (P6_TA(2005)0202)

8.17. Richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten * (stemming)

Verslag over het voorstel voor een besluit van de Raad inzake de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten (COM(2005)0141 — C6-0111/2005 — 2005/0057(CNS)) — Commissie werkgelegenheid en sociale zaken.

Rapporteur: Ana Mato Adrover (A6-0149/2005)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 17)

VOORSTEL VAN DE COMMISSIE

Als geamendeerd goedgekeurd (P6_TA(2005)0203)

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen (P6_TA(2005)0203)

8.18. Lichte wapens (voorbereidende commissie van de VN) (stemming)

Ontwerpresoluties B6-0321/2005, B6-0322/2005, B6-0323/2005, B6-0324/2005, B6-0325/2005 en B6-0326/2005

Het debat heeft op 10.05.2005 plaatsgevonden (punt 15 van de notulen van 10.05.2005).

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 18)

ONTWERPRESOLUTIE RC-B6-0321/2005

(ter vervanging van B6-0321/2005, B6-0322/2005, B6-0323/2005, B6-0324/2005, B6-0325/2005 en B6-0326/2005):

ingediend door de volgende leden:

Karl von Wogau, Armin Laschet en Bogdan Klich, namens de PPE-DE-Fractie,

Ana Maria Gomes, Richard Howitt en Jan Marinus Wiersma, namens de PSE-Fractie,

Johan Van Hecke, namens de ALDE-Fractie,

Raül Romeva i Rueda, Angelika Beer en Bart Staes, namens de Verts/ALE-Fractie,

Tobias Pflüger, Vittorio Agnoletto, Umberto Guidoni en André Brie, namens de GUE/NGL-Fractie,

Ģirts Valdis Kristovskis en Seán Ó Neachtain, namens de UEN-Fractie

Aangenomen (P6_TA(2005)0204)

8.19. Europese dienst voor extern optreden (stemming)

Ontwerpresolutie B6-0320/2005

Het debat heeft op 11.05.2005 plaatsgevonden (punt 14 van de notulen van 11.05.2005).

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 19)

ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen (P6_TA(2005)0205)

8.20. Arbeidsvoorwaarden voor mobiele werknemers die interoperabele grensoverschrijdende diensten verrichten (stemming)

Ontwerpresolutie, ingediend overeenkomstig artikel 78, lid 3 van het Reglement, over het voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende de overeenkomst tussen de Gemeenschap van Europese Spoorwegen (CER) en de Europese Federatie van Vervoerswerknemers (ETF) inzake bepaalde aspecten van de arbeidsvoorwaarden voor mobiele werknemers die interoperabele grensoverschrijdende diensten verrichten (COM(2005)0032) — Commissie werkgelegenheid en sociale zaken (B6-0319/2005)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 20)

ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen (P6_TA(2005)0206)

Opmerkingen in het kader van de stemming:

Proinsias De Rossa

8.21. Betrekkingen EU-Rusland (stemming)

Verslag over de betrekkingen EU-Rusland (2004/2170(INI)) — Commissie buitenlandse zaken.

Rapporteur: Cecilia Malmström (A6-0135/2005)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 21)

ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen (P6_TA(2005)0207)

Opmerkingen in het kader van de stemming:

Wojciech Roszkowski diende een mondeling amendement in op amendement 42 dat in aanmerking werd genomen.

Cecilia Malmström diende een mondeling amendement in op amendement 7 dat in aanmerking werd genomen.

Vytautas Landsbergis diende een mondeling amendement in strekkende tot inlassing van een nieuwe paragraaf 31 bis alsmede een mondeling amendement op paragraaf 41 (beide mondelinge amendementen werden in aanmerking genomen).

Maciej Marian Giertych diende een mondeling amendement in op overweging G dat niet in aanmerking werd genomen, omdat meer dan 37 leden hiertegen bezwaar maakten.

8.22. Bevordering en bescherming van de grondrechten (stemming)

Verslag over de bevordering en de bescherming van de grondrechten: de rol van de nationale en Europese instellingen, met inbegrip van het Bureau voor de grondrechten (2005/2007(INI)) — Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken.

Rapporteur: Kinga Gál (A6-0144/2005)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 22)

ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen (P6_TA(2005)0208)

Opmerkingen in het kader van de stemming:

Maria Carlshamre diende een mondeling amendement in op paragraaf 14 dat in aanmerking werd genomen.

8.23. Globale richtsnoeren voor het economisch beleid (stemming)

Verslag over de aanbeveling van de Commissie betreffende de globale richtsnoeren voor het economisch beleid van de lidstaten en van de Gemeenschap in het kader van de geïntegreerde richtsnoeren voor groei en werkgelegenheid (periode 2005-2008) (COM(2005)0141 — 2005/2017(INI)) — Commissie economische en monetaire zaken.

Rapporteur: Robert Goebbels (A6-0150/2005)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 23)

ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen (P6_TA(2005)0209)

Opmerkingen in het kader van de stemming:

Gunnar Hökmark maakte bezwaar tegen het verzoek van de PSE-Fractie om amendement 6 als toevoeging aan paragraaf 5 te beschouwen en Robert Goebbels (rapporteur) voerde het woord over dit bezwaar;

Jean Lambert over de stemming in onderdelen over amendement 24.

8.24. Sociale agenda (2006-2010) (stemming)

Verslag over de sociale agenda (2006-2010) (2004/2191(INI)) — Commissie werkgelegenheid en sociale zaken.

Rapporteur: Ria Oomen-Ruijten (A6-0142/2005)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 24)

ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen (P6_TA(2005)0210)

Opmerkingen in het kader van de stemming:

Sophia in 't Veld over amendement 8.

9. Stemverklaringen

Schriftelijke stemverklaringen:

De schriftelijke stemverklaringen in de zin van artikel 163, lid 3 van het Reglement zijn opgenomen in het volledig verslag van deze vergadering.

Mondelinge stemverklaringen:

Verslag Hartmut Nassauer — A6-0137/2005

Piia-Noora Kauppi

10. Rectificaties stemgedrag

De volgende leden hebben hun stemgedrag als volgt gerectificeerd:

Verslag Adriana Poli Bortone — A6-0128/2005

amendement 39

tegen: Britta Thomsen

amendement 46

tegen: Britta Thomsen

amendement 47

tegen: Roberta Angelilli, Sergio Berlato, Sebastiano (Nello) Musumeci, Cristiana Muscardini, Alessandro Foglietta, Adriana Poli Bortone, Salvatore Tatarella, Umberto Pirilli, Romano Maria La Russa, Linda McAvan, Britta Thomsen

amendement 109

tegen: Charlotte Cederschiöld, Ole Christensen, Marielle De Sarnez, Bernard Lehideux, Charles Tannock

amendement 101

vóór: Britta Thomsen

amendement 99, eerste deel

onthouding: Antoine Duquesne

amendement 99, tweede deel

onthouding: Antoine Duquesne

amendement 102, eerste deel

vóór: Ole Christensen, Dan Jørgensen

tegen: Vladimír Železný

amendement 102, tweede deel

vóór: Dan Jørgensen

tegen: Vladimír Železný

amendement 29

vóór: Markus Ferber, Monica Frassoni, Daniel Marc Cohn-Bendit, Vladimír Železný

tegen: Roberta Angelilli, Sergio Berlato, Sebastiano (Nello) Musumeci, Cristiana Muscardini, Alessandro Foglietta, Adriana Poli Bortone, Salvatore Tatarella, Umberto Pirilli, Romano Maria La Russa, Anna Hedh, Milan Horáček, Michael Cramer

amendement 104

vóór: Britta Thomsen

tegen: Othmar Karas

amendement 108

tegen: Dan Jørgensen

amendement 110

tegen: Inger Segelström, Feleknas Uca

wetgevingsresolutie (als geheel)

tegen: Karin Riis-Jørgensen, Martine Roure, Inger Segelström,

onthouding: Christoph Konrad

Verslag Karin Scheele — A6-0124/2005

amendement 57

tegen: Charlotte Cederschiöld

Verslag Cecilia Malmström — A6-0135/2005

amendement 16, eerste deel

tegen: Anna Hedh

amendement 16, tweede deel

vóór: Anna Hedh

amendement 16

tegen: Rainer Wieland

Verslag Robert Goebbels — A6-0150/2005

amendement 8, eerste deel

vóór: Alfonso Andria

11. Verzending van de tijdens deze vergadering aangenomen teksten

Overeenkomstig artikel 172, lid 2 van het Reglement zullen de notulen van de huidige vergadering aan het begin van de volgende vergadering aan het Parlement ter goedkeuring worden voorgelegd.

Met instemming van het Parlement zullen de aangenomen teksten reeds thans worden toegezonden aan degenen voor wie zij bestemd zijn.

12. Rooster van de volgende vergaderingen

De volgende vergaderingen vinden plaats van 06.06.2005 t/m 09.06.2005.

13. Onderbreking van de zitting

De zitting van het Europees Parlement wordt onderbroken.

De vergadering wordt om 12.55 uur gesloten.

Julian Priestley

Secretaris-generaal

Josep Borrell Fontelles

Voorzitter


PRESENTIELIJST

Ondertekend door:

Adamou, Adwent, Agnoletto, Allister, Alvaro, Andersson, Andrejevs, Andria, Andrikienė, Antoniozzi, Arnaoutakis, Ashworth, Assis, Atkins, Attwooll, Aubert, Auken, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Baco, Badía i Cutchet, Batten, Battilocchio, Batzeli, Bauer, Beaupuy, Beazley, Becsey, Beer, Beglitis, Belet, Belohorská, Bennahmias, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berlato, Berlinguer, Berman, Bielan, Blokland, Bloom, Bobošíková, Böge, Bösch, Bonde, Bono, Bonsignore, Booth, Borghezio, Borrell Fontelles, Bourlanges, Bourzai, Bowis, Bowles, Bozkurt, Bradbourn, Mihael Brejc, Brepoels, Breyer, Březina, Brie, Brok, Brunetta, Budreikaitė, van Buitenen, Bullmann, van den Burg, Bushill-Matthews, Busk, Busquin, Busuttil, Buzek, Cabrnoch, Calabuig Rull, Callanan, Camre, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Carollo, Casa, Casaca, Cashman, Caspary, Castex, Castiglione, del Castillo Vera, Catania, Cederschiöld, Cercas, Cesa, Chatzimarkakis, Chiesa, Chmielewski, Christensen, Chruszcz, Claeys, Clark, Cocilovo, Coelho, Cohn-Bendit, Corbett, Corbey, Correia, Costa, Cottigny, Coûteaux, Cramer, Crowley, Marek Aleksander Czarnecki, Ryszard Czarnecki, D'Alema, Daul, Davies, de Brún, Degutis, De Keyser, Demetriou, De Michelis, De Poli, Deprez, De Rossa, De Sarnez, Descamps, Désir, Deß, Deva, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Didžiokas, Díez González, Dillen, Dimitrakopoulos, Dionisi, Di Pietro, Dobolyi, Dombrovskis, Doorn, Douay, Dover, Doyle, Duchoň, Dührkop Dührkop, Duff, Duin, Duka-Zólyomi, Duquesne, Ebner, Ehler, Ek, El Khadraoui, Elles, Esteves, Estrela, Ettl, Eurlings, Jillian Evans, Jonathan Evans, Robert Evans, Fajmon, Falbr, Farage, Fatuzzo, Fava, Ferber, Fernandes, Fernández Martín, Anne Ferreira, Elisa Ferreira, Figueiredo, Flasarová, Florenz, Foglietta, Fontaine, Ford, Fourtou, Fraga Estévez, Frassoni, Friedrich, Fruteau, Gahler, Gál, Gaľa, García-Margallo y Marfil, García Pérez, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gebhardt, Gentvilas, Geremek, Geringer de Oedenberg, Gibault, Gierek, Giertych, Gill, Gklavakis, Glattfelder, Goebbels, Goepel, Golik, Gomes, Gomolka, Goudin, Genowefa Grabowska, Grabowski, Graça Moura, Gräßle, Grech, Gröner, de Groen-Kouwenhoven, Grosch, Grossetête, Gruber, Guardans Cambó, Guellec, Guerreiro, Guidoni, Gurmai, Gutiérrez-Cortines, Guy-Quint, Gyürk, Hammerstein Mintz, Hamon, Handzlik, Harangozó, Harbour, Harkin, Hasse Ferreira, Hatzidakis, Haug, Heaton-Harris, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Helmer, Henin, Hennicot-Schoepges, Hennis-Plasschaert, Herczog, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Higgins, Hökmark, Honeyball, Hoppenstedt, Horáček, Hortefeux, Howitt, Hudacký, Hudghton, Hughes, Hutchinson, Ibrisagic, in 't Veld, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Jäätteenmäki, Jałowiecki, Janowski, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jensen, Jöns, Jørgensen, Jonckheer, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kamall, Kamiński, Karas, Karatzaferis, Karim, Kasoulides, Kaufmann, Kauppi, Tunne Kelam, Kindermann, Kinnock, Kirkhope, Klamt, Klaß, Klich, Knapman, Koch, Kohlíček, Konrad, Kósáné Kovács, Koterec, Kozlík, Krahmer, Krasts, Kratsa-Tsagaropoulou, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kristensen, Kristovskis, Krupa, Kuc, Kudrycka, Kuhne, Kułakowski, Kušķis, Kusstatscher, Kuźmiuk, Lambert, Lambrinidis, Landsbergis, Lang, Langen, Laperrouze, Laschet, Lavarra, Lax, Lechner, Le Foll, Lehideux, Lehne, Lehtinen, Leichtfried, Leinen, Lévai, Janusz Lewandowski, Liberadzki, Lichtenberger, Lienemann, Liese, Liotard, Locatelli, Lombardo, López-Istúriz White, Louis, Lucas, Ludford, Lulling, Lundgren, Maaten, McAvan, McDonald, McGuinness, McMillan-Scott, Madeira, Malmström, Manders, Maňka, Erika Mann, Thomas Mann, Markov, Marques, Martens, David Martin, Hans-Peter Martin, Martínez Martínez, Masiel, Masip Hidalgo, Maštálka, Mastenbroek, Mathieu, Mato Adrover, Matsakis, Matsis, Matsouka, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Medina Ortega, Meijer, Méndez de Vigo, Miguélez Ramos, Mikko, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Mölzer, Montoro Romero, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Morillon, Moscovici, Mote, Mulder, Musacchio, Muscardini, Muscat, Musotto, Musumeci, Myller, Napoletano, Nassauer, Nattrass, Newton Dunn, Annemie Neyts-Uyttebroeck, Nicholson, Nicholson of Winterbourne, Niebler, van Nistelrooij, Obiols i Germà, Olajos, Olbrycht, Ó Neachtain, Onesta, Onyszkiewicz, Oomen-Ruijten, Ortuondo Larrea, Őry, Ouzký, Oviir, Paasilinna, Pack, Borut Pahor, Paleckis, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Pannella, Panzeri, Papadimoulis, Papastamkos, Parish, Pavilionis, Peillon, Pęk, Pflüger, Piecyk, Pieper, Pinheiro, Pinior, Piotrowski, Pirilli, Piskorski, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Pleštinská, Podestà, Podkański, Poettering, Polfer, Poli Bortone, Pomés Ruiz, Portas, Prets, Prodi, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Ransdorf, Rapkay, Rasmussen, Resetarits, Reul, Reynaud, Ribeiro e Castro, Ries, Riis-Jørgensen, Rivera, Rizzo, Rogalski, Roithová, Romagnoli, Rosati, Roszkowski, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, Roure, Rudi Ubeda, Rübig, Rühle, Rutowicz, Ryan, Sacconi, Saïfi, Sakalas, Salafranca Sánchez-Neyra, Salinas García, Samaras, Samuelsen, Sánchez Presedo, dos Santos, Sartori, Savi, Sbarbati, Schenardi, Schierhuber, Ingo Schmitt, Pál Schmitt, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schroedter, Schuth, Schwab, Seeber, Segelström, Seppänen, Siekierski, Silva Peneda, Sjöstedt, Skinner, Škottová, Sommer, Sonik, Sornosa Martínez, Spautz, Speroni, Staes, Staniszewska, Starkevičiūtė, Šťastný, Stenzel, Sterckx, Stevenson, Stihler, Strož, Stubb, Sturdy, Sudre, Sumberg, Surján, Svensson, Swoboda, Szájer, Szejna, Szent-Iványi, Szymański, Tabajdi, Tajani, Takkula, Tannock, Tarand, Tatarella, Thomsen, Thyssen, Titford, Titley, Toia, Tomczak, Trakatellis, Triantaphyllides, Trüpel, Turmes, Tzampazi, Uca, Ulmer, Väyrynen, Vakalis, Valenciano Martínez-Orozco, Vanhecke, Van Hecke, Van Lancker, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vaugrenard, Verges, Vergnaud, Vidal-Quadras Roca, Vincenzi, Virrankoski, Vlasto, Voggenhuber, Wagenknecht, Wallis, Walter, Watson, Henri Weber, Manfred Weber, Weiler, Weisgerber, Westlund, Whitehead, Whittaker, Wieland, Wiersma, Wierzejski, Wise, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Wuermeling, Wynn, Yañez-Barnuevo García, Záborská, Zaleski, Zani, Zappalà, Zatloukal, Ždanoka, Železný, Zieleniec, Zīle, Zimmer, Zingaretti, Zvěřina, Zwiefka


BIJLAGE 1

STEMMINGSUITSLAGEN

Afkortingen en tekens

+

aangenomen

-

verworpen

vervallen

Ing.

ingetrokken

HS (..., ..., ...)

hoofdelijke stemming (aantal stemmen vóór, aantal stemmen tegen, onthoudingen)

ES (..., ..., ...)

elektronische stemming (aantal stemmen vóór, aantal stemmen tegen, onthoudingen)

so

stemming in onderdelen

as

aparte stemming

am

amendement

CA

compromisamendement

DD

desbetreffend deel

S

amendement tot schrapping

=

gelijkluidende amendementen

§

paragraaf

art

artikel

overw

overweging

OR

ontwerpresolutie

GOR

gezamenlijke ontwerpresolutie

Geh. S

geheime stemming

1. Niet-financiële kwartaalrekeningen per institutionele sector *** II

Aanbeveling voor de tweede lezing: Astrid LULLING (A6-0152/2005)

Betreft

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

goedkeuring zonder stemming

+

2. Meerjarenprogramma voor ondernemingen en ondernemerschap (2001-2005) *** I

Verslag: Britta THOMSEN (A6-0118/2005)

Betreft

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

één enkele stemming

+

3. Salarissen en vergoedingen van personeelsleden van Europol *

Verslag: Claude MORAES (A6-0139/2005)

Betreft

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

één enkele stemming

-

De zaak wordt op grond van artikel 53, lid 3 van het Reglement terugverwezen naar: de bevoegde commissie, te weten de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken.

4. Overeenkomst EG/Chili inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten *

Verslag: Paolo COSTA (A6-0100/2005)

Betreft

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

één enkele stemming

+

5. Financiering van studies en modelprojecten met betrekking tot het gemeenschappelijk visserijbeleid *

Verslag: Philippe MORILLON (A6-0113/2005)

Betreft

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

één enkele stemming

PPE-DE/ HS

+

574, 15, 10

Verzoeken om hoofdelijke stemming

PPE-DE: eindstemming

6. Protocol visserijovereenkomst EG/Ivoorkust *

Verslag: Philippe MORILLON (A6-0114/2005)

Betreft

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

één enkele stemming

+

7. Financiering gemeenschappelijk landbouwbeleid *

Verslag: Agnes SCHIERHUBER (A6-0127/2005)

Betreft

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

één enkele stemming

+

8. Herziening van het kaderakkoord over de betrekkingen tussen het Europees Parlement en de Commissie

Verslag: Jo LEINEN (A6-0147/2005)

Betreft

nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

§ 5

1

PSE

+

stemming: resolutie (als geheel)

+

9. Zitplaatsen en hoofdsteunen in motorvoertuigen *** II

Aanbeveling voor de tweede lezing: Dieter-Lebrecht KOCH —(A6-0115/2005)

Betreft

nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

Amendementen van de commissie ten principale — stemming en bloc

1-4

commissie

-

Overweging 8 bis en artikel 3 bis — stemming en bloc

5-6

PPE-DE, PSE, ALDE, Verts/ALE

+

compromis

10. Veiligheidsgordels en bevestigingssystemen van motorvoertuigen *** II

Aanbeveling voor de tweede lezing: Paolo COSTA (A6-0120/2005)

Betreft

nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

Amendementen van de commissie ten principale — stemming en bloc

1-3

commissie

11. Bevestigingspunten van veiligheidsgordels in motorvoertuigen *** II

Aanbeveling voor de tweede lezing: Paolo COSTA (A6-0117/2005)

Betreft

nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

Amendementen van de commissie ten principale — stemming en bloc

1-5

commissie

-

12. Witwassen van geld, met inbegrip van terrorismefinanciering *** I

Verslag: Hartmut NASSAUER (A6-0137/2005)

Betreft

nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

Amendementen van de commissie ten principale — stemming en bloc

1-20

24-25

27-42

44-55

57-61

63-70

72-77

80-89

92

95-102

104-118

121-123

125-164

166

168

173-174

commissie

+

Amendement van de commissie ten principale — aparte stemming

22

commissie

as

-

71

commissie

as

-

90

commissie

as

-

91

commissie

as

-

103

commissie

as

-

120

commissie

as

-

171

commissie

as

-

Artikel 1, § 2, streepje 1, letter (e)

179

PPE-DE, PSE, ALDE

+

43

commissie

Artikel 3, § 8, letter a)

180

PPE-DE, PSE, ALDE

+

56

commissie

Artikel 3, lid 11

181

PPE-DE, PSE, ALDE

+

62

commissie

Artikel 8, §§ 1 en 2

183

PPE-DE, PSE, ALDE

+

78

commissie

so

1

-

2

+

Artikel 9, § 1

79

commissie

-

184

PPE-DE, PSE, ALDE

+

Na artikel 10

186

PPE-DE, PSE, ALDE

+

93

commissie

Artikel 11, § 1, streepjes 1 en 2, inleidende formule

187

PPE-DE, PSE, ALDE

+

94

commissie

Artikel 18, § 2

119

commissie

so

1

+

2

-

189

PPE-DE, PSE, ALDE

+

Artikel 21

191

PPE-DE, PSE, ALDE

+

124

commissie

Artikel 37, § 1, letters (a), (b) en (c)

165

commissie

-

193

PPE-DE, PSE, ALDE

+

Artikel 37, na § 1

194

PPE-DE, PSE, ALDE

+

167

commissie

Artikel 37, § 3

195

PPE-DE, PSE, ALDE

+

169

commissie

Artikel 38

196

PPE-DE, PSE, ALDE

+

170

commissie

Artikel 39

172

commissie

-

197

PPE-DE, PSE, ALDE

+

Na overweging 9

182

PPE-DE, PSE, ALDE

+

185

PPE-DE, PSE, ALDE

+

Overweging 17

198

PPE-DE, PSE, ALDE

+

21

commissie

Na overweging 17

188

PPE-DE, PSE, ALDE

+

Overweging 19

23

commissie

-

178

PPE-DE, PSE, ALDE

+

Overweging 21

26

commissie

-

175

PPE-DE, PSE, ALDE

+

Na overweging 21

176

PPE-DE, PSE, ALDE

+

Na overweging 26

177

PPE-DE, PSE, ALDE

+

stemming: gewijzigd voorstel

+

stemming: wetgevingsresolutie

+

De amendementen 190 en 192 zijn ingetrokken.

Verzoeken om aparte stemming

PPE-DE: amendement 22, 71, 90, 91, 103, 120 en 171

Verzoeken om aparte stemming

ALDE, PSE en PPE-DE

am 78

deel 1: t/m „...in te dienen.” (eerste lid)

deel 2: rest (tweede lid)

am 119

deel 1: gehele tekst, behalve de woorden „Deze financiële inlichtingeneenheid ... haar taken te vervullen.” (alinea 2)

deel 2: deze woorden

13. Wijziging actieprogramma's gelijke kansen voor mannen en vrouwen *** I

Verslag: Rodi KRATSA-TSAGAROPOULOU (A6-0132/2005)

Betreft

nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

stemming: Commissievoorstel

+

stemming: wetgevingsresolutie

+

14. Beschermingsinrichtingen aan de voorzijde op motorvoertuigen *** I

Verslag: Ewa HEDKVIST PETERSEN (A6-0053/2005)

Betreft

nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

Blok nr. 1

compromis

1-11

13

15

18-20

21-63

commissie

PSE, PPE-DE, Verts/ALE, ALDE GUE/NGL

+

Bloc 2

12

14

16-17

commissie

stemming: gewijzigd voorstel

+

stemming: wetgevingsresolutie

+

15. Voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen *** I

Verslag: Adriana POLI BORTONE (A6-0128/2005)

Betreft

nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

Voorstel voor een verordening

Amendementen van de commissie ten principale — stemming en bloc

1

3-4

6-15

17-18

20-21

24-28

30-35

37-38

40

44-45

49-51

54

59-61

63-65

67

71

commissie

+

Amendementen van de commissie ten principale — aparte stemming

2

commissie

so/ES

+

487, 93, 10

5

commissie

so

1

+

2/ES

+

388, 263, 4

39

commissie

HS

+

385, 214, 8

46

commissie

HS

+

376, 220, 6

47

commissie

HS

+

376, 218, 12

48

commissie

HS

+

372, 222, 12

52

commissie

so/ES

+

385, 220, 4

55

commissie

HS

+

489, 110, 8

56

commissie

HS

+

371, 228, 8

57

commissie

HS

+

366, 235, 5

58

commissie

HS

+

379, 226, 2

62

commissie

so/ES

+

377, 221, 8

66

commissie

HS

+

367, 226, 7

68

commissie

as

+

69

commissie

HS

+

372, 228, 8

70

commissie

HS

+

508, 86, 4

72

commissie

so

1

+

2

+

Artikel 1, na § 1

109

IND/DEM

HS

-

66, 497, 49

Artikel 1, § 2

101

Verts/ALE

HS

-

137, 461, 7

16

commissie

+

Artikel 1, na § 3

100

UEN

ES

-

276, 326, 8

Artikel 1, na § 4

85

PSE

so

1

+

2

-

19

commissie

86

PSE

ES

-

268, 326, 6

Artikel 2, § 2, punt 8

87

PSE

-

Artikel 3, na § 2

76

GUE/NGL

-

Na artikel 3

99

UEN

so

1/HS

-

255, 332, 8

2

102

Verts/ALE

so

1/HS

-

159, 424, 6

2

Artikel 4, § 1-3

29

commissie

HS

+

303, 286, 10

107/rev

ALDE

73

Mw Roth-Behrendt e.a.

§

originele tekst Artikel 4, lid 3

78

PSE+Mw Poli Bortone

88

PSE

74

GUE/NGL

Artikel 4, na § 4

75

GUE/NGL

Na artikel 4

89

PSE

ES

-

259, 337, 5

Artikel 7

36

commissie

+

103

Verts/ALE+GUE/NGL

-

90

PSE

-

Artikel 11, titel

41=

91=

commissie

PSE

+

Artikel 11, § 1

42

commissie

so

1

+

2

+

92

PSE

Artikel 11, § 2

43=

93=

commissie

PSE

+

Na artikel 11

104

Verts/ALE+GUE/NGL

HS

-

115, 483, 11

Artikel 14, § 3

53

commissie

+

105

Verts/ALE+GUE/NGL

-

Artikel 18, na § 2

94

PSE

-

Artikel 18, § 3

95

PSE

-

Na artikel 18

77

GUE/NGL

-

Artikel 19, § 1

96

PSE

ES

+

299, 293, 5

Artikel 19, § 2

97

PSE

ES

-

297, 297, 6

Na artikel 23

106

Verts/ALE

Bijlage

98

PSE

-

Na overweging 2

108

IND/DEM

HS

-

40, 513, 53

Na overweging 5

79

PSE

-

Na overweging 6

80

PSE

-

81

PSE

-

Na overweging 7

82

PSE

-

Na overweging 10

83

PSE

-

84

PSE

-

stemming: gewijzigd voorstel

+

Ontwerpwetgevingsresolutie

Na § 1

110

IND/DEM

HS

-

43, 512, 39

stemming: wetgevingsresolutie

HS

+

458, 116, 15

Amendementen 22 en 23 betreffen niet alle talen en worden derhalve niet in stemming gebracht (artikel 151, lid 1 van het Reglement)

De heer SACCONI heeft de amendementen van de PSE-Fractie op dit verslag eveneens ondertekend.

Verzoeken om aparte stemming

PPE-DE: amendement 2 en 62

ALDE: am 52

UEN: amendement 19 en 68

PSE: am 47

Verzoeken om aparte stemming

PPE-DE

am 5

deel 1: t/m „(KMO)”

deel 2: rest

am 72

deel 1: t/m „al naar gelang wat het langst is”

deel 2: rest

am 85

deel 1: t/m „(over het Gemeenschapsmerk)” (alinea 1)

deel 2: rest (alinea 2)

UEN

am 42

deel 1:„De volgende gezondheidsclaims ... overeenkomstig deze verordening”

deel 2: rest (onder d) bis)

PSE

am 99

deel 1: gehele tekst, behalve lid 3

deel 2: § 3

am 102

deel 1: gehele tekst, behalve lid 2

deel 2: § 2

Verzoeken om hoofdelijke stemming

ALDE: eindstemming

IND/DEM: am 108, 109 en 110

GUE/NGL: am 99, 102 en 104

Verts/ALE: am 101, 99, 102, 29, 107, 104, 47

UEN: am 99, 39, 46, 47, 48, 55, 56, 57, 58, 66, 69 en 70

PSE: am 29

16. Toevoeging van vitamines, mineralen en bepaalde andere stoffen aan levensmiddelen *** I

Verslag: Karin SCHEELE (A6-0124/2005)

Betreft

nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

Amendementen van de commissie ten principale — stemming en bloc

1-3

6

11-16

20-21

23

25-28

31-32

34-36

38

40

41

43-45

commissie

+

Amendementen van de commissie ten principale — aparte stemming

4

commissie

as

+

5

commissie

as/ES

+

318, 248, 9

7

commissie

as

-

9

commissie

as/ES

+

325, 255, 4

10

commissie

as

+

17

commissie

so

1

+

2

+

22

commissie

as

+

24

commissie

as

+

29

commissie

as

+

37

commissie

as

+

39

commissie

as

+

42

commissie

so

1

+

2

+

46

commissie

as

+

Na artikel 1

57

IND/DEM

HS

-

50, 482, 54

Na artikel 3

51

Verts/ALE

-

Artikel 5, § 1, letter b)

18

commissie

-

49/rev=

54/rev=

PSE

PPE-DE

+

Artikel 5, § 2

48=

52=

GUE/NGL

Verts/ALE

-

19

commissie

+

Artikel 8, § 4

50

Verts/ALE

-

30

commissie

+

Artikel 8, § 4

55

PPE-DE

+

33

commissie

Na overweging 2

56

IND/DEM

HS

-

51, 485, 56

Overweging 4

53

Verts/ALE

-

47

GUE/NGL

-

stemming: gewijzigd voorstel

HS

+

516, 69, 6

stemming: wetgevingsresolutie

+

Amendement 8 betreft niet alle talen en wordt derhalve niet in stemming gebracht (artikel 151, lid 1, letter d) van het Reglement)

De heer SACCONI heeft amendement 49/rev. van de PSE-Fractie eveneens ondertekend.

Overige informatie

De woorden „overeenkomstig artikel 13” moeten worden geschrapt in punt (iii) van de amendementen 49/rev en 54/rev.

Verzoeken om aparte stemming

PPE-DE: am 5, 9, 10 en 22

ALDE: am 37 en 39

PSE: am 4, 18, 19, 24, 29, 46 en 47

Verzoeken om hoofdelijke stemming

IND/DEM: am 56 en 57

Verts/ALE: gewijzigd voorstel

Verzoeken om aparte stemming

PSE

am 17

deel 1:„Tijdens de overgangsperiode .... veiligheid en”

deel 2:„in overeenstemming met ... beschikbaar is.”

am 42

deel 1: gehele tekst behalve de woorden „Uitsluitend om”

deel 2: deze woorden

17. Richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten *

Verslag: Ana MATO ADROVER (A6-0149/2005)

Betreft

nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

Amendementen van de commissie ten principale — stemming en bloc

1

3

5-7

10-11

13-17

19

21-23

commissie

+

Amendementen van de commissie ten principale — aparte stemming

8

commissie

as

+

Bijlage, deel 1, streepje a), voor richtsnoer 17

9

commissie

+

26

Verts/ALE

Bijlage, deel 1, richtsnoer 18

27

Verts/ALE

-

12

commissie

+

Bijlage, deel 2, richtsnoer 20

28

Verts/ALE

-

18

commissie

+

Bijlage, deel 2, richtsnoer 21

29

Verts/ALE

-

20

commissie

+

Bijlage, na deel 3

30

Verts/ALE

ES

-

221, 326, 8

Overweging 2

24

Verts/ALE

-

2

commissie

+

Overweging 4

25

Verts/ALE

-

4

commissie

+

stemming: gewijzigd voorstel

+

stemming: wetgevingsresolutie

+

Verzoeken om aparte stemming

PSE: am 8

18. Lichte wapens (voorbereidende commissie van de VN)

Ontwerpresoluties B6-0321/2005, B6-0322/2005, B6-0323/2005, B6-0324/2005, B6-0325/2005, B6-0326/2005

Betreft

nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

Gezamenlijke ontwerpresolutie RC6-0321/2005

(PPE-DE, PSE, ALDE, Verts/ALE, GUE/NGL, UEN)

stemming: resolutie (als geheel)

+

ontwerpresoluties fracties

B6-0321/2005

ALDE

B6-0322/2005

PPE-DE

B6-0323/2005

Verts/ALE

B6-0324/2005

PSE

B6-0325/2005

GUE/NGL

B6-0326/2005

UEN

19. Europese dienst voor externe acties

Ontwerpresolutie B6-0320/2005

Betreft

nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

Ontwerpresolutie B6-0320/2005

(Commissie constitutionele zaken)

stemming: resolutie (als geheel)

+

20. Arbeidsvoorwaarden voor mobiele werknemers die interoperabele grensoverschrijdende diensten verrichten

Ontwerpresolutie: B6-0319/2005

Betreft

nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

Ontwerpresolutie B6-0319/2005

(Commissie werkgelegenheid en sociale zaken)

stemming: resolutie (als geheel)

+

21. Betrekkingen EU-Rusland

Verslag: Cecilia MALMSTRÖM (A6-0135/2005)

Betreft

nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

Na § 2

17

Verts/ALE

-

Na § 3

41

UEN

-

42

UEN

HS

+

341, 183, 34

mondeling am

§ 6

24

PSE

-

13

PPE-DE

Ing.

4

ALDE

-

35

GUE/NGL

-

Na § 6

12

PPE-DE

+

§ 7

14S

PPE-DE

+

5

ALDE

ES

+

380, 164, 14

als toevoeging

Na § 11

15

PPE-DE

+

26

PSE

Na § 14

19

Verts/ALE

ES

+

344, 196, 19

§ 16

31

GUE/NGL

-

Na § 16

20

Verts/ALE

ES

-

227, 331, 13

§ 17

32

GUE/NGL

-

Na § 18

21

Verts/ALE

-

§ 19

33

GUE/NGL

-

§ 21

22

Verts/ALE

+

§ 24

23

Verts/ALE

+

36

GUE/NGL

-

§ 25

39

GUE/NGL

-

§ 26

34

GUE/NGL

-

§ 29

37

GUE/NGL

+

Na § 30

8

ALDE

+

§ 31

40

GUE/NGL

-

7

ALDE

+

mondeling am

Na § 31

43

UEN

HS

-

66, 492, 18

ook na § 31

§

-

+

mondeling am

§ 32

9

ALDE

+

§ 35

28

Verts/ALE

HS

-

154, 397, 21

16

PPE-DE

so

1/RCV

-

220, 325, 24

2/RCV

+

364, 151, 32

27

PSE

Na § 35

29

Verts/ALE

-

§ 40

30

Verts/ALE

ES

+

322, 225, 15

§ 41

§

originele tekst

+

mondeling am

Na visum 4

3

ALDE

+

Na visum 7

6

ALDE

+

overweging B

1

ALDE

+

na overweging B

18

Verts/ALE

-

Overweging C

2

ALDE

+

Overweging E

10

ALDE

+

Overweging G

§

originele tekst

+

25

PSE

HS

+

370, 114, 64

38

GUE/NGL

-

Overweging E

11

ALDE

+

stemming: resolutie (als geheel)

HS

+

488, 20, 63

Verzoeken om aparte stemming

PSE

am 16

deel 1:„maakt zich grote zorgen ... terroristische acties”

deel 2:„ook in de strijdkrachten ... integriteit van Rusland te streven;”

Verzoeken om hoofdelijke stemming

ALDE: eindstemming

UEN: am 25, 42 en 43

Verts/ALE: am 16 en 28

Diversen

De ALDE-Fractie stelde voor am amendement 5 als toevoeging te beschouwen (nieuwe paragraaf)

De PPE-DE-Fractie heeft amendement 13 ingetrokken.

De heer ROSZKOWSKI (UEN) stelde een mondeling amendement voor op am 42:

3 ter.

verzoekt de Commissie en de Raad solidariteit en eenheid binnen de EU tussen de oude en nieuwe lidstaten te tonen ingeval Rusland zijn aanpak jegens hen differentieert;

Rapporteur MALMSTRÖM stelde het volgende mondelinge amendement voor ter vervanging van amendement 7:

31.

dringt er opnieuw bij Rusland op aan om het recentelijk gesloten grensakkoord met Estland te ratificeren en het grensakkoord met Letland onverwijld te ondertekenen en te ratificeren; is van oordeel dat een definitieve afbakening van alle grenzen tussen de nieuwe EU-lidstaten en Rusland en de sluiting van een wedertoelatingsovereenkomst voorafgaande voorwaarden zijn voor de ondertekening van een akkoord tussen de EU en Rusland voor een gemakkelijker verlening van visa; is ook van mening dat, zodra Rusland zal hebben voldaan aan alle noodzakelijke voorwaarden die de EU heeft gesteld in een duidelijk actieplan, waarin concrete maatregelen worden genoemd, de EU tegemoet zou kunnen komen aan het Russische doel van een vergemakkelijkte visaregeling met het Schengen-gebied, met als doel op lange termijn de afschaffing van de visumverplichting;

De heer LANDSBERGIS stelde de volgende twee mondelinge amendementen voor:

een nieuwe paragraaf 31 bis

„suggereert dat Rusland in zijn sociale zekerheidswetgeving de verwijzing schrapt naar de Baltische Staten als een gebied waar Russische militairen, zelfs nu, in gewapende acties kunnen worden ingezet en gekwetst;”

paragraaf 41:

dringt aan op meer samenwerking op het gebied van veiligheid op zee, met name wat betreft een verbod op alle enkelwandige tankers die de Russische wateren in de Oostzee en de Zwarte Zee willen binnenvaren; dringt aan op een akkoord tussen het door de Russiche regering gecontroleerde „LUKOIL” en de Litouwse regering over waarborgen voor vergoeding in geval van een milieuramp in het D-6 boorgebied nabij de Curonian Split, door de UNESCO als cultureel erfgoed opgenomen.

22. Bevordering en bescherming van de grondrechten

Verslag: Kinga GÁL (A6-0144/2005)

Betreft

nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

§ 2

§

originele tekst

as

+

§ 9

§

originele tekst

as

+

§ 12

§

originele tekst

as

+

§ 14

3

ALDE

Ing.

§

originele tekst

+

mondeling am

§ 21

§

originele tekst

as

+

§ 22

§

originele tekst

as

+

§ 23

§

originele tekst

as

+

§ 31

4

ALDE

+

§ 33

5

ALDE

+

gekwalificeerde meerderheid

§

originele tekst

§ 38

§

originele tekst

so

1

+

2

+

3

+

4

+

5

+

§ 47

§

originele tekst

so/ES

+

279, 229, 15

streepje 3

1

ALDE

+

streepje 10

2

ALDE

+

stemming: resolutie (als geheel)

HS

+

447, 57, 37

Verzoeken om aparte stemming

ALDE: §§ 21, 22 en 23

PPE-DE: § 47

GUE/NGL: § 38

IND/DEM: §§ 2, 9 en 12

Verzoeken om hoofdelijke stemming

PPE-DE: eindstemming

Verzoeken om aparte stemming

PSE, IND/DEM

§ 38

deel 1:„is van mening dat ... werking ervan te verbeteren”

deel 2:„alsook de mogelijkheid ... te verbeteren”

deel 3: rest van de tekst behalve „alsook de mogelijkheid ... te verbeteren”, „een onderdeel vormt van het Bureau voor grondrechten” en „op dezelfde plaats wordt gevestigd”

deel 4:„een onderdeel vormt van het Bureau voor grondrechten”

deel 5:„op dezelfde plaats wordt gevestigd”

Diversen

Maria Carlshamre (ALDE) stelde een mondeling amendement voor op § 14.

„14. wijst erop dat de lidstaten en de EU-instellingen in het belang van de wet beschikken over een voorkeursrecht bij het Hof en is van mening dat het Parlement zich langs deze weg kan opwerpen als de pleitbezorger van de rechten van de burger, wanneer de grondrechten door een handeling van de Unie dreigen te worden aangetast;”

De ALDE-Fractie heeft amendement 3 op § 14 ingetrokken.

23. Globale richtsnoeren voor het economisch beleid

Verslag: Robert GOEBBELS (A6-0150/2005)

Betreft

nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

§ 1

§

originele tekst

+

opgesplitst in twee overwegingen — zie hieronder

§ 2

4

PPE-DE

so

1

+

2

-

§

originele tekst

§ 4

5

PPE-DE

so

1

+

2

-

§ 5

6

PPE-DE

HS

+

268, 241, 21

§ 7

16

PSE

so

1

+

2

+

§ 8

7

PPE-DE

+

Wijziging 1, deel A, hoofdstuk A.1, § 4

17

PSE

+

Wijziging 2, deel A, hoofdstuk A.1, § 7

8

PPE-DE

so

1/RCV

+

442, 30, 38

2/RCV

+

289, 215, 7

3/RCV

+

283, 231, 4

18

PSE

Wijziging 3, deel A, hoofdstuk A.1, § 9

19

PSE

-

10

PPE-DE

+

Wijziging 4, deel A, hoofdstuk A.1, § 11

9

PPE-DE

+

20

PSE

§

originele tekst

Wijziging 5, deel A, hoofdstuk A.1, § 14

21

PSE

-

11

PPE-DE

so

1/RCV

+

456, 47, 14

2/RCV

+

295, 215, 6

Wijziging 6, deel A, hoofdstuk A.2, § 6

12

PPE-DE

ES

+

263, 223, 27

22

PSE

Wijziging 7, deel A, hoofdstuk A.2, § 6 bis

§

originele tekst

as

-

Wijziging 8, deel B, hoofdstuk B.1, § 4

§

originele tekst

so

1

+

2

-

Wijziging 9, deel B, hoofdstuk B.1, § 9

§

originele tekst

so

1

+

2

-

Wijziging 10, deel B, hoofdstuk B.1, § 14

13

PPE-DE

+

Wijziging 11, deel B, hoofdstuk B.1, § 16

23

PSE

+

Wijziging 12, deel B, hoofdstuk B0, 2, § 4

24

PSE

so

1

+

2

+

3

+

4

+

5

+

§

originele tekst

Wijziging 14, deel B, hoofdstuk B0, 2, § 9

14

PPE-DE

so

1

+

2/ES

+

270, 202, 15

25

PSE

Wijziging 15, deel B, hoofdstuk B0, 2, § 11

26

PSE

+

Overweging A

§

originele tekst

+

opgesplitst in twee overwegingen — zie hieronder

overweging B

1

PPE-DE

+

Overweging F

2

PPE-DE

+

verplaatst naar § 4

Overweging G

§

originele tekst

+

opgesplitst in twee overwegingen — zie hieronder

Na overweging G

3

PPE-DE

so

1

+

2/ES

+

247, 239, 7

3

-

Overweging H

15

PSE

so

laatste zin van overweging G komt te vervallen

1

+

2

+

stemming: resolutie (als geheel)

HS

+

388, 69, 45

Verzoeken om aparte stemming

PSE: Wijziging 7

PPE-DE: Wijziging 4

Verzoeken om hoofdelijke stemming

PSE: am 6 en 11, eindstemming

Verzoeken om aparte stemming

ALDE

Wijziging 9

deel 1: gehele tekst, behalve de woorden „en wel op een manier ... aan te tasten”

deel 2: deze woorden

ALDE, PSE, Verts/ALE

am 24

deel 1: gehele tekst, behalve de woorden „door ervoor te zorgen ... stamcellen”

deel 2:„door ervoor te zorgen... onderzoek”

deel 3:„zoals naar stamcellen”

deel 4:„GGM's en”

deel 5:„embryonale”

PSE

am 3

deel 1: gehele tekst, behalve de woorden „alleen” en „en een hoge arbeidsparticipatie”

deel 2:„alleen”

deel 3:„en een hoge arbeidsparticipatie”

am 4

deel 1: t/m „ondernemerschap van zowel vrouwen als mannen”

deel 2: rest

am 5

deel 1: gehele tekst, behalve de woorden „onder de volle verantwoordelijkheid van de ECB”

deel 2: deze woorden

am 8

deel 1: gehele tekst, behalve de woorden „verder te” en „van de burger”

deel 2:„verder te”

deel 3:„van de burger”

PPE-DE

am 3

deel 1: gehele tekst, behalve de woorden „en een hoge arbeidsparticipatie”

deel 2: deze woorden

Wijziging 8

deel 1: gehele tekst, behalve de woorden „berekening van”

deel 2: deze woorden

Verts/ALE

am 11

deel 1: gehele tekst, behalve de woorden „de voltooiing van ... arbeidsmarkthervormingen en”

deel 2: deze woorden

am 14

deel 1: gehele tekst, behalve de woorden „zoals het efficiënte gebruik van ... Protocol van Kyoto”

deel 2: deze woorden

am 15

deel 1: gehele tekst, behalve de woorden „een sterkere concurrentiepositie en”

deel 2: deze woorden

am 16

deel 1: gehele tekst, behalve de woorden „het concurrentievermogen”

deel 2: deze woorden

Verzoeken om aparte stemming

PSE-Fractie stelde voor:

overweging A op te splitsen in twee overwegingen

deel 1/overweging: t/m „investeringsneiging gering blijft”

deel 2/overweging: rest

overweging G op te splitsen in twee overwegingen

deel 1/overweging: t/m „onderscheiden omstandigheden in de lidstaten”

deel 2/overweging: rest

§ 1 in twee paragrafen op te splitsen

deel 1/paragraaf: gehele tekst, behalve de woorden „steunt de vastberadenheid ... vraag”

deel 2/paragraaf: deze woorden

24. Sociale agenda (2006-2010)

Verslag: Ria OOMEN-RUIJTEN (A6-0142/2005)

Betreft

nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

§ 1

7

PPE-DE

ES

-

215, 222, 13

zie diversen

§ 2

§

originele tekst

so

1

+

2

+

§ 4

9

PPE-DE

-

§ 6

§

originele tekst

as

+

§ 7

8

PPE-DE

ES

-

200, 242, 13

§ 8

§

originele tekst

as

+

§ 9

§

originele tekst

so

1/ES

+

263, 178, 10

2

+

3

-

4

+

5

+

§ 10

1

PPE-DE

+

§ 12

2

PPE-DE

so

1

+

2/ES

-

209, 223, 9

§

originele tekst

§ 15

6

PPE-DE

+

§ 16

§

originele tekst

as

§ 18

5

PPE-DE

+

aanneming 4 = §§ 19-21 vervallen

§ 22

§

originele tekst

so

1

+

2

+

§ 24

10

PPE-DE

-

§

originele tekst

as

+

§ 28

§

originele tekst

as

+

§ 32

§

originele tekst

so

1

+

2

-

§ 34

§

originele tekst

so

1

+

2

-

§ 39

§

originele tekst

as

+

§ 41

4

PPE-DE

-

§ 45

3

PPE-DE

-

§

originele tekst

so/ES

+

267, 160, 8

§ 48

§

originele tekst

as

+

§ 49

§

originele tekst

as

+

overwegingen D+M

§

originele tekst

+

zie diversen

Overweging F

§

originele tekst

as

1

+

2/ES

-

202, 230, 8

Overwegingen I+J

§

originele tekst

+

zie diversen

Overweging L

§

originele tekst

so

1

+

2

+

stemming: resolutie (als geheel)

HS

+

243, 131, 56

Diversen

De PPE-DE-Fractie stelde voor:

Overwegingen D en M als volgt samen te voegen:

overwegende dat KMO's in de gehele Unie aanzienlijk bijdragen tot groei en werkgelegenheid, aangezien zij voor werk voor een groot aantal werknemers zorgen, en overwegende dat bijzondere nadruk ligt op het scheppen van werkgelegenheid door de oprichting van bedrijven en in het algemeen door KMO's; overwegende dat de lidstaten derhalve met name ondernemingsgeest, innovatie en een ondernemingsvriendelijke omgeving moeten bevorderen,

Overwegingen I en J als volgt samen te voegen:

overwegende dat sociaal beleid een centrale factor is om sociale cohesie en toegang tot de grondrechten te kunnen garanderen, alsmede voor economische groei in de Europese Unie,

§ 6 en am 7 samen in stemming te brengen, zodat het eerste deel van § 6 („sociale dimensie van de mondialisering” aan am 7 wordt toegevoegd.

Verzoeken om aparte stemming

GUE/NGL: § 2 en overweging F

ALDE: §§ 6, 8, 24, 28, 34, 39, 45, 48 en 49

PPE-DE: overweging L en § 9

Verzoeken om aparte stemming

GUE/NGL, Verts/ALE

§ 9

deel 1:„is van mening dat ... psychologische begeleiding”

deel 2:„onderstreept ... middenveld”

deel 3:„(publiek-privaat partnerschap)”

deel 4:„wijst op ... ’best governance’”

deel 5:„wijst erop ... NGO's te verdelen”

PPE-DE, ALDE

§ 32

deel 1: t/m „...van de lidstaten te verzekeren;”

deel 2: rest

ALDE

Overweging L

deel 1: t/m „opgedane beroepservaring”

deel 2: rest

§ 22

deel 1: t/m „Richtlijn 90/394/EEG)”

deel 2: rest

am 2

deel 1: gehele tekst, behalve de tweede schrapping

deel 2: tweede schrapping

PPE-DE

§ 34

deel 1: t/m „... moeten worden betrokken”

deel 2: rest

Overweging F

deel 1: gehele tekst, behalve de woorden „als gevolg van bureaucratische en taalbelemmeringen”

deel 2: deze woorden

Verts/ALE

§ 2

deel 1: t/m „elders wordt aangekondigd”

deel 2: rest

Verzoek om hoofdelijke stemming

PPE-DE: eindstemming


BIJLAGE II

UITSLAG VAN DE HOOFDELIJKE STEMMINGEN

1. Verslag Morillon A6-0113/2005

Voor: 574

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Budreikaitė, Busk, Carlshamre, Chatzimarkakis, Chiesa, Cocilovo, Costa, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Di Pietro, Drčar Murko, Duff, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Gibault, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lax, Lehideux, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Ortuondo Larrea, Oviir, Pannella, Polfer, Prodi, Ries, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Sbarbati, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Brie, Catania, de Brún, Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Guidoni, Henin, Kaufmann, Kohlíček, Liotard, McDonald, Markov, Maštálka, Meijer, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Seppänen, Sjöstedt, Strož, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Adwent, Blokland, Chruszcz, Giertych, Grabowski, Krupa, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Tomczak, Wierzejski, Železný

NI: Battilocchio, Belohorská, Bobošíková, Claeys, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, De Michelis, Dillen, Lang, Martin Hans-Peter, Mölzer, Resetarits, Romagnoli, Rutowicz, Schenardi, Vanhecke

PPE-DE: Andrikienė, Antoniozzi, Ashworth, Atkins, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Bauer, Beazley, Becsey, Böge, Bonsignore, Bowis, Bradbourn, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Buzek, Cabrnoch, Callanan, Carollo, Casa, Caspary, Castiglione, del Castillo Vera, Cederschiöld, Chmielewski, Coelho, Daul, Demetriou, De Poli, Descamps, Deß, Deva, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Elles, Esteves, Eurlings, Evans Jonathan, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Gräßle, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Hökmark, Hoppenstedt, Hortefeux, Hudacký, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Kuźmiuk, Landsbergis, Langen, Langendries, Laschet, Lechner, Lehne, Lewandowski, Liese, Lombardo, López-Istúriz White, Lulling, McGuinness, McMillan-Scott, Mann Thomas, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Matsis, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Nicholson, Niebler, van Nistelrooij, Olajos, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Poettering, Pomés Ruiz, Purvis, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Seeber, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stevenson, Stubb, Sturdy, Sudre, Sumberg, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, von Wogau, Wortmann-Kool, Wuermeling, Záborská, Zahradil, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec, Zvěřina, Zwiefka

PSE: Andersson, Arnaoutakis, Assis, Ayala Sender, Badía i Cutchet, Batzeli, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berlinguer, Berman, Bösch, Bono, Bozkurt, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Cottigny, D'Alema, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, Duin, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Falbr, Fava, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Golik, Grabowska, Grech, Gröner, Gruber, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Harangozó, Haug, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Herczog, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kristensen, Lambrinidis, Lavarra, Le Foll, Lehtinen, Leichtfried, Leinen, Liberadzki, Lienemann, Locatelli, McAvan, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Moscovici, Muscat, Myller, Napoletano, Obiols i Germà, Paasilinna, Pahor, Panzeri, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Prets, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rosati, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Schapira, Scheele, Schulz, Segelström, Sifunakis, Skinner, Sornosa Martínez, Stihler, Swoboda, Tarand, Thomsen, Titley, Tzampazi, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weiler, Westlund, Whitehead, Wiersma, Wynn, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

UEN: Angelilli, Berlato, Bielan, Camre, Crowley, Didžiokas, Foglietta, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, La Russa, Muscardini, Musumeci, Ó Neachtain, Pavilionis, Pirilli, Poli Bortone, Roszkowski, Ryan, Szymański, Zīle

Verts/ALE: Aubert, Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Cohn-Bendit, Cramer, Evans Jillian, Flautre, Frassoni, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Kusstatscher, Lambert, Lichtenberger, Lucas, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 15

IND/DEM: Batten, Bloom, Booth, Clark, Farage, Goudin, Karatzaferis, Knapman, Lundgren, Nattrass, Titford, Whittaker, Wise

NI: Allister, Mote

Onthoudingen: 10

IND/DEM: Bonde, Borghezio, Coûteaux, Louis, Speroni

NI: Baco, Kozlík

PSE: Szejna, Weber Henri

Verts/ALE: van Buitenen

2. Verslag Poli Bortone A6-0128/2005

Voor: 385

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Bourlanges, Bowles, Budreikaitė, Busk, Carlshamre, Chatzimarkakis, Chiesa, Costa, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Drčar Murko, Duff, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Gibault, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lax, Lehideux, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Ortuondo Larrea, Oviir, Pannella, Polfer, Prodi, Ries, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Sbarbati, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Brie, Guidoni

IND/DEM: Adwent, Blokland, Booth, Chruszcz, Clark, Farage, Giertych, Goudin, Grabowski, Knapman, Krupa, Lundgren, Nattrass, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Titford, Tomczak, Whittaker, Wierzejski, Wise, Železný

NI: Allister, Baco, Battilocchio, Belohorská, Bobošíková, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, De Michelis, Kozlík, Masiel, Resetarits

PPE-DE: Andrikienė, Antoniozzi, Ashworth, Atkins, Ayuso González, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Böge, Bowis, Bradbourn, Brejc, Brepoels, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Cabrnoch, Callanan, Carollo, Casa, Caspary, Castiglione, del Castillo Vera, Cederschiöld, Chmielewski, Coelho, Daul, Demetriou, Descamps, Deß, Deva, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Eurlings, Evans Jonathan, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Gräßle, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Hökmark, Hoppenstedt, Hortefeux, Hudacký, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kamall, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Kuźmiuk, Landsbergis, Langen, Langendries, Laschet, Lechner, Lehne, Lewandowski, Liese, Lombardo, López-Istúriz White, Lulling, McGuinness, McMillan-Scott, Mann Thomas, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Matsis, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Nicholson, Niebler, van Nistelrooij, Olajos, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Pálfi, Papastamkos, Parish, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Poettering, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Reul, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Seeber, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stevenson, Stubb, Sturdy, Sudre, Sumberg, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Wuermeling, Záborská, Zahradil, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec, Zvěřina, Zwiefka

PSE: Assis, Attard-Montalto, Beňová, Bullmann, Capoulas Santos, Duin, Estrela, Ferreira Elisa, Gebhardt, Glante, Gomes, Gröner, Harangozó, Hasse Ferreira, Haug, Jöns, Kindermann, Kinnock, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kristensen, Kuc, Kuhne, Lévai, Mann Erika, Mikko, Pahor, Piecyk, Rapkay, Rosati, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, dos Santos, Tarand, Thomsen, Vincenzi, Walter, Weiler

UEN: Bielan, Crowley, Didžiokas, Janowski, Kamiński, Ó Neachtain, Pavilionis, Roszkowski, Ryan, Szymański

Tegen: 214

ALDE: Cocilovo, Di Pietro

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Catania, de Brún, Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Henin, Kaufmann, Kohlíček, Liotard, McDonald, Markov, Maštálka, Meijer, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Ransdorf, Seppänen, Sjöstedt, Strož, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Verges, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Bonde, Borghezio, Coûteaux, Louis, Speroni

NI: Lang, Mölzer, Schenardi

PPE-DE: De Poli, Dionisi

PSE: Andersson, Arnaoutakis, Ayala Sender, Badía i Cutchet, Beglitis, Berès, van den Berg, Berger, Berlinguer, Berman, Bösch, Bono, Bozkurt, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Cottigny, D'Alema, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, El Khadraoui, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fernandes, Ferreira Anne, Ford, Fruteau, García Pérez, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Grabowska, Grech, Gruber, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Herczog, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jørgensen, Kósáné Kovács, Lambrinidis, Lavarra, Le Foll, Lehtinen, Leinen, Liberadzki, Lienemann, Locatelli, McAvan, Madeira, Maňka, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Myller, Napoletano, Obiols i Germà, Paasilinna, Panzeri, Peillon, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Prets, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, Schapira, Scheele, Schulz, Segelström, Sifunakis, Skinner, Sornosa Martínez, Stihler, Swoboda, Szejna, Titley, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Weber Henri, Westlund, Whitehead, Wiersma, Wynn, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

UEN: Angelilli, Berlato, Camre, Foglietta, Krasts, Kristovskis, La Russa, Muscardini, Musumeci, Pirilli, Poli Bortone, Tatarella, Zīle

Verts/ALE: Aubert, Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Cohn-Bendit, Cramer, Evans Jillian, Flautre, Frassoni, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Kusstatscher, Lambert, Lucas, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Onthoudingen: 8

GUE/NGL: Rizzo

NI: Claeys, Dillen, Mote, Vanhecke

PPE-DE: Březina, Esteves

Verts/ALE: van Buitenen

3. Verslag Poli Bortone A6-0128/2005

Voor: 376

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Bourlanges, Bowles, Budreikaitė, Busk, Carlshamre, Chatzimarkakis, Chiesa, Cocilovo, Costa, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Drčar Murko, Duff, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Gibault, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lehideux, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Ortuondo Larrea, Oviir, Pannella, Polfer, Prodi, Ries, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Sbarbati, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Brie, Guidoni

IND/DEM: Adwent, Blokland, Bloom, Booth, Chruszcz, Clark, Coûteaux, Farage, Giertych, Goudin, Grabowski, Knapman, Krupa, Louis, Lundgren, Nattrass, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Titford, Tomczak, Whittaker, Wierzejski, Wise

NI: Allister, Baco, Battilocchio, Belohorská, Bobošíková, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, De Michelis, Kozlík, Masiel, Resetarits

PPE-DE: Andrikienė, Antoniozzi, Ashworth, Atkins, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Böge, Bowis, Bradbourn, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Cabrnoch, Callanan, Carollo, Casa, Caspary, Castiglione, del Castillo Vera, Cederschiöld, Chmielewski, Coelho, Daul, Demetriou, Descamps, Deß, Deva, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Evans Jonathan, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, García-Margallo y Marfil, Gargani, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Gräßle, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Hökmark, Hoppenstedt, Hortefeux, Hudacký, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kamall, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Kuźmiuk, Landsbergis, Langen, Langendries, Laschet, Lechner, Lehne, Lewandowski, Liese, Lombardo, López-Istúriz White, Lulling, McGuinness, McMillan-Scott, Mann Thomas, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Matsis, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Nicholson, Niebler, van Nistelrooij, Olajos, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Poettering, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Seeber, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stevenson, Stubb, Sturdy, Sudre, Sumberg, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Wuermeling, Záborská, Zahradil, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec, Zvěřina, Zwiefka

PSE: Bullmann, Duin, Gebhardt, Glante, Gröner, Haug, Jöns, Kindermann, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lévai, Mann Erika, Piecyk, Prets, Rapkay, Rosati, Roth-Behrendt, Rothe, Schulz, Thomsen, Vincenzi, Walter, Weiler

UEN: Bielan, Crowley, Didžiokas, Janowski, Kamiński, Muscardini, Ó Neachtain, Pavilionis, Roszkowski, Ryan, Szymański

Tegen: 220

ALDE: Di Pietro

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Catania, de Brún, Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Henin, Kaufmann, Kohlíček, Liotard, McDonald, Markov, Maštálka, Meijer, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Ransdorf, Seppänen, Sjöstedt, Strož, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Verges, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Bonde, Borghezio, Speroni

NI: Lang, Mölzer, Romagnoli, Schenardi

PPE-DE: De Poli, Dionisi

PSE: Andersson, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badía i Cutchet, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berlinguer, Berman, Bösch, Bono, Bozkurt, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Cottigny, D'Alema, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Goebbels, Gomes, Grabowska, Grech, Gruber, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Harangozó, Hasse Ferreira, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jørgensen, Kinnock, Kósáné Kovács, Kuc, Lambrinidis, Lavarra, Le Foll, Lehtinen, Leinen, Liberadzki, Lienemann, Locatelli, McAvan, Madeira, Maňka, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Myller, Napoletano, Obiols i Germà, Paasilinna, Peillon, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Schapira, Scheele, Segelström, Sifunakis, Sornosa Martínez, Stihler, Swoboda, Szejna, Tarand, Titley, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Westlund, Whitehead, Wiersma, Wynn, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

UEN: Angelilli, Berlato, Camre, Foglietta, Krasts, Kristovskis, La Russa, Musumeci, Pirilli, Poli Bortone, Tatarella, Zīle

Verts/ALE: Aubert, Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Cohn-Bendit, Cramer, Evans Jillian, Flautre, Frassoni, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Kusstatscher, Lambert, Lichtenberger, Lucas, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schroedter, Smith, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Onthoudingen: 6

GUE/NGL: Rizzo

NI: Claeys, Dillen, Mote, Vanhecke

Verts/ALE: van Buitenen

4. Verslag Poli Bortone A6-0128/2005

Voor: 376

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Bourlanges, Bowles, Budreikaitė, Busk, Carlshamre, Chatzimarkakis, Chiesa, Costa, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Drčar Murko, Duff, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Gibault, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lax, Lehideux, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Ortuondo Larrea, Oviir, Pannella, Polfer, Prodi, Ries, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Sbarbati, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Brie

IND/DEM: Adwent, Blokland, Bloom, Booth, Chruszcz, Clark, Farage, Giertych, Goudin, Grabowski, Knapman, Krupa, Nattrass, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Titford, Tomczak, Whittaker, Wierzejski, Wise, Železný

NI: Allister, Baco, Battilocchio, Belohorská, Bobošíková, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, De Michelis, Kozlík, Masiel, Resetarits

PPE-DE: Andrikienė, Antoniozzi, Ashworth, Atkins, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Böge, Bowis, Bradbourn, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Cabrnoch, Callanan, Carollo, Casa, Caspary, Castiglione, del Castillo Vera, Cederschiöld, Chmielewski, Coelho, Daul, Demetriou, Descamps, Deß, Deva, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Evans Jonathan, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Gräßle, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Hökmark, Hoppenstedt, Hortefeux, Hudacký, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kamall, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Kuźmiuk, Landsbergis, Langen, Langendries, Laschet, Lechner, Lehne, Lewandowski, Liese, Lombardo, López-Istúriz White, Lulling, McGuinness, McMillan-Scott, Mann Thomas, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Matsis, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Nicholson, Niebler, van Nistelrooij, Olajos, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Poettering, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Seeber, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stevenson, Stubb, Sturdy, Sudre, Sumberg, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Wuermeling, Záborská, Zahradil, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec, Zvěřina, Zwiefka

PSE: Duin, Ferreira Elisa, Gebhardt, Glante, Goebbels, Gröner, Hasse Ferreira, Haug, Jöns, Kindermann, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuc, Kuhne, Lévai, McAvan, Mann Erika, Panzeri, Piecyk, Prets, Rapkay, Rosati, Roth-Behrendt, Rothe, Vincenzi, Walter, Weiler

UEN: Bielan, Crowley, Didžiokas, Janowski, Kamiński, Ó Neachtain, Pavilionis, Roszkowski, Ryan, Szymański

Tegen: 218

ALDE: Di Pietro

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Catania, de Brún, Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Henin, Kaufmann, Kohlíček, Liotard, McDonald, Markov, Maštálka, Meijer, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Ransdorf, Seppänen, Sjöstedt, Strož, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Verges, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Bonde, Borghezio

NI: Lang, Mölzer, Romagnoli, Schenardi

PPE-DE: De Poli, Dionisi

PSE: Andersson, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badía i Cutchet, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berman, Bösch, Bono, Bozkurt, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Cottigny, D'Alema, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fernandes, Ferreira Anne, Ford, Fruteau, García Pérez, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Gomes, Grabowska, Grech, Gruber, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Harangozó, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jørgensen, Kinnock, Kósáné Kovács, Lambrinidis, Lavarra, Le Foll, Lehtinen, Leinen, Liberadzki, Lienemann, Locatelli, Madeira, Maňka, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Myller, Napoletano, Obiols i Germà, Paasilinna, Pahor, Peillon, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Schapira, Scheele, Segelström, Sifunakis, Skinner, Sornosa Martínez, Stihler, Swoboda, Szejna, Tarand, Titley, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Weber Henri, Westlund, Whitehead, Wiersma, Wynn, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

UEN: Angelilli, Berlato, Camre, Foglietta, Krasts, Kristovskis, La Russa, Musumeci, Pirilli, Poli Bortone, Tatarella, Zīle

Verts/ALE: Aubert, Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Cohn-Bendit, Cramer, Evans Jillian, Flautre, Frassoni, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Kusstatscher, Lambert, Lichtenberger, Lucas, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Onthoudingen: 12

GUE/NGL: Guidoni, Rizzo

IND/DEM: Coûteaux, Louis, Speroni

NI: Claeys, Dillen, Mote, Vanhecke

PSE: Schulz, Thomsen

Verts/ALE: van Buitenen

5. Verslag Poli Bortone A6-0128/2005

Voor: 372

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Bourlanges, Bowles, Budreikaitė, Busk, Carlshamre, Chatzimarkakis, Chiesa, Cocilovo, Costa, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Drčar Murko, Duff, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Gibault, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lax, Lehideux, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Ortuondo Larrea, Oviir, Pannella, Polfer, Prodi, Ries, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Sbarbati, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Brie

IND/DEM: Adwent, Blokland, Chruszcz, Clark, Giertych, Goudin, Grabowski, Krupa, Lundgren, Nattrass, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Titford, Tomczak, Whittaker, Wierzejski, Wise

NI: Allister, Baco, Battilocchio, Belohorská, Bobošíková, Czarnecki Ryszard, De Michelis, Kozlík, Masiel, Resetarits, Romagnoli

PPE-DE: Andrikienė, Antoniozzi, Ashworth, Atkins, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Bowis, Bradbourn, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Cabrnoch, Callanan, Carollo, Casa, Caspary, Castiglione, del Castillo Vera, Cederschiöld, Chmielewski, Coelho, Daul, Demetriou, Descamps, Deß, Deva, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Elles, Esteves, Eurlings, Evans Jonathan, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Gräßle, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Hökmark, Hoppenstedt, Hortefeux, Hudacký, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kamall, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Kuźmiuk, Landsbergis, Langen, Langendries, Laschet, Lechner, Lehne, Lewandowski, Liese, Lombardo, López-Istúriz White, Lulling, McGuinness, McMillan-Scott, Mann Thomas, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Matsis, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Nicholson, Niebler, van Nistelrooij, Olajos, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Poettering, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Seeber, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stevenson, Stubb, Sturdy, Sudre, Sumberg, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Wuermeling, Záborská, Zahradil, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec, Zvěřina, Zwiefka

PSE: Bullmann, Duin, Gebhardt, Glante, Goebbels, Gröner, Haug, Herczog, Jöns, Kindermann, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuc, Kuhne, Lévai, Mann Erika, Napoletano, Piecyk, Prets, Rapkay, Rasmussen, Rosati, Roth-Behrendt, Rothe, Schulz, Vincenzi, Walter, Weiler

UEN: Bielan, Crowley, Didžiokas, Janowski, Kamiński, Ó Neachtain, Pavilionis, Roszkowski, Ryan, Szymański

Tegen: 222

ALDE: Di Pietro

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Catania, de Brún, Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Henin, Kaufmann, Kohlíček, Liotard, McDonald, Markov, Maštálka, Meijer, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Ransdorf, Seppänen, Sjöstedt, Strož, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Verges, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Bonde, Borghezio, Speroni

NI: Lang, Mölzer, Schenardi

PPE-DE: De Poli, Dionisi

PSE: Andersson, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badía i Cutchet, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berlinguer, Berman, Bösch, Bono, Bozkurt, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Cottigny, D'Alema, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Gomes, Grabowska, Grech, Gruber, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Harangozó, Hasse Ferreira, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jørgensen, Kinnock, Kósáné Kovács, Lambrinidis, Lavarra, Le Foll, Lehtinen, Leinen, Liberadzki, Lienemann, Locatelli, McAvan, Madeira, Maňka, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Morgan, Moscovici, Muscat, Myller, Obiols i Germà, Paasilinna, Pahor, Panzeri, Peillon, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Reynaud, Riera Madurell, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Schapira, Scheele, Segelström, Sifunakis, Skinner, Sornosa Martínez, Stihler, Swoboda, Szejna, Tarand, Thomsen, Titley, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Weber Henri, Westlund, Whitehead, Wiersma, Wynn, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

UEN: Angelilli, Berlato, Camre, Foglietta, Krasts, Kristovskis, La Russa, Muscardini, Musumeci, Pirilli, Poli Bortone, Tatarella, Zīle

Verts/ALE: Aubert, Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Cohn-Bendit, Cramer, Evans Jillian, Flautre, Frassoni, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Kusstatscher, Lambert, Lichtenberger, Lucas, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Onthoudingen: 12

GUE/NGL: Guidoni, Rizzo

IND/DEM: Bloom, Coûteaux, Farage, Louis, Železný

NI: Claeys, Dillen, Mote, Vanhecke

Verts/ALE: van Buitenen

6. Verslag Poli Bortone A6-0128/2005

Voor: 489

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Bourlanges, Bowles, Budreikaitė, Busk, Carlshamre, Chiesa, Cocilovo, Costa, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Drčar Murko, Duff, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Gibault, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lax, Lehideux, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Ortuondo Larrea, Oviir, Pannella, Polfer, Prodi, Ries, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Sbarbati, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Brie

IND/DEM: Adwent, Blokland, Bloom, Booth, Chruszcz, Clark, Farage, Giertych, Goudin, Grabowski, Knapman, Krupa, Lundgren, Nattrass, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Titford, Tomczak, Whittaker, Wierzejski, Wise

NI: Allister, Battilocchio, Bobošíková, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, De Michelis, Masiel, Resetarits, Romagnoli

PPE-DE: Andrikienė, Antoniozzi, Ashworth, Atkins, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Böge, Bowis, Bradbourn, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Cabrnoch, Callanan, Carollo, Casa, Caspary, Castiglione, del Castillo Vera, Cederschiöld, Chmielewski, Coelho, Daul, Demetriou, De Poli, Descamps, Deß, Deva, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Evans Jonathan, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Fontaine, Fraga Estévez, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Gräßle, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Hökmark, Hoppenstedt, Hortefeux, Hudacký, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kamall, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Kuźmiuk, Landsbergis, Langen, Langendries, Laschet, Lechner, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, McGuinness, McMillan-Scott, Mann Thomas, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Matsis, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Nicholson, Niebler, van Nistelrooij, Olajos, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Pieper, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Poettering, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Seeber, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stevenson, Stubb, Sturdy, Sudre, Sumberg, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Wuermeling, Záborská, Zahradil, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec, Zvěřina, Zwiefka

PSE: Andersson, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badía i Cutchet, Beglitis, Beňová, van den Berg, Berger, Berlinguer, Berman, Bösch, Bozkurt, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carnero González, Casaca, Cashman, Christensen, Corbey, De Keyser, De Rossa, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, Duin, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fernandes, Ferreira Elisa, Ford, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Gomes, Grabowska, Grech, Gröner, Gruber, Gurmai, Hänsch, Harangozó, Hasse Ferreira, Haug, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Herczog, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuc, Kuhne, Lambrinidis, Lavarra, Le Foll, Lehtinen, Lévai, Liberadzki, McAvan, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Muscat, Myller, Obiols i Germà, Paasilinna, Pahor, Panzeri, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Prets, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rosati, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Schapira, Scheele, Schulz, Segelström, Sifunakis, Skinner, Sornosa Martínez, Stihler, Swoboda, Tarand, Thomsen, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vincenzi, Walter, Weiler, Westlund, Whitehead, Wynn, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

UEN: Bielan, Crowley, Didžiokas, Janowski, Kamiński, Ó Neachtain, Pavilionis, Roszkowski, Ryan, Szymański

Tegen: 110

ALDE: Di Pietro

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Catania, de Brún, Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Guidoni, Henin, Kaufmann, Kohlíček, Liotard, McDonald, Markov, Maštálka, Meijer, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Ransdorf, Seppänen, Sjöstedt, Strož, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Verges, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Bonde, Borghezio, Speroni

NI: Claeys, Dillen, Lang, Mölzer, Schenardi, Vanhecke

PPE-DE: Dionisi, Lombardo

PSE: Berès, Bono, Carlotti, Castex, Cercas, Corbett, Cottigny, D'Alema, Désir, Ferreira Anne, Fruteau, Guy-Quint, Hamon, Leinen, Lienemann, Moscovici, Napoletano, Roure, Szejna, Titley, Weber Henri, Wiersma

UEN: Angelilli, Berlato, Camre, Foglietta, Krasts, Kristovskis, La Russa, Muscardini, Musumeci, Pirilli, Poli Bortone, Tatarella, Zīle

Verts/ALE: Aubert, Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Cohn-Bendit, Cramer, Evans Jillian, Flautre, Frassoni, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Kusstatscher, Lambert, Lichtenberger, Lucas, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Onthoudingen: 8

GUE/NGL: Rizzo

IND/DEM: Coûteaux, Louis, Železný

NI: Mote

PSE: Vaugrenard, Vergnaud

Verts/ALE: van Buitenen

7. Verslag Poli Bortone A6-0128/2005

Voor: 371

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Bourlanges, Bowles, Budreikaitė, Busk, Carlshamre, Chiesa, Costa, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Drčar Murko, Duff, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Gibault, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lax, Lehideux, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Ortuondo Larrea, Oviir, Pannella, Polfer, Prodi, Ries, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Sbarbati, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Brie

IND/DEM: Adwent, Booth, Chruszcz, Clark, Giertych, Goudin, Grabowski, Knapman, Krupa, Lundgren, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Titford, Tomczak, Wierzejski, Wise

NI: Allister, Baco, Battilocchio, Belohorská, Bobošíková, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, De Michelis, Kozlík, Masiel, Resetarits

PPE-DE: Andrikienė, Antoniozzi, Ashworth, Atkins, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Böge, Bowis, Bradbourn, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Cabrnoch, Callanan, Carollo, Casa, Caspary, Castiglione, del Castillo Vera, Cederschiöld, Chmielewski, Coelho, Daul, Demetriou, Descamps, Deß, Deva, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Evans Jonathan, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Gräßle, Grosch, Grossetête, Guellec, Gyürk, Handzlik, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Hökmark, Hoppenstedt, Hortefeux, Hudacký, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kamall, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Kuźmiuk, Landsbergis, Langen, Langendries, Laschet, Lechner, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, McGuinness, McMillan-Scott, Mann Thomas, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Matsis, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Nicholson, Niebler, van Nistelrooij, Olajos, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Pieper, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Poettering, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Seeber, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stevenson, Stubb, Sturdy, Sudre, Sumberg, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Wuermeling, Záborská, Zahradil, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec, Zvěřina, Zwiefka

PSE: Bullmann, Douay, Duin, Gebhardt, Glante, Gröner, Haug, Herczog, Jöns, Kindermann, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lévai, Mann Erika, Piecyk, Rapkay, Rosati, Roth-Behrendt, Rothe, Schulz, Vincenzi, Walter, Weiler, Zingaretti

UEN: Bielan, Crowley, Didžiokas, Janowski, Kamiński, Muscardini, Musumeci, Ó Neachtain, Pavilionis, Poli Bortone, Roszkowski, Ryan, Szymański

Tegen: 228

ALDE: Cocilovo, Di Pietro

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Catania, de Brún, Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Henin, Kaufmann, Kohlíček, Liotard, McDonald, Markov, Maštálka, Meijer, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Ransdorf, Seppänen, Sjöstedt, Strož, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Verges, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Blokland, Borghezio, Coûteaux, Louis, Speroni

NI: Claeys, Dillen, Lang, Mölzer, Romagnoli, Schenardi, Vanhecke

PPE-DE: De Poli, Dionisi, Lombardo

PSE: Andersson, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badía i Cutchet, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berlinguer, Berman, Bösch, Bono, Bozkurt, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Cottigny, D'Alema, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Dobolyi, Dührkop Dührkop, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Gomes, Grabowska, Grech, Gruber, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Harangozó, Hasse Ferreira, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jørgensen, Kinnock, Kósáné Kovács, Kristensen, Kuc, Lambrinidis, Lavarra, Le Foll, Lehtinen, Leinen, Liberadzki, Lienemann, Locatelli, McAvan, Madeira, Maňka, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Myller, Napoletano, Obiols i Germà, Paasilinna, Pahor, Panzeri, Peillon, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Prets, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Schapira, Scheele, Segelström, Sifunakis, Skinner, Sornosa Martínez, Stihler, Swoboda, Szejna, Tarand, Thomsen, Titley, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Weber Henri, Westlund, Whitehead, Wiersma, Wynn, Yañez-Barnuevo García, Zani

UEN: Angelilli, Berlato, Foglietta, Krasts, Kristovskis, La Russa, Pirilli, Tatarella, Zīle

Verts/ALE: Aubert, Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Cohn-Bendit, Cramer, Evans Jillian, Flautre, Frassoni, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Kusstatscher, Lambert, Lichtenberger, Lucas, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Onthoudingen: 8

GUE/NGL: Guidoni, Rizzo

IND/DEM: Bloom, Bonde, Železný

NI: Mote

PSE: Goebbels

Verts/ALE: van Buitenen

8. Verslag Poli Bortone A6-0128/2005

Voor: 366

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Bourlanges, Bowles, Budreikaitė, Busk, Carlshamre, Chiesa, Costa, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Drčar Murko, Duff, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Gibault, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lax, Lehideux, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Ortuondo Larrea, Oviir, Pannella, Polfer, Prodi, Ries, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Sbarbati, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Brie

IND/DEM: Adwent, Blokland, Booth, Chruszcz, Clark, Coûteaux, Farage, Giertych, Goudin, Grabowski, Knapman, Krupa, Louis, Lundgren, Nattrass, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Titford, Tomczak, Whittaker, Wierzejski, Wise, Železný

NI: Allister, Baco, Battilocchio, Belohorská, Bobošíková, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, De Michelis, Kozlík, Masiel, Resetarits

PPE-DE: Andrikienė, Antoniozzi, Ashworth, Atkins, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Böge, Bowis, Bradbourn, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Cabrnoch, Callanan, Carollo, Casa, Caspary, Castiglione, del Castillo Vera, Cederschiöld, Chmielewski, Coelho, Daul, Demetriou, Descamps, Deß, Deva, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Evans Jonathan, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Gräßle, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Hökmark, Hoppenstedt, Hortefeux, Hudacký, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kamall, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Kuźmiuk, Landsbergis, Langen, Langendries, Laschet, Lechner, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, McGuinness, McMillan-Scott, Mann Thomas, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Matsis, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Nicholson, Niebler, van Nistelrooij, Olajos, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Poettering, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Seeber, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stevenson, Stubb, Sturdy, Sudre, Sumberg, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Wuermeling, Záborská, Zahradil, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec, Zvěřina, Zwiefka

PSE: Duin, Gebhardt, Glante, Gröner, Haug, Jöns, Kindermann, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lévai, Mann Erika, Piecyk, Rapkay, Rasmussen, Rosati, Roth-Behrendt, Rothe, Vincenzi, Walter, Weiler

UEN: Bielan, Janowski, Kamiński, Roszkowski, Szymański

Tegen: 235

ALDE: Cocilovo, Di Pietro

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Catania, de Brún, Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Guidoni, Henin, Kaufmann, Kohlíček, Liotard, McDonald, Markov, Maštálka, Meijer, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Ransdorf, Rizzo, Seppänen, Sjöstedt, Strož, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Verges, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Bonde, Borghezio, Speroni

NI: Dillen, Lang, Mölzer, Romagnoli, Schenardi

PPE-DE: De Poli, Dionisi, Lombardo

PSE: Andersson, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badía i Cutchet, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berlinguer, Berman, Bösch, Bono, Bozkurt, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Cottigny, D'Alema, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Goebbels, Gomes, Grabowska, Grech, Gruber, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Harangozó, Hasse Ferreira, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jørgensen, Kinnock, Kósáné Kovács, Kristensen, Kuc, Lambrinidis, Lavarra, Le Foll, Lehtinen, Liberadzki, Lienemann, Locatelli, McAvan, Madeira, Maňka, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Myller, Napoletano, Obiols i Germà, Paasilinna, Pahor, Peillon, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Reynaud, Riera Madurell, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Schapira, Scheele, Segelström, Sifunakis, Skinner, Sornosa Martínez, Stihler, Swoboda, Tarand, Thomsen, Titley, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Weber Henri, Westlund, Whitehead, Wiersma, Wynn, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

UEN: Angelilli, Berlato, Camre, Crowley, Didžiokas, Foglietta, Krasts, Kristovskis, La Russa, Muscardini, Musumeci, Ó Neachtain, Pavilionis, Pirilli, Poli Bortone, Ryan, Tatarella, Zīle

Verts/ALE: Aubert, Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Cohn-Bendit, Cramer, Evans Jillian, Flautre, Frassoni, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Kusstatscher, Lambert, Lichtenberger, Lucas, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Onthoudingen: 5

IND/DEM: Bloom

NI: Claeys, Mote, Vanhecke

Verts/ALE: van Buitenen

9. Verslag Poli Bortone A6-0128/2005

Voor: 379

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Bourlanges, Bowles, Budreikaitė, Busk, Carlshamre, Costa, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Drčar Murko, Duff, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Gibault, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lax, Lehideux, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Ortuondo Larrea, Oviir, Polfer, Prodi, Ries, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Sbarbati, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Brie

IND/DEM: Adwent, Blokland, Booth, Chruszcz, Clark, Coûteaux, Farage, Giertych, Goudin, Grabowski, Knapman, Krupa, Louis, Lundgren, Nattrass, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Titford, Tomczak, Whittaker, Wierzejski, Wise, Železný

NI: Allister, Baco, Battilocchio, Belohorská, Bobošíková, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, De Michelis, Kozlík, Masiel, Resetarits

PPE-DE: Andrikienė, Antoniozzi, Ashworth, Atkins, Bachelot-Narquin, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Böge, Bowis, Bradbourn, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Cabrnoch, Callanan, Carollo, Casa, Caspary, Castiglione, del Castillo Vera, Cederschiöld, Chmielewski, Coelho, Daul, Demetriou, Descamps, Deß, Deva, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Evans Jonathan, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Gräßle, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Hökmark, Hoppenstedt, Hortefeux, Hudacký, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kamall, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Kuźmiuk, Landsbergis, Langen, Langendries, Laschet, Lechner, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, McGuinness, McMillan-Scott, Mann Thomas, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Matsis, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Nicholson, Niebler, van Nistelrooij, Olajos, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Pieper, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Poettering, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Seeber, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stevenson, Stubb, Sturdy, Sudre, Sumberg, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Wuermeling, Záborská, Zahradil, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec, Zvěřina, Zwiefka

PSE: Bullmann, Duin, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Gebhardt, Glante, Goebbels, Gröner, Hasse Ferreira, Haug, Jöns, Kindermann, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Leinen, Lévai, Mann Erika, Piecyk, Prets, Rapkay, Rasmussen, Rosati, Roth-Behrendt, Rothe, Schulz, Van Lancker, Vincenzi, Walter, Weiler

UEN: Bielan, Crowley, Didžiokas, Janowski, Kamiński, Muscardini, Ó Neachtain, Pavilionis, Roszkowski, Ryan, Szymański

Tegen: 226

ALDE: Chiesa, Cocilovo, Di Pietro

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Catania, de Brún, Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Guidoni, Henin, Kaufmann, Kohlíček, Liotard, McDonald, Markov, Maštálka, Meijer, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Ransdorf, Rizzo, Seppänen, Sjöstedt, Strož, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Verges, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Bloom, Bonde, Borghezio, Speroni

NI: Claeys, Dillen, Lang, Mölzer, Romagnoli, Schenardi, Vanhecke

PPE-DE: De Poli, Dionisi, Lombardo

PSE: Andersson, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badía i Cutchet, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berlinguer, Berman, Bösch, Bono, Bozkurt, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Cottigny, D'Alema, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fernandes, Ford, Fruteau, García Pérez, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Gomes, Grabowska, Grech, Gruber, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Harangozó, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jørgensen, Kinnock, Kósáné Kovács, Kuc, Lambrinidis, Lavarra, Le Foll, Lehtinen, Liberadzki, Lienemann, Locatelli, McAvan, Madeira, Maňka, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Myller, Obiols i Germà, Paasilinna, Pahor, Peillon, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Reynaud, Riera Madurell, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Schapira, Scheele, Segelström, Sifunakis, Skinner, Sornosa Martínez, Stihler, Swoboda, Szejna, Thomsen, Titley, Valenciano Martínez-Orozco, Vaugrenard, Vergnaud, Weber Henri, Westlund, Whitehead, Wiersma, Wynn, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

UEN: Angelilli, Berlato, Camre, Foglietta, Krasts, Kristovskis, La Russa, Musumeci, Pirilli, Poli Bortone, Tatarella, Zīle

Verts/ALE: Aubert, Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Cohn-Bendit, Cramer, Evans Jillian, Flautre, Frassoni, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Kusstatscher, Lambert, Lichtenberger, Lucas, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Onthoudingen: 2

NI: Mote

Verts/ALE: van Buitenen

10. Verslag Poli Bortone A6-0128/2005

Voor: 367

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Bourlanges, Bowles, Budreikaitė, Busk, Carlshamre, Chiesa, Costa, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Drčar Murko, Duff, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Gibault, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lax, Lehideux, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Ortuondo Larrea, Oviir, Pannella, Polfer, Prodi, Ries, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Sbarbati, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Brie

IND/DEM: Adwent, Blokland, Chruszcz, Giertych, Goudin, Grabowski, Krupa, Lundgren, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Tomczak, Wierzejski

NI: Allister, Baco, Battilocchio, Belohorská, Bobošíková, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, De Michelis, Kozlík, Masiel, Resetarits

PPE-DE: Andrikienė, Antoniozzi, Ashworth, Atkins, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Böge, Bowis, Bradbourn, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Cabrnoch, Callanan, Carollo, Casa, Caspary, Castiglione, del Castillo Vera, Cederschiöld, Chmielewski, Coelho, Daul, Demetriou, Descamps, Deß, Deva, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Evans Jonathan, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Gräßle, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hökmark, Hoppenstedt, Hortefeux, Hudacký, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kamall, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Kuźmiuk, Landsbergis, Langen, Langendries, Laschet, Lechner, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, McGuinness, McMillan-Scott, Mann Thomas, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Matsis, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Nicholson, Niebler, van Nistelrooij, Olajos, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Poettering, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Seeber, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stevenson, Stubb, Sturdy, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Wuermeling, Záborská, Zahradil, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec, Zvěřina, Zwiefka

PSE: Bullmann, Duin, Gebhardt, Glante, Goebbels, Gröner, Hasse Ferreira, Haug, Jöns, Kindermann, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuc, Kuhne, Leinen, Lévai, Mann Erika, Piecyk, Prets, Rapkay, Roth-Behrendt, Rothe, Schulz, Tarand, Vincenzi, Walter, Weiler

UEN: Bielan, Crowley, Didžiokas, Janowski, Kamiński, Ó Neachtain, Pavilionis, Roszkowski, Ryan, Szymański

Verts/ALE: Jonckheer, Turmes

Tegen: 226

ALDE: Cocilovo, Di Pietro

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Catania, de Brún, Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Henin, Kaufmann, Kohlíček, Liotard, McDonald, Markov, Maštálka, Meijer, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Ransdorf, Seppänen, Sjöstedt, Strož, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Verges, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Batten, Bonde, Booth, Borghezio, Clark, Farage, Knapman, Nattrass, Speroni, Titford, Whittaker, Wise

NI: Lang, Mölzer, Romagnoli, Schenardi

PPE-DE: De Poli, Dionisi, Lombardo

PSE: Andersson, Arnaoutakis, Assis, Ayala Sender, Badía i Cutchet, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berlinguer, Berman, Bösch, Bono, Bozkurt, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Cottigny, D'Alema, De Rossa, Désir, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Gomes, Grabowska, Grech, Gruber, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Harangozó, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Jørgensen, Kinnock, Kósáné Kovács, Lambrinidis, Lavarra, Le Foll, Lehtinen, Liberadzki, Lienemann, Locatelli, McAvan, Madeira, Maňka, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Myller, Napoletano, Obiols i Germà, Pahor, Panzeri, Peillon, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Schapira, Scheele, Segelström, Sifunakis, Skinner, Sornosa Martínez, Stihler, Swoboda, Szejna, Thomsen, Titley, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Weber Henri, Westlund, Whitehead, Wiersma, Wynn, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

UEN: Angelilli, Berlato, Camre, Foglietta, Krasts, Kristovskis, La Russa, Muscardini, Musumeci, Pirilli, Poli Bortone, Tatarella, Zīle

Verts/ALE: Aubert, Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Cohn-Bendit, Cramer, Evans Jillian, Flautre, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Kusstatscher, Lambert, Lichtenberger, Lucas, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Voggenhuber, Ždanoka

Onthoudingen: 7

GUE/NGL: Guidoni, Rizzo

IND/DEM: Bloom, Louis, Železný

NI: Mote

Verts/ALE: van Buitenen

11. Verslag Poli Bortone A6-0128/2005

Voor: 372

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Bourlanges, Bowles, Budreikaitė, Busk, Carlshamre, Chiesa, Cocilovo, Costa, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Drčar Murko, Duff, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Gibault, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lax, Lehideux, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Ortuondo Larrea, Oviir, Pannella, Polfer, Prodi, Ries, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Sbarbati, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Brie

IND/DEM: Adwent, Blokland, Chruszcz, Giertych, Goudin, Grabowski, Krupa, Lundgren, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Tomczak, Wierzejski

NI: Allister, Baco, Battilocchio, Belohorská, Bobošíková, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, De Michelis, Kozlík, Masiel, Resetarits

PPE-DE: Andrikienė, Antoniozzi, Ashworth, Atkins, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Böge, Bowis, Bradbourn, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Cabrnoch, Callanan, Carollo, Casa, Caspary, Castiglione, del Castillo Vera, Cederschiöld, Chmielewski, Coelho, Daul, Demetriou, Descamps, Deß, Deva, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Evans Jonathan, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Gräßle, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Hökmark, Hoppenstedt, Hortefeux, Hudacký, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kamall, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Kuźmiuk, Landsbergis, Langen, Langendries, Laschet, Lechner, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, McGuinness, McMillan-Scott, Mann Thomas, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Matsis, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Nicholson, Niebler, van Nistelrooij, Olajos, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Pieper, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Poettering, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Seeber, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stevenson, Stubb, Sturdy, Sudre, Sumberg, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Wuermeling, Záborská, Zahradil, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec, Zvěřina, Zwiefka

PSE: Berlinguer, Bullmann, Dobolyi, Duin, Gebhardt, Glante, Goebbels, Gomes, Gröner, Haug, Herczog, Jöns, Kindermann, Kósáné Kovács, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Leinen, Lévai, Mann Erika, Piecyk, Prets, Rapkay, Rosati, Roth-Behrendt, Rothe, Schulz, Tarand, Vincenzi, Walter, Weiler

UEN: Bielan, Crowley, Didžiokas, Janowski, Kamiński, Ó Neachtain, Pavilionis, Roszkowski, Ryan, Szymański

Tegen: 228

ALDE: Di Pietro

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Catania, de Brún, Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Henin, Kaufmann, Kohlíček, Liotard, McDonald, Markov, Maštálka, Meijer, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Ransdorf, Seppänen, Sjöstedt, Strož, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Verges, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Batten, Bloom, Bonde, Booth, Borghezio, Clark, Farage, Knapman, Nattrass, Speroni, Titford, Whittaker, Wise

NI: Lang, Mölzer, Romagnoli, Schenardi

PPE-DE: De Poli, Dionisi, Lombardo

PSE: Andersson, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badía i Cutchet, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berman, Bösch, Bono, Bozkurt, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Cottigny, D'Alema, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Douay, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Grabowska, Grech, Gruber, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Harangozó, Hasse Ferreira, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jørgensen, Kinnock, Koterec, Kuc, Lambrinidis, Lavarra, Le Foll, Lehtinen, Liberadzki, Lienemann, Locatelli, McAvan, Madeira, Maňka, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Myller, Napoletano, Obiols i Germà, Paasilinna, Panzeri, Peillon, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Rasmussen, Reynaud, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Schapira, Scheele, Segelström, Sifunakis, Skinner, Sornosa Martínez, Stihler, Szejna, Thomsen, Titley, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Weber Henri, Westlund, Whitehead, Wiersma, Wynn, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

UEN: Berlato, Camre, Foglietta, Krasts, Kristovskis, La Russa, Muscardini, Musumeci, Pirilli, Poli Bortone, Tatarella, Zīle

Verts/ALE: Aubert, Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Cohn-Bendit, Cramer, Evans Jillian, Flautre, Frassoni, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Kusstatscher, Lambert, Lichtenberger, Lucas, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Onthoudingen: 8

GUE/NGL: Guidoni, Rizzo

IND/DEM: Coûteaux, Louis, Železný

NI: Mote

PSE: Dührkop Dührkop

Verts/ALE: van Buitenen

12. Verslag Poli Bortone A6-0128/2005

Voor: 508

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Bourlanges, Bowles, Budreikaitė, Busk, Carlshamre, Chiesa, Cocilovo, Costa, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Drčar Murko, Duff, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Gibault, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lax, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Ortuondo Larrea, Oviir, Pannella, Polfer, Prodi, Ries, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Sbarbati, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Brie

IND/DEM: Adwent, Blokland, Chruszcz, Clark, Coûteaux, Farage, Giertych, Goudin, Grabowski, Knapman, Krupa, Louis, Lundgren, Nattrass, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Titford, Tomczak, Whittaker, Wierzejski, Wise

NI: Allister, Baco, Battilocchio, Belohorská, Bobošíková, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, De Michelis, Kozlík, Masiel, Resetarits

PPE-DE: Andrikienė, Antoniozzi, Ashworth, Atkins, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Böge, Bowis, Bradbourn, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Cabrnoch, Callanan, Carollo, Casa, Caspary, Castiglione, del Castillo Vera, Cederschiöld, Chmielewski, Coelho, Daul, Demetriou, Descamps, Deß, Deva, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Evans Jonathan, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Gräßle, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Hökmark, Hoppenstedt, Hortefeux, Hudacký, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kamall, Karas, Kasoulides, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Kuźmiuk, Landsbergis, Langen, Langendries, Laschet, Lechner, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, McGuinness, McMillan-Scott, Mann Thomas, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Matsis, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Nicholson, Niebler, van Nistelrooij, Olajos, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Pálfi, Papastamkos, Parish, Pieper, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Poettering, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Seeber, Siekierski, Silva Peneda, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stevenson, Stubb, Sturdy, Sudre, Sumberg, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Trakatellis, Vakalis, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Wuermeling, Záborská, Zahradil, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec, Zvěřina, Zwiefka

PSE: Andersson, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badía i Cutchet, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berlinguer, Berman, Bösch, Bono, Bozkurt, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Cottigny, D'Alema, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, Duin, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Gomes, Grabowska, Grech, Gröner, Gruber, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Harangozó, Hasse Ferreira, Haug, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuc, Kuhne, Lambrinidis, Lavarra, Le Foll, Lehtinen, Leinen, Lévai, Liberadzki, Lienemann, Locatelli, McAvan, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Myller, Napoletano, Obiols i Germà, Paasilinna, Panzeri, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Prets, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rosati, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Schapira, Scheele, Schulz, Segelström, Sifunakis, Skinner, Sornosa Martínez, Stihler, Swoboda, Szejna, Tarand, Thomsen, Titley, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weber Henri, Weiler, Westlund, Whitehead, Wiersma, Wynn, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

UEN: Bielan, Crowley, Didžiokas, Janowski, Kamiński, Ó Neachtain, Pavilionis, Roszkowski, Ryan, Szymański

Tegen: 86

ALDE: Di Pietro

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Catania, de Brún, Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Guidoni, Henin, Kaufmann, Kohlíček, Liotard, McDonald, Markov, Maštálka, Meijer, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Ransdorf, Rizzo, Seppänen, Sjöstedt, Strož, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Verges, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Bonde, Borghezio, Speroni

NI: Dillen, Lang, Mölzer, Romagnoli, Schenardi

PPE-DE: De Poli, Dionisi, Lombardo

UEN: Angelilli, Berlato, Camre, Foglietta, Krasts, Kristovskis, La Russa, Muscardini, Musumeci, Pirilli, Poli Bortone, Tatarella, Zīle

Verts/ALE: Aubert, Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Cramer, Evans Jillian, Frassoni, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Kusstatscher, Lambert, Lucas, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Onthoudingen: 4

ALDE: Toia

IND/DEM: Železný

NI: Mote

Verts/ALE: van Buitenen

13. Verslag Poli Bortone A6-0128/2005

Voor: 66

ALDE: Chiesa, Cocilovo, De Sarnez, Guardans Cambó, Lehideux, Sbarbati, Staniszewska

GUE/NGL: de Brún, Liotard, Seppänen, Sjöstedt, Svensson

IND/DEM: Adwent, Blokland, Bonde, Borghezio, Chruszcz, Coûteaux, Giertych, Goudin, Grabowski, Krupa, Louis, Lundgren, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Speroni, Tomczak, Wierzejski

NI: Allister, Claeys, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, Dillen, Lang, Mölzer, Schenardi, Vanhecke

PPE-DE: del Castillo Vera, Cederschiöld, Daul, De Poli, Lombardo, Sumberg, Tannock

PSE: Christensen, Duin, Herczog, Jørgensen, Lévai

UEN: Bielan, Janowski, Kamiński, Roszkowski, Ryan, Szymański

Verts/ALE: Auken, Flautre, de Groen-Kouwenhoven, Hudghton, Jonckheer, Lucas, Onesta, Schlyter, Turmes

Tegen: 497

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Bourlanges, Bowles, Budreikaitė, Busk, Carlshamre, Costa, Davies, Degutis, Deprez, Di Pietro, Drčar Murko, Duff, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Gibault, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lax, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Ortuondo Larrea, Oviir, Pannella, Polfer, Prodi, Ries, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Schuth, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Kaufmann, Morgantini, Strož

IND/DEM: Batten, Bloom, Booth, Clark, Farage, Knapman, Nattrass, Titford, Whittaker, Wise

NI: Baco, Battilocchio, Belohorská, Bobošíková, De Michelis, Kozlík, Masiel, Resetarits, Romagnoli

PPE-DE: Andrikienė, Antoniozzi, Ashworth, Atkins, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Böge, Bowis, Bradbourn, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Cabrnoch, Callanan, Carollo, Casa, Caspary, Castiglione, Coelho, Demetriou, Descamps, Deß, Deva, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Evans Jonathan, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, García-Margallo y Marfil, Gargani, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Gräßle, Grosch, Grossetête, Guellec, Gyürk, Handzlik, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Hökmark, Hoppenstedt, Hortefeux, Hudacký, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kamall, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Kuźmiuk, Landsbergis, Langen, Langendries, Laschet, Lechner, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, McGuinness, McMillan-Scott, Mann Thomas, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Matsis, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Nicholson, Niebler, van Nistelrooij, Olajos, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Pieper, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Poettering, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Seeber, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stevenson, Stubb, Sturdy, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Thyssen, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Wuermeling, Záborská, Zahradil, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec, Zvěřina, Zwiefka

PSE: Andersson, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badía i Cutchet, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berlinguer, Berman, Bösch, Bono, Bozkurt, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Corbett, Corbey, Cottigny, D'Alema, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Gomes, Grabowska, Grech, Gröner, Gruber, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Harangozó, Hasse Ferreira, Haug, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuc, Kuhne, Lambrinidis, Lavarra, Le Foll, Lehtinen, Leinen, Liberadzki, Lienemann, Locatelli, McAvan, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Myller, Napoletano, Obiols i Germà, Paasilinna, Pahor, Panzeri, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Prets, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rosati, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Schapira, Scheele, Schulz, Segelström, Sifunakis, Skinner, Sornosa Martínez, Stihler, Swoboda, Szejna, Tarand, Thomsen, Titley, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weber Henri, Weiler, Westlund, Whitehead, Wiersma, Wynn, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

UEN: Angelilli, Berlato, Camre, Crowley, Didžiokas, Foglietta, Krasts, Kristovskis, La Russa, Muscardini, Musumeci, Ó Neachtain, Pavilionis, Pirilli, Poli Bortone, Tatarella, Zīle

Verts/ALE: Cohn-Bendit, Frassoni

Onthoudingen: 49

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Brie, Catania, Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Guidoni, Henin, Kohlíček, McDonald, Markov, Maštálka, Meijer, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Ransdorf, Rizzo, Triantaphyllides, Uca, Verges, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Železný

NI: Mote

Verts/ALE: Aubert, Beer, Bennahmias, Breyer, van Buitenen, Cramer, Evans Jillian, Hammerstein Mintz, Hassi, Horáček, Isler Béguin, Kusstatscher, Lambert, Lichtenberger, Romeva i Rueda, Rühle, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Voggenhuber, Ždanoka

14. Verslag Poli Bortone A6-0128/2005

Voor: 137

ALDE: Di Pietro, Sbarbati

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Catania, de Brún, Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Guidoni, Henin, Kaufmann, Kohlíček, Liotard, McDonald, Markov, Maštálka, Meijer, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Ransdorf, Rizzo, Seppänen, Sjöstedt, Strož, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Verges, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Adwent, Bloom, Bonde, Booth, Borghezio, Chruszcz, Clark, Coûteaux, Giertych, Grabowski, Knapman, Krupa, Louis, Nattrass, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Titford, Tomczak, Whittaker, Wierzejski, Wise

NI: Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, Dillen, Lang, Mölzer, Resetarits, Romagnoli, Schenardi

PPE-DE: De Poli, Dionisi, Grosch, Hortefeux, Lombardo, Zatloukal

PSE: Berès, Bono, Carlotti, Castex, Christensen, Cottigny, Désir, Douay, Ferreira Anne, Guy-Quint, Hamon, Jørgensen, Kristensen, Le Foll, Lienemann, Napoletano, Peillon, Reynaud, Roure, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Weber Henri

UEN: Angelilli, Berlato, Camre, Foglietta, Kamiński, Kristovskis, La Russa, Muscardini, Musumeci, Pirilli, Poli Bortone, Tatarella

Verts/ALE: Aubert, Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Cohn-Bendit, Cramer, Evans Jillian, Flautre, Frassoni, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Kusstatscher, Lambert, Lichtenberger, Lucas, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 461

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Bourlanges, Bowles, Budreikaitė, Busk, Carlshamre, Chiesa, Cocilovo, Costa, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Drčar Murko, Duff, Duquesne, Ek, Gentvilas, Geremek, Gibault, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lax, Lehideux, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Ortuondo Larrea, Oviir, Pannella, Polfer, Prodi, Ries, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Brie

IND/DEM: Goudin, Lundgren

NI: Battilocchio, Belohorská, Bobošíková, De Michelis, Kozlík, Masiel

PPE-DE: Andrikienė, Antoniozzi, Ashworth, Atkins, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Böge, Bowis, Bradbourn, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Cabrnoch, Callanan, Carollo, Casa, Caspary, Castiglione, del Castillo Vera, Cederschiöld, Chmielewski, Coelho, Daul, Demetriou, Descamps, Deß, Deva, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Evans Jonathan, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Gräßle, Grossetête, Guellec, Gyürk, Handzlik, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kamall, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Kuźmiuk, Landsbergis, Langen, Langendries, Laschet, Lechner, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, McGuinness, McMillan-Scott, Mann Thomas, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Matsis, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Nicholson, Niebler, van Nistelrooij, Olajos, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Pieper, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Poettering, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Seeber, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stevenson, Stubb, Sturdy, Sudre, Sumberg, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Wuermeling, Záborská, Zahradil, Zaleski, Zappalà, Zieleniec, Zvěřina, Zwiefka

PSE: Andersson, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badía i Cutchet, Beglitis, Beňová, van den Berg, Berger, Berlinguer, Berman, Bösch, Bozkurt, Bullmann, van den Burg, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Corbett, Corbey, D'Alema, De Keyser, De Rossa, Díez González, Dobolyi, Dührkop Dührkop, Duin, El Khadraoui, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fernandes, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Gomes, Grabowska, Grech, Gröner, Gruber, Gurmai, Hänsch, Harangozó, Hasse Ferreira, Haug, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Herczog, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuc, Kuhne, Lambrinidis, Lavarra, Lehtinen, Leinen, Lévai, Liberadzki, Locatelli, McAvan, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Myller, Paasilinna, Pahor, Panzeri, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Prets, Rapkay, Rasmussen, Riera Madurell, Rosati, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Schapira, Scheele, Segelström, Sifunakis, Skinner, Sornosa Martínez, Stihler, Swoboda, Szejna, Tarand, Thomsen, Titley, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Walter, Weiler, Westlund, Whitehead, Wiersma, Wynn, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

UEN: Bielan, Crowley, Didžiokas, Janowski, Krasts, Ó Neachtain, Pavilionis, Roszkowski, Ryan, Szymański, Zīle

Onthoudingen: 7

IND/DEM: Blokland, Speroni, Železný

NI: Allister, Baco, Mote

Verts/ALE: van Buitenen

15. Verslag Poli Bortone A6-0128/2005

Voor: 255

ALDE: Degutis, Deprez, Di Pietro, Drčar Murko, Duff, Fourtou, Gibault, Laperrouze, Morillon, Prodi, Ries, Van Hecke

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Catania, de Brún, Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Guidoni, Henin, Kaufmann, Kohlíček, Liotard, McDonald, Markov, Meijer, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Ransdorf, Rizzo, Seppänen, Sjöstedt, Strož, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Verges, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Adwent, Borghezio, Chruszcz, Giertych, Grabowski, Krupa, Lundgren, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Speroni, Tomczak, Wierzejski

NI: Battilocchio, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, De Michelis, Lang, Mölzer, Schenardi

PPE-DE: Brunetta, Castiglione, Dionisi, Ebner, Fatuzzo, Gargani, Martens, Méndez de Vigo, Ouzký, Sartori, Tajani

PSE: Andersson, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badía i Cutchet, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berlinguer, Berman, Bösch, Bozkurt, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Cottigny, D'Alema, De Rossa, Désir, Díez González, Dobolyi, Douay, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Gomes, Grabowska, Grech, Gruber, Gurmai, Guy-Quint, Hamon, Harangozó, Hasse Ferreira, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jørgensen, Kinnock, Koterec, Kristensen, Kuc, Lambrinidis, Lavarra, Le Foll, Lehtinen, Liberadzki, Lienemann, Locatelli, McAvan, Maňka, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Myller, Napoletano, Obiols i Germà, Paasilinna, Pahor, Panzeri, Peillon, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Scheele, Segelström, Sifunakis, Skinner, Sornosa Martínez, Stihler, Swoboda, Szejna, Tarand, Thomsen, Titley, Valenciano Martínez-Orozco, Vaugrenard, Vergnaud, Weber Henri, Westlund, Whitehead, Wiersma, Wynn, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

UEN: Angelilli, Berlato, Bielan, Camre, Crowley, Didžiokas, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, La Russa, Muscardini, Musumeci, Ó Neachtain, Pavilionis, Pirilli, Poli Bortone, Roszkowski, Ryan, Szymański, Tatarella, Zīle

Verts/ALE: Aubert, Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Cohn-Bendit, Cramer, Evans Jillian, Frassoni, Hammerstein Mintz, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Kusstatscher, Lambert, Lucas, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 332

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Bourlanges, Bowles, Budreikaitė, Busk, Carlshamre, Chiesa, Cocilovo, Costa, Davies, De Sarnez, Duquesne, Gentvilas, Geremek, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Karim, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Lax, Lehideux, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Ortuondo Larrea, Oviir, Pannella, Polfer, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Sbarbati, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Väyrynen, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Brie

IND/DEM: Batten, Blokland, Bloom, Bonde, Booth, Clark, Coûteaux, Farage, Goudin, Knapman, Louis, Nattrass, Titford, Whittaker, Wise, Železný

NI: Allister, Baco, Belohorská, Bobošíková, Kozlík, Masiel, Mote, Resetarits, Romagnoli

PPE-DE: Andrikienė, Antoniozzi, Ashworth, Atkins, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Böge, Bowis, Bradbourn, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Cabrnoch, Callanan, Carollo, Casa, Caspary, del Castillo Vera, Cederschiöld, Chmielewski, Coelho, Daul, Descamps, Deß, Deva, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Evans Jonathan, Fajmon, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, García-Margallo y Marfil, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Gräßle, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Hökmark, Hoppenstedt, Hortefeux, Hudacký, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kamall, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Kuźmiuk, Langen, Langendries, Laschet, Lechner, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, McGuinness, McMillan-Scott, Mann Thomas, Marques, Mathieu, Mato Adrover, Matsis, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Nicholson, Niebler, van Nistelrooij, Olajos, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Pieper, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Poettering, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Seeber, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Šťastný, Stenzel, Stevenson, Stubb, Sturdy, Sudre, Sumberg, Surján, Szájer, Tannock, Thyssen, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Wuermeling, Záborská, Zahradil, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec, Zvěřina, Zwiefka

PSE: Bono, Bullmann, Busquin, De Keyser, Duin, Gebhardt, Glante, Goebbels, Gröner, Haug, Jöns, Kindermann, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Leinen, Lévai, Madeira, Mann Erika, Piecyk, Prets, Rapkay, Rosati, Roth-Behrendt, Rothe, Schulz, Van Lancker, Vincenzi, Walter, Weiler

Onthoudingen: 8

ALDE: Ek

NI: Claeys, Dillen, Vanhecke

PPE-DE: Demetriou, Sonik

PSE: Hänsch

Verts/ALE: van Buitenen

16. Verslag Poli Bortone A6-0128/2005

Voor: 159

ALDE: Chiesa, Degutis, Deprez, Di Pietro, Drčar Murko, Duff, Fourtou, Gibault, Laperrouze, Morillon, Ries, Takkula, Toia

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Catania, de Brún, Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Guidoni, Henin, Kaufmann, Kohlíček, Liotard, McDonald, Markov, Maštálka, Meijer, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Ransdorf, Rizzo, Seppänen, Sjöstedt, Strož, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Verges, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Borghezio, Speroni

NI: Baco, Czarnecki Marek Aleksander, Dillen, Lang, Mölzer, Schenardi

PPE-DE: Dionisi, Sonik

PSE: Andersson, Assis, Ayala Sender, Badía i Cutchet, Beňová, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carnero González, Cashman, Cercas, Corbett, Cottigny, D'Alema, Díez González, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fernandes, Ferreira Elisa, Ford, García Pérez, Gill, Gomes, Grech, Gruber, Gurmai, Hedh, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Kinnock, Lehtinen, Locatelli, McAvan, Maňka, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Moraes, Moreno Sánchez, Obiols i Germà, Riera Madurell, Rouček, Scheele, Segelström, Skinner, Stihler, Szejna, Titley, Valenciano Martínez-Orozco, Westlund, Whitehead, Wynn

UEN: Angelilli, Berlato, Camre, Crowley, Didžiokas, Kamiński, Kristovskis, La Russa, Muscardini, Musumeci, Ó Neachtain, Pavilionis, Pirilli, Poli Bortone, Roszkowski, Ryan, Tatarella, Zīle

Verts/ALE: Aubert, Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Cohn-Bendit, Cramer, Evans Jillian, Flautre, Frassoni, Hammerstein Mintz, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Kusstatscher, Lambert, Lichtenberger, Lucas, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schroedter, Smith, Staes, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 424

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Bourlanges, Bowles, Budreikaitė, Busk, Carlshamre, Cocilovo, Costa, Davies, De Sarnez, Ek, Gentvilas, Geremek, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jensen, Juknevičienė, Karim, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Lax, Lehideux, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Ortuondo Larrea, Oviir, Pannella, Polfer, Prodi, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Sbarbati, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Brie

IND/DEM: Adwent, Batten, Blokland, Bonde, Booth, Chruszcz, Clark, Coûteaux, Farage, Giertych, Goudin, Grabowski, Knapman, Krupa, Louis, Lundgren, Nattrass, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Titford, Tomczak, Whittaker, Wierzejski, Wise, Železný

NI: Allister, Battilocchio, Belohorská, Bobošíková, Czarnecki Ryszard, De Michelis, Kozlík, Mote, Romagnoli

PPE-DE: Andrikienė, Antoniozzi, Ashworth, Atkins, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Böge, Bowis, Bradbourn, Brejc, Brepoels, Březina, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Cabrnoch, Callanan, Carollo, Casa, Caspary, Castiglione, del Castillo Vera, Cederschiöld, Chmielewski, Coelho, Daul, Demetriou, De Poli, Descamps, Deß, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Evans Jonathan, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Gräßle, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kamall, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Kuźmiuk, Langen, Langendries, Laschet, Lechner, Lehne, Lewandowski, Liese, Lombardo, López-Istúriz White, Lulling, McGuinness, McMillan-Scott, Mann Thomas, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Matsis, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Nicholson, Niebler, van Nistelrooij, Olajos, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Pieper, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Poettering, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Seeber, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stevenson, Stubb, Sturdy, Sudre, Sumberg, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Wuermeling, Záborská, Zahradil, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec, Zvěřina, Zwiefka

PSE: Arnaoutakis, Attard-Montalto, Beglitis, Berès, van den Berg, Berger, Berman, Bösch, Bono, Bozkurt, Bullmann, van den Burg, Busquin, Carlotti, Casaca, Christensen, De Keyser, De Rossa, Désir, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, Duin, Ferreira Anne, Fruteau, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Glante, Goebbels, Grabowska, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Harangozó, Hasse Ferreira, Haug, Hegyi, Herczog, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kristensen, Kuc, Kuhne, Lambrinidis, Lavarra, Le Foll, Leinen, Lévai, Liberadzki, Lienemann, Madeira, Mann Erika, Mikko, Morgan, Moscovici, Muscat, Myller, Napoletano, Paasilinna, Pahor, Panzeri, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Prets, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Rosati, Rothe, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, Schulz, Sornosa Martínez, Swoboda, Tarand, Thomsen, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weber Henri, Weiler, Wiersma, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

UEN: Bielan, Janowski, Szymański

Onthoudingen: 6

IND/DEM: Bloom

NI: Claeys, Resetarits, Vanhecke

PSE: dos Santos

Verts/ALE: van Buitenen

17. Verslag Poli Bortone A6-0128/2005

Voor: 303

ALDE: Alvaro, Budreikaitė, Di Pietro, Geremek, Hennis-Plasschaert, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Manders, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Ortuondo Larrea, Prodi, Schuth, Van Hecke

GUE/NGL: Brie

IND/DEM: Adwent, Chruszcz, Giertych, Goudin, Grabowski, Krupa, Lundgren, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Tomczak, Wierzejski

NI: Allister, Baco, Battilocchio, Belohorská, Bobošíková, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, De Michelis, Kozlík, Masiel, Romagnoli

PPE-DE: Andrikienė, Antoniozzi, Ashworth, Atkins, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Böge, Bowis, Bradbourn, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Cabrnoch, Callanan, Casa, Caspary, Castiglione, del Castillo Vera, Cederschiöld, Chmielewski, Coelho, Daul, Demetriou, De Poli, Descamps, Deß, Deva, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Evans Jonathan, Fajmon, Fatuzzo, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Gräßle, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Hökmark, Hoppenstedt, Hortefeux, Hudacký, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kamall, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Kuźmiuk, Langen, Langendries, Laschet, Lechner, Lehne, Lewandowski, Liese, López-Istúriz White, Lulling, McGuinness, McMillan-Scott, Mann Thomas, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Matsis, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nicholson, Niebler, van Nistelrooij, Olajos, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Pieper, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Poettering, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Seeber, Siekierski, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stevenson, Stubb, Sturdy, Sudre, Sumberg, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Wuermeling, Záborská, Zahradil, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec, Zvěřina, Zwiefka

PSE: Busquin, De Keyser, Duin, Gebhardt, Glante, Goebbels, Gröner, Haug, Hutchinson, Jöns, Kindermann, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Leinen, Lévai, Mann Erika, Piecyk, Prets, Rapkay, Rosati, Roth-Behrendt, Rothe, Schulz, Van Lancker, Vincenzi, Walter, Weiler

UEN: Bielan, Janowski, Kamiński, Roszkowski, Szymański

Verts/ALE: Cohn-Bendit, Cramer, Frassoni, Horáček, Trüpel, Voggenhuber

Tegen: 286

ALDE: Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Bourlanges, Bowles, Busk, Carlshamre, Chiesa, Cocilovo, Costa, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Drčar Murko, Duff, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Gibault, Guardans Cambó, Hall, Harkin, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Laperrouze, Lax, Lehideux, Ludford, Maaten, Malmström, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Oviir, Pannella, Polfer, Ries, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Sbarbati, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Väyrynen, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Catania, de Brún, Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Guidoni, Henin, Kaufmann, Kohlíček, Liotard, McDonald, Markov, Maštálka, Meijer, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Ransdorf, Rizzo, Seppänen, Sjöstedt, Strož, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Verges, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Batten, Bloom, Bonde, Booth, Borghezio, Clark, Farage, Knapman, Nattrass, Speroni, Titford, Whittaker, Wise

NI: Dillen, Lang, Mölzer, Mote, Resetarits, Schenardi

PPE-DE: Bonsignore, Dionisi, Ferber, Karas, Nassauer

PSE: Andersson, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badía i Cutchet, Beglitis, Berès, van den Berg, Berger, Berlinguer, Berman, Bösch, Bono, Bozkurt, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Cottigny, D'Alema, De Rossa, Désir, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fernandes, Ferreira Anne, Ford, Fruteau, García Pérez, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Gomes, Grabowska, Grech, Gruber, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Harangozó, Hasse Ferreira, Hedkvist Petersen, Hegyi, Honeyball, Howitt, Hughes, Ilves, Jørgensen, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Kristensen, Kuc, Lambrinidis, Lavarra, Le Foll, Lehtinen, Liberadzki, Lienemann, Locatelli, McAvan, Madeira, Maňka, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Myller, Napoletano, Obiols i Germà, Paasilinna, Pahor, Panzeri, Peillon, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Scheele, Segelström, Skinner, Sornosa Martínez, Stihler, Swoboda, Szejna, Tarand, Thomsen, Titley, Valenciano Martínez-Orozco, Vaugrenard, Vergnaud, Weber Henri, Westlund, Wiersma, Wynn, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

UEN: Angelilli, Berlato, Camre, Crowley, Didžiokas, Kristovskis, La Russa, Muscardini, Musumeci, Ó Neachtain, Pavilionis, Pirilli, Poli Bortone, Ryan, Tatarella, Zīle

Verts/ALE: Aubert, Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Evans Jillian, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Hassi, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Kusstatscher, Lambert, Lichtenberger, Lucas, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schroedter, Smith, Staes, Turmes, Ždanoka

Onthoudingen: 10

IND/DEM: Blokland, Coûteaux, Louis, Železný

NI: Claeys, Vanhecke

PPE-DE: Lombardo

PSE: van den Burg, Whitehead

Verts/ALE: van Buitenen

18. Verslag Poli Bortone A6-0128/2005

Voor: 115

ALDE: Jensen, Riis-Jørgensen, Van Hecke

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Catania, de Brún, Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Guidoni, Henin, Kaufmann, Kohlíček, Liotard, McDonald, Markov, Maštálka, Meijer, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Ransdorf, Rizzo, Seppänen, Sjöstedt, Strož, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Verges, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Adwent, Blokland, Bonde, Chruszcz, Coûteaux, Giertych, Goudin, Grabowski, Krupa, Louis, Lundgren, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Tomczak, Wierzejski

NI: Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, Resetarits

PSE: Andersson, Berès, Bono, Carlotti, Castex, Christensen, Corbett, Corbey, Cottigny, Désir, Douay, Ferreira Anne, Fruteau, Guy-Quint, Hamon, Hedh, Hedkvist Petersen, Jørgensen, Kristensen, Le Foll, Moscovici, Peillon, Reynaud, Roure, Segelström, Szejna, Vaugrenard, Vergnaud, Westlund, Whitehead

UEN: Camre

Verts/ALE: Aubert, Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Cohn-Bendit, Cramer, Evans Jillian, Frassoni, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Kusstatscher, Lambert, Lichtenberger, Lucas, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Tegen: 483

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Bourlanges, Bowles, Budreikaitė, Busk, Carlshamre, Chiesa, Cocilovo, Costa, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Drčar Murko, Duff, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Gibault, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Juknevičienė, Karim, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lax, Lehideux, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Ortuondo Larrea, Oviir, Pannella, Polfer, Prodi, Ries, Samuelsen, Savi, Sbarbati, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Väyrynen, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Brie

IND/DEM: Batten, Bloom, Booth, Borghezio, Clark, Farage, Knapman, Nattrass, Speroni, Titford, Whittaker, Wise

NI: Battilocchio, Bobošíková, De Michelis, Dillen, Masiel, Mölzer, Mote, Romagnoli, Vanhecke

PPE-DE: Andrikienė, Antoniozzi, Ashworth, Atkins, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Böge, Bonsignore, Bowis, Bradbourn, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Cabrnoch, Callanan, Casa, Caspary, Castiglione, del Castillo Vera, Cederschiöld, Chmielewski, Coelho, Daul, Demetriou, De Poli, Descamps, Deß, Deva, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Evans Jonathan, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Gräßle, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Hökmark, Hoppenstedt, Hortefeux, Hudacký, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kamall, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Kuźmiuk, Landsbergis, Langen, Langendries, Laschet, Lechner, Lehne, Lewandowski, Liese, Lombardo, López-Istúriz White, Lulling, McGuinness, McMillan-Scott, Mann Thomas, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Matsis, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Nicholson, Niebler, van Nistelrooij, Olajos, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Pieper, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Poettering, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Seeber, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stevenson, Stubb, Sturdy, Sudre, Sumberg, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Wuermeling, Záborská, Zahradil, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec, Zvěřina, Zwiefka

PSE: Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badía i Cutchet, Beglitis, Beňová, van den Berg, Berger, Berlinguer, Berman, Bösch, Bozkurt, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, D'Alema, De Keyser, De Rossa, Díez González, Dobolyi, Dührkop Dührkop, Duin, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fernandes, Ferreira Elisa, Ford, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Gomes, Grabowska, Grech, Gröner, Gruber, Gurmai, Hänsch, Harangozó, Hasse Ferreira, Haug, Hegyi, Herczog, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuc, Kuhne, Lambrinidis, Lavarra, Lehtinen, Leinen, Lévai, Liberadzki, Lienemann, Locatelli, McAvan, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Muscat, Myller, Napoletano, Obiols i Germà, Paasilinna, Pahor, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Prets, Rapkay, Rasmussen, Riera Madurell, Rosati, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Schapira, Scheele, Schulz, Skinner, Sornosa Martínez, Stihler, Swoboda, Tarand, Thomsen, Titley, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vincenzi, Walter, Weber Henri, Weiler, Wiersma, Wynn, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

UEN: Angelilli, Berlato, Bielan, Crowley, Didžiokas, Foglietta, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, La Russa, Muscardini, Musumeci, Ó Neachtain, Pavilionis, Pirilli, Poli Bortone, Roszkowski, Ryan, Szymański, Tatarella, Zīle

Onthoudingen: 11

ALDE: Toia

GUE/NGL: Morgantini

IND/DEM: Železný

NI: Allister, Baco, Belohorská, Claeys, Kozlík, Lang, Schenardi

Verts/ALE: van Buitenen

19. Verslag Poli Bortone A6-0128/2005

Voor: 40

GUE/NGL: de Brún, Kohlíček, Liotard, McDonald, Meijer, Seppänen, Sjöstedt, Svensson

IND/DEM: Adwent, Blokland, Bonde, Chruszcz, Coûteaux, Giertych, Goudin, Grabowski, Krupa, Louis, Lundgren, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Tomczak, Wierzejski, Železný

NI: Allister, Claeys, Czarnecki Ryszard, Dillen, Lang, Mölzer, Romagnoli, Schenardi, Vanhecke

PSE: Corbey, De Rossa

Verts/ALE: Auken, Hudghton, Lucas, Schlyter

Tegen: 513

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Bourlanges, Bowles, Budreikaitė, Busk, Carlshamre, Chiesa, Cocilovo, Costa, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Di Pietro, Drčar Murko, Duff, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Gibault, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lax, Lehideux, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Ortuondo Larrea, Oviir, Pannella, Polfer, Prodi, Ries, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Sbarbati, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Brie, Morgantini

IND/DEM: Batten, Bloom, Booth, Borghezio, Clark, Farage, Knapman, Nattrass, Speroni, Titford, Whittaker, Wise

NI: Baco, Battilocchio, Belohorská, Bobošíková, Czarnecki Marek Aleksander, De Michelis, Kozlík, Masiel, Resetarits

PPE-DE: Andrikienė, Antoniozzi, Ashworth, Atkins, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Böge, Bowis, Bradbourn, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Cabrnoch, Callanan, Carollo, Casa, Caspary, Castiglione, del Castillo Vera, Cederschiöld, Chmielewski, Coelho, Daul, Demetriou, De Poli, Descamps, Deß, Deva, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Evans Jonathan, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Gräßle, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Hökmark, Hoppenstedt, Hortefeux, Hudacký, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kamall, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Kuźmiuk, Landsbergis, Langen, Langendries, Laschet, Lechner, Lehne, Lewandowski, Liese, Lombardo, López-Istúriz White, Lulling, McGuinness, McMillan-Scott, Mann Thomas, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Matsis, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Nicholson, Niebler, van Nistelrooij, Olajos, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Poettering, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Seeber, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stevenson, Stubb, Sturdy, Sudre, Sumberg, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Wuermeling, Záborská, Zahradil, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec, Zvěřina, Zwiefka

PSE: Andersson, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berlinguer, Berman, Bösch, Bono, Bozkurt, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Christensen, Corbett, Cottigny, D'Alema, De Keyser, Désir, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, Duin, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Gomes, Grabowska, Grech, Gröner, Gruber, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Harangozó, Hasse Ferreira, Haug, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Herczog, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuc, Kuhne, Lambrinidis, Lavarra, Le Foll, Lehtinen, Leinen, Lévai, Liberadzki, Locatelli, McAvan, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Myller, Napoletano, Obiols i Germà, Paasilinna, Pahor, Panzeri, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Prets, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rosati, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Schapira, Scheele, Segelström, Sifunakis, Skinner, Sornosa Martínez, Stihler, Swoboda, Szejna, Tarand, Thomsen, Titley, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weber Henri, Weiler, Westlund, Whitehead, Wiersma, Wynn, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

UEN: Angelilli, Berlato, Camre, Crowley, Didžiokas, Foglietta, Krasts, Kristovskis, La Russa, Muscardini, Musumeci, Ó Neachtain, Pavilionis, Pirilli, Poli Bortone, Ryan, Szymański, Tatarella, Zīle

Verts/ALE: Flautre, Turmes

Onthoudingen: 53

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Catania, Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Guidoni, Henin, Kaufmann, Markov, Maštálka, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Ransdorf, Strož, Triantaphyllides, Uca, Verges, Wagenknecht, Zimmer

NI: Mote

UEN: Bielan, Janowski, Kamiński, Roszkowski

Verts/ALE: Aubert, Beer, Bennahmias, Breyer, van Buitenen, Cohn-Bendit, Cramer, Evans Jillian, Frassoni, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Hassi, Horáček, Isler Béguin, Kusstatscher, Lambert, Lichtenberger, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Voggenhuber, Ždanoka

20. Verslag Poli Bortone A6-0128/2005

Voor: 43

ALDE: Onyszkiewicz, Sbarbati

GUE/NGL: McDonald, Meijer, Seppänen, Sjöstedt, Svensson

IND/DEM: Adwent, Blokland, Bonde, Chruszcz, Coûteaux, Giertych, Grabowski, Krupa, Louis, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Tomczak, Wierzejski

NI: Baco, Battilocchio, Belohorská, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, De Michelis, Kozlík

UEN: Bielan, Janowski, Kamiński, Roszkowski, Szymański, Zīle

Verts/ALE: Auken, Beer, Bennahmias, Hudghton, Jonckheer, Lambert, Romeva i Rueda, Schlyter, Turmes

Tegen: 512

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Bourlanges, Bowles, Budreikaitė, Busk, Carlshamre, Chiesa, Cocilovo, Costa, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Di Pietro, Duff, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Gibault, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lax, Lehideux, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Ortuondo Larrea, Oviir, Polfer, Prodi, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Brie, Catania, Figueiredo, Henin, Kohlíček, Markov, Morgantini, Musacchio, Portas, Ransdorf, Rizzo

IND/DEM: Batten, Bloom, Booth, Borghezio, Clark, Farage, Goudin, Knapman, Lundgren, Nattrass, Speroni, Titford, Whittaker, Wise

NI: Bobošíková, Lang, Masiel, Mölzer, Resetarits, Romagnoli, Schenardi

PPE-DE: Andrikienė, Ashworth, Atkins, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Böge, Bonsignore, Bowis, Bradbourn, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Cabrnoch, Callanan, Carollo, Casa, Caspary, Castiglione, del Castillo Vera, Cederschiöld, Chmielewski, Coelho, De Poli, Descamps, Deß, Deva, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Evans Jonathan, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Fontaine, Fraga Estévez, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Gräßle, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Hökmark, Hoppenstedt, Hortefeux, Hudacký, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kamall, Karas, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Kuźmiuk, Landsbergis, Langen, Laschet, Lechner, Lehne, Lewandowski, Liese, Lombardo, López-Istúriz White, Lulling, McGuinness, McMillan-Scott, Mann Thomas, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Matsis, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Nicholson, Niebler, van Nistelrooij, Olajos, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Poettering, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Seeber, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Šťastný, Stenzel, Stevenson, Stubb, Sturdy, Sudre, Sumberg, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Wuermeling, Záborská, Zahradil, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec, Zvěřina, Zwiefka

PSE: Andersson, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badía i Cutchet, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berlinguer, Berman, Bösch, Bono, Bozkurt, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Cottigny, D'Alema, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, Duin, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Gomes, Grabowska, Grech, Gröner, Gruber, Gurmai, Guy-Quint, Hamon, Harangozó, Hasse Ferreira, Haug, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Herczog, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kristensen, Kuc, Kuhne, Lambrinidis, Lavarra, Lehtinen, Leinen, Lévai, Liberadzki, Locatelli, McAvan, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Myller, Napoletano, Obiols i Germà, Paasilinna, Panzeri, Peillon, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Prets, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rosati, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Schapira, Scheele, Schulz, Segelström, Sifunakis, Skinner, Sornosa Martínez, Stihler, Swoboda, Szejna, Tarand, Thomsen, Titley, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weber Henri, Weiler, Westlund, Whitehead, Wiersma, Wynn, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

UEN: Angelilli, Berlato, Camre, Crowley, Didžiokas, Foglietta, Krasts, Kristovskis, La Russa, Muscardini, Musumeci, Ó Neachtain, Pavilionis, Pirilli, Poli Bortone, Ryan, Tatarella

Verts/ALE: Breyer, Cramer, Flautre

Onthoudingen: 39

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Flasarová, Guerreiro, Kaufmann, Liotard, Maštálka, Papadimoulis, Pflüger, Strož, Uca, Verges, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Železný

NI: Allister, Claeys, Dillen, Mote, Vanhecke

PPE-DE: Demetriou

Verts/ALE: Aubert, van Buitenen, Cohn-Bendit, Evans Jillian, Frassoni, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Hassi, Horáček, Kusstatscher, Onesta, Rühle, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Voggenhuber, Ždanoka

21. Verslag Poli Bortone A6-0128/2005

Voor: 458

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Bourlanges, Bowles, Budreikaitė, Carlshamre, Chiesa, Cocilovo, Costa, Davies, De Sarnez, Di Pietro, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Gibault, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Juknevičienė, Kacin, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lax, Lehideux, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Ortuondo Larrea, Oviir, Pannella, Polfer, Prodi, Samuelsen, Savi, Sbarbati, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Adamou, Brie, Flasarová, Kaufmann, Maštálka, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Verges, Zimmer

IND/DEM: Adwent, Blokland, Borghezio, Chruszcz, Coûteaux, Giertych, Goudin, Grabowski, Krupa, Louis, Lundgren, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Speroni, Tomczak, Wierzejski

NI: Baco, Battilocchio, Belohorská, Bobošíková, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, De Michelis, Kozlík, Masiel, Resetarits

PPE-DE: Andrikienė, Antoniozzi, Ashworth, Atkins, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Böge, Bowis, Bradbourn, Brejc, Brepoels, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Cabrnoch, Callanan, Carollo, Casa, Caspary, Castiglione, del Castillo Vera, Cederschiöld, Chmielewski, Coelho, Daul, Demetriou, De Poli, Descamps, Deß, Deva, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Evans Jonathan, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Fontaine, Fraga Estévez, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Gräßle, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kamall, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kuźmiuk, Landsbergis, Langen, Langendries, Laschet, Lechner, Lehne, Lewandowski, Liese, Lombardo, López-Istúriz White, McGuinness, McMillan-Scott, Mann Thomas, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Matsis, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Nicholson, Niebler, van Nistelrooij, Olajos, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Pieper, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Poettering, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Seeber, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stevenson, Stubb, Sturdy, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Thyssen, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Wuermeling, Záborská, Zahradil, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec, Zvěřina, Zwiefka

PSE: Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badía i Cutchet, Beňová, Berger, Berman, Bösch, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carnero González, Casaca, Cercas, D'Alema, De Keyser, De Rossa, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, Duin, Estrela, Ettl, Falbr, Fernandes, Ferreira Elisa, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Glante, Goebbels, Gomes, Grabowska, Grech, Gröner, Gruber, Guy-Quint, Hänsch, Harangozó, Hasse Ferreira, Haug, Hegyi, Herczog, Hutchinson, Ilves, Jöns, Kindermann, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuc, Kuhne, Lavarra, Lehtinen, Leinen, Liberadzki, Locatelli, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Mikko, Moreno Sánchez, Muscat, Napoletano, Paasilinna, Pahor, Panzeri, Piecyk, Pinior, Pittella, Pleguezuelos Aguilar, Prets, Rapkay, Riera Madurell, Rosati, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Schapira, Scheele, Schulz, Sornosa Martínez, Swoboda, Szejna, Tarand, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vaugrenard, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weber Henri, Weiler, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

UEN: Angelilli, Berlato, Bielan, Crowley, Foglietta, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, La Russa, Muscardini, Ó Neachtain, Pirilli, Poli Bortone, Roszkowski, Ryan, Szymański, Tatarella, Zīle

Verts/ALE: de Groen-Kouwenhoven

Tegen: 116

ALDE: Busk, Degutis, Drčar Murko, Duff, Jensen, Karim, Ries

GUE/NGL: Agnoletto, Catania, Guerreiro, Henin, Kohlíček, Meijer, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Ransdorf, Seppänen, Sjöstedt, Strož

IND/DEM: Batten, Bloom, Bonde, Booth, Clark, Farage, Knapman, Nattrass, Titford, Whittaker, Wise

NI: Allister, Lang, Mölzer, Mote, Schenardi

PPE-DE: Březina, Kušķis, Sumberg, Tannock

PSE: Andersson, Arnaoutakis, Beglitis, Berès, van den Berg, Bozkurt, Cashman, Christensen, Corbett, Corbey, Cottigny, Evans Robert, Ferreira Anne, Ford, Gill, Gurmai, Hamon, Hedh, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, Jørgensen, Kinnock, Kristensen, Lambrinidis, McAvan, Martin David, Mastenbroek, Matsouka, Moraes, Morgan, Moscovici, Myller, Obiols i Germà, Reynaud, Sifunakis, Skinner, Stihler, Titley, Westlund, Whitehead, Wynn

UEN: Pavilionis

Verts/ALE: Aubert, Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Cohn-Bendit, Cramer, Evans Jillian, Flautre, Frassoni, Hammerstein Mintz, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Kusstatscher, Lambert, Lichtenberger, Lucas, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Onthoudingen: 15

GUE/NGL: de Brún, Figueiredo, Liotard, McDonald, Markov, Wagenknecht

NI: Claeys, Dillen, Vanhecke

PSE: Rasmussen, Wiersma

UEN: Camre, Didžiokas, Musumeci

Verts/ALE: van Buitenen

22. Verslag Scheele A6-0124/2005

Voor: 50

ALDE: Di Pietro

GUE/NGL: McDonald, Seppänen, Sjöstedt, Svensson

IND/DEM: Adwent, Blokland, Bonde, Borghezio, Chruszcz, Coûteaux, Giertych, Goudin, Grabowski, Krupa, Louis, Lundgren, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Speroni, Tomczak, Wierzejski, Železný

NI: Allister, Claeys, Czarnecki Marek Aleksander, Czarnecki Ryszard, Dillen, Lang, Mölzer, Romagnoli, Schenardi, Vanhecke

PPE-DE: Carollo, Cederschiöld, Chmielewski, Záborská

UEN: Bielan, Camre, Janowski, Kamiński, Muscardini, Roszkowski, Szymański

Verts/ALE: Auken, Flautre, Jonckheer, Lucas, Schlyter

Tegen: 482

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Bowles, Budreikaitė, Busk, Carlshamre, Chiesa, Cocilovo, Costa, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Drčar Murko, Duff, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Gibault, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lax, Lehideux, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Ortuondo Larrea, Polfer, Prodi, Ries, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Sbarbati, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski

GUE/NGL: Brie

IND/DEM: Batten, Booth, Clark, Knapman, Nattrass, Titford, Whittaker, Wise

NI: Battilocchio, Belohorská, Bobošíková, De Michelis, Kozlík, Masiel, Resetarits

PPE-DE: Andrikienė, Antoniozzi, Ashworth, Atkins, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Böge, Bonsignore, Bowis, Bradbourn, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Cabrnoch, Callanan, Casa, Caspary, Castiglione, Coelho, Daul, Demetriou, Descamps, Deß, Deva, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Gräßle, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Hökmark, Hoppenstedt, Hortefeux, Hudacký, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kamall, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Kuźmiuk, Landsbergis, Langen, Langendries, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lombardo, López-Istúriz White, Lulling, McGuinness, McMillan-Scott, Mann Thomas, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Matsis, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Nicholson, Niebler, van Nistelrooij, Olajos, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Pieper, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Poettering, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Seeber, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stevenson, Stubb, Sturdy, Sudre, Sumberg, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Van Orden, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Wuermeling, Zahradil, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec, Zvěřina, Zwiefka

PSE: Andersson, Arnaoutakis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badía i Cutchet, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berman, Bösch, Bono, Bozkurt, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Cottigny, D'Alema, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, Duin, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Gomes, Grabowska, Grech, Gröner, Gruber, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Harangozó, Hasse Ferreira, Haug, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Herczog, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Kreissl-Dörfler, Kristensen, Kuc, Kuhne, Lambrinidis, Lavarra, Le Foll, Lehtinen, Leinen, Lévai, Liberadzki, Locatelli, McAvan, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Myller, Napoletano, Obiols i Germà, Paasilinna, Pahor, Panzeri, Peillon, Pinior, Pleguezuelos Aguilar, Prets, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rosati, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Schapira, Scheele, Schulz, Segelström, Sifunakis, Skinner, Sornosa Martínez, Stihler, Swoboda, Tarand, Thomsen, Titley, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weber Henri, Weiler, Westlund, Whitehead, Wiersma, Wynn, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

UEN: Angelilli, Berlato, Crowley, Didžiokas, Foglietta, La Russa, Musumeci, Ó Neachtain, Pavilionis, Pirilli, Poli Bortone, Ryan, Tatarella

Verts/ALE: Cohn-Bendit, Hudghton, Onesta

Onthoudingen: 54

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Catania, de Brún, Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Guidoni, Henin, Kaufmann, Kohlíček, Liotard, Markov, Maštálka, Meijer, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Ransdorf, Strož, Triantaphyllides, Uca, Verges, Wagenknecht, Zimmer

NI: Mote

UEN: Krasts, Kristovskis, Zīle

Verts/ALE: Aubert, Beer, Breyer, van Buitenen, Cramer, Evans Jillian, Frassoni, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Hassi, Horáček, Isler Béguin, Kusstatscher, Lambert, Lichtenberger, Romeva i Rueda, Rühle, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Voggenhuber, Ždanoka

23. Verslag Scheele A6-0124/2005

Voor: 51

GUE/NGL: de Brún, McDonald, Seppänen, Sjöstedt, Svensson

IND/DEM: Adwent, Blokland, Bonde, Borghezio, Chruszcz, Giertych, Goudin, Grabowski, Krupa, Louis, Lundgren, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Speroni, Tomczak, Wierzejski, Železný

NI: Czarnecki Ryszard, Dillen, Lang, Mölzer, Romagnoli, Schenardi

UEN: Angelilli, Berlato, Bielan, Camre, Foglietta, Janowski, Kamiński, Kristovskis, La Russa, Muscardini, Musumeci, Pirilli, Poli Bortone, Roszkowski, Szymański, Tatarella, Zīle

Verts/ALE: Auken, Bennahmias, Hudghton, Lucas, Schlyter

Tegen: 485

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Bowles, Budreikaitė, Busk, Carlshamre, Chiesa, Cocilovo, Costa, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Drčar Murko, Duff, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Gibault, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lax, Lehideux, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Ortuondo Larrea, Pannella, Polfer, Prodi, Ries, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Sbarbati, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis

GUE/NGL: Brie

IND/DEM: Batten, Booth, Clark, Knapman, Nattrass, Titford, Whittaker, Wise

NI: Battilocchio, Belohorská, Bobošíková, De Michelis, Kozlík, Masiel, Resetarits

PPE-DE: Andrikienė, Antoniozzi, Atkins, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Böge, Bonsignore, Bowis, Bradbourn, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Cabrnoch, Callanan, Carollo, Casa, Caspary, Castiglione, del Castillo Vera, Cederschiöld, Chmielewski, Coelho, Daul, Demetriou, Descamps, Deß, Deva, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Gräßle, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Hökmark, Hoppenstedt, Hortefeux, Hudacký, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kamall, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Kuźmiuk, Landsbergis, Langen, Langendries, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lombardo, López-Istúriz White, Lulling, McGuinness, McMillan-Scott, Mann Thomas, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Matsis, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Nicholson, Niebler, van Nistelrooij, Olajos, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Pieper, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Poettering, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Seeber, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stevenson, Stubb, Sturdy, Sudre, Sumberg, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Wuermeling, Záborská, Zahradil, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec, Zvěřina, Zwiefka

PSE: Andersson, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badía i Cutchet, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berman, Bösch, Bono, Bozkurt, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Cottigny, D'Alema, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, Duin, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Gomes, Grabowska, Grech, Gröner, Gruber, Gurmai, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Harangozó, Hasse Ferreira, Haug, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Herczog, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kristensen, Kuc, Kuhne, Lavarra, Le Foll, Lehtinen, Leinen, Lévai, Liberadzki, Locatelli, McAvan, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Myller, Napoletano, Obiols i Germà, Paasilinna, Pahor, Panzeri, Peillon, Piecyk, Pinior, Pleguezuelos Aguilar, Prets, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rosati, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Schapira, Scheele, Schulz, Segelström, Skinner, Sornosa Martínez, Stihler, Swoboda, Szejna, Tarand, Thomsen, Titley, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weber Henri, Weiler, Westlund, Whitehead, Wiersma, Wynn, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

UEN: Crowley, Didžiokas, Ó Neachtain, Pavilionis, Ryan

Verts/ALE: Jonckheer, Turmes

Onthoudingen: 56

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Catania, Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Guidoni, Henin, Kaufmann, Kohlíček, Liotard, Maštálka, Meijer, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Ransdorf, Strož, Triantaphyllides, Uca, Verges, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Coûteaux

NI: Claeys, Mote, Vanhecke

UEN: Krasts

Verts/ALE: Aubert, Beer, Breyer, van Buitenen, Cohn-Bendit, Cramer, Evans Jillian, Flautre, Frassoni, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Hassi, Horáček, Isler Béguin, Kusstatscher, Lambert, Lichtenberger, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Voggenhuber, Ždanoka

24. Verslag Scheele A6-0124/2005

Voor: 516

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Bowles, Budreikaitė, Busk, Carlshamre, Chiesa, Cocilovo, Costa, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Di Pietro, Drčar Murko, Duff, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Gibault, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lax, Lehideux, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Ortuondo Larrea, Pannella, Polfer, Prodi, Ries, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Sbarbati, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis

GUE/NGL: Brie, Flasarová, Maštálka, Strož, Triantaphyllides, Zimmer

IND/DEM: Adwent, Blokland, Borghezio, Chruszcz, Coûteaux, Giertych, Grabowski, Louis, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Speroni, Tomczak, Wierzejski, Železný

NI: Battilocchio, Belohorská, Bobošíková, Claeys, Czarnecki Ryszard, De Michelis, Dillen, Kozlík, Lang, Masiel, Mölzer, Resetarits, Romagnoli, Schenardi, Vanhecke

PPE-DE: Andrikienė, Antoniozzi, Atkins, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Böge, Bonsignore, Bowis, Bradbourn, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Cabrnoch, Callanan, Carollo, Casa, Caspary, Castiglione, del Castillo Vera, Cederschiöld, Chmielewski, Coelho, Daul, Demetriou, Descamps, Deß, Deva, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Dombrovskis, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Esteves, Eurlings, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Gräßle, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Hökmark, Hoppenstedt, Hortefeux, Hudacký, Ibrisagic, Itälä, Iturgaiz Angulo, Jackson, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kamall, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Kuźmiuk, Landsbergis, Langen, Langendries, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lombardo, López-Istúriz White, McGuinness, McMillan-Scott, Mann Thomas, Marques, Martens, Mathieu, Mato Adrover, Matsis, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Nicholson, Niebler, van Nistelrooij, Olajos, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Pieper, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Poettering, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Seeber, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stevenson, Stubb, Sturdy, Sudre, Sumberg, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Záborská, Zahradil, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec, Zvěřina, Zwiefka

PSE: Andersson, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badía i Cutchet, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berlinguer, Berman, Bösch, Bono, Bozkurt, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Cottigny, D'Alema, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, Duin, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Gomes, Grabowska, Grech, Gröner, Gruber, Guy-Quint, Hänsch, Hamon, Harangozó, Hasse Ferreira, Haug, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Herczog, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kristensen, Kuc, Kuhne, Lambrinidis, Lavarra, Le Foll, Leinen, Lévai, Liberadzki, Locatelli, McAvan, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Matsouka, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Myller, Napoletano, Obiols i Germà, Paasilinna, Pahor, Panzeri, Peillon, Piecyk, Pinior, Pleguezuelos Aguilar, Prets, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rosati, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Schapira, Scheele, Schulz, Segelström, Sifunakis, Skinner, Sornosa Martínez, Stihler, Swoboda, Szejna, Tarand, Thomsen, Titley, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weber Henri, Weiler, Westlund, Whitehead, Wiersma, Wynn, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

UEN: Angelilli, Berlato, Bielan, Crowley, Didžiokas, Foglietta, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, La Russa, Muscardini, Musumeci, Ó Neachtain, Pavilionis, Pirilli, Poli Bortone, Roszkowski, Ryan, Tatarella, Zīle

Tegen: 69

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Catania, de Brún, Figueiredo, Guerreiro, Guidoni, Henin, Kaufmann, Kohlíček, Liotard, McDonald, Meijer, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Ransdorf, Rizzo, Seppänen, Svensson, Uca, Verges, Wagenknecht

IND/DEM: Batten, Bonde, Booth, Clark, Goudin, Knapman, Lundgren, Nattrass, Titford, Whittaker, Wise

NI: Mote

PPE-DE: Wuermeling

PSE: Gurmai

Verts/ALE: Aubert, Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Cohn-Bendit, Cramer, Evans Jillian, Flautre, Frassoni, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Kusstatscher, Lambert, Lucas, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Voggenhuber, Ždanoka

Onthoudingen: 6

GUE/NGL: Morgantini

IND/DEM: Krupa

NI: Allister

PSE: Lehtinen

UEN: Camre

Verts/ALE: van Buitenen

25. Verslag Malmström A6-0135/2005

Voor: 341

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Bowles, Budreikaitė, Busk, Carlshamre, Cocilovo, Costa, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Di Pietro, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Gibault, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lax, Lehideux, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Oviir, Pannella, Polfer, Prodi, Ries, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Sbarbati, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Wallis

GUE/NGL: Liotard, Meijer, Triantaphyllides

IND/DEM: Adwent, Blokland, Borghezio, Chruszcz, Coûteaux, Giertych, Grabowski, Krupa, Louis, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Tomczak, Wierzejski, Železný

NI: Battilocchio, Claeys, Czarnecki Ryszard, De Michelis, Dillen, Lang, Masiel, Mölzer, Resetarits, Schenardi, Vanhecke

PPE-DE: Andrikienė, Antoniozzi, Atkins, Bachelot-Narquin, Bauer, Beazley, Becsey, Böge, Bowis, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Cabrnoch, Callanan, Carollo, Casa, Caspary, Castiglione, del Castillo Vera, Cederschiöld, Chmielewski, Coelho, Daul, Demetriou, Descamps, Deß, Deva, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Eurlings, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Friedrich, Gahler, Gál, Gaľa, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Gräßle, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Ibrisagic, Iturgaiz Angulo, Jackson, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kamall, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Kuźmiuk, Landsbergis, Langen, Langendries, Laschet, Lechner, Liese, López-Istúriz White, Lulling, McGuinness, Mann Thomas, Marques, Martens, Mato Adrover, Matsis, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Niebler, van Nistelrooij, Olajos, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Pieper, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Poettering, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Pál, Schöpflin, Schröder, Schwab, Seeber, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stevenson, Stubb, Sturdy, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Záborská, Zahradil, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec, Zvěřina, Zwiefka

PSE: Correia, Cottigny, García Pérez, Geringer de Oedenberg, Grabowska, Ilves, Kindermann, Lehtinen, Lévai, Liberadzki, Mikko, Pahor, Rosati, Szejna, Tarand, Van Lancker

UEN: Angelilli, Berlato, Bielan, Camre, Didžiokas, Foglietta, Janowski, Krasts, Kristovskis, Muscardini, Musumeci, Ó Neachtain, Pavilionis, Poli Bortone, Roszkowski, Ryan, Szymański, Zīle

Tegen: 183

ALDE: Chiesa

GUE/NGL: de Brún, Flasarová, Guerreiro, Henin, Kohlíček, McDonald, Maštálka, Pflüger, Ransdorf, Seppänen, Sjöstedt, Strož, Svensson, Wagenknecht

IND/DEM: Goudin, Lundgren

NI: Belohorská, Romagnoli

PPE-DE: Nassauer

PSE: Andersson, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badía i Cutchet, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berlinguer, Berman, Bösch, Bono, Bozkurt, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, D'Alema, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, Duin, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fernandes, Ferreira Elisa, Fruteau, Gebhardt, Gill, Goebbels, Grech, Gröner, Gruber, Gurmai, Hänsch, Hamon, Hasse Ferreira, Haug, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Herczog, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Jöns, Jørgensen, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Kreissl-Dörfler, Kristensen, Kuc, Kuhne, Lambrinidis, Lavarra, Le Foll, Leinen, Locatelli, McAvan, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Matsouka, Medina Ortega, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Myller, Napoletano, Obiols i Germà, Paasilinna, Peillon, Pinior, Pleguezuelos Aguilar, Prets, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Schapira, Scheele, Segelström, Skinner, Sornosa Martínez, Stihler, Swoboda, Thomsen, Titley, Valenciano Martínez-Orozco, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weber Henri, Weiler, Westlund, Whitehead, Wiersma, Wynn, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

Verts/ALE: Aubert, Auken, Beer, Breyer, Cohn-Bendit, Cramer, Evans Jillian, Flautre, Hammerstein Mintz, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Kusstatscher, Lambert, Lichtenberger, Lucas, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Ždanoka

Onthoudingen: 34

ALDE: Drčar Murko

GUE/NGL: Adamou, Brie, Catania, Figueiredo, Guidoni, Kaufmann, Musacchio, Papadimoulis, Portas, Rizzo, Uca, Zimmer

IND/DEM: Batten, Bloom, Bonde, Booth, Clark, Farage, Knapman, Nattrass, Speroni, Titford, Whittaker, Wise

NI: Baco, Bobošíková, Kozlík, Mote

PPE-DE: Esteves, Itälä

PSE: Gierek

Verts/ALE: van Buitenen, de Groen-Kouwenhoven

26. Verslag Malmström A6-0135/2005

Voor: 66

ALDE: Andrejevs, Onyszkiewicz, Staniszewska, Starkevičiūtė, Toia

GUE/NGL: de Brún, McDonald, Sjöstedt, Svensson

IND/DEM: Adwent, Blokland, Bonde, Borghezio, Chruszcz, Giertych, Goudin, Grabowski, Krupa, Louis, Lundgren, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Speroni, Tomczak, Wierzejski

NI: Claeys, Czarnecki Ryszard, Dillen, Lang, Masiel, Mölzer, Romagnoli, Schenardi, Vanhecke

PPE-DE: Kušķis, Landsbergis, Queiró, Záborská

PSE: Christensen, Ilves, Jørgensen, Kristensen, Mikko, Pahor, Tarand, Thomsen

UEN: Angelilli, Berlato, Bielan, Camre, Crowley, Didžiokas, Foglietta, Janowski, Krasts, Kristovskis, Muscardini, Musumeci, Ó Neachtain, Pavilionis, Poli Bortone, Roszkowski, Ryan, Szymański, Zīle

Tegen: 492

ALDE: Alvaro, Andria, Attwooll, Beaupuy, Bowles, Budreikaitė, Busk, Carlshamre, Chiesa, Cocilovo, Costa, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Di Pietro, Drčar Murko, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Gibault, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Krahmer, Lambsdorff, Laperrouze, Lax, Lehideux, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Oviir, Pannella, Polfer, Prodi, Ries, Riis-Jørgensen, Savi, Sbarbati, Schuth, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Brie, Catania, Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Guidoni, Henin, Kaufmann, Kohlíček, Liotard, Maštálka, Meijer, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Ransdorf, Seppänen, Strož, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht, Zimmer

NI: Battilocchio, Belohorská, Bobošíková, De Michelis, Mote, Resetarits

PPE-DE: Andrikienė, Antoniozzi, Atkins, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Böge, Bonsignore, Bowis, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Cabrnoch, Callanan, Carollo, Casa, Caspary, Castiglione, del Castillo Vera, Cederschiöld, Chmielewski, Coelho, Daul, Demetriou, Descamps, Deß, Deva, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Elles, Eurlings, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Friedrich, Gál, Gaľa, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Gräßle, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Ibrisagic, Itälä, Jackson, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kamall, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kuźmiuk, Langen, Langendries, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lombardo, López-Istúriz White, Lulling, McGuinness, McMillan-Scott, Mann Thomas, Marques, Martens, Mato Adrover, Matsis, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Niebler, van Nistelrooij, Olajos, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Pieper, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Poettering, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Seeber, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stevenson, Stubb, Sturdy, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Wuermeling, Zahradil, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec, Zvěřina, Zwiefka

PSE: Andersson, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badía i Cutchet, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berlinguer, Berman, Bösch, Bono, Bozkurt, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, D'Alema, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, Duin, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Gomes, Grabowska, Grech, Gröner, Gruber, Gurmai, Hänsch, Hamon, Harangozó, Hasse Ferreira, Haug, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Jöns, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuc, Kuhne, Lambrinidis, Lavarra, Le Foll, Lehtinen, Leinen, Lévai, Liberadzki, Locatelli, McAvan, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Myller, Napoletano, Obiols i Germà, Paasilinna, Panzeri, Peillon, Piecyk, Pinior, Pleguezuelos Aguilar, Prets, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Schapira, Scheele, Schulz, Segelström, Sifunakis, Skinner, Sornosa Martínez, Stihler, Swoboda, Szejna, Titley, Van Lancker, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weiler, Westlund, Whitehead, Wiersma, Wynn, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

Verts/ALE: Aubert, Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Cohn-Bendit, Cramer, Evans Jillian, Flautre, Frassoni, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Kusstatscher, Lambert, Lichtenberger, Lucas, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Ždanoka

Onthoudingen: 18

ALDE: Kułakowski

IND/DEM: Batten, Bloom, Booth, Clark, Coûteaux, Farage, Knapman, Nattrass, Titford, Whittaker, Wise, Železný

NI: Baco, Kozlík

PPE-DE: Esteves

PSE: Rosati

Verts/ALE: van Buitenen

27. Verslag Malmström A6-0135/2005

Voor: 154

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Bowles, Budreikaitė, Busk, Carlshamre, Cocilovo, Costa, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Drčar Murko, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Gibault, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lax, Lehideux, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Oviir, Pannella, Polfer, Prodi, Ries, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Sbarbati, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis

GUE/NGL: Adamou, de Brún, Liotard, McDonald, Meijer, Sjöstedt, Svensson

IND/DEM: Bonde, Borghezio, Krupa, Louis, Pęk, Piotrowski, Speroni, Tomczak

NI: Battilocchio, De Michelis, Resetarits

PPE-DE: Gutiérrez-Cortines, Kamall, Landsbergis, Lombardo, Stubb, Ulmer

PSE: Busquin, Christensen, Désir, Ilves, Jørgensen, Kristensen, Lévai, Mann Erika, Mikko, Pahor, Rasmussen, Rosati, Tarand

UEN: Angelilli, Berlato, Bielan, Camre, Foglietta, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, La Russa, Musumeci, Pavilionis, Pirilli, Poli Bortone, Roszkowski, Szymański, Tatarella

Verts/ALE: Aubert, Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Cohn-Bendit, Cramer, Evans Jillian, Flautre, Frassoni, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Kusstatscher, Lambert, Lichtenberger, Lucas, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Ždanoka

Tegen: 397

ALDE: Chiesa, Di Pietro

GUE/NGL: Brie, Catania, Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Guidoni, Henin, Kaufmann, Kohlíček, Maštálka, Musacchio, Papadimoulis, Portas, Ransdorf, Rizzo, Seppänen, Strož, Triantaphyllides, Uca, Zimmer

IND/DEM: Adwent, Blokland, Chruszcz, Coûteaux, Giertych, Grabowski, Rogalski, Wierzejski, Železný

NI: Bobošíková, Claeys, Czarnecki Ryszard, Dillen, Lang, Masiel, Mölzer, Mote, Romagnoli, Schenardi, Vanhecke

PPE-DE: Andrikienė, Antoniozzi, Atkins, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Böge, Bowis, Brejc, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Cabrnoch, Callanan, Carollo, Casa, Caspary, Castiglione, del Castillo Vera, Cederschiöld, Chmielewski, Coelho, Daul, Demetriou, Descamps, Deß, Deva, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Eurlings, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Gál, Gaľa, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Gräßle, Grosch, Grossetête, Guellec, Gyürk, Handzlik, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Ibrisagic, Itälä, Jackson, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Kuźmiuk, Langen, Langendries, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, López-Istúriz White, Lulling, McGuinness, McMillan-Scott, Mann Thomas, Marques, Martens, Mato Adrover, Matsis, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Niebler, van Nistelrooij, Olajos, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Pieper, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Poettering, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Seeber, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stevenson, Sturdy, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Trakatellis, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Weisgerber, Wieland, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Wuermeling, Záborská, Zahradil, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec, Zvěřina, Zwiefka

PSE: Andersson, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badía i Cutchet, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berlinguer, Berman, Bösch, Bono, Bozkurt, van den Burg, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, D'Alema, De Keyser, De Rossa, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, Duin, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Gomes, Grabowska, Grech, Gröner, Gruber, Gurmai, Hänsch, Hamon, Harangozó, Hasse Ferreira, Haug, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Jöns, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuc, Kuhne, Lambrinidis, Lavarra, Le Foll, Lehtinen, Liberadzki, Locatelli, McAvan, Madeira, Maňka, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Myller, Napoletano, Obiols i Germà, Paasilinna, Panzeri, Peillon, Piecyk, Pinior, Pleguezuelos Aguilar, Prets, Rapkay, Reynaud, Riera Madurell, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Schapira, Scheele, Schulz, Segelström, Skinner, Sornosa Martínez, Stihler, Swoboda, Szejna, Titley, Van Lancker, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weber Henri, Weiler, Westlund, Whitehead, Wiersma, Wynn, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

UEN: Crowley, Didžiokas, Ó Neachtain, Ryan

Onthoudingen: 21

GUE/NGL: Pflüger, Wagenknecht

IND/DEM: Batten, Bloom, Booth, Clark, Farage, Goudin, Knapman, Lundgren, Nattrass, Titford, Whittaker, Wise

NI: Baco, Belohorská, Kozlík

PPE-DE: Brepoels

PSE: Thomsen

UEN: Muscardini

Verts/ALE: van Buitenen

28. Verslag Malmström A6-0135/2005

Voor: 220

ALDE: Andrejevs, Chiesa, Di Pietro

GUE/NGL: Kohlíček, Maštálka, Strož

IND/DEM: Adwent, Bonde, Borghezio, Chruszcz, Giertych, Grabowski, Krupa, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Speroni, Tomczak, Wierzejski

NI: Bobošíková, Czarnecki Ryszard, Masiel

PPE-DE: Andrikienė, Antoniozzi, Atkins, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Böge, Bowis, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Cabrnoch, Callanan, Carollo, Casa, Caspary, Castiglione, del Castillo Vera, Cederschiöld, Chmielewski, Coelho, Daul, Demetriou, Descamps, Deß, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ehler, Esteves, Eurlings, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Friedrich, Gál, Gaľa, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Gräßle, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Ibrisagic, Itälä, Jackson, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kamall, Karas, Kasoulides, Kelam, Kirkhope, Klamt, Kratsa-Tsagaropoulou, Kušķis, Landsbergis, Langen, Langendries, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, López-Istúriz White, Lulling, McGuinness, McMillan-Scott, Mann Thomas, Marques, Martens, Mato Adrover, Matsis, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Niebler, van Nistelrooij, Olajos, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Pinheiro, Pleštinská, Podestà, Podkański, Poettering, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Seeber, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stevenson, Sturdy, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Weisgerber, Wieland, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Zahradil, Zappalà, Zatloukal, Zvěřina, Zwiefka

PSE: Ford, Hedh, Thomsen

UEN: Crowley, Ó Neachtain, Pavilionis, Ryan, Szymański

Tegen: 325

ALDE: Alvaro, Andria, Attwooll, Beaupuy, Bowles, Budreikaitė, Busk, Carlshamre, Cocilovo, Costa, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Drčar Murko, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Gibault, Guardans Cambó, Hall, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Kacin, Karim, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lax, Lehideux, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Oviir, Pannella, Prodi, Ries, Riis-Jørgensen, Savi, Sbarbati, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Brie, Catania, de Brún, Figueiredo, Guerreiro, Guidoni, Henin, Kaufmann, Liotard, McDonald, Meijer, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Ransdorf, Rizzo, Seppänen, Sjöstedt, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Blokland, Coûteaux, Železný

NI: Battilocchio, De Michelis, Dillen, Resetarits

PPE-DE: Bonsignore, Buzek, Deva, Ebner, Gawronski, Handzlik, Kaczmarek, Kauppi, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Kudrycka, Kuźmiuk, Lombardo, Mauro, Olbrycht, Pieper, Piskorski, Pomés Ruiz, Saryusz-Wolski, Stubb, von Wogau, Wuermeling, Záborská, Zaleski

PSE: Andersson, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badía i Cutchet, Beglitis, Beňová, van den Berg, Berger, Berlinguer, Berman, Bösch, Bono, Bozkurt, Bullmann, van den Burg, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, D'Alema, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, Duin, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Gomes, Grech, Gröner, Gruber, Gurmai, Hänsch, Hamon, Harangozó, Hasse Ferreira, Haug, Hedkvist Petersen, Hegyi, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kristensen, Kuc, Kuhne, Lambrinidis, Lavarra, Le Foll, Lehtinen, Leinen, Lévai, Liberadzki, Locatelli, McAvan, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Myller, Napoletano, Obiols i Germà, Paasilinna, Pahor, Panzeri, Peillon, Piecyk, Pinior, Pleguezuelos Aguilar, Prets, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rosati, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Schapira, Scheele, Schulz, Segelström, Sifunakis, Skinner, Sornosa Martínez, Stihler, Swoboda, Szejna, Tarand, Titley, Van Lancker, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weber Henri, Weiler, Westlund, Whitehead, Wiersma, Wynn, Yañez-Barnuevo García, Zani

UEN: Angelilli, Berlato, Bielan, Didžiokas, Foglietta, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, La Russa, Muscardini, Musumeci, Pirilli, Poli Bortone, Roszkowski, Tatarella, Zīle

Verts/ALE: Aubert, Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Cohn-Bendit, Cramer, Evans Jillian, Flautre, Frassoni, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Hassi, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Kusstatscher, Lambert, Lucas, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Ždanoka

Onthoudingen: 24

IND/DEM: Batten, Bloom, Booth, Clark, Farage, Goudin, Knapman, Louis, Lundgren, Nattrass, Titford, Whittaker, Wise

NI: Baco, Claeys, Kozlík, Lang, Mölzer, Mote, Romagnoli, Schenardi, Vanhecke

PPE-DE: Zieleniec

Verts/ALE: van Buitenen

29. Verslag Malmström A6-0135/2005

Voor: 364

ALDE: Andrejevs, Di Pietro, Nicholson of Winterbourne

GUE/NGL: Flasarová, Kohlíček, Maštálka, Strož

IND/DEM: Adwent, Bonde, Chruszcz, Giertych, Grabowski, Krupa, Pęk, Rogalski, Wierzejski

NI: Czarnecki Ryszard, Masiel

PPE-DE: Andrikienė, Antoniozzi, Atkins, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Böge, Bonsignore, Bowis, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Cabrnoch, Carollo, Casa, Caspary, Castiglione, del Castillo Vera, Cederschiöld, Chmielewski, Coelho, Daul, Demetriou, Descamps, Deß, De Veyrac, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Eurlings, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Fontaine, Fraga Estévez, Friedrich, Gál, Gaľa, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Gräßle, Grosch, Grossetête, Guellec, Gyürk, Harbour, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Ibrisagic, Itälä, Jackson, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Karas, Kasoulides, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Kratsa-Tsagaropoulou, Kušķis, Langen, Langendries, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, López-Istúriz White, Lulling, McGuinness, Mann Thomas, Marques, Martens, Mato Adrover, Matsis, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Niebler, van Nistelrooij, Olajos, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Pinheiro, Podestà, Podkański, Poettering, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Seeber, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stevenson, Sturdy, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Weisgerber, Wieland, Wuermeling, Zahradil, Zappalà, Zatloukal, Zvěřina

PSE: Andersson, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badía i Cutchet, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berlinguer, Berman, Bösch, Bono, Bozkurt, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, D'Alema, De Rossa, Díez González, Douay, Dührkop Dührkop, Duin, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Gomes, Grabowska, Gröner, Gruber, Gurmai, Hänsch, Hamon, Harangozó, Hasse Ferreira, Haug, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kristensen, Kuc, Kuhne, Lambrinidis, Lavarra, Le Foll, Leinen, Lévai, Liberadzki, McAvan, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Moraes, Moreno Sánchez, Moscovici, Muscat, Myller, Obiols i Germà, Paasilinna, Pahor, Peillon, Piecyk, Pinior, Pleguezuelos Aguilar, Prets, Rapkay, Reynaud, Riera Madurell, Rothe, Rouček, Roure, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Scheele, Schulz, Segelström, Skinner, Sornosa Martínez, Stihler, Swoboda, Szejna, Titley, Van Lancker, Vergnaud, Walter, Weber Henri, Weiler, Westlund, Wiersma, Wynn, Yañez-Barnuevo García

UEN: Crowley, Ó Neachtain, Pavilionis, Ryan

Verts/ALE: Aubert, Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Cohn-Bendit, Cramer, Evans Jillian, Flautre, Frassoni, de Groen-Kouwenhoven, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Kusstatscher, Lambert, Lichtenberger, Lucas, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Ždanoka

Tegen: 151

ALDE: Alvaro, Andria, Attwooll, Beaupuy, Bowles, Budreikaitė, Busk, Carlshamre, Cocilovo, Costa, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Drčar Murko, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Gibault, Guardans Cambó, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Laperrouze, Lax, Lehideux, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Onyszkiewicz, Oviir, Pannella, Polfer, Prodi, Ries, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Sbarbati, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Brie, Catania, de Brún, Figueiredo, Guerreiro, Guidoni, Henin, Kaufmann, Liotard, McDonald, Meijer, Musacchio, Papadimoulis, Portas, Ransdorf, Rizzo, Seppänen, Sjöstedt, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Zimmer

IND/DEM: Blokland, Borghezio, Coûteaux, Louis, Piotrowski, Speroni, Tomczak, Železný

NI: Battilocchio, De Michelis, Resetarits

PPE-DE: Buzek, Ebner, Gawronski, Gutiérrez-Cortines, Handzlik, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Kaczmarek, Kauppi, Klich, Koch, Kudrycka, Kuźmiuk, Landsbergis, Olbrycht, Pieper, Piskorski, Pleštinská, Saryusz-Wolski, Stubb, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Záborská, Zaleski

PSE: Lehtinen, Mikko, Panzeri, Rasmussen, Rosati, Sacconi, Tarand, Vincenzi, Zani, Zingaretti

UEN: Berlato, Bielan, Didžiokas, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Musumeci, Pirilli, Poli Bortone, Roszkowski, Szymański, Tatarella, Zīle

Verts/ALE: Jonckheer

Onthoudingen: 32

ALDE: Chiesa

GUE/NGL: Pflüger, Wagenknecht

IND/DEM: Batten, Bloom, Clark, Farage, Goudin, Knapman, Lundgren, Nattrass, Whittaker, Wise

NI: Baco, Bobošíková, Claeys, Dillen, Kozlík, Lang, Mölzer, Mote, Romagnoli, Schenardi, Vanhecke

PPE-DE: Konrad, McMillan-Scott, Zieleniec, Zwiefka

PSE: Locatelli

UEN: Camre, Muscardini

Verts/ALE: van Buitenen

30. Verslag Malmström A6-0135/2005

Voor: 370

ALDE: Alvaro, Andria, Attwooll, Beaupuy, Bowles, Budreikaitė, Busk, Carlshamre, Chiesa, Cocilovo, Costa, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Di Pietro, Drčar Murko, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Gibault, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Lax, Lehideux, Ludford, Maaten, Malmström, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Oviir, Pannella, Polfer, Prodi, Ries, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Sbarbati, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis

GUE/NGL: Agnoletto, Flasarová, Maštálka, Meijer, Morgantini, Strož

IND/DEM: Bonde, Goudin, Lundgren

NI: Battilocchio, De Michelis, Resetarits

PPE-DE: Andrikienė, Antoniozzi, Ayuso González, Bauer, Beazley, Belet, Böge, Bowis, Březina, Brok, Busuttil, Buzek, Cabrnoch, Casa, Caspary, Chmielewski, Demetriou, De Poli, Descamps, Deß, Deva, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Doyle, Ebner, Ehler, Esteves, Eurlings, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fraga Estévez, Friedrich, García-Margallo y Marfil, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gklavakis, Gomolka, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Jackson, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Karas, Kasoulides, Klamt, Klaß, Kratsa-Tsagaropoulou, Langen, Laschet, Lechner, Lehne, Lulling, Mann Thomas, Marques, Martens, Matsis, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Nassauer, Niebler, van Nistelrooij, Oomen-Ruijten, Őry, Pack, Pálfi, Papastamkos, Parish, Pieper, Poettering, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Ribeiro e Castro, Rübig, Salafranca Sánchez-Neyra, Sartori, Saryusz-Wolski, Schmitt Pál, Škottová, Šťastný, Stenzel, Stevenson, Sturdy, Sudre, Surján, Tajani, Tannock, Thyssen, Trakatellis, Vidal-Quadras Roca, Wieland, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Wuermeling, Záborská, Zahradil, Zappalà

PSE: Andersson, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badía i Cutchet, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berman, Bösch, Bono, Bozkurt, Bullmann, van den Burg, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, D'Alema, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Gomes, Grabowska, Grech, Gröner, Gruber, Gurmai, Hänsch, Haug, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Herczog, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kristensen, Kuc, Kuhne, Lambrinidis, Lavarra, Le Foll, Lehtinen, Leinen, Lévai, Liberadzki, Locatelli, McAvan, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Myller, Napoletano, Obiols i Germà, Paasilinna, Panzeri, Peillon, Piecyk, Pinior, Pleguezuelos Aguilar, Prets, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rosati, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Sánchez Presedo, dos Santos, Schapira, Scheele, Schulz, Segelström, Sifunakis, Stihler, Swoboda, Szejna, Thomsen, Titley, Van Lancker, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weber Henri, Weiler, Westlund, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zani, Zingaretti

UEN: Camre

Verts/ALE: Aubert, Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, Cohn-Bendit, Cramer, Evans Jillian, Frassoni, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Hassi, Horáček, Hudghton, Kusstatscher, Lambert, Lichtenberger, Lucas, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes

Tegen: 114

ALDE: Andrejevs

GUE/NGL: Adamou, Brie, Catania, de Brún, Figueiredo, Guerreiro, Guidoni, Henin, Kaufmann, Kohlíček, McDonald, Musacchio, Papadimoulis, Portas, Ransdorf, Rizzo, Seppänen, Svensson, Triantaphyllides, Zimmer

IND/DEM: Adwent, Blokland, Borghezio, Chruszcz, Coûteaux, Giertych, Grabowski, Krupa, Louis, Nattrass, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Tomczak, Wierzejski

NI: Belohorská, Claeys, Czarnecki Ryszard, Dillen, Masiel, Mölzer, Mote, Romagnoli, Vanhecke

PPE-DE: Becsey, Brunetta, Carollo, del Castillo Vera, Cederschiöld, Doorn, Dover, Fjellner, Florenz, Fontaine, Gál, Gaľa, Gyürk, Handzlik, Helmer, Hökmark, Hoppenstedt, Ibrisagic, Kaczmarek, Kauppi, Kirkhope, Klich, Kušķis, Kuźmiuk, Liese, McMillan-Scott, Mato Adrover, Mauro, Olbrycht, Ouzký, Piskorski, Pleštinská, Purvis, Schmitt Ingo, Schnellhardt, Schröder, Sonik, Stubb, Ulmer, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Zatloukal, Zieleniec

PSE: Ilves

UEN: Angelilli, Berlato, Bielan, Crowley, Didžiokas, Foglietta, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, La Russa, Muscardini, Musumeci, Ó Neachtain, Pavilionis, Pirilli, Poli Bortone, Roszkowski, Ryan, Szymański, Tatarella, Zīle

Verts/ALE: Jonckheer, Ždanoka

Onthoudingen: 64

GUE/NGL: Sjöstedt

IND/DEM: Batten, Booth, Clark, Knapman, Titford, Whittaker, Wise

NI: Baco, Bobošíková, Kozlík, Lang, Schenardi

PPE-DE: Brejc, Brepoels, Bushill-Matthews, Callanan, Coelho, Daul, Duka-Zólyomi, Fajmon, Gawronski, Glattfelder, Goepel, Gräßle, Harbour, Heaton-Harris, Hudacký, Itälä, Jałowiecki, Jordan Cizelj, Koch, Konrad, Landsbergis, Langendries, McGuinness, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Olajos, Panayotopoulos-Cassiotou, Pinheiro, Podestà, Podkański, Queiró, Reul, Roithová, Rudi Ubeda, Saïfi, Schierhuber, Schöpflin, Schwab, Seeber, Siekierski, Silva Peneda, Spautz, Szájer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Zaleski, Zvěřina, Zwiefka

Verts/ALE: van Buitenen

31. Verslag Malmström A6-0135/2005

Voor: 488

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Bowles, Budreikaitė, Carlshamre, Cocilovo, Costa, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Drčar Murko, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Gibault, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Krahmer, Kułakowski, Lambsdorff, Lax, Lehideux, Ludford, Maaten, Malmström, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Newton Dunn, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Oviir, Pannella, Polfer, Prodi, Ries, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Sbarbati, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Wallis

GUE/NGL: Liotard, Meijer, Sjöstedt

IND/DEM: Adwent, Blokland, Bonde, Chruszcz, Giertych, Goudin, Grabowski, Lundgren, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Tomczak, Wierzejski, Železný

NI: Battilocchio, Bobošíková, Czarnecki Ryszard, De Michelis, Masiel, Resetarits

PPE-DE: Andrikienė, Antoniozzi, Atkins, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Bauer, Becsey, Belet, Böge, Bonsignore, Bowis, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Cabrnoch, Callanan, Carollo, Casa, Caspary, Castiglione, del Castillo Vera, Cederschiöld, Chmielewski, Coelho, Daul, Demetriou, De Poli, Descamps, Deß, Deva, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Esteves, Eurlings, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Friedrich, Gál, Gaľa, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Gräßle, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Hökmark, Hoppenstedt, Hudacký, Ibrisagic, Itälä, Jackson, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kamall, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Kuźmiuk, Landsbergis, Langen, Langendries, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lombardo, López-Istúriz White, Lulling, McGuinness, McMillan-Scott, Mann Thomas, Marques, Martens, Mato Adrover, Matsis, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Niebler, van Nistelrooij, Olajos, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Pieper, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Poettering, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Purvis, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schröder, Schwab, Seeber, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stevenson, Stubb, Sturdy, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Záborská, Zahradil, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec, Zvěřina, Zwiefka

PSE: Andersson, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badía i Cutchet, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berlinguer, Berman, Bösch, Bono, Bozkurt, van den Burg, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carnero González, Casaca, Cashman, Castex, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, D'Alema, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Gill, Glante, Goebbels, Gomes, Grabowska, Grech, Gröner, Gruber, Gurmai, Hänsch, Harangozó, Hasse Ferreira, Haug, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Herczog, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kristensen, Kuc, Kuhne, Lambrinidis, Lavarra, Le Foll, Lehtinen, Leinen, Lévai, Liberadzki, Locatelli, McAvan, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Masip Hidalgo, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Myller, Napoletano, Obiols i Germà, Paasilinna, Panzeri, Peillon, Piecyk, Pinior, Pleguezuelos Aguilar, Prets, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rosati, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Schapira, Scheele, Schulz, Segelström, Sifunakis, Skinner, Sornosa Martínez, Stihler, Swoboda, Szejna, Tarand, Thomsen, Titley, Van Lancker, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weber Henri, Weiler, Westlund, Whitehead, Wiersma, Wynn, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

UEN: Angelilli, Berlato, Bielan, Camre, Crowley, Didžiokas, Foglietta, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, La Russa, Muscardini, Musumeci, Ó Neachtain, Pavilionis, Pirilli, Poli Bortone, Roszkowski, Ryan, Szymański, Tatarella, Zīle

Verts/ALE: Hassi

Tegen: 20

GUE/NGL: Flasarová, Henin, Kohlíček, Maštálka, Ransdorf, Strož

IND/DEM: Batten, Booth, Clark, Coûteaux, Knapman, Louis, Nattrass, Titford, Whittaker, Wise

NI: Mote

PPE-DE: Wuermeling

Verts/ALE: Frassoni, de Groen-Kouwenhoven

Onthoudingen: 63

ALDE: Chiesa

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Brie, Catania, de Brún, Figueiredo, Guerreiro, Guidoni, Kaufmann, McDonald, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Portas, Seppänen, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Borghezio, Krupa

NI: Baco, Belohorská, Claeys, Dillen, Kozlík, Lang, Mölzer, Romagnoli, Schenardi, Vanhecke

Verts/ALE: Aubert, Auken, Beer, Bennahmias, Breyer, van Buitenen, Cohn-Bendit, Cramer, Evans Jillian, Flautre, Hammerstein Mintz, Horáček, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Kusstatscher, Lambert, Lichtenberger, Lucas, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Ždanoka

32. Verslag Gal A6-0144/2005

Voor: 447

ALDE: Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Bowles, Budreikaitė, Busk, Carlshamre, Chiesa, Cocilovo, Costa, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Di Pietro, Drčar Murko, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Gibault, Guardans Cambó, Hall, Harkin, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Krahmer, Lambsdorff, Lax, Lehideux, Ludford, Malmström, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Oviir, Pannella, Polfer, Prodi, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Sbarbati, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Brie, Catania, Flasarová, Guidoni, Henin, Kaufmann, Kohlíček, Liotard, Meijer, Morgantini, Musacchio, Papadimoulis, Ransdorf, Rizzo, Seppänen, Sjöstedt, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Zimmer

IND/DEM: Bonde

NI: Battilocchio, Belohorská, De Michelis, Masiel

PPE-DE: Andrikienė, Antoniozzi, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Bauer, Becsey, Belet, Böge, Bonsignore, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Busuttil, Buzek, Carollo, Casa, Castiglione, del Castillo Vera, Cederschiöld, Chmielewski, Coelho, Daul, Demetriou, Descamps, Deß, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Doorn, Doyle, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Esteves, Eurlings, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Fontaine, Fraga Estévez, Friedrich, Gál, Gaľa, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Gräßle, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Hökmark, Hudacký, Ibrisagic, Itälä, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Kuźmiuk, Langendries, Lechner, Lehne, Liese, Lombardo, López-Istúriz White, Lulling, McGuinness, Mann Thomas, Marques, Martens, Mato Adrover, Matsis, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Niebler, van Nistelrooij, Olajos, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Pieper, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Poettering, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schwab, Seeber, Siekierski, Silva Peneda, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stubb, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Thyssen, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Záborská, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec, Zwiefka

PSE: Andersson, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badía i Cutchet, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berlinguer, Berman, Bösch, Bono, Bozkurt, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, D'Alema, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, Estrela, Ettl, Evans Robert, Falbr, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Glante, Goebbels, Gomes, Grabowska, Grech, Gruber, Gurmai, Hänsch, Hamon, Harangozó, Hasse Ferreira, Haug, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Herczog, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kristensen, Kuc, Lambrinidis, Lavarra, Lehtinen, Lévai, Locatelli, McAvan, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Moscovici, Muscat, Napoletano, Obiols i Germà, Paasilinna, Panzeri, Peillon, Piecyk, Pinior, Prets, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rosati, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Schapira, Scheele, Schulz, Segelström, Sifunakis, Skinner, Sornosa Martínez, Stihler, Swoboda, Szejna, Tarand, Titley, Van Lancker, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weber Henri, Weiler, Westlund, Whitehead, Wiersma, Wynn, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

UEN: Angelilli, Berlato, Foglietta, Muscardini, Tatarella

Verts/ALE: Aubert, Auken, Bennahmias, Breyer, Cramer, Evans Jillian, Flautre, Frassoni, de Groen-Kouwenhoven, Hammerstein Mintz, Hassi, Horáček, Jonckheer, Kusstatscher, Lambert, Lichtenberger, Lucas, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Ždanoka

Tegen: 57

IND/DEM: Adwent, Batten, Blokland, Borghezio, Chruszcz, Clark, Coûteaux, Giertych, Goudin, Grabowski, Krupa, Lundgren, Nattrass, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Titford, Tomczak, Whittaker, Wierzejski, Wise, Železný

NI: Baco, Czarnecki Ryszard, Mote

PPE-DE: Beazley, Bowis, Bushill-Matthews, Cabrnoch, Deva, Dover, Duchoň, Fajmon, Florenz, Harbour, Jackson, Kamall, Kirkhope, McMillan-Scott, Ouzký, Parish, Purvis, Škottová, Stevenson, Sturdy, Tannock, Wuermeling, Zahradil, Zvěřina

UEN: Bielan, Janowski, Kamiński, Krasts, La Russa, Pirilli, Roszkowski, Szymański

Onthoudingen: 37

ALDE: Alvaro, Hennis-Plasschaert, Maaten, Manders, Mulder

GUE/NGL: de Brún, Figueiredo, Guerreiro, McDonald, Pflüger, Wagenknecht

NI: Bobošíková, Claeys, Dillen, Kozlík, Lang, Mölzer, Romagnoli, Schenardi, Vanhecke

PPE-DE: Caspary, Jałowiecki, Mauro, Reul, Sonik

PSE: Gröner

UEN: Camre, Crowley, Didžiokas, Kristovskis, Musumeci, Ó Neachtain, Pavilionis, Poli Bortone, Ryan, Zīle

Verts/ALE: van Buitenen

33. Verslag Goebbels A6-0150/2005

Voor: 268

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Bowles, Budreikaitė, Busk, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Di Pietro, Drčar Murko, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Gibault, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Krahmer, Lax, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Oviir, Pannella, Polfer, Prodi, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Sbarbati, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski

IND/DEM: Blokland, Bonde, Železný

NI: Mölzer, Romagnoli, Schenardi

PPE-DE: Andrikienė, Antoniozzi, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Becsey, Böge, Bowis, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Busuttil, Buzek, Carollo, Casa, Caspary, Castiglione, del Castillo Vera, Cederschiöld, Chmielewski, Coelho, Daul, Demetriou, De Poli, Descamps, Deß, Díaz de Mera García Consuegra, Dionisi, Doorn, Doyle, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Esteves, Eurlings, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fraga Estévez, Friedrich, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Grosch, Grossetête, Gyürk, Handzlik, Harbour, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Hökmark, Hudacký, Ibrisagic, Itälä, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Kuźmiuk, Landsbergis, Langendries, Lechner, Lehne, Liese, Lombardo, López-Istúriz White, Lulling, McGuinness, Mann Thomas, Marques, Martens, Mato Adrover, Matsis, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Niebler, van Nistelrooij, Olajos, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Pieper, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Poettering, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schöpflin, Schwab, Seeber, Siekierski, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stubb, Sturdy, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Wuermeling, Záborská, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec

PSE: Berlinguer, D'Alema, Kuc, Lehtinen, Mikko, Sakalas, Szejna, Tarand, Vincenzi, Weber Henri, Zani

UEN: Angelilli, Berlato, Didžiokas, Foglietta, Krasts, Muscardini, Musumeci, Pirilli, Poli Bortone, Szymański, Tatarella, Zīle

Tegen: 241

ALDE: Chiesa, Cocilovo, Costa

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Brie, Catania, de Brún, Figueiredo, Guerreiro, Guidoni, Henin, Kaufmann, Kohlíček, Liotard, McDonald, Meijer, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Ransdorf, Rizzo, Seppänen, Sjöstedt, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Adwent, Batten, Chruszcz, Clark, Coûteaux, Giertych, Grabowski, Krupa, Nattrass, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Tomczak, Whittaker, Wierzejski, Wise

NI: Battilocchio, Bobošíková, Czarnecki Ryszard, De Michelis, Masiel

PPE-DE: Bauer, Beazley, Bushill-Matthews, Cabrnoch, Deva, Dimitrakopoulos, Dover, Duchoň, Fajmon, Gál, Gaľa, García-Margallo y Marfil, Gräßle, Guellec, Jackson, Kamall, Kirkhope, McMillan-Scott, Ouzký, Parish, Schnellhardt, Silva Peneda, Škottová, Stevenson, Zahradil, Zvěřina, Zwiefka

PSE: Andersson, Arnaoutakis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badía i Cutchet, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berman, Bösch, Bono, Bozkurt, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, Duin, Estrela, Evans Robert, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Glante, Goebbels, Gomes, Grabowska, Grech, Gröner, Gruber, Gurmai, Hänsch, Hamon, Harangozó, Hasse Ferreira, Haug, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Herczog, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kristensen, Lavarra, Lévai, Liberadzki, Locatelli, McAvan, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Muscat, Napoletano, Obiols i Germà, Paasilinna, Pahor, Panzeri, Peillon, Piecyk, Pinior, Prets, Rapkay, Rasmussen, Riera Madurell, Rosati, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Schapira, Scheele, Schulz, Segelström, Sifunakis, Skinner, Sornosa Martínez, Stihler, Swoboda, Thomsen, Van Lancker, Walter, Weiler, Westlund, Whitehead, Wiersma, Yañez-Barnuevo García, Zingaretti

UEN: Camre, Crowley, Ó Neachtain, Pavilionis, Roszkowski

Verts/ALE: Aubert, Auken, Bennahmias, Breyer, Cohn-Bendit, Cramer, Evans Jillian, Flautre, Frassoni, de Groen-Kouwenhoven, Hassi, Horáček, Jonckheer, Kusstatscher, Lambert, Lichtenberger, Lucas, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes

Onthoudingen: 21

ALDE: Lambsdorff

IND/DEM: Borghezio, Goudin, Lundgren

NI: Baco, Belohorská, Claeys, Dillen, Kozlík, Mote, Vanhecke

PPE-DE: Belet, Samaras

PSE: Reynaud, Vergnaud

UEN: Bielan, Janowski, Kamiński, Kristovskis, Ryan

Verts/ALE: van Buitenen

34. Verslag Goebbels A6-0150/2005

Voor: 442

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Attwooll, Beaupuy, Bowles, Budreikaitė, Busk, Carlshamre, Costa, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Di Pietro, Drčar Murko, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Gibault, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Krahmer, Lax, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Oviir, Pannella, Polfer, Prodi, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Sbarbati, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski

IND/DEM: Blokland, Bonde, Železný

NI: Battilocchio, Belohorská, Bobošíková, De Michelis, Masiel

PPE-DE: Andrikienė, Antoniozzi, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Böge, Bowis, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Cabrnoch, Carollo, Casa, Caspary, Castiglione, del Castillo Vera, Cederschiöld, Chmielewski, Coelho, Daul, Demetriou, Descamps, Deß, Deva, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ehler, Esteves, Eurlings, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Friedrich, Gál, Gaľa, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Gräßle, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Harbour, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Hökmark, Hudacký, Ibrisagic, Itälä, Jackson, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kamall, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Kuźmiuk, Landsbergis, Langendries, Lechner, Lehne, Liese, Lombardo, López-Istúriz White, Lulling, McGuinness, McMillan-Scott, Mann Thomas, Martens, Mato Adrover, Matsis, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Niebler, van Nistelrooij, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Pieper, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Poettering, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schwab, Seeber, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stevenson, Stubb, Sturdy, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Wuermeling, Záborská, Zahradil, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec, Zvěřina, Zwiefka

PSE: Andersson, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Badía i Cutchet, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Bösch, Bono, Bozkurt, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, D'Alema, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Dobolyi, Douay, Duin, Estrela, Evans Robert, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Glante, Goebbels, Gomes, Grabowska, Grech, Gröner, Gruber, Gurmai, Hänsch, Harangozó, Hasse Ferreira, Haug, Hedkvist Petersen, Hegyi, Herczog, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Kreissl-Dörfler, Kristensen, Kuc, Lavarra, Lehtinen, Lévai, Liberadzki, Locatelli, McAvan, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Muscat, Napoletano, Obiols i Germà, Paasilinna, Panzeri, Peillon, Piecyk, Pinior, Rapkay, Rasmussen, Riera Madurell, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, Roure, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Scheele, Schulz, Segelström, Sifunakis, Skinner, Sornosa Martínez, Stihler, Swoboda, Szejna, Tarand, Thomsen, Van Lancker, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weber Henri, Weiler, Westlund, Whitehead, Wiersma, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

UEN: Berlato, Bielan, Crowley, Didžiokas, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, La Russa, Muscardini, Musumeci, Ó Neachtain, Pavilionis, Pirilli, Poli Bortone, Roszkowski, Ryan, Szymański, Tatarella

Verts/ALE: Aubert, Auken, Bennahmias, Breyer, Flautre, Frassoni, de Groen-Kouwenhoven, Hassi, Jonckheer, Kusstatscher, Lambert, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes

Tegen: 30

ALDE: Chiesa

IND/DEM: Adwent, Batten, Borghezio, Chruszcz, Clark, Coûteaux, Giertych, Grabowski, Krupa, Lundgren, Nattrass, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Tomczak, Whittaker, Wierzejski, Wise

NI: Czarnecki Ryszard

PSE: Berger, Hamon, Hedh, Reynaud

Verts/ALE: Cramer, Evans Jillian, Horáček, Lichtenberger, Onesta, Ždanoka

Onthoudingen: 38

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Brie, Catania, de Brún, Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Guidoni, Henin, Kaufmann, Kohlíček, Liotard, McDonald, Meijer, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Ransdorf, Seppänen, Sjöstedt, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht, Zimmer

NI: Baco, Claeys, Dillen, Kozlík, Mölzer, Mote, Romagnoli, Schenardi, Vanhecke

PSE: Rosati

UEN: Camre

Verts/ALE: van Buitenen

35. Verslag Goebbels A6-0150/2005

Voor: 289

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Bowles, Budreikaitė, Busk, Carlshamre, Cocilovo, Costa, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Di Pietro, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Gibault, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Krahmer, Lambsdorff, Lax, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Oviir, Pannella, Polfer, Prodi, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Sbarbati, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski

IND/DEM: Blokland, Železný

NI: Belohorská, Bobošíková, Czarnecki Ryszard

PPE-DE: Andrikienė, Antoniozzi, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Böge, Bonsignore, Bowis, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Cabrnoch, Carollo, Casa, Caspary, Castiglione, Cederschiöld, Chmielewski, Coelho, Daul, Demetriou, De Poli, Descamps, Deß, Deva, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Esteves, Eurlings, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Friedrich, Gál, Gaľa, García-Margallo y Marfil, Gargani, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Gräßle, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Harbour, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Hökmark, Hudacký, Ibrisagic, Itälä, Jackson, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kamall, Karas, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Landsbergis, Langendries, Lechner, Lehne, Liese, Lombardo, López-Istúriz White, Lulling, McGuinness, McMillan-Scott, Mann Thomas, Martens, Mato Adrover, Matsis, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Niebler, van Nistelrooij, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Pálfi, Papastamkos, Parish, Pieper, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Poettering, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schwab, Seeber, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stevenson, Stubb, Sturdy, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Záborská, Zahradil, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec, Zvěřina, Zwiefka

PSE: Lévai

UEN: Berlato, Bielan, Camre, Crowley, Didžiokas, Janowski, Krasts, Kristovskis, La Russa, Muscardini, Musumeci, Ó Neachtain, Pavilionis, Pirilli, Poli Bortone, Ryan, Tatarella

Tegen: 215

ALDE: Chiesa

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Brie, Catania, de Brún, Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Guidoni, Henin, Kaufmann, Kohlíček, Liotard, McDonald, Meijer, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Ransdorf, Seppänen, Sjöstedt, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Adwent, Batten, Bonde, Borghezio, Chruszcz, Clark, Coûteaux, Giertych, Grabowski, Krupa, Lundgren, Nattrass, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Tomczak, Whittaker, Wierzejski, Wise

NI: Battilocchio, Claeys, De Michelis, Dillen, Masiel, Mölzer, Romagnoli, Schenardi, Vanhecke

PSE: Andersson, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badía i Cutchet, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berlinguer, Berman, Bösch, Bono, Bozkurt, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carnero González, Casaca, Cashman, Christensen, Corbett, Correia, Cottigny, D'Alema, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Dobolyi, Douay, Duin, Estrela, Evans Robert, Fernandes, Ferreira Elisa, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Glante, Goebbels, Gomes, Grabowska, Grech, Gröner, Gruber, Gurmai, Hänsch, Hamon, Harangozó, Hasse Ferreira, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Herczog, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Kreissl-Dörfler, Kristensen, Kuc, Lavarra, Lehtinen, Liberadzki, Locatelli, McAvan, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Muscat, Napoletano, Obiols i Germà, Paasilinna, Panzeri, Peillon, Piecyk, Pinior, Prets, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Schapira, Scheele, Segelström, Sifunakis, Skinner, Stihler, Swoboda, Szejna, Tarand, Thomsen, Van Lancker, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weber Henri, Westlund, Whitehead, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

Verts/ALE: Aubert, Auken, Bennahmias, Breyer, Cohn-Bendit, Cramer, Evans Jillian, Frassoni, de Groen-Kouwenhoven, Hassi, Horáček, Jonckheer, Kusstatscher, Lambert, Lichtenberger, Lucas, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Ždanoka

Onthoudingen: 7

NI: Baco, Kozlík, Mote

PSE: Rosati

UEN: Roszkowski, Szymański

Verts/ALE: van Buitenen

36. Verslag Goebbels A6-0150/2005

Voor: 283

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Bowles, Budreikaitė, Busk, Carlshamre, Costa, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Di Pietro, Drčar Murko, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Gibault, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Krahmer, Lambsdorff, Lax, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Oviir, Pannella, Polfer, Prodi, Riis-Jørgensen, Savi, Sbarbati, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski

IND/DEM: Blokland, Železný

NI: Bobošíková, Czarnecki Ryszard

PPE-DE: Andrikienė, Antoniozzi, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Böge, Bonsignore, Bowis, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Cabrnoch, Carollo, Casa, Caspary, Castiglione, del Castillo Vera, Cederschiöld, Chmielewski, Coelho, Daul, Demetriou, De Poli, Descamps, Deß, Deva, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Esteves, Eurlings, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Friedrich, Gál, Gaľa, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Gräßle, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Harbour, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Hökmark, Hudacký, Ibrisagic, Itälä, Jackson, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kamall, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Landsbergis, Langendries, Lechner, Lehne, Liese, Lombardo, López-Istúriz White, Lulling, McGuinness, McMillan-Scott, Mann Thomas, Marques, Martens, Mato Adrover, Matsis, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Niebler, van Nistelrooij, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Poettering, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schwab, Seeber, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stevenson, Stubb, Sturdy, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Wuermeling, Záborská, Zahradil, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec, Zvěřina, Zwiefka

PSE: Rosati

UEN: Bielan, Camre, Crowley, Didžiokas, Foglietta, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, Ó Neachtain, Pavilionis, Roszkowski, Ryan

Tegen: 231

ALDE: Chiesa, Cocilovo

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Brie, Catania, de Brún, Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Guidoni, Henin, Kaufmann, Kohlíček, Liotard, McDonald, Meijer, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Ransdorf, Seppänen, Sjöstedt, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Adwent, Bonde, Borghezio, Chruszcz, Clark, Coûteaux, Giertych, Goudin, Grabowski, Krupa, Lundgren, Nattrass, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Tomczak, Whittaker, Wierzejski, Wise

NI: Battilocchio, Claeys, De Michelis, Dillen, Masiel, Mölzer, Romagnoli, Schenardi, Vanhecke

PSE: Andersson, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badía i Cutchet, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berman, Bösch, Bono, Bozkurt, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, D'Alema, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Dobolyi, Douay, Duin, Estrela, Evans Robert, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Glante, Goebbels, Gomes, Grabowska, Grech, Gröner, Gruber, Gurmai, Hänsch, Hamon, Harangozó, Hasse Ferreira, Hedh, Hedkvist Petersen, Hegyi, Herczog, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Kreissl-Dörfler, Kristensen, Kuc, Lavarra, Lehtinen, Lévai, Liberadzki, Locatelli, McAvan, Madeira, Maňka, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Muscat, Napoletano, Obiols i Germà, Paasilinna, Pahor, Panzeri, Peillon, Piecyk, Pinior, Prets, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Schapira, Scheele, Segelström, Sifunakis, Skinner, Sornosa Martínez, Stihler, Swoboda, Szejna, Tarand, Thomsen, Van Lancker, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weber Henri, Weiler, Westlund, Whitehead, Wiersma, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

UEN: Angelilli, Berlato, La Russa, Muscardini, Musumeci, Pirilli, Poli Bortone, Tatarella, Zīle

Verts/ALE: Aubert, Auken, Bennahmias, Breyer, Cramer, Evans Jillian, Flautre, Frassoni, de Groen-Kouwenhoven, Hassi, Horáček, Jonckheer, Kusstatscher, Lambert, Lichtenberger, Lucas, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schroedter, Smith, Staes, Turmes, Ždanoka

Onthoudingen: 4

NI: Mote

PPE-DE: Thyssen

UEN: Szymański

Verts/ALE: van Buitenen

37. Verslag Goebbels A6-0150/2005

Voor: 456

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Bowles, Budreikaitė, Busk, Carlshamre, Cocilovo, Costa, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Di Pietro, Drčar Murko, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Gibault, Guardans Cambó, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Krahmer, Lambsdorff, Lax, Ludford, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Oviir, Pannella, Polfer, Prodi, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Sbarbati, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski

IND/DEM: Blokland, Železný

NI: Battilocchio, Bobošíková, De Michelis, Masiel

PPE-DE: Antoniozzi, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Böge, Bonsignore, Bowis, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Cabrnoch, Carollo, Casa, Caspary, Castiglione, del Castillo Vera, Cederschiöld, Chmielewski, Coelho, Daul, Demetriou, De Poli, Descamps, Deß, Deva, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Eurlings, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Gál, Gaľa, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Gräßle, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Harbour, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Hökmark, Hudacký, Ibrisagic, Itälä, Jackson, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kamall, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Kuźmiuk, Landsbergis, Langendries, Lechner, Lehne, Liese, Lombardo, Lulling, McGuinness, McMillan-Scott, Mann Thomas, Marques, Martens, Mato Adrover, Matsis, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Nassauer, Niebler, van Nistelrooij, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Pieper, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Poettering, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schwab, Seeber, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stevenson, Stubb, Sturdy, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Wuermeling, Záborská, Zahradil, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec, Zvěřina, Zwiefka

PSE: Andersson, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badía i Cutchet, Beglitis, Beňová, Berès, van den Berg, Berger, Berman, Bösch, Bono, Bozkurt, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Christensen, Corbett, Corbey, Correia, Cottigny, D'Alema, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Dobolyi, Douay, Duin, Estrela, Evans Robert, Fernandes, Ferreira Anne, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Glante, Goebbels, Gomes, Grabowska, Grech, Gröner, Gruber, Gurmai, Hänsch, Hamon, Harangozó, Hasse Ferreira, Haug, Hedh, Hegyi, Herczog, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kristensen, Lavarra, Lehtinen, Lévai, Liberadzki, Locatelli, McAvan, Madeira, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Muscat, Napoletano, Paasilinna, Pahor, Peillon, Piecyk, Pinior, Prets, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rosati, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Scheele, Schulz, Segelström, Sifunakis, Skinner, Sornosa Martínez, Stihler, Swoboda, Szejna, Tarand, Van Lancker, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weber Henri, Weiler, Westlund, Whitehead, Wiersma, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

UEN: Angelilli, Berlato, Bielan, Camre, Crowley, Didžiokas, Foglietta, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, La Russa, Muscardini, Musumeci, Ó Neachtain, Pavilionis, Pirilli, Poli Bortone, Roszkowski, Ryan, Szymański, Tatarella, Zīle

Verts/ALE: Breyer, Cramer, Evans Jillian, Flautre, Frassoni, de Groen-Kouwenhoven, Hassi, Horáček, Jonckheer, Kusstatscher, Lambert, Lichtenberger, Lucas, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Ždanoka

Tegen: 47

ALDE: Chiesa

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Brie, Catania, de Brún, Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Guidoni, Henin, Kaufmann, Kohlíček, Liotard, McDonald, Meijer, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Ransdorf, Seppänen, Sjöstedt, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Adwent, Batten, Borghezio, Chruszcz, Clark, Coûteaux, Giertych, Goudin, Grabowski, Krupa, Lundgren, Nattrass, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Tomczak, Whittaker, Wierzejski, Wise

NI: Mote

Onthoudingen: 14

IND/DEM: Bonde

NI: Baco, Belohorská, Claeys, Czarnecki Ryszard, Dillen, Kozlík, Mölzer, Romagnoli, Schenardi, Vanhecke

PPE-DE: Esteves

PSE: Bullmann

Verts/ALE: van Buitenen

38. Verslag Goebbels A6-0150/2005

Voor: 295

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Bowles, Budreikaitė, Busk, Carlshamre, Cocilovo, Costa, Davies, Degutis, Deprez, De Sarnez, Di Pietro, Drčar Murko, Duquesne, Ek, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Gibault, Hall, Harkin, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jäätteenmäki, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Krahmer, Lambsdorff, Lax, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Mulder, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Oviir, Polfer, Prodi, Riis-Jørgensen, Samuelsen, Savi, Sbarbati, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski

IND/DEM: Blokland, Železný

NI: Battilocchio, Bobošíková, De Michelis

PPE-DE: Antoniozzi, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Böge, Bowis, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Cabrnoch, Carollo, Casa, Caspary, Castiglione, del Castillo Vera, Cederschiöld, Chmielewski, Coelho, Daul, Demetriou, De Poli, Descamps, Deß, Deva, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Esteves, Eurlings, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Florenz, Fontaine, Fraga Estévez, Gál, Gaľa, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gawronski, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Gräßle, Grosch, Grossetête, Guellec, Gutiérrez-Cortines, Gyürk, Handzlik, Harbour, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Hökmark, Hudacký, Ibrisagic, Itälä, Jackson, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kamall, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Kuźmiuk, Landsbergis, Langendries, Lechner, Lehne, Liese, Lombardo, López-Istúriz White, Lulling, McGuinness, McMillan-Scott, Mann Thomas, Martens, Mato Adrover, Matsis, Mauro, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Nassauer, Niebler, van Nistelrooij, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Pieper, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Poettering, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Seeber, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stevenson, Stubb, Sturdy, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Wuermeling, Záborská, Zahradil, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec, Zvěřina, Zwiefka

PSE: van den Berg, Christensen, Jørgensen, Kristensen, Rosati

UEN: Angelilli, Berlato, Bielan, Camre, Crowley, Didžiokas, Janowski, Kamiński, Krasts, Kristovskis, La Russa, Muscardini, Musumeci, Pavilionis, Pirilli, Poli Bortone, Roszkowski, Ryan, Szymański, Tatarella, Zīle

Verts/ALE: Flautre

Tegen: 215

ALDE: Chiesa

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Brie, Catania, de Brún, Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Guidoni, Henin, Kaufmann, Kohlíček, Liotard, McDonald, Meijer, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Ransdorf, Seppänen, Sjöstedt, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht, Zimmer

IND/DEM: Adwent, Batten, Borghezio, Chruszcz, Clark, Coûteaux, Giertych, Goudin, Grabowski, Krupa, Lundgren, Nattrass, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Tomczak, Whittaker, Wierzejski, Wise

NI: Claeys, Dillen, Masiel, Mölzer, Mote, Romagnoli, Schenardi, Vanhecke

PSE: Andersson, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badía i Cutchet, Beglitis, Beňová, Berès, Berger, Berman, Bösch, Bono, Bozkurt, Bullmann, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Corbey, Correia, Cottigny, D'Alema, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Dobolyi, Douay, Dührkop Dührkop, Duin, Estrela, Evans Robert, Fernandes, Ferreira Elisa, Ford, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Geringer de Oedenberg, Gierek, Glante, Goebbels, Gomes, Grabowska, Grech, Gröner, Gruber, Gurmai, Hänsch, Hamon, Harangozó, Hasse Ferreira, Hedh, Hegyi, Herczog, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Koterec, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuc, Lavarra, Lehtinen, Lévai, Liberadzki, Locatelli, McAvan, Madeira, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Morgan, Muscat, Napoletano, Paasilinna, Pahor, Panzeri, Peillon, Piecyk, Pinior, Prets, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Roth-Behrendt, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Scheele, Schulz, Segelström, Sifunakis, Skinner, Sornosa Martínez, Stihler, Swoboda, Szejna, Tarand, Thomsen, Van Lancker, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weber Henri, Weiler, Westlund, Whitehead, Wiersma, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

Verts/ALE: Aubert, Auken, Bennahmias, Breyer, Cohn-Bendit, Cramer, Evans Jillian, Frassoni, de Groen-Kouwenhoven, Hassi, Horáček, Jonckheer, Kusstatscher, Lambert, Lichtenberger, Lucas, Onesta, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Ždanoka

Onthoudingen: 6

IND/DEM: Bonde

NI: Baco, Belohorská, Czarnecki Ryszard, Kozlík

Verts/ALE: van Buitenen

39. Verslag Goebbels A6-0150/2005

Voor: 388

ALDE: Alvaro, Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Bowles, Budreikaitė, Busk, Carlshamre, Chiesa, Cocilovo, Costa, Degutis, Deprez, De Sarnez, Di Pietro, Drčar Murko, Duquesne, Fourtou, Gentvilas, Geremek, Gibault, Guardans Cambó, Hall, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jensen, Juknevičienė, Kacin, Karim, Krahmer, Lambsdorff, Lax, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Matsakis, Mohácsi, Morillon, Neyts-Uyttebroeck, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Oviir, Polfer, Prodi, Riis-Jørgensen, Savi, Sbarbati, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Toia, Väyrynen, Virrankoski

NI: Battilocchio, Belohorská, Bobošíková, De Michelis, Kozlík, Masiel

PPE-DE: Andrikienė, Antoniozzi, Ayuso González, Bachelot-Narquin, Bauer, Beazley, Becsey, Belet, Böge, Bonsignore, Bowis, Brejc, Brepoels, Březina, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Busuttil, Buzek, Cabrnoch, Carollo, Casa, Caspary, Castiglione, del Castillo Vera, Cederschiöld, Chmielewski, Daul, Demetriou, De Poli, Descamps, Deß, Deva, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Doorn, Dover, Doyle, Duchoň, Duka-Zólyomi, Ebner, Ehler, Esteves, Eurlings, Fajmon, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Fjellner, Fontaine, Fraga Estévez, Gál, Gaľa, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gaubert, Gauzès, Gklavakis, Glattfelder, Goepel, Gomolka, Gräßle, Grosch, Grossetête, Guellec, Gyürk, Handzlik, Harbour, Hennicot-Schoepges, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hieronymi, Hökmark, Hudacký, Ibrisagic, Itälä, Jackson, Jałowiecki, Járóka, Jarzembowski, Jeggle, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kamall, Karas, Kasoulides, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Klamt, Klaß, Klich, Koch, Kratsa-Tsagaropoulou, Kudrycka, Kušķis, Kuźmiuk, Landsbergis, Langendries, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, López-Istúriz White, Lulling, McGuinness, McMillan-Scott, Mann Thomas, Marques, Martens, Mato Adrover, Matsis, Mavrommatis, Mayer, Mayor Oreja, Méndez de Vigo, Mikolášik, Millán Mon, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Niebler, van Nistelrooij, Olbrycht, Oomen-Ruijten, Őry, Ouzký, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Papastamkos, Parish, Pinheiro, Piskorski, Pleštinská, Podestà, Podkański, Poettering, Pomés Ruiz, Protasiewicz, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Reul, Ribeiro e Castro, Roithová, Rudi Ubeda, Rübig, Saïfi, Salafranca Sánchez-Neyra, Samaras, Sartori, Saryusz-Wolski, Schierhuber, Schmitt Ingo, Schmitt Pál, Schnellhardt, Schöpflin, Schwab, Seeber, Siekierski, Silva Peneda, Škottová, Sommer, Sonik, Spautz, Šťastný, Stenzel, Stevenson, Stubb, Sturdy, Sudre, Surján, Szájer, Tajani, Tannock, Thyssen, Trakatellis, Ulmer, Vakalis, Varela Suanzes-Carpegna, Varvitsiotis, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Wuermeling, Zahradil, Zaleski, Zappalà, Zatloukal, Zieleniec, Zvěřina, Zwiefka

PSE: Andersson, Arnaoutakis, Assis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badía i Cutchet, Beglitis, Beňová, van den Berg, Berger, Berlinguer, Berman, Bozkurt, van den Burg, Busquin, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Casaca, Cashman, Cercas, Christensen, Corbey, Correia, D'Alema, De Keyser, De Rossa, Díez González, Dobolyi, Dührkop Dührkop, Estrela, Evans Robert, Fernandes, Ferreira Elisa, Ford, García Pérez, Geringer de Oedenberg, Gierek, Goebbels, Grabowska, Grech, Gruber, Gurmai, Harangozó, Hedh, Hegyi, Herczog, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jørgensen, Kindermann, Kinnock, Koterec, Krehl, Kuc, Lavarra, Lehtinen, Lévai, Liberadzki, Locatelli, McAvan, Madeira, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Mikko, Moraes, Moreno Sánchez, Muscat, Napoletano, Obiols i Germà, Paasilinna, Pahor, Panzeri, Peillon, Pinior, Prets, Rapkay, Rasmussen, Riera Madurell, Rosati, Rouček, Sacconi, Sakalas, Salinas García, Sánchez Presedo, dos Santos, Schapira, Scheele, Schulz, Segelström, Sifunakis, Sornosa Martínez, Stihler, Swoboda, Szejna, Tarand, Thomsen, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weber Henri, Westlund, Wiersma, Yañez-Barnuevo García, Zani, Zingaretti

UEN: Angelilli, Berlato, Didžiokas, Foglietta, Krasts, Kristovskis, La Russa, Musumeci, Pirilli, Poli Bortone, Tatarella

Tegen: 69

ALDE: Davies

GUE/NGL: Adamou, Figueiredo, Guerreiro, Henin, Kohlíček, Pflüger, Wagenknecht

IND/DEM: Adwent, Batten, Blokland, Bonde, Chruszcz, Clark, Giertych, Goudin, Grabowski, Krupa, Lundgren, Pęk, Piotrowski, Rogalski, Tomczak, Whittaker, Wierzejski, Wise

NI: Schenardi

PPE-DE: Mauro, Záborská

PSE: Bullmann, Duin, Ferreira Anne, Gebhardt, Gill, Glante, Haug, Kreissl-Dörfler, Morgan, Piecyk, Van Lancker

UEN: Bielan, Camre, Roszkowski, Szymański

Verts/ALE: Aubert, Auken, Bennahmias, Breyer, Cohn-Bendit, Cramer, Evans Jillian, Frassoni, de Groen-Kouwenhoven, Hassi, Horáček, Jonckheer, Kusstatscher, Lambert, Lichtenberger, Lucas, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Ždanoka

Onthoudingen: 45

ALDE: Harkin

GUE/NGL: Agnoletto, Brie, Catania, de Brún, Flasarová, Guidoni, Liotard, McDonald, Meijer, Musacchio, Papadimoulis, Ransdorf, Seppänen, Sjöstedt, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Zimmer

NI: Claeys, Romagnoli, Vanhecke

PSE: Berès, Bösch, Bono, Carnero González, Cottigny, Désir, Douay, Gomes, Gröner, Hamon, Jöns, Reynaud, Rothe, Roure, Skinner, Weiler

UEN: Crowley, Janowski, Ó Neachtain, Pavilionis, Ryan, Zīle

Verts/ALE: van Buitenen

40. Verslag Oomen-Ruijten A6-0142/2005

Voor: 243

ALDE: Andrejevs, Andria, Attwooll, Beaupuy, Chiesa, Cocilovo, Costa, Degutis, Deprez, Di Pietro, Duquesne, Fourtou, Gibault, Hall, Harkin, Jäätteenmäki, Kacin, Morillon, Nicholson of Winterbourne, Onyszkiewicz, Prodi, Sbarbati, Toia, Virrankoski

NI: Battilocchio, Belohorská, Kozlík, Masiel

PPE-DE: Andrikienė, Antoniozzi, Bachelot-Narquin, Bauer, Becsey, Belet, Brepoels, Brok, Brunetta, Busuttil, Carollo, Casa, Castiglione, Chmielewski, Coelho, Daul, Demetriou, Descamps, Díaz de Mera García Consuegra, Dimitrakopoulos, Dionisi, Doorn, Duka-Zólyomi, Esteves, Eurlings, Fontaine, Gál, Gaľa, Gargani, Gaubert, Gauzès, Gklavakis, Glattfelder, Gräßle, Grossetête, Handzlik, Hennicot-Schoepges, Járóka, Jordan Cizelj, Kaczmarek, Kasoulides, Klamt, Klaß, Koch, Kratsa-Tsagaropoulou, Langendries, Lehne, Lulling, Mann Thomas, Martens, Matsis, Mavrommatis, Mikolášik, van Nistelrooij, Oomen-Ruijten, Őry, Pack, Pálfi, Panayotopoulos-Cassiotou, Pinheiro, Podestà, Poettering, Ribeiro e Castro, Saïfi, Samaras, Sartori, Schmitt Pál, Schöpflin, Seeber, Siekierski, Silva Peneda, Spautz, Šťastný, Sudre, Surján, Szájer, Thyssen, Trakatellis, Varvitsiotis, Vlasto, Záborská

PSE: Andersson, Arnaoutakis, Attard-Montalto, Ayala Sender, Badía i Cutchet, Berès, van den Berg, Berlinguer, Berman, Bösch, Bono, Bozkurt, Bullmann, van den Burg, Calabuig Rull, Capoulas Santos, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Christensen, Correia, Cottigny, D'Alema, De Keyser, De Rossa, Díez González, Dührkop Dührkop, Duin, Estrela, Evans Robert, Fernandes, Ferreira Elisa, Fruteau, García Pérez, Gebhardt, Glante, Goebbels, Gomes, Grabowska, Grech, Gröner, Gruber, Gurmai, Hamon, Harangozó, Hasse Ferreira, Honeyball, Howitt, Hughes, Hutchinson, Ilves, Jöns, Kindermann, Kinnock, Kósáné Kovács, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuc, Lavarra, Liberadzki, Locatelli, McAvan, Madeira, Mann Erika, Martin David, Martínez Martínez, Mastenbroek, Matsouka, Medina Ortega, Mikko, Moraes, Morgan, Napoletano, Obiols i Germà, Paasilinna, Piecyk, Pinior, Rapkay, Rasmussen, Reynaud, Riera Madurell, Rothe, Rouček, Roure, Sacconi, Sakalas, Sánchez Presedo, Schapira, Scheele, Segelström, Sifunakis, Sornosa Martínez, Stihler, Swoboda, Tarand, Thomsen, Van Lancker, Vergnaud, Vincenzi, Walter, Weber Henri, Zani, Zingaretti

UEN: Angelilli, Berlato, Foglietta, La Russa, Musumeci, Pavilionis, Pirilli, Tatarella

Verts/ALE: Aubert, Auken, Breyer, Cohn-Bendit, Cramer, Evans Jillian, Frassoni, de Groen-Kouwenhoven, Hassi, Horáček, Kusstatscher, Lambert, Lucas, Romeva i Rueda, Rühle, Schlyter, Schroedter, Smith, Staes, Trüpel, Turmes, Ždanoka

Tegen: 131

ALDE: Alvaro, Bowles, Budreikaitė, Busk, Carlshamre, Drčar Murko, Duff, Ek, Geremek, Hennis-Plasschaert, in 't Veld, Jensen, Juknevičienė, Karim, Krahmer, Lambsdorff, Lax, Maaten, Malmström, Manders, Neyts-Uyttebroeck, Oviir, Riis-Jørgensen, Savi, Schuth, Staniszewska, Starkevičiūtė, Sterckx, Szent-Iványi, Takkula, Väyrynen

IND/DEM: Batten, Blokland, Clark, Goudin, Lundgren, Tomczak, Whittaker, Wise

NI: Claeys, Romagnoli, Schenardi

PPE-DE: Ayuso González, Beazley, Böge, Bonsignore, Březina, Bushill-Matthews, Buzek, Cabrnoch, Caspary, del Castillo Vera, De Poli, Deva, Dover, Doyle, Duchoň, Ehler, Fajmon, Fatuzzo, Fernández Martín, Fjellner, Fraga Estévez, García-Margallo y Marfil, Garriga Polledo, Gutiérrez-Cortines, Harbour, Herranz García, Herrero-Tejedor, Hökmark, Hudacký, Ibrisagic, Itälä, Jackson, Kamall, Kauppi, Kelam, Kirkhope, Kušķis, Langen, Laschet, Lechner, López-Istúriz White, McGuinness, Mato Adrover, Mayer, Mayor Oreja, Mitchell, Montoro Romero, Musotto, Nassauer, Niebler, Olbrycht, Ouzký, Parish, Pieper, Piskorski, Pleštinská, Pomés Ruiz, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Reul, Roithová, Rudi Ubeda, Salafranca Sánchez-Neyra, Saryusz-Wolski, Schmitt Ingo, Schwab, Škottová, Sonik, Stevenson, Stubb, Sturdy, Tajani, Ulmer, Varela Suanzes-Carpegna, Vidal-Quadras Roca, Weber Manfred, Weisgerber, Wieland, von Wogau, Wojciechowski, Wortmann-Kool, Wuermeling, Zahradil, Zaleski, Zatloukal, Zvěřina, Zwiefka

UEN: Camre

Onthoudingen: 56

ALDE: Matsakis, Mohácsi, Polfer

GUE/NGL: Adamou, Agnoletto, Brie, Catania, de Brún, Figueiredo, Flasarová, Guerreiro, Guidoni, Kohlíček, Liotard, McDonald, Meijer, Musacchio, Papadimoulis, Pflüger, Ransdorf, Rizzo, Seppänen, Sjöstedt, Svensson, Triantaphyllides, Uca, Wagenknecht

IND/DEM: Adwent, Chruszcz, Giertych, Grabowski, Krupa, Piotrowski, Rogalski, Wierzejski

NI: Baco

PPE-DE: Deß, Gomolka, Gyürk, Jeggle, Karas, Kuźmiuk, Mauro, Papastamkos, Podkański, Rübig, Schierhuber, Stenzel

UEN: Bielan, Didžiokas, Janowski, Krasts, Kristovskis, Roszkowski, Zīle

Verts/ALE: van Buitenen


AANGENOMEN TEKSTEN

P6_TA(2005)0188

Niet-financiële kwartaalrekeningen per institutionele sector *** II

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de opstelling van niet-financiële kwartaalrekeningen per institutionele sector (15235/1/2004 — C6-0091/2005 — 2003/0296(COD))

(Medebeslissingsprocedure: tweede lezing)

Het Europees Parlement,

gezien het gemeenschappelijk standpunt van de Raad (15235/1/2004 — C6-0091/2005),

gezien zijn in eerste lezing geformuleerde standpunt(1) inzake het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2003)0789)(2),

gelet op artikel 251, lid 2 van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 67 van zijn Reglement,

gezien de aanbeveling voor de tweede lezing van de Commissie economische en monetaire zaken (A6-0152/2005),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het gemeenschappelijk standpunt;

2.

constateert dat het besluit is vastgesteld overeenkomstig het gemeenschappelijk standpunt;

3.

verzoekt zijn Voorzitter het besluit samen met de voorzitter van de Raad overeenkomstig artikel 254, lid 1 van het EG-Verdrag te ondertekenen;

4.

verzoekt zijn secretaris-generaal het besluit te ondertekenen nadat is nagegaan of alle procedures naar behoren zijn uitgevoerd, en samen met de secretaris-generaal van de Raad zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie;

5.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


P6_TA(2005)0189

Meerjarenprogramma voor ondernemingen en ondernemerschap 2001-2005) *** I

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Beschikking 2000/819/EG van de Raad betreffende een meerjarenprogramma voor ondernemingen en ondernemerschap, met name voor het midden- en kleinbedrijf (MKB) (2001-2005) (COM(2004)0781 — C6-0242/2004 — 2004/0272(COD))

(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2004)0781)(1),

gelet op artikel 251, lid 2 en artikel 157, lid 3 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C6-0242/2004),

gelet op artikel 51 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie industrie, onderzoek en energie (A6-0118/2005),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.

verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

3.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


P6_TC1-COD(2004)0272

Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 26 mei 2005 met het oog op de aanneming van Besluit nr. .../2005/EG van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Beschikking 2000/819/EG van de Raad betreffende een meerjarenprogramma voor ondernemingen en ondernemerschap, met name voor het midden- en kleinbedrijf (MKB) (2001-2005)

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 157, lid 3,

Gezien het voorstel van de Commissie(1),

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité(1),

Gezien het advies van het Comité van de Regio's(1),

Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag(2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het is van groot belang de continuïteit van de communautaire steun voor ondernemingen en ondernemerschap, met name voor het midden- en kleinbedrijf (MKB), te waarborgen.

(2)

Het is daarom wenselijk Beschikking 2000/819/EG(3) met nog een jaar te verlengen tot 31 december 2006 en het financiële referentiebedrag met 88 500 000 EUR te verhogen.

(3)

Beschikking 2000/819/EG moet dienovereenkomstig worden gewijzigd,

BESLUITEN:

Artikel 1

Beschikking 2000/819/EG wordt als volgt gewijzigd:

(1)

In artikel 7, lid 1, wordt het financiële referentiebedrag van 450 miljoen EUR vervangen door 538 500 000 EUR.

(2)

In artikel 8 wordt de datum 31 december 2005 vervangen door 31 december 2006.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag van zijn bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te ..., op ...

Voor het Europees Parlement

De Voorzitter

Voor de Raad

De Voorzitter


P6_TA(2005)0190

Overeenkomst EG/Chili inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten *

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een besluit van de Raad inzake de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Chili inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten (COM(2004)0829 — C6-0011/2005 — 2004/0289(CNS))

(Raadplegingsprocedure)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel voor een besluit van de Raad (COM(2004)0829)(1),

gelet op artikel 80, lid 2 en artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 300, lid 3, eerste alinea van het EG-Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C6-0011/2005),

gelet op de artikelen 51 en 83, lid 7 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie vervoer en toerisme (A6-0100/2005),

1.

hecht zijn goedkeuring aan de sluiting van de overeenkomst;

2.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, alsmede aan de regeringen en parlementen van de lidstaten en de Republiek Chili.


P6_TA(2005)0191

Financiering van studies en modelprojecten met betrekking tot het gemeenschappelijk visserijbeleid *

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een beschikking van de Raad tot wijziging van Beschikking 2000/439/EG van de Raad van 29 juni 2000 betreffende een financiële bijdrage van de Gemeenschap in de uitgaven van de lidstaten voor het verzamelen van gegevens, alsmede in de financiering van studies en modelprojecten ter ondersteuning van het gemeenschappelijk visserijbeleid (COM(2004)0618 — C6-0243/2004 — 2004/0213(CNS))

(Raadplegingsprocedure)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2004)0618)(1),

gelet op artikel 37 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C6-0243/2004),

gelet op artikel 51 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie visserij (A6-0113/2005),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het voorstel van de Commissie;

2.

verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

3.

wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;

4.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


P6_TA(2005)0192

Protocol visserijovereenkomst EG/Ivoorkust (1 juli 2004 — 30 juni 2007) *

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de sluiting van het protocol tot vaststelling, voor de periode van 1 juli 2004 tot en met 30 juni 2007, van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie als bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Ivoorkust inzake de visserij voor de kust van Ivoorkust (COM(2004)0619 — C6-0138/2004 — 2004/0211(CNS))

(Raadplegingsprocedure)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie voor een verordening van de Raad (COM(2004)0619)(1),

gelet op de artikelen 37 en 300, lid 2 van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 300, lid 3, eerste alinea van het EG-Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C6-0138/2004),

gelet op artikel 51 en artikel 83, lid 7 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie visserij en de adviezen van de Begrotingscommissie en de Commissie ontwikkelingssamenwerking (A6-0114/2005),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het voorstel voor een verordening van de Raad, als geamendeerd door het Parlement, alsmede aan de sluiting van het protocol;

2.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, alsmede aan de regeringen en parlementen van de lidstaten en van de Republiek Ivoorkust.

DOOR DE COMMISSIE VOORGESTELDE TEKST

AMENDEMENTEN VAN HET PARLEMENT

Amendement 1

Overweging 3 bis (nieuw)

(3 bis) Het is van belang dat de informatieverstrekking aan het Europees Parlement wordt verbeterd; de Commissie zou hiertoe een jaarlijks verslag moeten opstellen over de tenuitvoerlegging van de overeenkomst,

Amendement 2

Overweging 4 bis (nieuw)

(4 bis) De bescherming van de EU-belangen op visserijgebied moet hand in hand gaan met het duurzaam beheer van de visserijmiddelen op economisch, sociaal en ecologisch gebied, en met de duurzame ontwikkeling van de kustbevolking die leeft van de visserij.

Amendement 3

Overweging 4 ter (nieuw)

(4 ter) De Commissie moet haar impactbeoordelingsstudies over het duurzame karakter van de overeenkomst met Ivoorkust voortzetten.

Amendement 4

Overweging 4 quater (nieuw)

(4 quater) Er moeten maatregelen worden genomen om de participatie van lokale, op traditionele verenigingsvormen gebaseerde organisaties aan te moedigen; tevens moet de nodige aandacht worden besteed aan de rol van vrouwen bij de verwerking en het op de markt brengen van visserijproducten.

Amendement 5

Overweging 4 quinquies (nieuw)

(4 quinquies) Na het eerste jaar moet de uitvoering van de overeenkomst worden beoordeeld.

Amendement 6

Overweging 4 sexies (nieuw)

(4 sexies) De nodige middelen moeten ter beschikking worden gesteld om ervoor te zorgen dat aan de voorwaarden van de overeenkomst kan worden voldaan.

Amendement 7

Artikel 3 bis (nieuw)

Artikel 3 bis

In de loop van het laatste jaar van de looptijd van het protocol, en alvorens een nieuwe overeenkomst tot verlenging van dit protocol wordt gesloten, dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de toepassing van de overeenkomst en de voorwaarden waaronder deze ten uitvoer is gelegd.

Amendement 8

Artikel 3 ter (nieuw)

Artikel 3 ter

Op basis van het in artikel 3 bis bedoelde verslag, en na raadpleging van het Europees Parlement, verstrekt de Raad eventueel aan de Commissie een onderhandelingsmandaat met het oog op vaststelling van een nieuw protocol.

Amendement 9

Artikel 3 quater (nieuw)

Artikel 3 quater

De Commissie doet de Raad en het Europees Parlement jaarlijks het verslag toekomen over de gerichte maatregelen, dat de autoriteiten van Ivoorkust uit hoofde van artikel 4, lid 2 van het protocol, ter beschikking zullen stellen.


P6_TA(2005)0193

Financiering gemeenschappelijk landbouwbeleid *

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (COM(2004)0489 — C6-0166/2004 — 2004/0164(CNS))

(Raadplegingsprocedure)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2004)0489)(1),

gelet op artikel 37, lid 2, alinea 3 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C6-0166/2004),

gelet op artikel 51 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling en het advies van de Commissie begrotingscontrole (A6-0127/2005),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.

verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 250, lid 2 van het EG-Verdrag dienovereenkomstig te wijzigen;

3.

verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

4.

wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;

5.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

DOOR DE COMMISSIE VOORGESTELDE TEKST

AMENDEMENTEN VAN HET PARLEMENT

Amendement 1

Artikel 5, letter a)

a)

de acties die nodig zijn om het gemeenschappelijk landbouwbeleid te analyseren, het te beheren, er toezicht op uit te oefenen, er informatie over uit te wisselen en het ten uitvoer te leggen, alsmede de acties inzake de tenuitvoerlegging van de controlesystemen en de technische en administratieve bijstand;

a)

de acties die nodig zijn om het gemeenschappelijk landbouwbeleid te analyseren, het te beheren, er toezicht op uit te oefenen, er informatie over uit te wisselen en het ten uitvoer te leggen, alsmede de acties inzake de tenuitvoerlegging van de controlesystemen en de technische en administratieve bijstand, met uitzondering van kosten die overeenkomstig artikel 13 niet ten laste van het ELGF komen;

Amendement 2

Artikel 16, alinea 2

De rechtstreekse betalingen mogen echter in geen geval later dan op 15 oktober van het betrokken begrotingsjaar worden uitgekeerd.

Schrappen.

Amendement 3

Artikel 31, lid 4, letter a)

a)

uitgaven zoals bedoeld in artikel 3, lid 1, die zijn verricht meer dan zesendertig maanden voordat de Commissie de betrokken lidstaat schriftelijk van de resultaten van de verificaties in kennis heeft gesteld;

a)

uitgaven zoals bedoeld in artikel 3, lid 1, die zijn verricht meer dan vierentwintig maanden voordat de Commissie de betrokken lidstaat schriftelijk van de resultaten van de verificaties in kennis heeft gesteld;

Amendement 4

Artikel 31, lid 4, letter b)

b)

onder artikel 3, lid 1, vallende uitgaven betreffende meerjarenmaatregelen waarvoor de meest recente verplichting die aan de begunstigde is opgelegd, dateert van meer dan zesendertig maanden voordat de Commissie de betrokken lidstaat schriftelijk van de resultaten van de verificaties in kennis heeft gesteld;

b)

onder artikel 3, lid 1, vallende uitgaven betreffende meerjarenmaatregelen waarvoor de meest recente verplichting die aan de begunstigde is opgelegd, dateert van meer dan vierentwintig maanden voordat de Commissie de betrokken lidstaat schriftelijk van de resultaten van de verificaties in kennis heeft gesteld;

Amendement 5

Artikel 31, lid 4, letter c)

c)

uitgaven betreffende in artikel 4 bedoelde programma's waarvoor de saldobetaling is verricht meer dan zesendertig maanden voordat de Commissie de betrokken lidstaat schriftelijk van de resultaten van de verificaties in kennis heeft gesteld.

c)

uitgaven betreffende in artikel 4 bedoelde programma's waarvoor de saldobetaling is verricht meer dan vierentwintig maanden voordat de Commissie de betrokken lidstaat schriftelijk van de resultaten van de verificaties in kennis heeft gesteld.

Amendement 6

Artikel 32, lid 5, alinea 1

5. Indien de invordering niet heeft plaatsgevonden binnen vier jaar na de datum van het eerste administratief of gerechtelijk procesverbaal, of binnen zes jaar na die datum als over de terugvordering een zaak is aangespannen bij nationale rechtbanken, worden de financiële gevolgen van het achterwege blijven van de invordering na toepassing van de in lid 2 bedoelde inhouding voor 50 % door de betrokken lidstaat en voor 50 % door de Gemeenschapsbegroting gedragen.

5. Indien de invordering niet heeft plaatsgevonden binnen vier jaar na de datum van het eerste administratief procesverbaal, of binnen zes maanden nadat een definitief rechterlijk vonnis is gewezen, worden de financiële gevolgen van het achterwege blijven van de invordering na toepassing van de in lid 2 bedoelde inhouding voor 50 % door de betrokken lidstaat en voor 50 % door de Gemeenschapsbegroting gedragen.

Amendement 7

Artikel 43

Vóór 1 september van elk jaar stelt de Commissie een financieel verslag op over het beheer van het ELGF en het ELFPO in het voorgaande begrotingsjaar.

Vóór 1 september van elk jaar dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een financieel verslag in over het beheer van het ELGF en het ELFPO in het voorgaande begrotingsjaar.


P6_TA(2005)0194

Kaderakkoord over de betrekkingen tussen het Europees Parlement en de Commissie

Besluit van het Europees Parlement over de herziening van het kaderakkoord tussen het Europees Parlement en de Commissie (2005/2076(ACI))

Het Europees Parlement,

gelet op artikel 10 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap alsmede op Verklaring nr. 3 bij de Slotakte van de Intergouvernementele Conferentie die het Verdrag van Nice heeft vastgesteld,

gelet op artikel III-397 van het Verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa,

gelet op het kaderakkoord over de betrekkingen tussen het Europees Parlement en de Commissie van 5 juli 2000(1),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 18 november 2004 over de verkiezing van de nieuwe Commissie(2),

gezien het besluit van de Conferentie van voorzitters van 14 april 2005,

gezien het ontwerpkaderakkoord over de betrekkingen tussen het Europees Parlement en de Commissie (hierna genoemd „het akkoord”),

gelet op artikel 24, lid 3 en artikel 120, alsmede punt XVIII, 4 van Bijlage VI van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie constitutionele zaken (A6-0147/2005),

A.

overwegende dat meer democratie in de Europese Unie, waarvan met name de ondertekening van het Verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa blijk geeft, noopt tot een intensivering van de betrekkingen tussen het Europees Parlement en de Commissie en tot een betere parlementaire controle op het optreden van de uitvoerende macht,

B.

overwegende dat de investituurprocedure van de huidige Commissie de democratische legitimiteit van het institutioneel systeem van de Unie heeft versterkt en de politieke dimensie van de betrekkingen tussen beide instellingen heeft geaccentueerd,

C.

overwegende dat het voorgelegde nieuwe akkoord deze ontwikkeling weerspiegelt,

D.

overwegende dat het akkoord de hieronder aangegeven verduidelijkingen behoeft,

E.

overwegende dat het gezien het verloop van de onderhandelingen die hebben geleid tot een politiek akkoord, uiterst doelmatig zou zijn dat in de toekomst de met de onderhandelingen belaste personen over een politiek mandaat beschikken,

F.

overwegende dat interinstitutionele akkoorden en kaderakkoorden van grote invloed zijn en dat het met het oog op een grotere toegankelijkheid en transparantie daarom absoluut noodzakelijk is de bestaande akkoorden te bundelen en in een bijlage bij het Reglement van het Parlement op te nemen,

1.

is behalve over de betere samenhang en de eenvoudiger structuur van het nieuwe ontwerpakkoord verheugd over de volgende positieve punten:

a)

de nieuwe bepalingen inzake potentiële belangenconflicten (punt 2);

b)

de afspraken in geval van vervanging van een lid van de Commissie tijdens zijn ambtstermijn (punt 4);

c)

de garantie dat de kandidaat-commissarissen in de procedure inzake de goedkeuring van de nieuwe Commissie alle relevante informatie zullen verstrekken (punt 7);

d)

de instelling van een regelmatige dialoog op het hoogste niveau tussen de voorzitter van de Commissie en de Conferentie van voorzitters (punt 10);

e)

de gemeenschappelijke inventarisatie van de voorstellen en initiatieven van bijzonder belang uit het wetgevings- en werkprogramma van de Commissie en het interinstitutioneel meerjarenprogramma en de garantie dat het Parlement op voet van gelijkheid met de Raad in kennis wordt gesteld van elk optreden van de Commissie (punten 8 en 12);

f)

betere informatie van de Commissie over follow-up en overname van standpunten van het Parlement (punten 14 en 31);

g)

de verstrekking van relevante informatie over de deskundigengroepen van de Commissie (punt 16), met dien verstande dat rekening wordt gehouden met paragraaf 2 van dit besluit;

h)

de bevestiging van de bepalingen over de betrokkenheid van het Parlement bij internationale conferenties en de nieuwe specifieke bepalingen over donorconferenties en verkiezingswaarneming (punten 19-25), met dien verstande dat gehoor wordt gegeven aan het verzoek in paragraaf 4 van dit besluit;

i)

de opname in het akkoord (punt 35) van de toezeggingen die de Commissie heeft gedaan in het kader van de uitvoeringsmaatregelen met betrekking tot de sector effecten, banken, verzekeringen („Lamfalussy-procedure”) en van het akkoord tussen Parlement en Commissie over de toepassing van het „comitologiebesluit”(3), onder voorbehoud van de opmerkingen in paragraaf 3 van dit besluit;

j)

de toezegging van de Commissie om deel te nemen aan de werkzaamheden van het Parlement (punten 37-39);

k)

opname van een clausule ter herziening van het akkoord (punt 43) bij inwerkingtreding van het Verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa;

2.

onderstreept het belang dat het hecht aan volledige transparantie over de samenstelling en de werkzaamheden van de deskundigengroepen van de Commissie (punt 16 van het akkoord) en verzoekt de Commissie het akkoord in deze geest toe te passen;

3.

verzoekt de Commissie, in het licht van haar voorstel van 11 december 2002 rekening te houden met de politieke richtsnoeren die het Parlement vaststelt bij de uitoefening van zijn adviesrecht in het kader van de comitologieprocedure;

4.

acht het van belang dat leden die deelnemen aan delegaties naar conferenties en andere internationale onderhandelingen aanwezig kunnen zijn op interne coördinatievergaderingen van de Unie, onder de toezegging van het Parlement dat de aan deze bijeenkomsten inherente regels inzake vertrouwelijkheid in acht zullen worden genomen, en verzoekt daarom de Commissie daartoe strekkende wensen van het Parlement tegenover de Raad te ondersteunen;

5.

dringt er bij de Commissie op aan dat bij de presentatie van de geïntegreerde economische en werkgelegenheidsrichtsnoeren minstens twee maanden wordt uitgetrokken om het Europees Parlement naar behoren te kunnen raadplegen;

6.

hecht zijn goedkeuring aan het aan dit besluit gehechte akkoord;

7.

besluit dit akkoord als bijlage op te nemen in zijn Reglement ter vervanging van de bijlagen XIII en XIV;

8.

verzoekt zijn Voorzitter dit besluit met de bijlage te doen toekomen aan de Raad en de Commissie alsmede aan de parlementen van de lidstaten.


BIJLAGE

KADERAKKOORD OVER DE BETREKKINGEN TUSSEN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE COMMISSIE

Het Europees Parlement en de Commissie van de Europese Gemeenschappen (hierna „de twee instellingen” genoemd),

gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, hierna „de Verdragen” genoemd,

gelet op de interinstitutionele akkoorden en teksten waarin de betrekkingen tussen de twee instellingen worden geregeld,

gelet op het Reglement van het Parlement(1), in het bijzonder de artikelen 98, 99 en 120 alsmede bijlage VII,

A.

overwegende dat de Verdragen de democratische legitimiteit van het besluitvormingsproces van de Europese Unie versterken,

B.

overwegende dat de twee instellingen het grootste belang hechten aan de doeltreffende omzetting en tenuitvoerlegging van het Gemeenschapsrecht,

C.

overwegende dat dit kaderakkoord de bevoegdheden en prerogatieven van het Parlement, de Commissie en elke andere instelling of elk ander orgaan van de Europese Unie onverlet laat en beoogt een zo doeltreffend mogelijke uitoefening van deze bevoegdheden en prerogatieven te waarborgen,

D.

overwegende dat het geboden is het in juli 2000 gesloten kaderakkoord(2) te actualiseren en door de volgende tekst te vervangen,

komen als volgt overeen:

I. TOEPASSINGSGEBIED

1. De twee instellingen komen de volgende maatregelen overeen teneinde de politieke verantwoordelijkheid en legitimiteit van de Commissie te versterken, de constructieve dialoog uit te breiden en de informatieuitwisseling tussen de twee instellingen te verbeteren, alsmede de coördinatie van procedures en de planning te verbeteren.

Zij komen voorts bijzondere uitvoeringsmaatregelen overeen met het oog op de verstrekking van vertrouwelijke documenten en inlichtingen van de Commissie, zoals in bijlage 1 omschreven, en het tijdschema voor het wetgevings- en werkprogramma van de Commissie, zoals in bijlage 2 omschreven.

II. POLITIEKE VERANTWOORDELIJKHEID

2. Onverminderd het beginsel dat de Commissie een college vormt, draagt elk lid van de Commissie de politieke verantwoordelijkheid voor de maatregelen op het gebied waarmee het is belast.

De voorzitter van de Commissie is volledig verantwoordelijk voor het vaststellen van een eventueel belangenconflict op grond waarvan een lid van de Commissie zijn taken niet kan vervullen.

De voorzitter van de Commissie is tevens verantwoordelijk voor de eventuele maatregelen die vervolgens in een dergelijke situatie worden genomen; indien een afzonderlijk dossier opnieuw is toegewezen, stelt hij de Voorzitter van het Parlement hiervan onmiddellijk schriftelijk in kennis.

3. Indien het Parlement besluit het vertrouwen in een lid van de Commissie op te zeggen, moet de voorzitter van de Commissie na ernstige afweging van dit besluit hetzij het betrokken lid verzoeken ontslag te nemen, hetzij zijn besluiten aan het Parlement toelichten.

4. Wanneer het overeenkomstig artikel 215 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap nodig wordt te voorzien in de vervanging van een lid van de Commissie tijdens diens ambtstermijn, neemt de voorzitter van de Commissie onmiddellijk contact op met de Voorzitter van het Parlement, teneinde overeenstemming te bereiken over de wijze waarop de voorzitter van de Commissie ervoor wil zorgen dat het toekomstige lid onverwijld en met volledige eerbiediging van de prerogatieven van de instellingen aan het Parlement wordt voorgesteld.

Het Parlement draagt er zorg voor dat zijn procedures met de grootst mogelijke spoed worden afgewikkeld, zodat de voorzitter van de Commissie tijdig kennis kan nemen van het standpunt van het Parlement, voordat het lid wordt opgeroepen tot het vervullen van taken waarin hij de Commissie vertegenwoordigt.

5. De voorzitter van de Commissie stelt het Parlement onmiddellijk in kennis van elk besluit over de toekenning van verantwoordelijkheden aan een lid van de Commissie. Ingeval de verantwoordelijkheden van een lid van de Commissie ingrijpend worden gewijzigd, verschijnt het betrokken lid op verzoek van het Parlement voor de bevoegde parlementaire commissie.

6. Wijzigingen in de bepalingen van de gedragscode voor leden van de Commissie met betrekking tot belangenconflicten of ethisch verantwoord gedrag worden onverwijld aan het Parlement toegezonden.

De Commissie houdt rekening met de door het Parlement dienaangaande ingenomen standpunten.

7. Overeenkomstig artikel 99 van zijn Reglement voert het Parlement tijdig voor het begin van de procedures inzake de goedkeuring van de nieuwe Commissie overleg met de kandidaat-voorzitter van de Commissie. Het Parlement houdt rekening met de door de kandidaat-voorzitter gemaakte opmerkingen.

De procedures worden zodanig vormgegeven dat wordt gewaarborgd dat de gehele beoogde Commissie op een open, eerlijke en consequente manier wordt beoordeeld.

De leden van de beoogde Commissie dragen zorg voor volledige openbaarmaking van alle relevante informatie overeenkomstig de verplichting inzake onafhankelijkheid, zoals omschreven in artikel 213 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.

III. CONSTRUCTIEVE DIALOOG EN INFORMATIEVOORZIENING

i) Algemene bepalingen

8. De Commissie houdt het Parlement volledig en tijdig op de hoogte van haar voorstellen en initiatieven op wetgevings- en begrotingsgebied.

Op alle gebieden waarop het Parlement als wetgever of als tak van de begrotingsautoriteit handelt, wordt het in elke fase van het wetgevings- en begrotingsproces op voet van gelijkheid met de Raad in kennis gesteld.

9. Op het gebied van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid, politiële samenwerking en justitiële samenwerking in strafzaken neemt de Commissie de nodige stappen om de betrokkenheid van het Parlement te verbeteren en wel zodanig dat zij zoveel mogelijk met de standpunten van het Parlement rekening houdt.

10. De voorzitter van de Commissie en/of de voor de interinstitutionele betrekkingen bevoegde vicevoorzitter ontmoeten om de drie maanden de Conferentie van voorzitters om een regelmatige dialoog tussen de twee instellingen op het hoogste niveau in stand te houden. De voorzitter van de Commissie woont ten minste twee maal per jaar een vergadering van de Conferentie van voorzitters bij.

11. Elk lid van de Commissie ziet toe op een regelmatige en rechtstreekse informatievoorziening tussen het lid van de Commissie en de voorzitter van de betrokken parlementaire commissie.

12. De Commissie maakt geen wetgevingsvoorstel of belangrijk initiatief of besluit openbaar alvorens het Parlement hiervan schriftelijk in kennis te hebben gesteld.

Uitgaande van het wetgevings- en werkprogramma van de Commissie en van het meerjarenprogramma wijzen de twee instellingen van tevoren in onderlinge overeenstemming de voorstellen en initiatieven van bijzonder belang aan, teneinde deze op een plenaire vergadering van het Parlement te presenteren.

Evenzo wijzen zij de voorstellen en initiatieven aan waarover in de Conferentie van voorzitters informatie dient te worden verstrekt of waarvan de betrokken parlementaire commissie of de voorzitter daarvan op passende wijze op de hoogte dient te worden gesteld.

Deze besluiten worden genomen in het kader van de regelmatige dialoog tussen de twee instellingen, zoals bedoeld in punt 10, en worden regelmatig geactualiseerd, waarbij naar behoren rekening wordt gehouden met eventuele politieke ontwikkelingen.

13. Wanneer een intern document van de Commissie — waarvan het Parlement niet overeenkomstig de punten 8, 9 en 12 in kennis is gesteld — buiten de instellingen wordt verspreid, kan de Voorzitter van het Parlement om onverwijlde verstrekking van het betrokken document aan het Parlement verzoeken, om het te doen toekomen aan de leden van het Parlement die hierom verzoeken.

14. De Commissie verstrekt regelmatig schriftelijke informatie over de maatregelen die zijn genomen naar aanleiding van specifieke verzoeken die het Parlement in resoluties tot haar richt, ook in gevallen waarin zij zich niet achter de standpunten van het Parlement kon scharen.

Voor de kwijtingsprocedure gelden de specifieke bepalingen van punt 26.

De Commissie houdt rekening met verzoeken die het Parlement overeenkomstig artikel 192 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap tot de Commissie richt om wetgevingsvoorstellen in te dienen, en antwoordt snel en voldoende gedetailleerd op een dergelijk verzoek.

De informatie over de follow-up van belangrijke verzoeken van het Parlement wordt op verzoek van het Parlement of de Commissie ook in de betrokken parlementaire commissie en, zo nodig, op een plenaire vergadering van het Parlement verstrekt.

15. Wanneer een lidstaat overeenkomstig artikel 34 van het Verdrag betreffende de Europese Unie een wetgevingsinitiatief indient, brengt de Commissie desgevraagd het Parlement in de betrokken parlementaire commissie op de hoogte van haar standpunt inzake dit initiatief.

16. De Commissie deelt het Parlement de lijst van deskundigengroepen mee die haar bij de uitoefening van haar initiatiefrecht moeten bijstaan. Deze lijst wordt regelmatig geactualiseerd en openbaar gemaakt.

In dit kader verstrekt de Commissie de bevoegde parlementaire commissie op uitdrukkelijk en met redenen omkleed verzoek van de voorzitter van deze commissie op passende wijze informatie over de werkzaamheden en de samenstelling van deze groepen.

17. Via de geëigende kanalen voeren de twee instellingen een constructieve dialoog over vraagstukken die belangrijke administratieve zaken betreffen, met name kwesties die rechtstreekse gevolgen hebben voor de administratie van het Parlement zelf.

18. Wanneer ten aanzien van informatie die uit hoofde van dit kaderakkoord is verstrekt, een beroep wordt gedaan op vertrouwelijkheid, zijn de bepalingen van bijlage 1 van toepassing.

ii) Externe betrekkingen, uitbreiding en internationale overeenkomsten

19. Met betrekking tot internationale overeenkomsten, met inbegrip van handelsovereenkomsten, verstrekt de Commissie het Parlement vroegtijdig duidelijke informatie, zowel tijdens de voorbereiding van de overeenkomsten als tijdens het verloop en de afsluiting van internationale onderhandelingen. Deze informatie betreft de ontwerprichtsnoeren voor de onderhandelingen, de vastgestelde onderhandelingsrichtsnoeren, het onderhandelingsverloop en de afsluiting van de onderhandelingen.

De in de eerste alinea bedoelde informatie wordt voldoende tijdig aan het Parlement verstrekt opdat het in voorkomend geval zijn standpunt kenbaar kan maken en de Commissie voor zover mogelijk rekening kan houden met het standpunt van het Parlement. Deze informatie wordt via de betrokken parlementaire commissies en, waar dit passend is, op een plenaire vergadering verstrekt.

Het Parlement verbindt zich ertoe overeenkomstig de bepalingen van bijlage 1 passende procedures en waarborgen voor de vertrouwelijkheid vast te stellen.

20. De Commissie neemt de nodige maatregelen om te waarborgen dat het Parlement onmiddellijk en volledig in kennis wordt gesteld van:

i)

besluiten betreffende de voorlopige toepassing of de opschorting van overeenkomsten; en

ii)

het standpunt van de Gemeenschap in een orgaan dat uit hoofde van een overeenkomst is ingesteld.

21. Wanneer de Commissie de Europese Gemeenschap vertegenwoordigt, vergemakkelijkt de Commissie op verzoek van het Parlement dat leden van het Parlement als waarnemers worden opgenomen in delegaties van de Gemeenschap die onderhandelen over multilaterale overeenkomsten. De leden van het Parlement mogen niet rechtstreeks deelnemen aan de onderhandelingsrondes.

De Commissie verplicht zich ertoe de leden van het Parlement die als waarnemers deel uitmaken van delegaties die onderhandelen over multilaterale overeenkomsten, stelselmatig op de hoogte te houden.

22. Alvorens op donorconferenties financiële toezeggingen te doen die nieuwe financiële verplichtingen inhouden en de toestemming van de begrotingsautoriteit vereisen, brengt de Commissie de begrotingsautoriteit op de hoogte en onderzoekt zij de opmerkingen van de begrotingsautoriteit.

23. De twee instellingen komen overeen samen te werken op het gebied van de verkiezingswaarneming. De Commissie werkt samen met het Parlement bij de verlening van de noodzakelijke bijstand aan delegaties van het Parlement die deelnemen aan waarnemingsmissies van de Gemeenschap.

24. De Commissie houdt het Parlement volledig op de hoogte van de voortgang van de toetredingsonderhandelingen en met name van belangrijke aspecten en ontwikkelingen, zodat het Parlement zijn standpunten tijdig via de passende parlementaire procedures kenbaar kan maken.

25. Wanneer het Parlement overeenkomstig artikel 82 van zijn Reglement een aanbeveling over de in punt 24 bedoelde aangelegenheden aanneemt en de Commissie om zwaarwegende redenen besluit dat zij deze aanbeveling niet kan steunen, zet zij de redenen hiervoor in het Parlement uiteen, hetzij ter plenaire vergadering, hetzij op de volgende vergadering van de betrokken parlementaire commissie.

iii) Begrotingsuitvoering

26. In verband met de jaarlijkse kwijting overeenkomstig artikel 276 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap verstrekt de Commissie alle gegevens die nodig zijn voor de controle op de uitvoering van de begroting van het desbetreffende jaar, waarom de voorzitter van de parlementaire commissie die is belast met de kwijtingsprocedure overeenkomstig bijlage VI van het Reglement van het Parlement te dien einde heeft verzocht.

Wanneer zich nieuwe feiten voordoen met betrekking tot voorgaande jaren waarvoor reeds kwijting is verleend, verstrekt de Commissie alle hierop betrekking hebbende noodzakelijke gegevens teneinde tot een voor beide instellingen aanvaardbare oplossing te komen.

IV. SAMENWERKING INZAKE WETGEVINGSPROCEDURES EN -PLANNING

i) Beleids- en wetgevingsprogramma's van de Commissie en meerjarenprogrammering van de Europese Unie

27. De Commissie dient voorstellen in voor de meerjarenprogrammering van de Europese Unie teneinde tussen de betrokken instellingen een consensus over de interinstitutionele programmering tot stand te brengen.

28. Een aantredende Commissie dient zo spoedig mogelijk haar beleids- en wetgevingsprogramma in.

29. Wanneer de Commissie haar wetgevings- en werkprogramma voorbereidt, werken de twee instellingen volgens het in bijlage 2 opgenomen tijdschema samen.

De Commissie houdt rekening met de door het Parlement aangegeven prioriteiten.

De Commissie verstrekt voldoende gedetailleerde informatie over de plannen in het kader van elk punt in het wetgevings- en werkprogramma.

30. De voor de interinstitutionele betrekkingen bevoegde vice-voorzitter van de Commissie verbindt zich ertoe om de drie maanden verslag uit te brengen aan de Conferentie van commissievoorzitters over de politieke uitvoering van het wetgevings- en werkprogramma voor het desbetreffende jaar en over eventuele aanpassingen die als gevolg van actuele en belangrijke politieke gebeurtenissen noodzakelijk zijn geworden.

ii) Algemene wetgevingsprocedures

31. De Commissie verplicht zich ertoe de door het Parlement aangenomen amendementen op haar wetgevingsvoorstellen zorgvuldig te behandelen, teneinde hiermee rekening te houden in een eventueel gewijzigd voorstel.

De Commissie verbindt zich ertoe bij de opstelling van haar advies inzake de amendementen van het Parlement uit hoofde van artikel 251 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap zoveel mogelijk rekening te houden met de in tweede lezing aangenomen amendementen; wanneer zij om zwaarwegende redenen en na behandeling door het college besluit deze amendementen niet over te nemen of niet goed te keuren, zet zij haar besluit in het Parlement uiteen en in elk geval in haar advies over de amendementen van het Parlement, zoals bepaald in artikel 251, lid 2, onder c).

32. Alvorens een voorstel in te trekken, stelt de Commissie het Parlement en de Raad hiervan in kennis.

33. Voor de wetgevingsprocedures waarvoor geen medebeslissing is vereist:

i)

draagt de Commissie er zorg voor dat de organen van de Raad er tijdig aan worden herinnerd niet tot politieke overeenstemming over haar voorstellen te komen, zolang het Parlement zijn advies niet heeft vastgesteld. Zij verzoekt de Raad de beraadslaging op het niveau van de ministers pas af te sluiten nadat de leden van de Raad een redelijke tijd is gegund voor de behandeling van het advies van het Parlement;

ii)

draagt de Commissie er zorg voor dat de Raad, in geval van een ingrijpende wijziging van een voorstel van de Commissie door de Raad, de beginselen eerbiedigt die het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen voor de hernieuwde raadpleging van het Parlement heeft vastgesteld. De Commissie brengt het Parlement op de hoogte wanneer zij de Raad eraan herinnert dat hernieuwde raadpleging noodzakelijk is;

iii)

verbindt de Commissie zich ertoe in voorkomend geval een door het Parlement verworpen wetgevingsvoorstel in te trekken. Wanneer de Commissie om zwaarwegende redenen en na behandeling in het college besluit haar voorstel te handhaven, zet zij in een verklaring voor het Parlement de redenen hiervoor uiteen.

34. Met het oog op een betere wetgevingsprogrammering verbindt het Parlement zich ertoe:

i)

de wetgevingsonderdelen van zijn agenda's zo te programmeren dat zij zijn aangepast aan het lopende wetgevingsprogramma en aan de resoluties die het over dat programma heeft aangenomen;

ii)

een redelijke termijn in acht te nemen, voorzover dit voor de procedure nuttig is, voor het vaststellen van zijn advies in eerste lezing in de samenwerkings- en medebeslissingsprocedure of in de raadplegingsprocedure;

iii)

de rapporteurs voor de toekomstige voorstellen zoveel mogelijk te benoemen zodra het wetgevingsprogramma is aangenomen;

iv)

de verzoeken om een hernieuwde raadpleging met volstrekte voorrang te behandelen, mits alle nodige informatie is verstrekt.

iii) Specifieke wetgevings- en uitvoeringsbevoegdheden van de Commissie

35. De Commissie houdt het Parlement volledig en tijdig op de hoogte van de door haar genomen besluiten die onder haar eigen wetgevingsbevoegdheden vallen.

De uitvoering van Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden(3) wordt beheerst door het Akkoord tussen het Europees Parlement en de Commissie(4) over de wijze van toepassing van dat besluit.

Met betrekking tot uitvoeringsmaatregelen die de sector effecten, banken en verzekeringen betreffen, bevestigt de Commissie de toezeggingen die zij in de plenaire vergadering van 5 februari 2002 heeft gedaan en die op 31 maart 2004 zijn bekrachtigd. De Commissie verbindt zich er met name toe zoveel mogelijk rekening te houden met het standpunt van het Parlement en met resoluties die het eventueel aanneemt over uitvoeringsmaatregelen die verder gaan dan de uitvoeringsbevoegdheden waarin het basisbesluit voorziet; in dergelijke gevallen zal zij trachten tot een evenwichtige oplossing te komen.

iv) Controle op de toepassing van het Gemeenschapsrecht

36. Naast de specifieke verslagen en het jaarverslag over de toepassing van het Gemeenschapsrecht brengt de Commissie op verzoek van de bevoegde parlementaire commissie het Parlement mondeling op de hoogte van het stadium waarin de procedure zich bevindt, zodra het met redenen omklede advies is verzonden en, ingeval van procedures ingeleid op grond van niet-mededeling van uitvoeringsmaatregelen van richtlijnen of wegens niet-nakoming van een arrest van het Hof van Justitie, zodra de ingebrekestelling is geschied.

V. DEELNAME VAN DE COMMISSIE AAN PARLEMENTAIRE WERKZAAMHEDEN

37. Het Parlement streeft ernaar dat in de regel punten die onder de verantwoordelijkheid van een lid van de Commissie vallen, worden gebundeld.

De Commissie streeft ernaar dat in de regel de leden van de Commissie, telkens wanneer het Parlement hierom verzoekt, in de plenaire vergaderingen aanwezig zijn tijdens de behandeling van de agendapunten die onder hun verantwoordelijkheid vallen.

38. Ter waarborging van de aanwezigheid van leden van de Commissie verbindt het Parlement zich ertoe zijn uiterste best te doen zijn zich aan definitieve ontwerpagenda's te houden.

Wanneer het Parlement zijn definitieve ontwerpagenda wijzigt of binnen de agenda van een vergaderperiode punten verplaatst, brengt het de Commissie hiervan onmiddellijk op de hoogte. De Commissie doet haar uiterste best om de aanwezigheid van het verantwoordelijke lid van de Commissie te garanderen.

39. De Commissie kan uiterlijk tot de vergadering waarin de Conferentie van voorzitters de definitieve ontwerpagenda van een vergaderperiode vaststelt, voorstellen punten op de agenda te plaatsen. Het Parlement houdt zoveel mogelijk met dergelijke voorstellen rekening.

40. Het lid van de Commissie dat voor een in een parlementaire commissie behandeld punt bevoegd is, is in de regel op de betrokken commissievergadering aanwezig, zo het hiertoe wordt uitgenodigd.

Leden van de Commissie worden op hun verzoek gehoord.

Parlementaire commissies trachten zich aan hun ontwerpagenda en agenda te houden.

Wanneer een parlementaire commissie zijn ontwerpagenda of zijn agenda wijzigt, wordt de Commissie hiervan onmiddellijk in kennis gesteld.

Wanneer niet uitdrukkelijk om de aanwezigheid van een lid van de Commissie in een vergadering van een parlementaire commissie wordt verzocht, zorgt de Commissie ervoor dat zij door een bevoegde ambtenaar op adequaat niveau wordt vertegenwoordigd.

VI. SLOTBEPALINGEN

41. De twee instellingen verbinden zich ertoe hun samenwerking op het gebied van voorlichting en communicatie te intensiveren.

42. De twee instellingen evalueren op gezette tijden de toepassing van dit kaderakkoord en de bijlagen daarbij en op verzoek van een van beide instellingen wordt in het licht van de opgedane ervaring een herziening in overweging genomen.

43. Dit kaderakkoord wordt herzien na de inwerkingtreding van het Verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa.

Gedaan te ..., op ...

Voor het Europees Parlement

De Voorzitter

Voor de Commissie

De Voorzitter


BIJLAGE 1

VERSTREKKING VAN VERTROUWELIJKE INFORMATIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

1. Toepassingsgebied

1.1 Deze bijlage regelt de verstrekking aan het Parlement en de behandeling van vertrouwelijke informatie van de Commissie in het kader van de uitoefening van de parlementaire bevoegdheden met betrekking tot de wetgevings- en begrotingsprocedure, de kwijtingsprocedure en de algemene uitoefening van de controlebevoegdheden van het Parlement. De twee instellingen handelen met inachtneming van hun wederzijdse verplichtingen tot loyale samenwerking in een sfeer van volledig wederzijds vertrouwen en met strikte inachtneming van de desbetreffende Verdragsbepalingen, met name de artikelen 6 en 46 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en artikel 276 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.

1.2. Onder informatie wordt verstaan elke schriftelijke of mondelinge informatie, ongeacht de drager of de auteur.

1.3. De Commissie zorgt ervoor dat het Parlement overeenkomstig de bepalingen van deze bijlage toegang tot de informatie krijgt, wanneer zij van één van de in punt 1.4 genoemde parlementaire organen een verzoek ontvangt betreffende de verstrekking van vertrouwelijke informatie.

1.4. In het kader van deze bijlage kunnen de Commissie om vertrouwelijke informatie vragen: de Voorzitter van het Parlement, de voorzitters van de betrokken parlementaire commissies, het Bureau en de Conferentie van voorzitters.

1.5. Informatie over inbreukprocedures en procedures op het gebied van de mededinging is van deze bijlage uitgezonderd, voorzover de Commissie hierover op het moment van het verzoek van een van de parlementaire organen nog geen definitief besluit heeft genomen.

1.6. Deze bepalingen zijn van toepassing onverminderd Besluit 95/167/EG, Euratom, EGKS van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 19 april 1995 tot vaststelling van de wijze van uitoefening van het enquêterecht van het Europees Parlement(1) en de desbetreffende bepalingen van Besluit 1999/352/EG, EGKS, Euratom van de Commissie van 28 april 1999 houdende oprichting van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF)(2).

2. Algemene regels

2.1. Op verzoek van een van de in punt 1.4 genoemde organen verstrekt de Commissie het betrokken orgaan zo spoedig mogelijk alle vertrouwelijke informatie die nodig is voor de uitoefening van de controletaken van het Parlement, waarbij de twee instellingen in het kader van hun respectieve bevoegdheden en verantwoordelijkheden het volgende in acht nemen:

de grondrechten, met inbegrip van het recht op een eerlijk proces en op bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

de bepalingen betreffende gerechtelijke en tuchtrechtelijke procedures;

de bescherming van het zakengeheim en de handelsbetrekkingen;

de bescherming van de belangen van de Unie, met name op het gebied van de openbare veiligheid, de internationale betrekkingen, de monetaire stabiliteit en de financiële belangen.

Bij gebrek aan overeenstemming wordt de zaak ter beslechting aan de voorzitters van de twee instellingen voorgelegd. Vertrouwelijke informatie afkomstig van een staat, een instelling of een internationale organisatie wordt slechts verstrekt met instemming van de betrokken staat, instelling of internationale organisatie.

2.2. Bij twijfel over het vertrouwelijke karakter van informatie of wanneer de passende regeling voor de verstrekking ervan overeenkomstig de in punt 3.2 genoemde mogelijkheden moet worden vastgesteld, vindt onverwijld overleg plaats tussen de voorzitter van de betrokken parlementaire commissie, eventueel vergezeld van de rapporteur, en het verantwoordelijke lid van de Commissie. Bij gebrek aan overeenstemming wordt de zaak ter beslechting aan de voorzitters van de twee instellingen voorgelegd.

2.3. Wanneer aan het einde van de in punt 2.2 bedoelde procedure geen overeenstemming wordt bereikt, verzoekt de Voorzitter van het Parlement, op met redenen omkleed verzoek van de betrokken parlementaire commissie, de Commissie de desbetreffende vertrouwelijke informatie binnen de passende en naar behoren aangegeven termijn te verstrekken, met vermelding van de in punt 3 van deze bijlage gekozen mogelijkheden. De Commissie stelt het Parlement vóór het verstrijken van deze termijn schriftelijk in kennis van haar definitieve standpunt; in dit verband behoudt het Parlement zich het recht voor eventueel gebruik te maken van zijn recht van beroep.

3. Regeling van toegang tot en behandeling van vertrouwelijke informatie

3.1. De vertrouwelijke informatie die overeenkomstig de in punt 2.2 en, in voorkomend geval punt 2.3 bedoelde procedure is verstrekt, wordt onder verantwoordelijkheid van de voorzitter of een lid van de Commissie verstrekt aan het parlementaire orgaan dat het verzoek heeft ingediend.

3.2. Onverminderd het bepaalde in punt 2.3 worden de toegang en de regeling ter waarborging van het vertrouwelijke karakter van de informatie in onderlinge overeenstemming vastgesteld door het betrokken parlementaire orgaan, dat naar behoren door zijn voorzitter wordt vertegenwoordigd, en het terzake bevoegde lid van de Commissie, waarbij uit de volgende mogelijkheden wordt gekozen:

informatie bestemd voor de voorzitter en de rapporteur van de bevoegde parlementaire commissie;

beperkte toegang tot de informatie voor alle leden van de bevoegde parlementaire commissie volgens de passende regeling, eventueel met terugname van de documenten na inzage en een verbod om kopieën te maken;

discussie in de bevoegde parlementaire commissie met gesloten deuren volgens een regeling die verschilt naar gelang de mate van vertrouwelijkheid en met inachtneming van de beginselen als bedoeld in bijlage VII bij het Reglement van het Parlement;

overlegging van documenten waaruit alle persoonlijke gegevens zijn verwijderd;

in gevallen waarin dit om absoluut uitzonderlijke redenen gerechtvaardigd is, informatie alleen bestemd voor de Voorzitter van het Parlement.

De betrokken informatie mag niet openbaar worden gemaakt noch aan enige andere geadresseerde worden verstrekt.

3.3. Bij niet-naleving van deze regeling zijn de in bijlage VII bij het Reglement van het Parlement opgenomen sanctiebepalingen van toepassing.

3.4. Met het oog op de uitvoering van bovengenoemde bepalingen zorgt het Parlement voor de daadwerkelijke invoering van de volgende voorzieningen:

een veilig archiveringssysteem voor de als vertrouwelijk geclassificeerde documenten;

een beveiligde leeszaal (zonder fotokopieerapparatuur, telefoon, fax, scanner of andere technische middelen voor vermenigvuldiging of verzending van documenten, enz.);

veiligheidsbepalingen inzake de toegang tot de leeszaal door de ondertekening van een toegangsregister en een verklaring op erewoord de vertrouwelijke informatie waarin men inzage heeft gehad, niet te verspreiden.

3.5. De Commissie neemt alle noodzakelijke maatregelen om de uitvoering van de bepalingen van deze bijlage te waarborgen.


BIJLAGE 2

Tijdschema voor het wetgevings- en werkprogramma van de Commissie

1. In februari presenteren de voorzitter van de Commissie en/of de voor de interinstitutionele betrekkingen bevoegde vice-voorzitter het besluit inzake de jaarlijkse beleidsstrategie (JBS) voor het volgende jaar aan de Conferentie van voorzitters.

2. Tijdens de vergaderperiode van februari-maart nemen de betrokken instellingen deel aan een debat over de hoofdlijnen van de politieke prioriteiten op basis van het besluit inzake de JBS voor het volgende jaar.

3. Na dit debat voeren de bevoegde parlementaire commissies en de desbetreffende leden van de Commissie het gehele jaar regelmatig bilateraal overleg om de stand van zaken bij de uitvoering van het lopende wetgevings- en werkprogramma van de Commissie te beoordelen en de voorbereiding van het toekomstige programma op elk van hun specifieke terreinen te bespreken. Elke parlementaire commissie brengt regelmatig over de resultaten van deze vergaderingen verslag uit aan de Conferentie van commissievoorzitters.

4. De Conferentie van commissievoorzitters houdt regelmatig een gedachtewisseling met de voor de interinstitutionele betrekkingen bevoegde vice-voorzitter van de Commissie, om de stand van zaken bij de uitvoering van het lopende wetgevings- en werkprogramma van de Commissie te beoordelen, de voorbereiding van het toekomstige programma te bespreken en de balans op te maken van de resultaten van het lopende bilaterale overleg tussen de betrokken parlementaire commissies en de desbetreffende leden van de Commissie.

5. In september legt de Conferentie van commissievoorzitters een beknopt verslag voor aan de Conferentie van voorzitters, die de Commissie hiervan op de hoogte brengt.

6. Tijdens de vergaderperiode van november presenteert de voorzitter van de Commissie voor het Parlement, in aanwezigheid van het college, het wetgevings- en werkprogramma van de Commissie voor het volgende jaar. Daarbij wordt ook de uitvoering van het lopende programma beoordeeld. Vervolgens neemt het Parlement tijdens de vergaderperiode van december een resolutie aan.

7. Het wetgevings- en werkprogramma van de Commissie gaat vergezeld van een lijst van de wetgevings- en niet-wetgevingsvoorstellen voor het volgende jaar, waarvan de vorm nader moet worden bepaald(1). Het programma wordt tijdig voor de vergaderperiode waarop het zal worden besproken, aan het Parlement toegezonden.

8. Dit tijdschema geldt voor elke reguliere programmeringscyclus, met uitzondering van jaren met verkiezingen voor het Parlement die samenvallen met het einde van de ambtstermijn van de Commissie.

9. Dit tijdschema laat toekomstige akkoorden over de interinstitutionele programmering onverlet.


P6_TA(2005)0195

Zitplaatsen en hoofdsteunen in motorvoertuigen *** II

Wetgevingresolutie van het Europees Parlement betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 74/408/EEG van de Raad, met betrekking tot de zitplaatsen en de bevestiging en hoofdsteunen daarvan in motorvoertuigen (11935/3/2004 — C6-0031/2005 — 2003/0128(COD))

(Medebeslissingsprocedure: tweede lezing)

Het Europees Parlement,

gezien het gemeenschappelijk standpunt van de Raad (11935/3/2004 — C6-0031/2005)(1),

gezien zijn in eerste lezing geformuleerde standpunt(2) inzake het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2003)0361),

gelet op artikel 251, lid 2 van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 62 van zijn Reglement,

gezien de aanbeveling voor de tweede lezing van de Commissie vervoer en toerisme (A6-0115/2005),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het gemeenschappelijk standpunt, als geamendeerd door het Parlement;

2.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


P6_TC2-COD(2003)0128

Standpunt van het Europees Parlement in tweede lezing vastgesteld op 26 mei 2005 met het oog op de aanneming van Richtlijn 2005/.../EG van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 74/408/EEG van de Raad inzake motorvoertuigen, met betrekking tot de zitplaatsen en de bevestiging en hoofdsteunen daarvan in motorvoertuigen

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 95,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag(2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Uit onderzoek is gebleken dat het gebruik van veiligheidsgordels en beveiligingssystemen kan bijdragen tot een aanzienlijke vermindering van het aantal verkeersdoden en van de ernst van verwondingen ten gevolge van ongevallen, zelfs ongevallen waarbij het voertuig omslaat. De installatie ervan in alle voertuigcategorieën heeft ongetwijfeld een aanzienlijke verbetering van de verkeersveiligheid tot gevolg en zal dan ook veel mensenlevens redden.

(2)

De installatie van veiligheidsgordels in alle voertuigen kan belangrijke baten voor de maatschappij opleveren.

(3)

In zijn resolutie van 18 februari 1986 over gemeenschappelijke maatregelen ter vermindering van het aantal verkeersongevallen in het kader van het jaar van de verkeersveiligheid in de Gemeenschap(3) heeft het Europees Parlement benadrukt dat het noodzakelijk is het dragen van de veiligheidsgordel verplicht te stellen voor alle inzittenden, inclusief kinderen, behalve in het openbaar vervoer. Met het oog op de verplichte installatie van veiligheidsgordels en/of beveiligingssystemen moet dan ook een onderscheid worden gemaakt tussen bussen voor het openbaar vervoer en andere voertuigen.

(4)

Overeenkomstig Richtlijn 70/156/EEG van de Raad van 6 februari 1970 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan(4), is het communautaire typegoedkeuringssysteem per 1 januari 1998 alleen ingevoerd voor alle nieuwe voertuigen van categorie M1. Alleen voertuigen van categorie M1 die na deze datum een typegoedkeuring hebben ontvangen, moeten zijn uitgerust met zitplaatsen, zitplaatsbevestigingen en hoofdsteunen die voldoen aan de voorschriften van Richtlijn 74/408/EEG(5).

(5)

Zolang het communautaire typegoedkeuringssysteem niet is uitgebreid tot alle voertuigcategorieën moet, in het belang van de veiligheid van voertuigen van andere categorieën dan M1, worden geëist dat in deze voertuigen zitplaatsen en zitplaatsbevestigingen worden geïnstalleerd die de installatie van gordelbevestigingen toelaten.

(6)

Richtlijn 74/408/EEG bevat al alle technische en administratieve voorschriften voor de typegoedkeuring van andere voertuigen dan die van categorie M1. De lidstaten behoeven dan ook geen aanvullende voorschriften in te voeren.

(7)

Sinds de inwerkingtreding van Richtlijn 96/37/EG van de Commissie van 17 juni 1996 houdende aanpassing aan de technische vooruitgang van Richtlijn 74/408/EEG van de Raad(6) hebben verscheidene lidstaten de voorschriften van deze richtlijn al verplicht gesteld voor andere voertuigen dan die van categorie M1. De fabrikanten en hun leveranciers hebben dus al de geschikte technologie ontwikkeld.

(8)

Uit onderzoek is gebleken dat het niet mogelijk is zijdelings gerichte zitplaatsen uit te rusten met veiligheidsgordels die de inzittenden hetzelfde beschermingsniveau bieden als voorwaarts gerichte zitplaatsen. Om veiligheidsredenen moeten dergelijke zitplaatsen worden verboden in bepaalde voertuigcategorieën.

(9)

De bepalingen op grond waarvan zijdelings gerichte zitplaatsen met tweepuntsgordels in bepaalde voertuigklassen van categorie M3 zijn toegestaan, dienen van tijdelijke aard te zijn, in afwachting van de inwerkingtreding van communautaire wetgeving waarmee Richtlijn 70/156/EEG wordt gewijzigd en de typegoedkeuring van de Gemeenschap wordt uitgebreid tot alle voertuigen, met inbegrip van voertuigen van categorie M3.

(10)

Richtlijn 74/408/EEG moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(11)

Aangezien de doelstelling van deze richtlijn, namelijk de verbetering van de verkeersveiligheid door de verplichte installatie van veiligheidsgordels in bepaalde voertuigcategorieën, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en derhalve vanwege haar omvang beter door de Gemeenschap kan worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenk omstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan wat nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken,

HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijziging van Richtlijn 74/408/EEG

Richtlijn 74/408/EEG wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

a)

Aan lid 1 wordt de volgende alinea toegevoegd:

„De voertuigen van de categorieën M2 en M3 zijn onderverdeeld in klassen, zoals vastgesteld in punt 2 van bijlage I bij Richtlijn 2001/85/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 november 2001 betreffende speciale voorschriften voor voertuigen bestemd voor het vervoer van passagiers, met meer dan acht zitplaatsen, die van de bestuurder niet meegerekend(7).

b)

Lid 2 wordt vervangen door:

„2. Deze richtlijn is niet van toepassing op achterwaarts gerichte zitplaatsen.”

2)

Het volgende artikel wordt ingevoegd:

„Artikel 3 bis

1. De installatie van zijdelings gerichte zitplaatsen is verboden in voertuigen van de categorieën M1, N1, M2 (van de klassen III of B) en M3 (van de klassen III of B).

2. Lid 1 is niet van toepassing op ambulances of op de in artikel 8, lid 1, eerste streepje, van Richtlijn 70/156/EEG genoemde voertuigen.

3.Lid 1 is niet van toepassing op voertuigen van categorie M3 (van de klassen III of B) met een technisch toegestaan maximumgewicht in beladen toestand van meer dan 10 ton, waarin zijdelings gerichte zitplaatsen achterin het voertuig bijeen zijn geplaatst tot een zitgroep met maximaal 10 plaatsen. Deze zijdelings gerichte zitplaatsen moeten ten minste zijn uitgerust met een hoofdsteun en een tweepuntsgordel met oprolmechanisme waarvoor overeenkomstig Richtlijn 77/541/EEG van de Raad(8) een typegoedkeuring is afgegeven. De verankering van deze veiligheidsgordels dient in overeenstemming te zijn met Richtlijn 76/115/EEG van de Raad(9).

Deze vrijstelling geldt voor een periode van vijf jaar vanaf ...(10). Deze periode kan verlengd worden als er betrouwbare ongevallenstatistieken beschikbaar zijn en de bevestigingssystemen verder zijn ontwikkeld.

3)

Bijlage II wordt als volgt gewijzigd:

a)

Punt 1.1 wordt vervangen door:

„1.1.

De voorschriften van deze bijlage gelden niet voor achterwaarts gerichte zitplaatsen, of voor op die zitplaatsen aangebrachte hoofdsteunen.”

b)

Punt 2.3 wordt vervangen door:

„2.3.

„Zitplaats”: de constructie die al dan niet een integrerend deel van de volledige gestoffeerde voertuigconstructie vormt en bestemd is voor één volwassene. Met deze term wordt zowel een afzonderlijke stoel bedoeld als gedeelte van een bank dat aan één persoon plaats moet bieden.

Afhankelijk van de richting wordt een zitplaats als volgt gedefinieerd:

2.3.1.

„Voorwaarts gerichte zitplaats”: een zitplaats die kan worden gebruikt terwijl het voertuig in beweging is en die zodanig naar de voorkant van het voertuig gericht is dat het verticale symmetrievlak van de zitplaats een hoek van minder dan +10° of -10° vormt met het verticale symmetrievlak van het voertuig.

2.3.2.

„Achterwaarts gerichte zitplaats”: een zitplaats die kan worden gebruikt terwijl het voertuig in beweging is en die zodanig naar de achterkant van het voertuig gericht is dat het verticale symmetrievlak van de zitplaats een hoek van minder dan +10° of -10° vormt met het verticale symmetrievlak van het voertuig.

2.3.3.

„Zijdelings gerichte zitplaats”: een zitplaats die, gelet op haar gerichtheid ten opzichte van het verticale symmetrievlak van het voertuig, aan geen van de in de punten 2.3.1 en 2.3.2 gegeven definities voldoet.”

c)

Punt 2.9 wordt geschrapt.

4)

In bijlage III wordt punt 2.5 vervangen door:

„2.5.

„Zitplaats”: een vast op de voertuigconstructie te bevestigen constructie, inclusief stoffering en verbindingsstukken, die bedoeld is om in een voertuig een of meer volwassenen een zitplaats te bieden.

Afhankelijk van de richting wordt een zitplaats als volgt gedefinieerd:

2.5.1.

„Voorwaarts gerichte zitplaats”: een zitplaats die kan worden gebruikt terwijl het voertuig in beweging is en die zodanig naar de voorkant van het voertuig gericht is dat het verticale symmetrievlak van de zitplaats een hoek van minder dan +10° of -10° vormt met het verticale symmetrievlak van het voertuig.

2.5.2.

„Achterwaarts gerichte zitplaats”: een zitplaats die kan worden gebruikt terwijl het voertuig in beweging is en die zodanig naar de achterkant van het voertuig gericht is dat het verticale symmetrievlak van de zitplaats een hoek van minder dan +10° of -10° vormt met het verticale symmetrievlak van het voertuig.

2.5.3.

„Zijdelings gerichte zitplaats”: een zitplaats die, gelet op haar gerichtheid ten opzichte van het verticale symmetrievlak van het voertuig, aan geen van de in de punten 2.5.1 en 2.5.2 gegeven definities voldoet.”

5)

Bijlage IV wordt als volgt gewijzigd:

a)

Punt 1.1 wordt vervangen door:

„1.1.

De voorschriften van deze bijlage gelden voor voertuigen van de categorieën N1, N2 of N3 en de categorieën M2 en M3 die niet onder het toepassingsgebied van bijlage III vallen. Ze gelden ook voor de zijdelings gerichte zitplaatsen van alle voertuigcategorieën, met uitzondering van het bepaalde in punt 2.5.”

b)

Punt 2.4 wordt vervangen door:

„2.4.

Alle zitplaatsen die naar voren kunnen worden gekanteld of neerklapbare rugleuningen hebben, moeten zijn voorzien van automatische vergrendelingen in de normale stand. Dit voorschrift geldt niet voor zitplaatsen die zijn aangebracht in de rolstoelruimten van voertuigen van de categorieën M2 of M3 van de klassen I, II of A.”

Artikel 2

Implementatie

1. Met ingang van ...(11) mogen de lidstaten, op grond van de zitplaatsen en de bevestigingen en hoofdsteunen daarvan, wanneer deze voldoen aan de voorschriften van Richtlijn 74/408/EEG, als gewijzigd bij deze richtlijn:

a)

de EG-typegoedkeuring of de nationale typegoedkeuring voor een voertuigtype niet weigeren;

b)

de registratie, de verkoop of het in het verkeer brengen van nieuwe voertuigen niet verbieden,

2. Met ingang van ...(12), wanneer de zitplaatsen en de bevestigingen en hoofdsteunen daarvan niet voldoen aan de voorschriften van Richtlijn 74/408/EEG, als gewijzigd bij deze richtlijn:

a)

mogen de lidstaten niet langer de EG-typegoedkeuring voor een nieuw voertuigtype verlenen;

b)

weigeren de lidstaten de nationale typegoedkeuring voor een nieuw voertuigtype,

3. Met ingang van ...(13), wanneer de zitplaatsen en de bevestigingen en hoofdsteunen daarvan niet voldoen aan de voorschriften van Richtlijn 74/408/EEG, als gewijzigd bij deze richtlijn.:

a)

beschouwen de lidstaten de certificaten van overeenstemming van nieuwe voertuigen als niet langer geldig in de zin van artikel 7, lid 1, van Richtlijn 70/156/EEG;

b)

weigeren de lidstaten de registratie, de verkoop of het in het verkeer brengen van nieuwe voertuigen, tenzij een beroep wordt gedaan op de bepalingen van artikel 8, lid 2, van Richtlijn 70/156/EEG,

Artikel 3

Omzetting

1. De lidstaten dienen de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken die nodig zijn om vóór ...(14) aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

2. Zij passen deze bepalingen toe met ingang van ...(15).

3. Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in de bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor de verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

4. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijke bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 4

Inwerkingtreding

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 5

Adressaten

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te ..., op ...

Voor het Europees Parlement

De Voorzitter

Voor de Raad

De Voorzitter


P6_TA(2005)0196

Veiligheidsgordels en bevestigingssystemen van motorvoertuigen *** II

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 77/541/EEG inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende veiligheidsgordels en bevestigingssystemen van motorvoertuigen (11934/3/2004 — C6-0029/2005 — 2003/0130(COD))

(Medebeslissingsprocedure: tweede lezing)

Het Europees Parlement,

gezien het gemeenschappelijk standpunt van de Raad (11934/3/2004 — C6-0029/2005)(1),

gezien zijn in eerste lezing geformuleerde standpunt(2) inzake het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2003)0363),

gelet op artikel 251, lid 2 van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 67 van zijn Reglement,

gezien de aanbeveling voor de tweede lezing van de Commissie vervoer en toerisme (A6-0120/2005),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het gemeenschappelijk standpunt;

2.

constateert dat het besluit is vastgesteld overeenkomstig het gemeenschappelijk standpunt;

3.

verzoekt zijn Voorzitter het besluit samen met de voorzitter van de Raad overeenkomstig artikel 254, lid 1 van het EG-Verdrag te ondertekenen;

4.

verzoekt zijn secretaris-generaal het besluit te ondertekenen nadat is nagegaan of alle procedures naar behoren zijn uitgevoerd, en samen met de secretaris-generaal van de Raad zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie;

5.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


P6_TA(2005)0197

Bevestigingspunten voor veiligheidsgordels van motorvoertuigen *** II

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 76/115/EEG van de Raad inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende bevestigingspunten voor veiligheidsgordels van motorvoertuigen (11933/3/2004 — C6-0030/2005 — 2003/0136(COD))

(Medebeslissingsprocedure: tweede lezing)

Het Europees Parlement,

gezien het gemeenschappelijk standpunt van de Raad (11933/3/2004 — C6-0030/2005)(1),

gezien zijn in eerste lezing geformuleerde standpunt(2) inzake het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2003)0362),

gelet op artikel 251, lid 2 van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 67 van zijn Reglement,

gezien de aanbeveling voor de tweede lezing van de Commissie vervoer en toerisme (A6-0117/2005),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het gemeenschappelijk standpunt;

2.

constateert dat het besluit is vastgesteld overeenkomstig het gemeenschappelijk standpunt;

3.

verzoekt zijn Voorzitter het besluit samen met de voorzitter van de Raad overeenkomstig artikel 254, lid 1 van het EG-Verdrag te ondertekenen;

4.

verzoekt zijn secretaris-generaal het besluit te ondertekenen nadat is nagegaan of alle procedures naar behoren zijn uitgevoerd, en samen met de secretaris-generaal van de Raad zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie;

5.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


P6_TA(2005)0198

Witwassen van geld, met inbegrip van terrorismefinanciering *** I

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld, met inbegrip van terrorismefinanciering (COM(2004)0448 — C6-0143/2004 — 2004/0137(COD))

(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2004)0448)(1),

gelet op artikel 251, lid 2, artikel 47, lid 2, eerste en derde zin en artikel 95 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C6-0143/2004),

gelet op artikel 51 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken en de adviezen van de Commissie economische en monetaire zaken, de Commissie interne markt en consumentenbescherming, de Commissie juridische zaken en de Commissie verzoekschriften (A6-0137/2005),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.

verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

3.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


P6_TC1-COD(2004)0137

Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 26 mei 2005 met het oog op de aanneming van Richtlijn 2005/....../EG van het Europees Parlement en de Raad tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor witwassen van geld en terrorismefinanciering

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 47, lid 2, eerste en derde zin, en op artikel 95,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité(1),

Gezien het advies van de Europese Centrale Bank(2),

Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag(3),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Massale stromen crimineel geld kunnen de stabiliteit en de reputatie van de financiële sector schaden en de interne markt bedreigen; terrorisme tast onze samenleving aan in haar fundamenten zelf. Naast de strafrechtelijke benadering kan ook een preventieve aanpak via het financiële stelsel resultaten opleveren.

(2)

De soliditeit, integriteit en stabiliteit van kredietinstellingen en financiële instellingen en het vertrouwen in het financiële stelsel als geheel kunnen ernstig in gevaar worden gebracht door de pogingen van criminelen en hun medeplichtigen om hetzij de herkomst van de opbrengsten van misdrijven te verhullen, hetzij rechtmatig of onrechtmatig verkregen gelden aan te wenden voor terroristische doeleinden. Om te vermijden dat lidstaten ter bescherming van hun financiële stelsel maatregelen treffen die met de goede werking van de interne markt en met de rechtsstaat en de Europese openbare orde onverenigbaar kunnen zijn, is een Gemeenschapsoptreden op dat terrein noodzakelijk.

(3)

Witwassers en terrorismefinanciers kunnen, ter vergemakkelijking van hun criminele activiteiten, van de aan de geïntegreerde financiële ruimte inherente liberalisering van het kapitaalverkeer en van het verrichten van financiële diensten trachten te profiteren, indien niet op communautair niveau bepaalde coördinerende maatregelen worden genomen.

(4)

Om aan deze bezorgdheden wat betreft witwassen van geld tegemoet te komen, is Richtlijn 91/308/EEG van de Raad van 10 juni 1991 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld(4) aangenomen. Deze richtlijn bepaalt dat de lidstaten het witwassen van geld moeten verbieden en de financiële sector, die de kredietinstellingen en een hele reeks andere financiële instellingen omvat, ertoe moeten verplichten hun cliënten te identificeren, de nodige bewijsstukken te bewaren, interne procedures in te stellen voor het opleiden van hun personeel en het onderkennen van het witwassen van geld, alsook elk feit dat wijst op het witwassen van geld aan de bevoegde autoriteiten te melden.

(5)

Het witwassen van geld en terrorismefinanciering geschieden gewoonlijk in een internationale context. Maatregelen die uitsluitend op nationaal of zelfs communautair niveau worden getroffen, zonder met internationale coördinatie en samenwerking rekening te houden, zouden bijgevolg slechts een zeer beperkte uitwerking hebben. De door de Gemeenschap op dit gebied te treffen maatregelen dienen derhalve verenigbaar te zijn met in andere internationale gremia ondernomen acties. Bij het optreden van de Gemeenschap dient met name verder rekening te worden gehouden met de aanbevelingen van de financiële actiegroep witwassen van geld (Financial Action Task Force, hierna„FATF” te noemen), het belangrijkste internationale orgaan voor de bestrijding van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme. Aangezien de aanbevelingen van de FATF in 2003 ingrijpend zijn herzien en uitgebreid, verdient het aanbeveling de communautaire richtlijn met deze nieuwe internationale norm in overeenstemming te brengen.

(6)

De Algemene Overeenkomst inzake de handel in diensten (GATS) staat de leden toe maatregelen te nemen ter bescherming van de goede zeden, ter voorkoming van fraude en om redenen van bedrijfseconomisch toezicht, zoals onder meer ter verzekering van de stabiliteit en integriteit van het financiële stelsel.

(7)

De definitie van witwassen van geld had aanvankelijk alleen betrekking op drugsmisdrijven, maar de afgelopen jaren tekent zich een tendens af in de richting van een veel ruimere definitie, die berust op een breder spectrum van basisdelicten of aan het witwassen ten grondslag liggende strafbare feiten. Een breder spectrum van basisdelicten is bevorderlijk voor de melding van verdachte transacties en voor de internationale samenwerking op dit terrein. Het is bijgevolg aangewezen de definitie van ernstige strafbare feiten in overeenstemming te brengen met de definitie van ernstige strafbare feiten in Kaderbesluit 2001/500/JBZ van de Raad van 26 juni 2001 inzake het witwassen van geld, de identificatie, opsporing, bevriezing, inbeslagneming en confiscatie van hulpmiddelen en van opbrengsten van misdrijven(5).

(8)

Voorts houdt het misbruik van het financiële stelsel voor het aanwenden van crimineel of zelfs zuiver geld voor terroristische doeleinden onmiskenbaar een risico in voor de integriteit, de goede werking, de reputatie en de stabiliteit van het financiële stelsel. De preventieve maatregelen van de richtlijn dienen dan ook zodanig te worden uitgebreid dat zij niet alleen de behandeling van uit criminele activiteiten verkregen geld maar ook de verzameling van verkregen gelden of voorwerpen voor terroristische doeleinden omvatten.

(9)

Hoewel Richtlijn 91/308/EEG een verplichting tot cliëntidentificatie oplegt, bevat zij betrekkelijk weinig bijzonderheden over de desbetreffende procedures. Aangezien dit aspect van de voorkoming van het witwassen van geld en terrorismefinanciering van cruciaal belang is, is het aangewezen om conform de nieuwe internationale normen specifiekere en meer gedetailleerde voorschriften voor de identificatie en verificatie van de cliënt en van enigerlei uiteindelijke begunstigde vast te stellen. Te dien einde is het van essentieel belang dat het begrip „uiteindelijke begunstigde” nauwkeurig wordt gedefinieerd. Voor gevallen waarin de individuele begunstigden van een juridische entiteit of een constructie zoals een stichting of een trust nog moet worden aangeduid en het derhalve onmogelijk is een afzonderlijk persoon als uiteindelijke begunstigde te identificeren, zou het volstaan de „categorie personen” te identificeren die voorbestemd zijn om de begunstigden van een stichting of trust zijn. Deze vereiste impliceert niet dat de personen binnen deze categorie moeten worden geïdentificeerd.

(10)

De instellingen en personen die onder deze richtlijn vallen dienen, overeenkomstig het bepaalde in deze richtlijn, de identiteit van de uiteindelijke begunstigde te identificeren en te verifiëren. Het staat deze instellingen en personen vrij gebruik te maken van openbare registers van uiteindelijke begunstigden, hun cliënten om relevante gegevens te vragen of deze informatie op andere wijze te vergaren, rekening houdend met het feit dat de omvang van dergelijke „ken-uw-cliënt” -maatregelen gerelateerd is aan het risico van het witwassen van geld en terrorismefinanciering, hetgeen afhankelijk is van het soort cliënt, de zakelijke relatie, het product of de transactie.

(11)

Kredietovereenkomsten waarbij de kredietrekening uitsluitend ter afwikkeling van het krediet dient en de terugbetaling van het krediet via een rekening geschiedt die namens de cliënt is geopend bij een onder deze richtlijn vallende kredietinstelling overeenkomstig het bepaalde in artikel 8, lid 1, onder a) t/m c) dienen in de regel te worden beschouwd als transacties met een verlaagd risico.

(12)

Voorzover de verschaffers van het vermogen van de juridische entiteit of constructie een aanzienlijke zeggenschap hebben over het gebruik van het vermogen, moeten zij als uiteindelijke begunstigde worden geïdentificeerd.

(13)

Bij commerciële producten wordt op grote schaal gebruik gemaakt van een trustverhouding als internationaal erkend onderdeel van de over de gehele linie gecontroleerde financiële groothandelsmarkten; een verplichting tot identificatie van de uiteindelijke begunstigde vloeit niet voort uit het enkele feit dat in dit bijzondere geval sprake is van een trustverhouding.

(14)

Het bepaalde in deze richtlijn dient ook te gelden wanneer de activiteiten van de onder deze richtlijn vallende instellingen en personen via het internet plaatsvinden.

(15)

Aangezien de verscherpte controle in de financiële sector de witwassers en terrorismefinanciers ertoe heeft aangezet uit te kijken naar alternatieve methoden om de herkomst van de opbrengsten van misdrijven te verhelen en die kanalen voor terrorismefinanciering kunnen worden gebruikt, verdient het aanbeveling de verplichtingen op het gebied van de bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering uit te breiden tot levensverzekeringstussenpersonen en verrichters van trust- en bedrijfsdiensten.

(16)

Het toepassingsgebied van deze richtlijn strekt zich uit tot verzekeringstussenpersonen, doch niet tot entiteiten die onder de wettelijke aansprakelijkheid van een verzekeringsonderneming vallen en op wie deze richtlijn langs die weg reeds van toepassing is.

(17)

Optreden als directeur of secretaris van een vennootschap is op zich niet voldoende om als verrichter van trust- en bedrijfsdiensten te kunnen worden aangemerkt: onder de definitie vallen alleen personen die voor een derde, en als beroepsactiviteit, als directeur of secretaris van een vennootschap optreden.

(18)

Regelmatig is gebleken dat bij grote transacties in contanten het risico van witwassen van geld en terrorismefinanciering zeer hoog is. In de lidstaten die contante betalingen boven de vastgestelde drempel toestaan, moeten alle natuurlijke of rechtspersonen die handelen in goederen als beroepsactiviteit en die dergelijke betalingen accepteren derhalve onder de werking van deze richtlijn worden gebracht. Handelaren in goederen van grote waarde, zoals edelstenen en -metalen, of kunstwerken, en veilingmeesters, voorzover zij in contanten worden betaald voor een bedrag van 15 000 EUR of meer, vallen in ieder geval onder deze richtlijn. Om effectief te controleren of deze potentieel grote groep van personen en instellingen het bepaalde in deze richtlijn naleeft, kunnen de lidstaten, volgens het beginsel van risicogebaseerd toezicht, hun controleactiviteiten vooral toespitsen op de natuurlijke en rechtspersonen die aan een relatief hoog witwasrisico of risico van terrorismefinanciering blootstaan. Gezien de uiteenlopende situaties in de verschillende lidstaten, kunnen de lidstaten volgens artikel 5 van de richtlijn besluiten strengere bepalingen aan te nemen om het aan grote transacties in contanten verbonden risico terdege aan te pakken.

(19)

Richtlijn 91/308/EEG, zoals gewijzigd, breidt de werkingssfeer van de communautaire antiwitwasregeling uit tot notarissen en onafhankelijke beoefenaren van juridische beroepen. Deze personen zouden ook onder de werkingssfeer van de nieuwe richtlijn moeten vallen. Deze onafhankelijke beoefenaren van juridische beroepen, zoals gedefinieerd door de lidstaten, vallen onder de bepalingen van de richtlijn wanneer zij deelnemen aan financiële of zakelijke transacties, met inbegrip van het verstrekken van belastingadvies, waarbij er groot gevaar bestaat dat de diensten van deze beroepsbeoefenaren worden misbruikt om de opbrengsten van criminele activiteiten wit te wassen of terrorisme te financieren.

(20)

Wanneer onafhankelijke leden van wettelijk erkende en gecontroleerde beroepsgroepen die juridisch advies verstrekken, zoals advocaten, de rechtspositie van een cliënt bepalen of een cliënt in rechte vertegenwoordigen, is het evenwel niet aangewezen om deze beroepsbeoefenaren voor deze activiteiten krachtens de richtlijn een verplichting op te leggen vermoedens van witwassen of terrorismefinanciering te melden. Zo dienen er vrijstellingen te zijn van elke verplichting om informatie te melden die is verkregen vóór, tijdens of na een gerechtelijke procedure, of bij het bepalen van de rechtspositie van een cliënt. Juridisch advies moet bijgevolg aan de beroepsgeheimhoudingsplicht onderworpen blijven, tenzij de juridisch adviseur deelneemt aan witwasactiviteiten of terrorismefinanciering, het juridisch advies voor witwasdoeleinden of terrorismefinanciering wordt verstrekt, of de advocaat weet dat zijn cliënt juridisch advies wenst voor witwasdoeleinden of terrorismefinanciering.

(21)

Het verdient aanbeveling rechtstreeks vergelijkbare diensten op dezelfde wijze te behandelen, ongeacht welke onder deze richtlijn vallende beroepsbeoefenaren de diensten verstrekken. Met het oog op de waarborging van de eerbiediging van de rechten van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en het Verdrag betreffende de Europese Unie mag, in het geval van bedrijfsrevisoren, externe accountants en belastingadviseurs, die in sommige lidstaten een cliënt in rechte kunnen verdedigen of vertegenwoordigen, of zijn rechtspositie bepalen, de informatie die zij bij de uitoefening van die taken ontvangen, niet onder de meldingsplicht van deze richtlijn vallen.

(22)

Er dient te worden erkend dat het witwasrisico en het risico van terrorismefinanciering niet altijd even groot is. In overeenstemming met een risicogeoriënteerde benadering dient in de Gemeenschapswetgeving derhalve het beginsel te worden ingevoerd dat in passende gevallen een vereenvoudiging van de „ken-uw-cliënt”-vereisten (customer due diligence) kan worden toegestaan.

(23)

De afwijking betreffende de vaststelling van de uiteindelijke begunstigden van gezamenlijke rekeningen aangehouden door notarissen en andere onafhankelijke beoefenaren van juridische beroepen, laat de verplichtingen van de notarissen en onafhankelijke beoefenaren van juridische beroepen uit hoofde van deze richtlijn onverlet. Daaronder valt ook hun plicht om de identiteit van de eigenaars van de gezamenlijke rekeningen die zij aanhouden, vast te stellen.

(24)

Evenzo dient in de Gemeenschapswetgeving te worden erkend dat het witwasrisico of het risico van terrorismefinanciering in sommige situaties groter is. Hoewel de identiteit en het zakelijk profiel van alle cliënten moeten worden vastgesteld, bestaan er gevallen waarin er bijzonder strikte cliëntidentificatie- en cliëntverificatieprocedures vereist zijn.

(25)

Dit geldt in het bijzonder voor zakelijke relaties met natuurlijke personen die prominente publieke functies bekleden of bekleed hebben, en dan vooral degenen die afkomstig zijn uit landen waar corruptie veelvuldig voorkomt. Dergelijke relaties kunnen vooral een groot reputatierisico en/of juridisch risico met zich meebrengen voor de financiële sector. De internationale inspanning ter bestrijding van corruptie rechtvaardigt ook een grotere aandacht voor die gevallen en de toepassing van alle gebruikelijke „ken-uw-cliënt”-maatregelen voor binnenlandse publieke en politieke personen en van uitgebreide „ken-uw-cliënt”-maatregelen voor personen die in een andere lidstaat of een derde land verblijven.

(26)

Toestemming hebben van de bedrijfsleiding voor het aangaan van zakelijke relaties impliceert niet toestemming van de raad van bestuur, maar van het eerste hiërarchische niveau boven dat van de persoon die de toestemming vraagt.

(27)

De voor de uitvoering van deze richtlijn vereiste maatregelen dienen te worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden(6).

(28)

Aangezien de maatregelen die voor de toepassing van deze richtlijn zijn vereist, maatregelen van algemene strekking zijn in de zin van artikel 2 van genoemd besluit van de Raad, dienen zij te worden vastgesteld volgens de regelgevingsprocedure van artikel 5 van dat besluit. Te dien einde is het aangewezen een nieuw Comité voor de voorkoming van het witwassen van geld en van terrorismefinanciering in te stellen ter vervanging van het bij Richtlijn 91/308/EEG opgerichte Contactcomité witwassen van geld.

(29)

Om te vermijden dat cliëntidentificatieprocedures nodeloos worden overgedaan, hetgeen tot vertragingen en inefficiënties in de zakelijke activiteiten zou leiden, verdient het aanbeveling om, mits passende waarborgen worden geboden, toe te staan dat cliënten worden geïntroduceerd die reeds elders zijn geïdentificeerd. In gevallen waar een persoon of instelling op een derde vertrouwt ligt de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor de „ken-uw-cliënt”-procedure bij de instelling waarbij de cliënt is geïntroduceerd. De derde, of introducerende partij, blijft, voorzover zij met de cliënt een relatie heeft die onder deze richtlijn valt, ook verantwoordelijk voor alle voorschriften in deze richtlijn, waaronder het voorschrift om verdachte transacties te melden en bewijsstukken te bewaren.

(30)

In geval van een lastgevings-of uitbestedingsverhouding op contractuele basis tussen onder deze richtlijn vallende instellingen of personen en niet onder de werkingssfeer van de richtlijn vallende externe natuurlijke of rechtspersonen kunnen verplichtingen inzake de bestrijding van het witwassen van geld en terrorismefinanciering voor deze lasthebbers of verrichters van uitbestede diensten als deel van de onder de richtlijn vallende instellingen of personen alleen voortvloeien uit het contract en niet uit deze richtlijn. De verantwoordelijkheid voor de naleving van deze richtlijn berust bij de instelling of persoon die onder de richtlijn valt.

(31)

Verdachte transacties dienen te worden gemeld aan de financiële inlichtingeneenheid, die optreedt als nationaal centrum voor het ontvangen, opvragen, en analyseren en het verspreiden onder de bevoegde autoriteiten van meldingen van verdachte transacties en andere informatie over mogelijk witwassen of mogelijke terrorismefinanciering. De lidstaten hoeven daartoe hun bestaande meldingssystemen — waar de melding via het OM geschiedt — niet te wijzigen, mits de informatie onverwijld en ongefilterd aan de financiële inlichtingeneenheden doorgegeven wordt zodat deze hun activiteiten, waaronder internationale samenwerking met andere financiële inlichtingeneenheden, naar behoren kunnen uitvoeren.

(32)

In afwijking van het algemene verbod op verdachte transacties, kunnen de onder deze richtlijn vallende entiteiten verdachte transacties uitvoeren voordat zij de bevoegde autoriteiten hiervan op de hoogte brengen wanneer niet-uitvoering onmogelijk is of de vervolging van de begunstigden van een vermoedelijke witwas- of terrorismefinancierings-transactie zou kunnen belemmeren. Dit laat evenwel de door de lidstaten aanvaarde internationale verplichtingen onverlet om middelen of andere goederen van terroristen, terroristische organisaties of financiers van terrorisme, onverwijld te bevriezen, conform de desbetreffende resoluties van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties.

(33)

Indien een lidstaat besloten heeft gebruik te maken van de afwijkingen van artikel 23, lid 2, kan hij de zelfregulerende instantie die de in dit artikel vermelde personen vertegenwoordigt, toestaan of voorschrijven om aan de financiële inlichtingeneenheid geen informatie door te geven die zij van deze personen heeft verkregen onder de in artikel 23, lid 2, bepaalde voorwaarden.

(34)

In een aantal gevallen zijn werknemers die hun vermoedens van witwassen hebben gemeld, bedreigd of lastig gevallen. Hoewel deze richtlijn de gerechtelijke procedures van de lidstaten niet kan wijzigen, neemt zulks niet weg dat deze aangelegenheid van cruciaal belang is voor de doeltreffendheid van de regeling ter bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering. De lidstaten dienen zich rekenschap te geven van het probleem en alles te doen wat in hun vermogen ligt om werknemers te beschermen tegen dergelijke vormen van intimidatie.

(35)

Het verstrekken van inlichtingen als bedoeld in artikel 28 dient in overeenstemming te zijn met de voorschriften betreffende het doorgeven van persoonsgegevens aan derde landen neergelegd in Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens(7). Bovendien laat het bepaalde in artikel 28 de nationale wetgeving inzake gegevensbescherming en beroepsgeheim onverlet.

(36)

Personen die alleen maar papierdocumenten in elektronische vorm omzetten en op contractbasis werkzaam zijn bij een kredietinstelling of een financiële instelling vallen niet onder de werkingssfeer van deze richtlijn, evenmin als natuurlijke of rechtspersonen die kredietinstellingen of financiële instellingen uitsluitend voorzien van een boodschap of andere supportsystemen voor overdracht van fondsen of van clearing — en settlementsystemen.

(37)

Witwassen van geld en financiering van terrorisme zijn internationale problemen en dienen dan ook op wereldschaal te worden bestreden. Wanneer kredietinstellingen en financiële instellingen uit de Gemeenschap bijkantoren en dochterondernemingen hebben in derde landen waar de wetgeving terzake tekortkomingen vertoont, dienen zij, ter voorkoming van de toepassing van sterk uiteenlopende normen binnen eenzelfde instelling of groep instellingen, de communautaire norm toe te passen of, indien zulks onmogelijk is, de bevoegde autoriteiten van hun lidstaat van herkomst daarvan in kennis te stellen.

(38)

Het is van belang dat kredietinstellingen en financiële instellingen snel kunnen reageren op verzoeken om informatie te verstrekken over hun eventuele zakelijke relaties met met naam genoemde personen. Om die zakelijke relaties te kunnen identificeren en die informatie snel te kunnen verstrekken, moeten krediet- en financiële instellingen over effectieve systemen beschikken die in verhouding staan tot de omvang en aard van hun bedrijfsactiviteit. Met name kredietinstellingen en grote financiële instellingen zouden over elektronische systemen moeten kunnen beschikken. Deze bepaling is van bijzonder belang voor procedures die leiden tot maatregelen zoals bevriezing en inbeslagneming van goederen (ook goederen van terroristen), overeenkomstig toepasselijke nationale of EU-wetgeving met het oog op terrorismebestrijding.

(39)

In deze richtlijn worden gedetailleerde voorschriften vastgesteld voor „ken-uw-cliënt”-procedures, waaronder uitgebreide „ken-uw-cliënt”-maatregelen voor cliënten en zakelijke relaties met een hoog risico, zoals passende procedures om uit te maken of een cliënt een publieke of politieke persoon is, alsmede aanvullende nadere voorschriften, zoals procedures en beleidsmaatregelen inzake nalevingsbeheer. Alle onder deze richtlijn vallende instellingen en personen zullen aan al deze voorschriften moeten voldoen, terwijl van de lidstaten wordt verwacht dat zij de nadere uitvoering van deze bepalingen toesnijden op de specifieke kenmerken van de diverse beroepen en op de verschillen in schaal en omvang van de onder deze richtlijn vallende instellingen en personen.

(40)

Teneinde de instellingen en de andere onder de Gemeenschapswetgeving terzake vallende partijen gemotiveerd te houden, dient hun, voorzover mogelijk, feedback te worden verstrekt over het nut en de follow-up van de door hen verrichte meldingen. Om dit mogelijk te maken en de doeltreffendheid van hun regelingen ter bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering te kunnen beoordelen, verdient het aanbeveling dat de lidstaten statistische gegevens terzake bijhouden en verder perfectioneren.

(41)

Wanneer een wisselkantoor, een verrichter van trust- en bedrijfsdiensten of een casino nationaal in een register wordt ingeschreven of een vergunning krijgt, moeten de bevoegde instanties erop toezien dat de personen die het bedrijf van deze entiteiten feitelijk leiden of zullen leiden, en de uiteindelijke begunstigden van deze entiteiten, betrouwbaar en deskundig zijn. De criteria om uit te maken of een persoon al dan niet betrouwbaar en deskundig is, moeten nationaal worden bepaald, overeenkomstig het nationale recht. Die criteria moeten in ieder geval recht doen aan de noodzaak om die instellingen en personen te beschermen tegen misbruik voor criminele doeleinden door hun bestuurders of uiteindelijke begunstigden.

(42)

Gezien het internationale karakter van witwassen van geld en terrorismefinanciering, moet de coördinatie en samenwerking tussen de financiële inlichtingeneenheden als bedoeld in Besluit 2000/642/JBZ van de Raad(8), alsook de instelling van een EU-netwerk van financiële inlichtingeneenheden, zoveel mogelijk worden aangemoedigd. Daartoe moet de Commissie de nodige bijstand verlenen om die coördinatie te vergemakkelijken, waaronder financiële bijstand.

(43)

Het belang van het bestrijden van het witwassen van geld of terrorismefinanciering moet de lidstaten ertoe aanzetten in hun nationale recht in doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties te voorzien ter bestraffing van de niet-naleving van de ter uitvoering van deze richtlijn vastgestelde nationale bepalingen. Er moeten sancties voor natuurlijke en rechtspersonen worden ingesteld. Aangezien rechtspersonen vaak betrokken zijn bij complexe witwastransacties, dienen deze sancties tevens in overeenstemming te zijn met de door dergelijke personen verrichte activiteiten.

(44)

Natuurlijke personen die een van de in artikel 2, lid 1, punt 3, onder a) en b) genoemde activiteiten uitoefenen binnen een rechtspersoon, maar op onafhankelijke basis, blijven afzonderlijk aansprakelijk voor de naleving van de bepalingen van deze richtlijn, met uitzondering van de bepalingen van artikel 35.

(45)

Verduidelijking van de technische aspecten van de in deze richtlijn vastgestelde voorschriften kan nodig zijn om te zorgen voor een doeltreffende en voldoende consequente toepassing van de richtlijn, rekening houdend met de uiteenlopende financiële instrumenten, beroepen en risico's in de verschillende lidstaten en met de technische ontwikkelingen bij de bestrijding van witwassen van geld en terrorismefinanciering. De Commissie dient derhalve de bevoegdheid te krijgen om uitvoeringsmaatregelen aan te nemen, zoals bepaalde criteria om uit te maken of situaties een laag dan wel een hoog risico opleveren en derhalve vereenvoudigde „ken-uw-cliënt”-procedures volstaan of juist uitgebreide kennis van de cliënt wenselijk is, mits deze de essentiële elementen van deze richtlijn niet wijzigen en mits de Commissie handelt overeenkomstig de daarin neergelegde beginselen, na raadpleging van het Comité voor de voorkoming van het witwassen van geld en van terrorismefinanciering.

(46)

Gezien de zeer ingrijpende wijzigingen die in Richtlijn 91/308/EEG dienen te worden aangebracht, is het omwille van de duidelijkheid aangewezen dat deze richtlijn wordt vervangen.

(47)

Daar de doelstellingen van deze richtlijn niet voldoende door de lidstaten alleen kunnen worden verwezenlijkt en derhalve wegens de omvang en de gevolgen van het optreden beter door de Gemeenschap kunnen worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.

(48)

Bij de uitoefening van haar uitvoeringsbevoegdheden overeenkomstig deze richtlijn dient de Commissie de volgende beginselen in acht te nemen: een hoge mate van transparantie en uitgebreid overleg met de onder deze richtlijn vallende instellingen en personen en met het Europees Parlement en de Raad zijn nodig; er moet op worden toegezien dat de bevoegde instanties in staat zijn te zorgen voor een consequente naleving van de voorschriften; bij uitvoeringsmaatregelen moet een afweging plaatsvinden van de kosten en baten op de lange termijn voor de onder deze richtlijnen vallende instellingen en personen; er moet worden gezorgd voor de nodige flexibiliteit bij de toepassing van de uitvoeringsmaatregelen, met een basisaanpak die uitgaat van de risicogevoeligheid; er moet worden gezorgd voor coherentie met andere EU-wetgeving op dit gebied; de EU, haar lidstaten en haar burgers moeten worden beschermd tegen de gevolgen van witwassen van geld en terrorismefinanciering.

(49)

Deze richtlijn eerbiedigt de grondrechten en neemt de beginselen in acht die met name zijn neergelegd in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Geen enkele bepaling van deze richtlijn mag worden uitgelegd of uitgevoerd op een wijze die strijdig is met het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden,

HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Hoofdstuk I

Onderwerp, toepassingsgebied en definities

Artikel 1

1. De lidstaten zien erop toe dat witwassen van geld en terrorismefinanciering worden verboden.

2. Voor de toepassing van deze richtlijn worden de hierna genoemde daden, indien opzettelijk begaan, als witwassen van geld beschouwd:

a)

de omzetting of overdracht van voorwerpen, wetende dat deze zijn verworven uit een criminele activiteit of uit deelneming aan een dergelijke activiteit, met het oogmerk de illegale herkomst ervan te verhelen of te verhullen of een persoon die bij deze activiteit is betrokken, te helpen aan de juridische gevolgen van zijn daden te ontkomen;

b)

het verhelen of verhullen van de werkelijke aard, oorsprong, vindplaats, vervreemding, verplaatsing, rechten op of de eigendom van voorwerpen, wetende dat deze verworven zijn uit een criminele activiteit of uit deelneming aan een dergelijke activiteit;

c)

de verwerving, het bezit of het gebruik van voorwerpen, wetende op het tijdstip van verkrijging dat deze voorwerpen zijn verworven uit een criminele activiteit of uit deelneming aan een dergelijke activiteit;

d)

deelneming aan, medeplichtigheid aan, poging tot, hulp aan, aanzetten tot, vergemakkelijken van, of het geven van raad met het oog op het begaan van een van de in de voorgaande letters bedoelde daden.

Er is ook sprake van witwassen van geld indien de activiteiten die ten grondslag liggen aan de wit te wassen voorwerpen gelokaliseerd zijn op het grondgebied van een andere lidstaat of op dat van een derde staat.

3.Voor de toepassing van deze richtlijn wordt onder „terrorismefinanciering” verstaan: de verstrekking of verzameling van gelden, op welke wijze ook, rechtstreeks of onrechtstreeks, met de bedoeling of wetende dat deze geheel of gedeeltelijk zullen worden gebruikt om strafbare feiten in de zin van de artikelen 1 tot en met 4 van Kaderbesluit 2002/475/JBZ van de Raad van 13 juni 2002 inzake terrorismebestrijding(9) te plegen.

4.Medeweten, oogmerk of opzet, vereist als bestanddeel van de in de leden 2 en 3 bedoelde activiteiten, kunnen worden afgeleid uit objectieve feitelijke omstandigheden.

Artikel 2

1. Deze richtlijn is van toepassing op de volgende instellingen en personen:

1)

kredietinstellingen;

2)

financiële instellingen;

3)

de volgende natuurlijke of rechtspersonen handelend in het kader van de uitoefening van hun beroepsactiviteiten:

a)

bedrijfsrevisoren, externe accountants en belastingadviseurs;

b)

notarissen en andere onafhankelijke beoefenaren van juridische beroepen wanneer zij deelnemen, hetzij door op te treden in naam en voor rekening van hun cliënt in enigerlei financiële of onroerendgoedtransactie, hetzij door het bijstaan bij het voorbereiden of uitvoeren van transacties voor hun cliënt in verband met:

i)

de aan- en verkoop van onroerend goed of bedrijven;

ii)

het beheren van diens geld, waardepapieren of andere activa;

iii)

de opening of het beheer van bank-, spaar- of effectenrekeningen;

iv)

het organiseren van inbreng die nodig is voor de oprichting, de exploitatie of het beheer van vennootschappen;

v)

de oprichting, de exploitatie of het beheer van trusts, vennootschappen of soortgelijke structuren;

c)

niet onder a) of b) vallende verrichters van trust- of bedrijfsdiensten;

d)

makelaars in onroerend goed;

e)

andere natuurlijke of rechtspersonen die handelen in goederen, doch slechts voorzover in contanten wordt betaald voor een bedrag van 15 000 EUR of meer, ongeacht of de transactie plaatsvindt in één verrichting of via meer verrichtingen waartussen een verband lijkt te bestaan;

f)

casino's.

2. De lidstaten kunnen beslissen dat natuurlijke en rechtspersonen die slechts incidenteel of zeer zelden financiële activiteiten ontplooien en wanneer het risico van witwassen of financiering van terrorisme beperkt is, niet onder het toepassingsgebied van artikel 3, leden 1 of 2.

Artikel 3

In deze richtlijn wordt verstaan onder:

1)

„kredietinstelling”: een kredietinstelling als omschreven in artikel 1, punt 1, eerste alinea, van Richtlijn 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 maart 2000 betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van kredietinstellingen(10), met inbegrip van in de Gemeenschap gevestigde bijkantoren, als omschreven in artikel 1, punt 3, van voornoemde richtlijn, van een kredietinstelling met hoofdkantoor binnen of buiten de Gemeenschap;

2)

„financiële instelling”:

a)

een onderneming die geen kredietinstelling is en die een of meer van de werkzaamheden verricht die zijn opgenomen onder de punten 2 tot en met 12 en punt 14 van bijlage I bij Richtlijn 2000/12/EG, met inbegrip van de werkzaamheden van wisselkantoren en van geldtransactieof geldovermakingskantoren;

b)

een verzekeringsonderneming waaraan overeenkomstig Richtlijn 2002/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 november 2002betreffende levensverzekering(11) vergunning is verleend, voorzover zij activiteiten verricht die onder genoemde richtlijn vallen;

c)

een beleggingsonderneming als omschreven in artikel 4, lid 1, punt 1, van Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004betreffende markten voor financiële instrumenten(12);

d)

een instelling voor collectieve belegging die haar rechten van deelneming of aandelen aanbiedt;

e)

een verzekeringstussenpersoon als omschreven in artikel 2, punt 5, van Richtlijn 2002/92/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 december 2002 betreffende verzekeringsbemiddeling(13), met uitzondering van verzekeringstussenpersonen als bedoeld in artikel 2, punt 7, van die richtlijn, wanneer zij handelen met betrekking tot levensverzekeringen en andere beleggingsverzekeringen;

f)

in de Gemeenschap gevestigde bijkantoren van de onder a) tot en met e) bedoelde financiële instellingen met hoofdkantoor binnen of buiten de Gemeenschap;

3)

„voorwerp”: goederen van elke soort, hetzij lichamelijk hetzij onlichamelijk, hetzij roerend hetzij onroerend, hetzij tastbaar hetzij ontastbaar, en rechtsbescheiden in gelijk welke vorm, ook elektronisch en digitaal, waaruit de eigendom of andere rechten ten aanzien van deze goederen blijken;

4)

„criminele activiteit”: iedere vorm van criminele betrokkenheid bij het plegen van een ernstig strafbaar feit;

5)

„ernstige strafbare feiten”: ten minste

a)

strafbare feiten als omschreven in de artikelen 1 tot en met 4 van Kaderbesluit 2002/475/JBZ;

b)

alle in artikel 3, lid 1, onder a), van het Verdrag van de Verenigde Naties tegen sluikhandel in verdovende middelen en psychotrope stoffen omschreven strafbare feiten;

c)

de activiteiten van criminele organisaties als omschreven in artikel 1 van Gemeenschappelijk Optreden 98/733/JBZ van 21 december 1998 door de Raad aangenomen op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie inzake de strafbaarstelling van deelneming aan een criminele organisatie in de lidstaten van de Europese Unie(14);

d)

fraude, althans ernstige fraude, als omschreven in artikel 1, lid 1, en artikel 2 van de overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen(15);

e)

corruptie;

f)

alle feiten die strafbaar zijn gesteld met een maximale vrijheidsstraf of detentiemaatregel van meer dan een jaar of, voor staten die in hun rechtsstelsel een strafminimum voor strafbare feiten kennen, alle feiten die strafbaar zijn gesteld met een minimale vrijheidsstraf of detentiemaatregel van meer dan zes maanden;

6)

„uiteindelijke begunstigde”: de natuurlijke persoon of de natuurlijke personen die uiteindelijk eigenaar is respectievelijk zijn van of zeggenschap heeft respectievelijk hebben over de cliënt en/of de natuurlijke persoon voor wiens rekening een transactie of activiteit wordt verricht. De uiteindelijke begunstigde omvat ten minste:

a)

bij vennootschappen:

i)

de natuurlijke persoon of de natuurlijke personen die uiteindelijk de eigenaar is respectievelijk de eigenaren zijn van een rechtspersoon via het rechtstreeks of middellijk houden van een toereikend deel van de aandelen of stemrechten van deze rechtspersoon met inbegrip van participatie in de vorm van toonderaandelen, hetzij over deze uiteindelijk op deze wijze zeggenschap heeft respectievelijk hebben, waarbij het niet gaat om een op een gereglementeerde markt genoteerde vennootschap die is onderworpen aan openbaarmakingsvereisten die in overeenstemming zijn met de Gemeenschapswetgeving, of aan gelijkwaardige internationale normen; een aandeel van 25% plus een aandeel geldt als toereikend om aan dit criterium te voldoen;

ii)

de natuurlijke persoon of de natuurlijke personen die op een andere wijze zeggenschap over de bedrijfsleiding van een rechtspersoon uitoefent respectievelijk uitoefenen;

b)

in het geval van rechtspersonen, zoals stichtingen, en van juridische constructies, zoals trusts, die gelden beheren of verdelen:

i)

voorzover de toekomstige begunstigden reeds werden vastgelegd, de natuurlijke persoon of de natuurlijke personen die de begunstigde respectievelijk de begunstigden van 25% of meer van het vermogen van een juridische constructie of rechtspersoon is respectievelijk zijn;

ii)

voorzover de afzonderlijke personen die de begunstigden van de rechtspersoon of de juridische constructie zijn, nog niet werden vastgelegd, de groep van personen in wier belang de rechtspersoon hoofdzakelijk werd opgericht of de juridische constructie geldt;

iii)

de natuurlijke persoon of de natuurlijke personen die een wezenlijke zeggenschap over 25% of meer van het vermogen van een juridische constructie of een rechtspersoon uitoefent respectievelijk uitoefenen;

7)

verrichter van trust- en bedrijfsdiensten”: een natuurlijke of rechtspersoon die als beroepsactiviteit enigerlei van de volgende diensten aan derden verleent:

a)

oprichten van vennootschappen of andere rechtspersonen;

b)

optreden als of regelen dat een andere persoon optreedt als directeur of secretaris van een vennootschap, vennoot van een personenvennootschap of in een soortgelijke hoedanigheid in andere rechtspersonen;

c)

verschaffen van een statutaire zetel, bedrijfsadres, administratief of correspondentieadres en andere daarmee samenhangende diensten voor een vennootschap, een personenvennootschap of enigerlei andere rechtspersoon of juridische constructie;

d)

optreden als of regelen dat een andere persoon optreedt als trustee van een express trust of van een soortgelijke juridische constructie;

e)

optreden als of regelen dat een andere persoon optreedt als aandeelhouder in naam voor een andere persoon waarbij het niet gaat om een op een gereglementeerde markt genoteerde vennootschap die is onderworpen aan openbaarmakingsvereisten die in overeenstemming zijn met de Gemeenschapswetgeving, of aan gelijkwaardige internationale normen;

8)

„publieke of politieke personen”: natuurlijke personen die een prominente publieke functie bekleden of hebben bekleed en directe familieleden of bekende relaties van deze personen;

9)

„zakelijke relatie”: een zakelijke, professionele of commerciële relatie die wordt onderhouden met corresponderende activiteiten van de instellingen en personen die onder deze richtlijn vallen en waarvan op het tijdstip dat de overeenkomst wordt opgesteld, wordt aangenomen dat zij enige tijd zal duren;

10)

„shell bank”: een kredietinstelling, of een instelling die zich met soortgelijke activiteiten bezig houdt, opgericht in een rechtsgebied waar zij geen fysieke aanwezigheid (d.w.z. een bestuur en beheer van betekenis) heeft en die niet verbonden is met een onder toezicht staande financiële groep.

Artikel 4

De lidstaten zorgen ervoor dat de bepalingen van deze richtlijn geheel of ten dele worden uitgebreid tot andere beroepen en categorieën ondernemingen dan de in artikel 2, lid 1, genoemde instellingen en personen, die zich bezighouden met activiteiten die zich zeer goed lenen voor het witwassen van geld of voor terrorismefinanciering.

Wanneer een lidstaat besluit de bepalingen van deze richtlijn uit te breiden tot andere beroepen en categorieën ondernemingen dan die welke in artikel 2, lid 1, zijn genoemd, stelt hij de Commissie daarvan in kennis.

Artikel 5

De lidstaten kunnen op het door deze richtlijn bestreken gebied strengere bepalingen aannemen of handhaven om het witwassen van geld en terrorismefinanciering te verhinderen.

Hoofdstuk II

Kennis van de cliënt (customer due diligence)

AFDELING 1

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 6

De lidstaten verbieden hun kredietinstellingen en financiële instellingen anonieme rekeningen of anonieme spaarboekjes bij te houden. In afwijking van artikel 9, lid 6, vereisen de lidstaten in alle gevallen dat de eigenaars en begunstigden van bestaande anonieme rekeningen of anonieme spaarboekjes, zo spoedig mogelijk en in ieder geval voordat de rekeningen of spaarboekjes op enigerlei wijze worden gebruikt, worden onderworpen aan de vereisten inzake kennis van de cliënt.

Artikel 7

De onder deze richtlijn vallende instellingen en personen passen in de volgende gevallen „ken-uw-cliënt”- procedures toe:

a)

wanneer zij een zakelijke relatie aangaan;

b)

wanneer zij incidenteel transacties ten bedrage van 15 000 EUR of meer verrichten, ongeacht of een dergelijke transactie plaatsvindt in één verrichting of via meer verrichtingen waartussen een verband lijkt te bestaan;

c)

wanneer er een vermoeden van witwassen of terrorismefinanciering bestaat, ongeacht of er sprake is van enigerlei ontheffing, vrijstelling of drempel;

d)

wanneer wordt betwijfeld of de eerder verkregen cliëntidentificatiegegevens waarheidsgetrouw of adequaat zijn.

Artikel 8

1. De „ken-uw-cliënt”-procedures omvatten de volgende werkzaamheden:

a)

identificeren van de cliënt en verifiëren van zijn identiteit op basis van documenten, gegevens of inlichtingen uit betrouwbare, onafhankelijke bron;

b)

in voorkomend geval, identificeren van de uiteindelijke begunstigde en nemen van op risico gebaseerde en afdoende maatregelen om zijn identiteit te verifiëren, zodat de betrokken instelling of persoon erop mag vertrouwen dat zij of hij weet wie de uiteindelijke begunstigde is, en, wanneer het rechtspersonen, trusts en soortgelijke juridische constructies betreft, nemen van op risico gebaseerde en afdoende maatregelen om inzicht te verwerven in de eigendoms- en zeggenschapsstructuur van de cliënt;

c)

inwinnen van informatie over het doel en het beoogde karakter van de zakelijke relatie;

d)

voortdurend toezien op de zakelijke relatie, onder meer door de tijdens de gehele duur van deze relatie gesloten transacties, in voorkomend geval met inbegrip van de bron van de gelden, nauwlettend te controleren om na te gaan of de verrichte transacties stroken met de kennis die de instelling of persoon heeft van de cliënt en van zijn zakelijk en risicoprofiel, en door de in haar of zijn bezit zijnde documenten, gegevens of inlichtingen doorlopend te actualiseren.

2. De onder deze richtlijn vallende instellingen en personen passen alle in lid 1 vervatte „ken-uw-cliënt”-maatregelen toe, maar kunnen de draagwijdte van deze maatregelen aanpassen naar gelang van de risicogevoeligheid van het type cliënt, zakelijke relatie, product of transactie. De onder deze richtlijn vallende instellingen en personen dienen aan de in artikel 37 genoemde autoriteiten, met inbegrip van zelfregulerende instanties, te kunnen aantonen dat de draagwijdte van de maatregelen afgestemd is op het risico van witwassen of terrorismefinanciering.

Artikel 9

1. De lidstaten schrijven voor dat de verificatie van de identiteit van de cliënt en de uiteindelijke begunstigde plaatsvindt vóór het aangaan van een zakelijke relatie of het uitvoeren van een transactie.

2.In afwijking van lid 1 kunnen de lidstaten toestaan dat de verificatie van de identiteit van de cliënt en de uiteindelijke begunstigde wordt voltooid tijdens het aangaan van een zakelijke relatie indien dit noodzakelijk is om de normale gang van zaken niet te verstoren en indien er weinig risico op witwassen of terrorismefinanciering bestaat. In dergelijke situaties dienen deze procedures zo spoedig mogelijk na het eerste contact te worden voltooid.

3.In afwijking van de leden 1 en 2 kunnen de lidstaten met betrekking tot de levensverzekeringsbranche toestaan dat de verificatie van de identiteit van de begunstigde van de polis plaatsvindt nadat de zakelijke relatie is aangegaan. In alle dergelijke gevallen dient de verificatie plaats te vinden bij of vóór het tijdstip van uitbetaling of bij of vóór het tijdstip waarop de begunstigde zijn rechten krachtens de polis wil uitoefenen.

4.Bij wijze van uitzondering op de leden 1 en 2 kunnen de lidstaten toestaan dat een bankrekening wordt geopend, mits er voldoende vrijwaringsmaatregelen zijn getroffen die garanderen dat er door de cliënt of namens de cliënt geen transacties worden verricht voordat er sprake is van volledige naleving van de hierboven vermelde bepalingen.

5. De lidstaten schrijven voor dat wanneer de betrokken instelling of persoon niet bij machte is aan artikel 8, lid 1, onder a), b) en c), te voldoen, zij of hij geen transacties via een bankrekening mag verrichten, geen zakelijke relatie mag aangaan of de transactie niet mag uitvoeren, dan wel de zakelijke relatie moet beëindigen, en moet overwegen overeenkomstig artikel 22 een melding in verband met de cliënt bij de financiële inlichtingeneenheid in te dienen.

De lidstaten passen dit voorschrift niet toe op notarissen, onafhankelijke beoefenaren van juridische beroepen, bedrijfsrevisoren, externe accountants en belastingadviseurs wanneer zij de rechtspositie van hun cliënt bepalen dan wel hem in of in verband met een rechtsgeding verdedigen of vertegenwoordigen, met inbegrip van advies over het instellen of vermijden van een rechtsgeding.

6. De lidstaten schrijven voor dat de onder deze richtlijn vallende instellingen en personen de „ken-uwcliënt”-procedures niet alleen op alle nieuwe cliënten moeten toepassen, maar te gepasten tijde ook op bestaande cliënten naar gelang van de risicogevoeligheid van deze cliënten.

Artikel 10

1. De lidstaten schrijven voor dat de identiteit van alle bezoekers van casino's die speelpenningen ter waarde van 2 000 EUR of meer aan- of verkopen, moet worden vastgesteld en geverifieerd.

2. Casino's die onder overheidstoezicht staan, komen de „ken-uw-cliënt”-verplichting na wanneer zij de identiteit van hun bezoekers meteen bij of vóór het betreden van het casino registreren, vaststellen en verifiëren, ongeacht het bedrag van de gekochte speelpenningen.

AFDELING 2

VEREENVOUDIGDE „KEN-UW-CLIËNT”-VEREISTEN

Artikel 11

1.In afwijking van artikel 7, onder a), b) en d), artikel 8 en artikel 9, lid 1, zijn de onder deze richtlijn vallende instellingen en personen niet aan de in die artikelen bedoelde voorschriften onderworpen indien de cliënt een onder deze richtlijn vallende kredietinstelling of financiële instelling is, dan wel een kredietinstelling of financiële instelling die gevestigd is in een derde land dat eisen stelt die gelijkwaardig zijn aan die vervat in deze richtlijn en er toezicht wordt uitgeoefend op de naleving van die voorschriften.

2. In afwijking van artikel 7, onder a), b) en d), artikel 8 en artikel 9, lid 1, kunnen de lidstaten de onder deze richtlijn vallende instellingen en personen toestaan geen „ken-uw-cliënt”-procedures toe te passen, en wel ten aanzien van:

a)

beursgenoteerde vennootschappen waarvan de effecten in een of meer lidstaten zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt in de zin van Richtlijn 2004/39/EG en beursgenoteerde vennootschappen uit derde landen welke onderworpen zijn aan openbaarmakingsvereisten die in overeenstemming zijn met de Gemeenschapswetgeving;

b)

uiteindelijke begunstigden van gezamenlijke rekeningen aangehouden door notarissen en andere onafhankelijke beoefenaren van juridische beroepen uit de lidstaten, of uit derde landen mits laatstgenoemde personen onderworpen zijn aan verplichtingen ter bestrijding van witwassen van geld en terrorismefinanciering die stroken met de internationale normen en er toezicht wordt uitgeoefend op de naleving van deze verplichtingen en mits de informatie over de identiteit van de uiteindelijke begunstigde op verzoek beschikbaar is voor de instellingen die optreden als depositaris van de gezamenlijke rekeningen;

c)

binnenlandse overheidsinstanties;

of voor iedere andere cliënt die volgens de overeenkomstig artikel 40, lid 1, onder b), vastgestelde technische criteria een laag risico op witwassen van geld of terrorismefinanciering oplevert.

3.In de in de leden 1 en 2 genoemde gevallen verzamelen de personen en instellingen in elk geval voldoende gegevens om vast te stellen of de cliënt voor de in die leden genoemde afwijkingen in aanmerking komt.

4. De lidstaten stellen elkaar en de Commissie in kennis van gevallen waarin zij van mening zijn dat een derde land voldoet aan de in de leden 1 en 2 bepaalde voorwaarden of van andere situaties die voldoen aan de overeenkomstig artikel 40, lid 1, onder b), vastgestelde technische criteria.

5. In afwijking van artikel 7, onder a), b) en d), artikel 8 en artikel 9, lid 1, kunnen de lidstaten de onder deze richtlijn vallende instellingen en personen toestaan geen „ken-uw-cliënt”-procedures toe te passen ten aanzien van:

a)

levensverzekeringsovereenkomsten wanneer het bedrag van de te betalen jaarlijkse premie 1 000 EUR of minder bedraagt, of wanneer het bedrag van de eenmalige premie 2 500 EUR of minder beloopt;

b)

pensioenverzekeringsovereenkomsten, mits deze overeenkomsten geen afkoopclausule omvatten en niet als waarborg voor een lening kunnen worden gebruikt;

c)

een pensioenstelsel, een pensioenfonds of een soortgelijk stelsel dat pensioenen uitkeert aan werknemers, waarbij de premies worden ingehouden op het loon en de regels van het stelsel de deelnemers niet toestaan hun rechten uit hoofde van het stelsel over te dragen;

d)

elektronisch geld als omschreven in artikel 1, lid 3, onder b), van Richtlijn 2000/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 september 2000 betreffende de toegang tot, de uitoefening van en het bedrijfseconomisch toezicht op de werkzaamheden van instellingen voor elektronisch geld(16), waarbij, indien de elektronische drager niet kan worden heropgeladen, het maximumbedrag dat op de drager is opgeslagen niet meer dan 150 EUR bedraagt; of, indien de drager kan worden heropgeladen, een limiet van 2 500 EUR geldt voor het totaalbedrag van de transacties die in een kalenderjaar worden verricht, behalve indien de houder een bedrag van 1 000 EUR of meer in datzelfde kalenderjaar heeft laten terugbetalen, als bedoeld in artikel 3 van Richtlijn 2000/46/EG;

of voor ieder ander product of iedere andere transactie die volgens de overeenkomstig artikel 40, lid 1, onder b), vastgestelde technische criteria een laag risico op witwassen van geld of terrorismefinanciering meebrengt.

Artikel 12

Wanneer de Commissie een besluit neemt op grond van artikel 40, lid 4, verbieden de lidstaten de onder deze richtlijn vallende instellingen en personen vereenvoudigde „ken-uw-cliënt”-procedures toe te passen ten aanzien van de kredietinstellingen, financiële instellingen en beursgenoteerde vennootschappen uit het betrokken derde land of andere entiteiten naar aanleiding van situaties die voldoen aan de overeenkomstig artikel 40, lid 1, onder b), vastgestelde technische criteria.

AFDELING 3

UITGEBREIDE „KEN-UW-CLIËNT”-VEREISTEN

Artikel 13

1. De lidstaten verlangen dat de onder deze richtlijn vallende instellingen en personen al naar gelang de risicogevoeligheid, benevens de in artikel 7, artikel 8 en artikel 9, lid 6, omschreven maatregelen, uitgebreidere „ken-uw-cliënt”-maatregelen nemen in situaties waaraan wegens de aard ervan een hoger risico op witwassen of terrorismefinanciering verbonden kan zijn en ten minste in de volgende situaties handelen conform respectievelijk de leden 2, 3, 4 en voor iedere andere situatie die volgens de overeenkomstig artikel 40, lid 1, onder c) vastgestelde technische criteria een hoog risico op witwassen van geld of terrorismefinanciering meebrengt.

2. Wanneer de cliënt niet fysiek aanwezig was voor de identificatie, verlangen de lidstaten dat voornoemde instellingen en personen specifieke en afdoende maatregelen nemen om het hogere risico te compenseren, door bijvoorbeeld een of meer van de volgende maatregelen:

a)

waarborgen dat de identiteit van de cliënt aan de hand van aanvullende documenten, gegevens of informatie wordt vastgesteld;

b)

aanvullende maatregelen om de overgelegde documenten te verifiëren of voor conform te waarmerken, dan wel verlangen van een tot bevestiging strekkende verklaring van een onder deze richtlijn vallende kredietinstelling of financiële instelling;

c)

waarborgen dat de eerste betaling van de transacties geschiedt via een rekening die op naam van de cliënt bij een kredietinstelling is geopend.

3. Wat grensoverschrijdende correspondentbanken uit derde landen betreft, verlangen de lidstaten van hun kredietinstellingen dat zij:

a)

voldoende informatie over de betrokken correspondentbank verzamelen om een volledig beeld te krijgen van de aard van de bedrijfsactiviteiten ervan, en op basis van openbaar beschikbare informatie de reputatie van de instelling en de kwaliteit van het toezicht erop nagaan;

b)

de controles ter bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering van de correspondentbank toetsen;

c)

toestemming hebben van de bedrijfsleiding voordat zij nieuwe correspondentbankrelaties aangaan;

d)

de respectieve verantwoordelijkheden van elke instelling schriftelijk vastleggen;

e)

er in geval van „payable-through accounts” op toezien dat de correspondentbank de identiteit heeft geverifieerd van en doorlopend „ken-uw-cliënt”-maatregelen toepast ten aanzien van de cliënten die directe toegang hebben tot de correspondentrekeningen en dat zij in staat is om op verzoek de desbetreffende cliëntgegevens te verstrekken.

4. Wat de transacties of zakelijke relaties met publieke of politieke personen betreft die in een andere lidstaat of in een derde land wonen, verlangen de lidstaten van de onder deze richtlijn vallende instellingen en personen dat zij:

a)

over adequate op risico gebaseerde procedures beschikken om uit te maken of een cliënt een publieke of politieke persoon is;

b)

toestemming hebben van de bedrijfsleiding om zakelijke relaties met dergelijke cliënten aan te gaan;

c)

adequate maatregelen nemen om de bron van welvaart en de bron van de gelden vast te stellen die bij de zakelijke relatie of transactie worden gebruikt;

d)

de zakelijke relatie doorlopend verscherpt bewaken.

5. De lidstaten verbieden kredietinstellingen een correspondentbankrelatie aan te gaan of te continueren met een shell bank en verlangen dat de kredietinstellingen passende maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat zij geen correspondentbankrelaties aangaan of continueren met een bank waarvan bekend is dat deze een shell bank toestaat van haar rekeningen gebruik te maken.

6. De lidstaten zien erop toe dat de onder deze richtlijn vallende instellingen en personen speciaal letten op elke dreiging van witwassen of terrorismefinanciering die kan uitgaan van producten of transacties die anonimiteit in de hand kunnen werken, en indien nodig maatregelen nemen om te voorkomen dat van deze producten of transacties gebruik wordt gemaakt in het kader van witwas- of terrorismefinancieringsconstructies.

AFDELING 4

UITVOERING VAN „KEN-UW-CLIëNT”-ACTIVITEITEN DOOR DERDEN

Artikel 14

De lidstaten kunnen onder deze richtlijn vallende instellingen en personen toestaan op derden een beroep te doen om de in artikel 8, lid 1, onder a), b) en c), neergelegde verplichtingen te vervullen.

De uiteindelijke verantwoordelijkheid voor het nakomen van de in artikel 8, lid 1, onder a) tot en met c), neergelegde verplichtingen blijft evenwel berusten bij de onder deze richtlijn vallende instelling of persoon die op een derde een beroep doet.

Artikel 15

Wanneer een lidstaat toestaat dat in eigen land op zijn in artikel 2, lid 1, punt 1 of punt 2, bedoelde instellingen een beroep wordt gedaan als derden, staat die lidstaat zijn in artikel 2, lid 1, bedoelde instellingen en personen in elk geval toe de uitkomst van de in artikel 8, lid 1, onder a) tot en met c), vastgelegde „ken-uw-cliënt”-procedures die door een in artikel 2, lid 1, punt 1 of punt 2, bedoelde instelling (met uitzondering van wisselkantoren en geldtransactie- of geldovermakingskantoren) overeenkomstig deze richtlijn in een andere lidstaat zijn uitgevoerd en die aan de vereisten van de artikelen 16 en 18 voldoen, te erkennen en te aanvaarden, overeenkomstig het bepaalde in artikel 14, ook al zijn de documenten of gegevens voor het vervullen van deze vereisten verschillend van die welke vereist zijn in de lidstaat waarnaar de cliënt wordt doorverwezen.

Wanneer een lidstaat toestaat dat in eigen land op zijn in artikel 3, lid 2, onder a), bedoelde wisselkantoren en geldtransactie- of geldovermakingskantoren een beroep wordt gedaan als derden, staat die lidstaat hen in elk geval toe de uitkomst van de in artikel 8, lid 1, onder a) tot en met c), vastgelegde „kenuw-cliënt”-procedures die door dezelfde categorie instellingen van een andere lidstaat overeenkomstig deze richtlijn zijn uitgevoerd en die aan de vereisten van de artikelen 16 en 18 voldoen, te erkennen en te aanvaarden, overeenkomstig het bepaalde in artikel 14, ook al zijn de documenten of gegevens voor het vervullen van deze vereisten verschillend van die welke vereist zijn in de lidstaat waarnaar de cliënt wordt doorverwezen.

Wanneer een lidstaat toestaat dat in eigen land op zijn in artikel 2, lid 1, punt 3), onder a) tot en met c), bedoelde personen een beroep wordt gedaan als derden, staat die lidstaat hen in elk geval toe de uitkomst van de in artikel 8, lid 1, onder a) tot en met c), vastgelegde „ken-uw-cliënt”-procedures die door een persoon als bedoeld in artikel 2, lid 1, punt 3, onder a) tot en met c), van een andere lidstaat overeenkomstig deze richtlijn zijn uitgevoerd en die aan de vereisten van de artikelen 16 en 18 voldoen, te erkennen en te aanvaarden, overeenkomstig het bepaalde in artikel 14, ook al zijn de documenten of gegevens voor het vervullen van deze vereisten verschillend van die welke vereist zijn in de lidstaat waarnaar de cliënt wordt doorverwezen.

Artikel 16

1. Voor de toepassing van deze afdeling wordt onder „derden” het volgende verstaan: in artikel 2 opgesomde instellingen en personen, of gelijkwaardige in een derde land gevestigde instellingen en personen, die aan de volgende vereisten voldoen:

a)

zij zijn verplicht zich te laten registreren bij een wettelijk erkende beroepsorganisatie;

b)

zij passen „ken-uw-cliënt”-maatregelen en maatregelen betreffende de bewaring van bewijsstukken toe welke overeenkomen met of gelijkwaardig zijn aan die voorgeschreven bij deze richtlijn, en op de naleving van de voorschriften van deze richtlijn wordt toezicht uitgeoefend overeenkomstig afdeling 2 van hoofdstuk V, of zij bevinden zich in een derde land dat eisen stelt die gelijkwaardig zijn aan die vervat in deze richtlijn.

2. De lidstaten stellen elkaar en de Commissie in kennis van de gevallen waarin zij van mening zijn dat een derde land voldoet aan de in lid 1, onder b), gestelde voorwaarden.

Artikel 17

Wanneer de Commissie een besluit neemt op grond van artikel 40, lid 4, verbieden de lidstaten de onder deze richtlijn vallende instellingen en personen een beroep te doen op derden uit het betrokken derde land om de in artikel 8, lid 1, onder a) tot en met c), neergelegde verplichtingen te vervullen.

Artikel 18

De overeenkomstig de vereisten van artikel 8, lid 1, onder a) tot en met c), gevraagde informatie wordt door de betrokken derde onmiddellijk beschikbaar gesteld aan de instelling of de persoon naar wie de cliënt wordt doorverwezen.

Adequate kopieën van identificatie- en verificatiegegevens en andere relevante documentatie over de identiteit van de cliënt of de uiteindelijke begunstigde worden door de betrokken derde onmiddellijk doorgestuurd naar de instelling of persoon naar wie de cliënt wordt doorverwezen, indien deze instelling of persoon daarom verzoekt.

Artikel 19

Deze afdeling is niet van toepassing op de uitbestedings- of lastgevingsverhouding waarbij de verrichter van de uitbestede dienst of de lasthebber op grond van een contractuele overeenkomst moet worden beschouwd als deel van de onder deze richtlijn vallende instelling of persoon.

Hoofdstuk III

Meldingsplicht

AFDELING 1

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 20

De lidstaten schrijven voor dat de onder deze richtlijn vallende instellingen en personen bijzondere aandacht besteden aan elke activiteit die zij van nature bijzonder geschikt achten om verband te houden met het witwassen van geld of met terrorismefinanciering, en met name aan complexe, ongewoon grote transacties en alle afwijkende transactiepatronen zonder duidelijk economisch of kennelijk rechtmatig doel.

Artikel 21

Elke lidstaat richt een financiële inlichtingeneenheid op om het witwassen van geld en financiering van terrorisme effectief te bestrijden.

Deze financiële inlichtingeneenheid wordt opgezet als een centrale, nationale eenheid. Zij is verantwoordelijk voor de ontvangst (en, voorzover toegestaan), het opvragen, het analyseren en het verspreiden onder de bevoegde autoriteiten van informatie die betrekking heeft op vermoedelijke gevallen van het witwassen van geld of van financiering van terrorisme, of die krachtens een nationale wetgeving of regeling is vereist. Zij beschikt over adequate middelen om haar taken te vervullen.

De lidstaten zien erop toe dat de financiële inlichtingeneenheid rechtstreeks of indirect, en tijdig, toegang krijgt tot de financiële, administratieve en politionele informatie die zij nodig heeft om haar taken naar behoren te vervullen.

Artikel 22

1. De lidstaten schrijven voor dat de onder deze richtlijn vallende instellingen en personen en, in voorkomend geval, de leiding en werknemers daarvan ten volle samenwerken:

a)

door de financiële inlichtingeneenheid rechtstreeks en onmiddellijk uit eigen beweging op de hoogte te brengen wanneer de onder deze richtlijn vallende instelling of persoon weet, vermoedt of goede redenen heeft om te vermoeden dat geld wordt witgewassen of terrorisme wordt gefinancierd, of dat pogingen hiertoe in het werk werden gesteld;

b)

door de financiële inlichtingeneenheid op haar verzoek onmiddellijk alle vereiste inlichtingen te verstrekken overeenkomstig de volgens het geldende recht vastgestelde procedures.

2. De in lid 1 bedoelde inlichtingen worden verstrekt aan de financiële inlichtingeneenheid van de lidstaat op het grondgebied waarvan de instelling of persoon die de inlichtingen heeft verstrekt, zich bevindt. De inlichtingen worden normaliter verstrekt door de persoon of personen die volgens de procedures van artikel 34 is of zijn aangewezen.

Artikel 23

1. In afwijking van artikel 22, lid 1, kunnen de lidstaten, in het geval van de in artikel 2, lid 1, punt 3), onder a) en b), bedoelde personen, een passende zelfregulerende instantie van het desbetreffende beroep aanwijzen als de autoriteit die in plaats van de financiële inlichtingeneenheid in eerste instantie op de hoogte moet worden gesteld. Onverminderd lid 2 geeft de aangewezen zelfregulerende instantie in die gevallen de informatie onverwijld en ongefilterd aan de financiële inlichtingeneenheid door.

2. De lidstaten zijn er niet toe gehouden de in artikel 22, lid 1, vervatte verplichtingen toe te passen op notarissen, onafhankelijke beoefenaren van juridische beroepen, bedrijfsrevisoren, externe accountants en belastingadviseurs met betrekking tot de inlichtingen die zij van een van hun cliënten ontvangen of over een van hun cliënten verkrijgen wanneer zij de rechtspositie van hun cliënt bepalen dan wel in of in verband met een rechtsgeding verdedigen of vertegenwoordigen, met inbegrip van advies over het instellen of vermijden van een rechtsgeding, ongeacht of dergelijke informatie vóór, gedurende of na een dergelijk geding wordt ontvangen of verkregen.

Artikel 24

De lidstaten schrijven voor dat de onder deze richtlijn vallende instellingen en personen zich moeten onthouden van het uitvoeren van transacties waarvan zij weten of vermoeden dat deze met het witwassen van geld of terrorismefinanciering verband houden, totdat zij conform artikel 22, lid 1, onder a) de nodige maatregelen hebben getroffen.

In overeenstemming met de wetgeving van de lidstaten mogen instructies worden gegeven om de transactie niet uit te voeren.

Indien wordt vermoed dat een dergelijke transactie leidt tot het witwassen van geld of tot terrorismefinanciering en wanneer het niet mogelijk is zich te onthouden of indien daardoor de vervolging van de begunstigden van een vermoedelijke witwas- of terrorismefinancieringstransactie belemmerd zou worden, verstrekken de betrokken instellingen en personen de vereiste informatie onmiddellijk daarna aan de financiële inlichtingeneenheid.

Artikel 25

1. De lidstaten zien erop toe dat de autoriteiten genoemd in artikel 37 de financiële inlichtingeneenheid rechtstreeks en onmiddellijk inlichten indien zij tijdens inspecties bij de onder deze richtlijn vallende instellingen of personen, dan wel op enigerlei andere wijze feiten ontdekken die verband zouden kunnen houden met het witwassen van geld of de financiering van terrorisme.

2. De lidstaten dragen er zorg voor dat toezichthoudende instanties die krachtens wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen zijn gemachtigd toe te zien op de markten voor aandelen, deviezen en afgeleide financiële producten, de financiële inlichtingeneenheid inlichten indien zij feiten ontdekken die verband zouden kunnen houden met het witwassen van geld of met terrorismefinanciering.

Artikel 26

Wanneer een onder deze richtlijn vallende instelling of persoon, dan wel een werknemer of een lid van de leiding daarvan, te goeder trouw, zoals bepaald in artikelen 22 (1) en 23, de in artikelen 22 en 23 bedoelde inlichtingen verstrekt, vormt zulks geen schending van een verbod op onthulling van informatie uit hoofde van een overeenkomst of een wettelijke of bestuursrechtelijke bepaling en brengt zulks voor de instelling of de persoon, de werknemers of de leiding daarvan generlei aansprakelijkheid met zich.

Artikel 27

De lidstaten nemen alle passende maatregelen om de werknemers van de onder deze richtlijn vallende instellingen of personen die hetzij intern, hetzij aan de financiële inlichtingeneenheid vermoedens van witwassen of terrorismefinanciering melden, te beschermen tegen bedreigingen of vijandige maatregelen.

AFDELING 2

MEDEDELINGSVERBOD

Artikel 28

1. De onder deze richtlijn vallende instellingen en personen alsmede de leiding en de werknemers daarvan mogen aan de betrokken cliënt of aan derde personen niet mededelen dat overeenkomstig de artikelen 22 en 23 inlichtingen zijn verstrekt of dat een onderzoek naar het witwassen van geld of terrorismefinanciering wordt of kan worden uitgevoerd.

2.Bovengenoemd verbod geldt niet voor mededelingen aan de in artikel 37 genoemde autoriteiten, met inbegrip van de zelfregulerende instanties, of mededelingen voor wetshandhavingsdoeleinden.

3.Bovengenoemd verbod vormt geen belemmering voor mededelingen tussen instellingen van de lidstaten, of van derde landen mits die aan de in artikel 11, lid 1, gestelde voorwaarden voldoen, die behoren tot eenzelfde groep, als omschreven in artikel 2, punt 12, van Richtlijn 2002/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 betreffende het aanvullende toezicht op kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen en beleggingsondernemingen in een financieel conglomeraat(17).

4.Bovengenoemd verbod vormt geen belemmering voor mededelingen tussen de in artikel 2, lid 1, punt 3), onder a) en b), bedoelde personen van de lidstaten, of van derde landen die eisen stellen die gelijkwaardig zijn aan die vervat in deze richtlijn, die hun beroepsactiviteiten, al dan niet als werknemer, uitoefenen binnen eenzelfde juridische entiteit of een netwerk. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder een netwerk verstaan: de grotere structuur waartoe de persoon behoort en die gemeenschappelijke eigendoms- en bestuurlijke banden en een gemeenschappelijke nalevingscontrole heeft.

5.Voor instellingen of personen vermeld in artikel 2, lid 1, punt 2, en punt 3, onder a) en b), in gevallen betreffende dezelfde cliënt en dezelfde transactie waarbij twee of meer instellingen of personen betrokken zijn, vormt het in lid 1 bedoelde verbod geen belemmering voor mededelingen tussen de desbetreffende instellingen, mits zij in een lidstaat gevestigd zijn, of in een derde land dat eisen stelt die gelijkwaardig zijn aan die vervat in deze richtlijn en onderworpen aan gelijkwaardige verplichtingen op het gebied van het beroepsgeheim en de bescherming van persoonsgegevens. De uitgewisselde gegevens worden uitsluitend gebruikt voor de preventie van witwassen van geld en terrorismefinanciering.

6. Wanneer de in artikel 2, lid 1, punt 3, onder a) en b), bedoelde personen trachten een cliënt te doen afzien van een onwettige activiteit, wordt zulks niet als een mededeling in de zin van de eerste alinea aangemerkt.

7.De lidstaten stellen elkaar en de Commissie in kennis van de gevallen waarin zij van mening zijn dat een derde land voldoet aan de in de leden 3, 4 of 5 gestelde voorwaarden.

Artikel 29

Wanneer de Commissie een besluit neemt op grond van artikel 40, lid 4, verbieden de lidstaten mededelingen tussen de onder deze richtlijn vallende instellingen en personen, en instellingen en personen van het betrokken derde land.

Hoofdstuk IV

Bewaring van bewijsstukken en statistische gegevens

Artikel 30

De lidstaten verlangen van de instellingen en personen die zich aan deze richtlijn moeten houden dat zij de volgende documenten en inlichtingen bewaren met het oog op het gebruik ervan bij een onderzoek naar of een analyse van mogelijke gevallen van witwassen van geld of terrorismefinanciering, door de financiële inlichtingeneenheid of andere bevoegde autoriteiten overeenkomstig het nationaal recht:

a)

wat de „ken-uw-cliënt”-procedure betreft, afschriften van of verwijzingen naar de verlangde stukken, gedurende een periode van ten minste vijf jaar na beëindiging van de relatie met hun cliënt;

b)

wat de zakelijke relaties en transacties betreft, de bewijsstukken en registratie, zijnde de originele stukken of de afschriften die krachtens hun nationale wetgeving eenzelfde bewijskracht hebben, gedurende ten minste vijf jaar na uitvoering van de transacties of beëindiging van de zakelijke relatie.

Artikel 31

1. De lidstaten verlangen van de onder deze richtlijn vallende kredietinstellingen en financiële instellingen dat zij in hun in derde landen gevestigde bijkantoren en dochterondernemingen waarin zij een meerderheidsbelang hebben, in voorkomend geval ten aanzien van de „ken-uw-cliënt”-verplichtingen en de verplichtingen op het gebied van de bewaring van bewijsstukken maatregelen toepassen die ten minste gelijkwaardig zijn aan die waarin deze richtlijn voorziet.

Wanneer de wetgeving van het betrokken derde land niet waarborgt dat dergelijke gelijkwaardige maatregelen worden toegepast, verlangen de lidstaten van de betrokken instellingen dat zij de bevoegde autoriteiten van de relevante lidstaat van herkomst daarvan in kennis stellen.

2. De lidstaten en de Commissie stellen elkaar in kennis van de gevallen waarin de wetgeving van een derde land niet toestaat dat de krachtens de eerste alinea van lid 1 vereiste maatregelen worden toegepast, en waarin gecoördineerd zou kunnen worden opgetreden om een oplossing te vinden.

3.De lidstaten schrijven voor dat, in gevallen waarin de wetgeving van een derde land niet toestaat dat de krachtens de eerste alinea van lid 1 vereiste maatregelen worden toegepast, de instellingen extra maatregelen nemen om het risico van witwassen van geld of van terrorismefinanciering doeltreffend te bestrijden.

Artikel 32

De lidstaten schrijven voor dat hun kredietinstellingen en financiële instellingen beschikken over regelingen die hen in staat stellen ten volle en snel te reageren op verzoeken van de financiële inlichtingeneenheid, of van andere autoriteiten overeenkomstig hun nationaal recht, om te antwoorden op de vraag of zij een zakelijke relatie onderhouden of in de afgelopen vijf jaar een zakelijke relatie onderhouden hebben met een gespecificeerde natuurlijke of rechtspersoon en op vragen over de aard van deze zakelijke relatie.

Artikel 33

De lidstaten zien erop toe dat zij in staat zijn de doeltreffendheid van hun regelingen ter bestrijding van nwitwaspraktijken of terrorismefinanciering te beoordelen door uitgebreide statistische gegevens op te stellen over aangelegenheden die relevant zijn voor de doeltreffendheid van deze regelingen.

Deze statistische gegevens hebben ten minste betrekking op het aantal meldingen van verdachte transacties aan de financiële inlichtingeneenheid en het gevolg dat aan deze meldingen is gegeven, en verschaffen tevens een indicatie op jaarbasis over het aantal onderzochte gevallen, het aantal personen dat is vervolgd en veroordeeld voor strafbare feiten in verband met witwassen of terrorismefinanciering en de bedragen van de bevroren, in beslag genomen of geconfisqueerde voorwerpen.

De lidstaten zorgen ervoor dat een geconsolideerde herziening van hun statistische verslagen wordt gepubliceerd.

Hoofdstuk V

Handhavingsmaatregelen

AFDELING 1

INTERNE PROCEDURES, OPLEIDING EN FEEDBACK

Artikel 34

1. De lidstaten schrijven voor dat de onder deze richtlijn vallende instellingen en personen toereikende en passende gedragslijnen en procedures op het gebied van de kennis van de cliënt, de melding van verdachte transacties, het bewaren van bewijsstukken, de interne controle, de risicobeoordeling, de risicobeheersing, nalevingsbeheer en de communicatie invoeren om transacties die met het witwassen van geld of met terrorismefinanciering verband houden, te voorkomen en te verhinderen.

2.De lidstaten schrijven voor dat de onder deze richtlijn vallende instellingen de desbetreffende gedragslijnen en procedures in voorkomend geval meedelen aan hun in derde landen gevestigde bijkantoren en dochterondernemingen waarin zij een meerderheidsbelang hebben.

Artikel 35

1. De lidstaten schrijven voor dat de instellingen en personen die zich aan deze richtlijn moeten houden de nodige maatregelen nemen om hun betrokken werknemers met de op grond van deze richtlijn geldende bepalingen bekend te maken.

Deze maatregelen houden onder meer in dat de betrokken werknemers deelnemen aan speciale doorlopende opleidingsprogramma's om de activiteiten te leren onderkennen die met het witwassen van geld of terrorismefinanciering verband kunnen houden en te leren hoe in die gevallen moet worden gehandeld.

Indien een natuurlijke persoon die onder een van de in artikel 2, lid 1, punt 3), opgesomde categorieën valt, zijn beroepsactiviteiten uitoefent als werknemer van een rechtspersoon, zijn de in deze afdeling genoemde verplichtingen van toepassing op die rechtspersoon in plaats van op de natuurlijke persoon.

2. De lidstaten zien erop toe dat de instellingen en personen die zich aan deze richtlijn moeten houden toegang krijgen tot actuele informatie over de praktijken van witwassers of terrorismefinanciers en over aanwijzingen om verdachte transacties te kunnen herkennen.

3. De lidstaten zien erop toe dat, voorzover mogelijk, tijdig feedback wordt verstrekt over de effectiviteit en de follow-up van meldingen van vermoedens van witwassen of terrorismefinanciering.

AFDELING 2

TOEZICHT

Artikel 36

1. De lidstaten bepalen dat wisselkantoren en verrichters van trust- en bedrijfsdiensten over een vergunning moeten beschikken of in een register ingeschreven moeten zijn en dat casino's over een vergunning moeten beschikken om hun bedrijfsactiviteiten op wettige wijze te kunnen uitoefenen. Onverminderd de toekomstige communautaire regelgeving bepalen de lidstaten dat geldtransactie- of geldovermakingskantoren over een vergunning moeten beschikken of in een register ingeschreven moeten zijn om hun bedrijfsactiviteiten op wettige wijze te kunnen uitoefenen.

2. De lidstaten verlangen van de bevoegde autoriteiten dat deze weigeren de in lid 1 bedoelde entiteiten vergunning te verlenen of in een register in te schrijven indien zij er niet van overtuigd zijn dat de personen die het bedrijf van deze entiteiten feitelijk leiden of zullen leiden, dan wel de uiteindelijke begunstigden van deze entiteiten, betrouwbare en deskundige personen zijn.

Artikel 37

1. De lidstaten verlangen van de bevoegde autoriteiten dat zij ten minste effectief nagaan of de in deze richtlijn gestelde eisen worden nageleefd door de instellingen en personen die onder deze richtlijn vallen en de nodige maatregelen nemen om die naleving te waarborgen.

2. De lidstaten zien erop toe dat de bevoegde autoriteiten over de nodige bevoegdheden beschikken, met inbegrip van de mogelijkheid tot het afdwingen van het verstrekken van informatie die van belang is voor het toezicht op de naleving en het uitvoeren van controles, en over voldoende middelen beschikken om hun taken te vervullen.

3.In het geval van kredietinstellingen, financiële instellingen en casino's hebben de bevoegde autoriteiten versterkte toezichthoudende bevoegdheden, met name de mogelijkheid om inspecties ter plaatse uit te voeren.

4.In het geval van de in artikel 2, lid 1, punt 3, onder a) tot en met e), genoemde entiteiten mogen de lidstaten toestaan dat de in lid 1 bedoelde taken worden verricht op basis van de risicogevoeligheid.

5.In het geval van de in artikel 2, lid 1, punt 3, onder a) en b), bedoelde personen mogen de lidstaten toestaan dat de in lid 1 bedoelde taken worden verricht door zelfregulerende instanties, mits die voldoen aan de bepalingen van lid 2.

AFDELING 3

SAMENWERKING

Artikel 38

De Commissie verleent de bijstand die nodig is om de coördinatie te vergemakkelijken, met inbegrip van de uitwisseling van gegevens tussen financiële inlichtingeneenheden in de Europese Unie.

AFDELING 4

SANCTIES

Artikel 39

1. De lidstaten zorgen ervoor dat onder deze richtlijn vallende natuurlijke en rechtspersonen aansprakelijk kunnen worden gesteld voor inbreuken op de ter uitvoering van deze richtlijn vastgestelde nationale bepalingen. De sancties op inbreuken moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.

2.Onverminderd het recht van de lidstaten tot het opleggen van strafrechtelijke sancties, zorgen de lidstaten ervoor dat overeenkomstig hun nationale wetgeving passende administratieve maatregelen of administratieve sancties kunnen worden opgelegd aan kredietinstellingen en financiële instellingen indien de ter uitvoering van deze richtlijn vastgestelde bepalingen niet worden nageleefd. De lidstaten zien erop toe dat deze maatregelen doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.

3.In het geval van rechtspersonen zorgen de lidstaten er ten minste voor dat deze aansprakelijk kunnen worden gesteld voor de in de artikelen 1 bedoelde inbreuken die in hun belang gepleegd zijn door iemand die hetzij als individu, hetzij als lid van een orgaan van de rechtspersoon handelt en die binnen de rechtspersoon een leidende positie bekleedt, op basis van:

a)

de bevoegdheid om de rechtspersoon te vertegenwoordigen,

b)

de bevoegdheid om namens de rechtspersoon beslissingen te nemen,

c)

de bevoegdheid om binnen de rechtspersoon toezicht uit te oefenen.

4.Afgezien van de reeds in lid 3 genoemde gevallen, zien de lidstaten erop toe dat een rechtspersoon aansprakelijk kan worden gesteld wanneer, bij gebreke van toezicht of controle door een in lid 3 bedoelde persoon, de in lid 1 bedoelde inbreuken konden worden gepleegd ten voordele van deze rechtspersoon door een onder het gezag van deze rechtspersoon staande persoon.

Hoofdstuk VI

Uitvoeringsmaatregelen

Artikel 40

1. Teneinde rekening te houden met de technische ontwikkelingen op het gebied van de bestrijding van het witwassen van geld en van terrorismefinanciering en een eenvormige toepassing van deze richtlijn te garanderen, kan de Commissie volgens de procedure van artikel 41, lid 2, de volgende uitvoeringsmaatregelen vaststellen:

a)

verduidelijking van de technische aspecten van de definities vervat in artikel 3, punt 2), onder a) en d), en artikel 3, punten 6), 7), 8), 9), en 10);

b)

vaststelling van technische criteria om te beoordelen of situaties een laag risico op witwassen of terrorismefinanciering opleveren, zoals bedoeld in artikel 11, leden 2 en 5;

c)

vaststelling van technische criteria om te beoordelen of situaties een hoog risico op witwassen of terrorismefinanciering opleveren, zoals bedoeld in artikel 13;

d)

vaststelling van technische criteria om te beoordelen of het, conform artikel 2, lid 2, gerechtvaardigd is deze richtlijn niet toe te passen op bepaalde rechtspersonen of natuurlijke personen die slechts incidenteel of op zeer beperkte basis financiële activiteiten ontplooien.

2.De Commissie neemt in elk geval de eerste uitvoeringsmaatregelen aan om gevolg te geven aan lid 1, onder b) en d), binnen 6 maanden na de inwerkingtreding van deze richtlijn.

3. De Commissie past de bedragen in artikel 2, lid 1, punt 3), onder e), artikel 7, onder b), artikel 10, lid 1, en artikel 11, lid 5, onder a) en d), aan volgens de procedure van artikel 41, lid 2, rekening houdend met de communautaire wetgeving, de economische ontwikkelingen en de veranderingen in de internationale normen.

4. Besluiten waarin tot de bevinding wordt gekomen dat een derde land niet voldoet aan de voorwaarden gesteld in artikel 11, lid 1 of lid 2, artikel 28, lid 3, 4 of 5), of de maatregelen die overeenkomstig artikel 40, lid 1, onder b), of artikel 16, lid 1, onder b), zijn vastgesteld, of dat de wetgeving van het derde land niet toestaat dat de krachtens artikel 31, lid 1, vereiste maatregelen worden toegepast, worden door de Commissie genomen volgens de procedure van artikel 41, lid 2.

Artikel 41

1. De Commissie wordt bijgestaan door een Comité voor de voorkoming van het witwassen van geld en terrorismefinanciering, hierna „het Comité” te noemen.

2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van de bepalingen van artikel 8 van dat besluit, met dien verstande dat de volgens deze procedure vastgestelde uitvoeringsmaatregelen de essentiële bepalingen van deze richtlijn niet mogen wijzigen.

De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt op drie maanden vastgesteld.

3. Het Comité stelt zijn reglement van orde vast.

4.Onverminderd de reeds vastgestelde uitvoeringsmaatregelen wordt de toepassing van de bepalingen van deze richtlijn die voorzien in de uitvaardiging van technische regels en besluiten overeenkomstig de in lid 2 genoemde procedures vier jaar na inwerkingtreding van deze richtlijn opgeschort. Het Europees Parlement en de Raad kunnen de desbetreffende bepalingen op voorstel van de Commissie overeenkomstig de procedure van artikel 251 van het Verdrag verlengen en onderwerpen ze te dien einde voor het verstrijken van de termijn van vier jaar aan een onderzoek.

Hoofdstuk VII

Slotbepalingen

Artikel 42

De Commissie stelt uiterlijk twee jaar na afloop van de in artikel 45 genoemde omzettingstermijn, en vervolgens ten minste om de drie jaar, een verslag over de toepassing van deze richtlijn op en legt dat verslag voor aan het Europese Parlement en de Raad. In het eerste verslag neemt de Commissie een specifiek onderzoek op naar de behandeling van juristen en andere beroepsbeoefenaren.

Artikel 43

Voor ...(18), brengt de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad verslag uit over de drempelpercentages in artikel 3, lid 6, waarbij in het bijzonder rekening wordt gehouden met het mogelijke nut en de mogelijke gevolgen van een verlaging van 25% tot 20% wat betreft het percentage in de punten a) i), b) i) en b) iii) van artikel 3, lid 6. Op grond van dat verslag kan de Commissie een voorstel indienen om deze richtlijn te wijzigen.

Artikel 44

Richtlijn 91/308/EEG wordt ingetrokken.

Verwijzingen naar de ingetrokken richtlijn gelden als verwijzingen naar deze richtlijn en worden gelezen volgens de in de bijlage opgenomen concordantietabel.

Artikel 45

De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk ...(*) 24 maanden na de inwerkingtreding van de richtlijn. aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie die bepalingen onverwijld mede, alsmede een transponeringstabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn.

Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor de verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 46

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 47

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te ..., op ...

Voor het Europees Parlement

De Voorzitter

Voor de Raad

De Voorzitter


BIJLAGE

CONCORDANTIETABEL

Onderhavige richtlijn

Richtlijn 91/308/EEG

Artikel 1, lid 1

Artikel 2

Artikel 1, lid 2, onder a) tot en met d)

Artikel 1, onder C

Artikel 1, leden 3 tot en met 4

-

Artikel 2, lid 1, punt 1)

Artikel 2 bis, punt 1

Artikel 2, lid 1, punt 2)

Artikel 2 bis, punt 2

Artikel 2, lid 1, punt 3), onder a), b) en d) t/m f)

Artikel 2 bis, punten 3 tot en met 7

Artikel 2, lid 1, punt 3), onder c)

-

Artikel 2, lid 2

-

Artikel 3, punt 1)

Artikel 1, onder A

Artikel 3, punt 2), onder a)

Artikel 1, onder B, eerste alinea, punt 1

Artikel 3, punt 2), onder b)

Artikel 1, onder B, eerste alinea, punt 2

Artikel 3, punt 2), onder c)

Artikel 1, onder B, eerste alinea, punt 3

Artikel 1, onder B, eerste alinea, punt 4

Artikel 3, punt 2), onder d)

Artikel 3, punt 2), onder e)

-

Artikel 3, punt 2), onder f)

Artikel 1, onder B, tweede alinea

Artikel 3, punt 3)

Artikel 1, onder D

Artikel 3, punt 4)

Artikel 1, onder E, eerste alinea

Artikel 3, punt 5)

Artikel 1, onder E, tweede alinea

Artikel 3, punt 5), onder a)

-

Artikel 3, punt 5), onder b)

Artikel 1, onder E, tweede alinea, eerste streepje

Artikel 3, punt 5), onder c)

Artikel 1, onder E, tweede alinea, tweede streepje

Artikel 3, punt 5), onder d)

Artikel 1, onder E, tweede alinea, derde streepje

Artikel 3, punt 5), onder e)

Artikel 1, onder E, tweede alinea, vierde streepje

Artikel 3, punt 5), onder f)

Artikel 1, onder E, tweede alinea, vijfde streepje, en derde alinea

Artikel 3, punt 6)

-

Artikel 3, punt 7)

-

Artikel 3, punt 8)

-

Artikel 3, punt 9)

-

Artikel 3, punt 10)

-

Artikel 4

-

Artikel 5

Artikel 15

Artikel 6

-

Artikel 7, onder a)

Artikel 3, lid 1

Artikel 7, onder b)

Artikel 3, lid 2

Artikel 7, onder c)

Artikel 3, lid 8

Artikel 7, onder d)

Artikel 3, lid 7

Artikel 8, lid 1, onder a)

Artikel 3, lid 1

Artikel 8, lid 1, onder b), c) en d)

-

Artikel 8, lid 2

-

Artikel 9, lid 1

Artikel 3, lid 1

Artikel 9, leden 2 tot en met 6

-

Artikel 10

Artikel 3, leden 5 en 6

Artikel 11, lid 1

Artikel 3, lid 9

Artikel 11, leden 2 tot en met 4

-

Artikel 11, lid 5, onder a)

Artikel 3, lid 3

Artikel 11, lid 5, onder b)

Artikel 3, lid 4

Artikel 11, lid 5, onder c)

Artikel 3, lid 4

Artikel 11, lid 5, onder d)

-

Artikel 12

-

Artikel 13, leden 1 en 2

Artikel 3, lid 11

Artikel 13, leden 3 en 4

-

Artikel 13, leden 5 en 6

-

Artikel 14

-

Artikel 15

-

Artikel 16

-

Artikel 17

-

Artikel 18

-

Artikel 19

-

Artikel 20

Artikel 5

Artikel 21

-

Artikel 22

Artikel 6, leden 1 en 2

Artikel 23

Artikel 6, lid 3

Artikel 24

Artikel 7

Artikel 25

Artikel 10

Artikel 26

Artikel 9

Artikel 27

-

Artikel 28, lid 1

Artikel 8, lid 1

Artikel 28, leden 2 tot en met 7

-

Artikel 29

-

Artikel 30, onder a)

Artikel 4, eerste streepje

Artikel 30, onder b)

Artikel 4, tweede streepje

Artikel 31

-

Artikel 32

-

Artikel 33

-

Artikel 34

Artikel 11, lid 1, eerste alinea, onder a)

Artikel 35, lid 1, eerste alinea

Artikel 11, lid 1, eerste alinea, onder b), eerste zin

Artikel 35, lid 1, tweede alinea

Artikel 11, lid 1, eerste alinea, onder b), tweede zin

Artikel 35, lid 1, derde alinea

Artikel 11, lid 1, tweede alinea

Artikel 35, lid 2

Artikel 11, lid 2

Artikel 35, lid 3

-

Artikel 36

-

Artikel 37

-

Artikel 38

-

Artikel 39

Artikel 14

Artikel 40

-

Artikel 41

-

Artikel 42

Artikel 17

Artikel 43

-

Artikel 44

-

Artikel 45

Artikel 16

P6_TA(2005)0199

Wijziging actieprogramma's gelijke kansen voor mannen en vrouwen *** I

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een beschikking van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Beschikking 2001/51/EG van de Raad betreffende het programma in verband met de communautaire strategie inzake de gelijkheid van mannen en vrouwen en Besluit nr. 848/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter bevordering van organisaties die op Europees niveau op het gebied van de gelijkheid van mannen en vrouwen actief zijn (COM(2004)0551 — C6-0107/2004 — 2004/0194(COD))

(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2004)0551)(1),

gelet op artikel 251, lid 2 en artikel 13, lid 2 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C6-0107/2004),

gelet op artikel 51 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid en het advies van de Begrotingscommissie (A6-0132/2005),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het voorstel van de Commissie;

2.

verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

3.

is van mening dat het financieel memorandum bij het voorstel van de Commissie verenigbaar is met het plafond van rubriek 3 van de huidige Financiële vooruitzichten, zonder dat sprake is van beperkingen voor de overige beleidsterreinen;

4.

verzoekt de Commissie om in het kader van de nieuwe Financiële vooruitzichten voor 2007-2013 op expliciete wijze de nodige budgettaire voorzieningen te treffen voor het communautaire actieprogramma in verband met de communautaire strategie inzake de gelijkheid van mannen en vrouwen (2001-2005)(2), alsmede voor het communautair actieprogramma ter bevordering van organisaties die op Europees niveau op het gebied van de gelijkheid van mannen en vrouwen(3) actief zijn;

5.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


P6_TA(2005)0200

Beschermingsinrichtingen aan de voorzijde op motorvoertuigen *** I

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende het gebruik van beschermingsinrichtingen aan de voorzijde op motorvoertuigen en houdende wijziging van Richtlijn 70/156/EEG van de Raad (COM(2003)0586 — C5-0473/2003 — 2003/0226(COD))

(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2003)0586)(1),

gelet op artikel 251, lid 2 en artikel 95 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C5-0473/2003),

gelet op artikel 51 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie vervoer en toerisme en het advies van de Commissie interne markt en consumentenbescherming (A6-0053/2005),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.

verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

3.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


P6_TC1-COD(2003)0226

STANDPUNT VAN HET EUROPEES PARLEMENT in eerste lezing vastgesteld op 26 mei 2005 met het oog op de aanneming van Richtlijn 2005/.../EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende het gebruik van beschermingsinrichtingen aan de voorzijde op motorvoertuigen en houdende wijziging van Richtlijn 70/156/EEG van de Raad

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en met name op artikel 95,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité(1),

Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag(2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Inrichtingen die motorvoertuigen aan de voorzijde extra bescherming bieden, hebben de laatste jaren steeds meer ingang gevonden. Sommige van deze inrichtingen vormen in geval van een botsing een risico voor de veiligheid van voetgangers en andere weggebruikers. Bijgevolg dienen er maatregelen te worden genomen om het publiek tegen dergelijke risico's te beschermen.

(2)

Beschermingsinrichtingen aan de voorzijde kunnen tot de originele uitrusting van een voertuig behoren of als technische eenheden in de handel worden gebracht. De technische voorschriften voor de typegoedkeuring van motorvoertuigen met betrekking tot alle inrichtingen die aan de voorzijde bescherming bieden en aan een voertuig kunnen worden aangebracht, moeten worden geharmoniseerd om te voorkomen dat de lidstaten voorschriften hanteren die van lidstaat tot lidstaat verschillen en om de goede werking van de interne markt te waarborgen. Om dezelfde reden dienen de technische voorschriften voor de typegoedkeuring van beschermingsinrichtingen aan de voorzijde als technische eenheden in de zin van Richtlijn 70/156/EEG van de Raad van 6 februari 1970 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan(3), te worden geharmoniseerd.

(3)

Het is noodzakelijk controle uit te oefenen op het gebruik van beschermingsinrichtingen aan de voorzijde en de test-, constructie- en installatievoorschriften vast te stellen voor alle beschermingsinrichtingen aan de voorzijde die tot de originele uitrusting van een voertuig behoren of die als technische eenheden in de handel worden gebracht. De tests moeten voorschrijven dat beschermingsinrichtingen aan de voorzijde van voertuigen dusdanig zijn ontworpen dat de veiligheid van voetgangers wordt verbeterd en dat het aantal verwondingen wordt verminderd.

(4)

Deze eisen dienen ook te worden bekeken in de context van de bescherming van voetgangers en andere kwetsbare weggebruikers en onder verwijzing naar Richtlijn 2003/102/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 betreffende de bescherming van voetgangers en andere kwetsbare weggebruikers voor en bij een botsing met een motorvoertuig en houdende wijziging van Richtlijn 70/156/EEG van de Raad(4) Deze richtlijn dient te worden herzien in het licht van verder wetenschappelijk onderzoek en de ervaring die tijdens de eerste vier jaar van de toepassing ervan is opgedaan.

(5)

De voor de uitvoering van deze richtlijn en de aanpassing ervan aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang vereiste maatregelen dienen te worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden(5).

(6)

Deze richtlijn is een van de bijzondere richtlijnen van de EG-typegoedkeuringsprocedure die is vastgesteld bij Richtlijn 70/156/EEG.

(7)

De Commissie dient toe te zien op de impact van deze richtlijn en verslag uit te brengen aan het Europees Parlement en de Raad. Indien verdere verbeteringen op het gebied van bescherming van voetgangers nodig worden geacht, dient de Commissie voorstellen voor wijzigingen overeenkomstig de vooruitgang van de techniek te doen.

(8)

Bepaalde voertuigen die onder het toepassingsgebied van deze richtlijn vallen en waarop beschermingsinrichtingen aan de voorzijde kunnen worden aangebracht, vallen evenwel niet onder Richtlijn 2003/102/EG. Bij bedoelde voertuigen zijn de door deze richtlijn voorgeschreven been-botslichaamtests technisch niet uitvoerbaar. Om een verbetering in de veiligheid van voetgangers op het gebied van hoofdverwondingen mogelijk te maken, kan het zijn dat alternatieve voorschriften voor de been-botslichaamtest moeten worden toegestaan die uitsluitend op bedoelde voertuigen van toepassing zijn, terwijl er tegelijk voor moet worden gezorgd dat de installatie van een beschermingsinrichting aan de voorzijde geen verhoging van het risico op beenverwondingen bij voetgangers of andere kwetsbare weggebruikers tot gevolg heeft.

(9)

Aangezien de doelstellingen van deze richtlijn, namelijk de bevordering van de veiligheid van voetgangers en andere kwetsbare weggebruikers, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en derhalve vanwege de omvang en de gevolgen van het optreden beter door de Gemeenschap kunnen worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan wat nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.

(10)

Deze richtlijn maakt deel uit van het Europese actieprogramma voor verkeersveiligheid en kan worden aangevuld met nationale maatregelen houdende een verbod of beperking van het gebruik van beschermingsinrichtingen aan de voorzijde die reeds op de markt waren voordat de richtlijn van kracht werd.

(11)

Richtlijn 70/156/EEG moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp

Deze richtlijn is gericht op verbetering van de veiligheid van voetgangers en voertuigen door middel van passieve maatregelen. Zij bevat technische voorschriften voor de typegoedkeuring van motorvoertuigen met betrekking tot beschermingsinrichtingen aan de voorzijde die tot de originele uitrusting van het voertuig behoren of die als technische eenheden in de handel worden gebracht.

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze richtlijn wordt verstaan onder:

1)

„voertuig”: ieder motorvoertuig van categorie M1 volgens de definitie in artikel 2 van en in bijlage II bij Richtlijn 70/156/EEG, met een toelaatbare totale massa van niet meer dan 3,5 ton en ieder motorvoertuig van categorie N1 volgens de definitie in artikel 2 van en bijlage II bij Richtlijn 70/156/EEG;

2)

„technische eenheid”: elke inrichting volgens de definitie in artikel 2 van Richtlijn 70/156/EEG, die bestemd is voor installatie en gebruik op een of meer bepaalde typen motorvoertuigen in de klasse M1 of N1 (tot 3,5 ton).

Artikel 3

Bepalingen inzake typegoedkeuring

1. Met ingang van ...(6) mogen de lidstaten met betrekking tot een nieuw voertuigtype dat is uitgerust met een beschermingsinrichting aan de voorzijde die aan de voorschriften van de bijlagen I en II voldoet om redenen die verband houden met beschermingsinrichtingen aan de voorzijde:

a)

niet weigeren EG-typegoedkeuring of nationale typegoedkeuring te verlenen;

b)

de registratie, de verkoop of het in het verkeer brengen niet verbieden.

2. Met ingang van ...(6) mogen de lidstaten met betrekking tot een nieuw type beschermingsinrichting aan de voorzijde die als technische eenheid in de handel wordt gebracht en die aan de voorschriften van de bijlagen I en II voldoet:

a)

niet weigeren EG-typegoedkeuring of nationale typegoedkeuring te verlenen;

b)

de verkoop of het in het verkeer brengen niet verbieden.

3. Met ingang van ...(7) weigeren de lidstaten EG-typegoedkeuring of nationale typegoedkeuring te verlenen voor een voertuigtype dat is uitgerust met een beschermingsinrichting aan de voorzijde, of voor een type beschermingsinrichting aan de voorzijde die als technische eenheid in de handel wordt gebracht, indien die beschermingsinrichting niet voldoet aan de voorschriften van de bijlagen I en II.

4. Met ingang van ...(8) moeten de lidstaten met betrekking tot voertuigen die niet aan de voorschriften van de bijlagen I en II bij deze richtlijn voldoen om redenen die verband houden met beschermingsinrichtingen aan de voorzijde:

a)

de certificaten van overeenstemming waarvan nieuwe voertuigen overeenkomstig de bepalingen van Richtlijn 70/156/EEG vergezeld gaan, als niet langer geldig beschouwen voor de toepassing van artikel 7, lid 1, van die richtlijn;

b)

de registratie, de verkoop en het in het verkeer brengen weigeren van nieuwe voertuigen die niet vergezeld gaan van een certificaat van overeenstemming overeenkomstig Richtlijn 70/156/EEG.

5. Met ingang van ...(8) gelden voor de toepassing van artikel 7, lid 2, van Richtlijn 70/156/EEG voor beschermingsinrichtingen aan de voorzijde die als technische eenheden in de handel worden gebracht, de voorschriften van de bijlagen I en II bij deze richtlijn.

Artikel 4

Uitvoeringsmaatregelen en wijzigingen

1. Gedetailleerde technische voorschriften voor de uitvoering van de in punt 3 van bijlage I bij deze richtlijn beschreven tests worden door de Commissie, bijgestaan door het bij artikel 13, lid 1, van Richtlijn 70/156/EEG ingestelde comité, vastgesteld volgens de procedure van artikel 13, lid 3, van die richtlijn.

2. De voor de aanpassing van deze richtlijn noodzakelijke wijzigingen worden door de Commissie vastgesteld overeenkomstig artikel 13 van Richtlijn 70/156/EEG.

Artikel 5

Beoordeling

Uiterlijk ...(9) beoordeelt de Commissie, in het licht van de technische vooruitgang en de opgedane ervaring, de technische bepalingen van deze richtlijn, en met name de voorwaarden voor het eisen van een test Bovenbeen-botslichaam tegen bumper als beschermingsinrichting aan de voorzijde, de opneming van een test Botslichaam in de vorm van het hoofd van een volwassene tegen beschermingsinrichting aan de voorzijde en de specificaties voor de test Botslichaam in de vorm van het hoofd van een kind tegen beschermingsinrichting aan de voorzijde. Over de resultaten van deze beoordeling brengt de Commissie verslag uit aan het Europees Parlement en de Raad.

Indien het naar aanleiding van deze beoordeling nodig wordt geacht de technische bepalingen van de richtlijn aan te passen, kan een dergelijke aanpassing worden uitgevoerd overeenkomstig de procedure die is neergelegd in artikel 13 van Richtlijn 70/156/EEG.

Artikel 6

Wijzigingen van Richtlijn 70/156/EEG

De bijlagen I, III, IV en XI bij Richtlijn 70/156/EEG worden gewijzigd overeenkomstig het bepaalde in bijlage III bij deze richtlijn.

Artikel 7

Omzetting

1. De lidstaten dienen uiterlijk ...(10) de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken die nodig zijn om aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Zij passen die bepalingen toe met ingang van ...(10).

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 8

Technische eenheden

Deze richtlijn laat de bevoegdheid van de lidstaten onverlet om het gebruik van beschermingsinrichtingen aan de voorzijde die vóór de inwerkingtreding van deze richtlijn als technische eenheden in de handel zijn gebracht, te verbieden of te beperken.

Artikel 9

Inwerkingtreding

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 10

Adressaten

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te ..., op ...

Voor het Europees Parlement

De Voorzitter

Voor de Raad

De Voorzitter


BIJLAGEN

LIJST VAN BIJLAGEN

Bijlage I

Technische voorschriften

Bijlage II

Bestuursrechtelijke bepalingen

Aanhangsel 1: Inlichtingenformulier (voertuig)

Aanhangsel 2: Inlichtingenformulier (technische eenheid)

Aanhangsel 3: EG-typegoedkeuringscertificaat (voertuig)

Aanhangsel 4: EG-typegoedkeuringscertificaat (technische eenheid)

Aanhangsel 5: Voorbeeld van het EG-typegoedkeuringsmerk

Bijlage III

Wijzigingen van Richtlijn 70/156/EEG

BIJLAGE I

TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN

1. DEFINITIES

Voor de toepassing van deze richtlijn gelden de volgende definities:

1.1. „voertuigtype”: een categorie motorvoertuigen die, vóór de A-stijlen, onderling niet verschillen op essentiële punten zoals:

de constructie,

de belangrijkste afmetingen,

de materialen van de buitenoppervlakken van het voertuig,

de opstelling van de onderdelen (aan de binnen- of buitenkant),

de wijze waarop een beschermingsinrichting aan de voorzijde is bevestigd,

als deze een effect kunnen hebben op de validiteit van de resultaten van de in deze richtlijn voorgeschreven botsproeven.

Met het oog op de type-goedkeuring van beschermingsinrichtingen aan de voorzijde als technische eenheden mag elke verwijzing naar een voertuig worden geïnterpreteerd als een verwijzing naar het onderstel waarop de inrichting voor de tests wordt gemonteerd en die bedoeld is om de buitenafmetingen te vertegenwoordigen van de voorkant van het specifieke type voertuig waarvoor typegoedkeuring voor de inrichting wordt verleend.

1.2. „normale rijpositie”: de positie van het voertuig in rijklare toestand op de grond, met de banden op de aanbevolen spanning, de voorwielen in de rechtuitstand, alle voor de werking van het voertuig benodigde vloeistoffen op het maximumpeil, voorzien van alle standaarduitrusting zoals geleverd door de fabrikant van het voertuig, met zowel op de bestuurdersstoel als op de passagiersstoel voor een massa van 75 kg, en met de vering ingesteld voor een rijsnelheid van 40 km/h of 35 km/h in de door de fabrikant gespecificeerde normale bedrijfsomstandigheden (met name bij voertuigen met een actieve vering of een inrichting voor automatische niveauregeling).

1.3. „buitenoppervlak”: de buitenkant van het voertuig, vóór de A-stijlen, met inbegrip van de motorkap, de spatschermen, de verlichtings- en lichtsignaalinrichtingen en de zichtbare versterkingselementen.

1.4. „afrondingsstraal”: de straal van de cirkelboog die de afgeronde vorm van het desbetreffende onderdeel het dichtst benadert.

1.5. „verst naar buiten uitstekende kant”: wat de zijkanten van het voertuig betreft, het vlak dat evenwijdig is aan het middenlangsvlak van het voertuig en het verst naar de zijkant uitstekende deel ervan raakt, en, wat de voor- en achterkant betreft, het loodrechte dwarsvlak van het voertuig dat het verst naar voor en naar achter uitstekende deel ervan raakt, zonder daarbij rekening te houden met de uitstekende delen

van banden in de buurt van het punt waar ze de grond raken, en aansluitingen voor bandenspanningsmeters;

van op de wielen aangebrachte antislipinrichtingen;

van achteruitkijkspiegels;

aan de zijkant van het voertuig aangebrachte richtingaanwijzers, markeringslichten, breedtelichten en parkeerlichten;

wat de voor- en achterkant betreft, van op de bumpers gemonteerde delen, van trekinrichtingen en van uitlaatpijpen.

1.6. „bumper”: het onderste deel van de frontconstructie aan de buitenkant van een voertuig overeenkomstig de typegoedkeuring. Hieronder worden alle constructies van het voertuig begrepen die bedoeld zijn om het voertuig te beschermen wanneer het betrokken raakt bij een frontale botsing bij lage snelheid met een ander voertuig, alsmede eventuele toebehoren bij deze constructie, zoals bevestigingsplaten voor de kentekenplaten. De bumper omvat geen uitrustingsstukken die na de typegoedkeuring op het voertuig zijn aangebracht en die bestemd zijn om het voertuig extra bescherming aan de voorzijde te bieden.

1.7. „beschermingsinrichting aan de voorzijde”: een afzonderlijke constructie, zoals een koeienvanger, of een bijkomende bumper die bedoeld is om het buitenoppervlak boven en/of onder de tot de originele uitrusting van het voertuig behorende bumper bij een botsing met een object te beschermen. Constructies met een maximummassa van minder dan 0,5 kg, uitsluitend bedoeld ter bescherming van de lichten, vallen niet onder deze definitie.

1.8. „referentielijn voorkant motorkap”: de geometrische curve van de raakpunten tussen het frontoppervlak van de motorkap en een richtliniaal van 1000 mm die evenwijdig aan het verticale langsvlak van het voertuig, onder een hoek van 50° naar achteren hellend en met het onderste uiteinde 600 mm boven de grond, over de voorkant motorkap wordt gevoerd waarbij deze wordt geraakt. Voor voertuigen waarbij het bovenoppervlak van de motorkap zich overwegend onder een hoek van 50° bevindt, zodat de richtliniaal niet op één maar op verscheidene punten of over de gehele lengte de motorkap raakt, wordt de referentielijn bepaald met de richtliniaal naar achteren hellend onder een hoek van 40°. Bij voertuigen die zo zijn gevormd dat het onderste uiteinde van de richtliniaal het eerst de motorkap raakt, wordt dat raakpunt aan de rand als referentielijn voorkant motorkap genomen. Bij voertuigen die zo zijn gevormd dat het bovenste uiteinde van de richtliniaal het eerst de motorkap raakt, wordt de geometrische curve van 1000 mm-omwikkelafstand, zoals gedefinieerd in punt 1.14, als referentielijn voorkant motorkap aan de rand genomen.

Als de bovenrand van de bumper bij deze procedure de richtliniaal raakt, wordt hij voor de toepassing van deze richtlijn ook beschouwd als voorkant motorkap.

1.9. „referentielijn bovenrand als beschermingsinrichting aan de voorzijde”: de bovengrens van de significante punten waarop de voetganger met de beschermingsinrichting aan de voorzijde of met het voertuig in contact komt. Deze lijn wordt gedefinieerd als de geometrische curve van de hoogste raakpunten tussen een richtliniaal van 700 mm lang en de beschermingsinrichting aan de voorzijde of het voertuigfront (afhankelijk van wat wordt geraakt), wanneer de richtliniaal, die evenwijdig aan het verticale langsvlak van het voertuig en onder een hoek van 20° naar achteren hellend wordt gehouden, over het front van het voertuig wordt gevoerd, terwijl het contact met de grond en met het oppervlak van de beschermingsinrichting aan de voorzijde of het voertuig behouden blijft.

1.10. „referentielijn onderrand als beschermingsinrichting aan de voorzijde”: de ondergrens van de significante punten waarop de voetganger met de beschermingsinrichting aan de voorzijde of met het voertuig in contact komt. Deze lijn wordt gedefinieerd als de geometrische curve van de laagste raakpunten tussen een richtliniaal van 700 mm lang en de beschermingsinrichting aan de voorzijde, wanneer de richtliniaal, die evenwijdig aan het verticale langsvlak van het voertuig en onder een hoek van 25° naar voren hellend wordt gehouden, over het front van het voertuig wordt gevoerd, terwijl het contact met de grond en met het oppervlak van de beschermingsinrichting aan de voorzijde of het voertuig behouden blijft.

1.11. „hoogte bovenrand beschermingsinrichting aan de voorzijde”: de verticale afstand tussen de grond en de referentielijn bovenrand beschermingsinrichting aan de voorzijde, zoals gedefinieerd in punt 1.9, met het voertuig in zijn normale rijpositie.

1.12. „hoogte onderrand beschermingsinrichting aan de voorzijde”: de verticale afstand tussen de grond en de referentielijn onderrand beschermingsinrichting aan de voorzijde, zoals gedefinieerd in punt 1.10, met het voertuig in zijn normale rijpositie.

1.13. „prestatiecriterium voor het hoofd (HPC)”: wordt berekend aan de hand van de formule:

Formula

waarin a de resulterende versnelling is in het zwaartepunt van de bol (in m/s2) als een veelvoud van ’g’, gemeten als functie van de tijd en gefilterd bij een kanaalfrequentieklasse van 1000 Hz; t1 en t2 zijn twee tijdstippen die het begin en het einde bepalen van de relevante registratieperiode waarvoor de waarde van HPC een maximum is tussen het eerste en het laatste ogenblik van contact. Voor het berekenen van de maximumwaarde worden waarden van HPC waarvoor het tijdsinterval (t1 - t2) groter is dan 15 ms, buiten beschouwing gelaten.

1.14. „1000 mm-omwikkelafstand”: de geometrische curve die over het frontaal bovenoppervlak wordt beschreven door een stuk flexibel lint van 1000 mm dat in een verticaal langsvlak van de auto wordt gehouden en over de voorkant motorkap, bumper en beschermingsinrichting aan de voorzijde wordt gevoerd. Het lint wordt gedurende de hele bewerking strak gehouden, waarbij het ene uiteinde in contact met de grond blijft, verticaal onder het frontoppervlak van de bumper, en het andere uiteinde het frontaal bovenoppervlak raakt. Het voertuig bevindt zich in zijn normale rijpositie.

1.15. „referentielijn voorkant beschermingsinrichting aan de voorzijde”: de geometrische curve van de raakpunten tussen het frontoppervlak van de beschermingsinrichting aan de voorzijde en een richtliniaal van 1 000 mm die evenwijdig aan het verticale langsvlak van het voertuig, onder een hoek van 50° naar achteren hellend, over de voorkant beschermingsinrichting aan de voorzijde wordt gevoerd waarbij deze wordt geraakt. Voor voertuigen waarbij het bovenoppervlak van de beschermingsinrichting aan de voorzijde zich overwegend onder een hoek van 50° bevindt, zodat de richtliniaal niet op één maar op verscheidene punten of over de gehele lengte de beschermingsinrichting aan de voorzijde raakt, wordt de referentielijn bepaald met de richtliniaal naar achteren hellend onder een hoek van 40°.

2. CONSTRUCTIE- EN INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN

2.1. Beschermingsinrichtingen aan de voorzijde

De volgende voorschriften gelden zowel voor beschermingsinrichtingen aan de voorzijde die tot de originele uitrusting van nieuwe voertuigen behoren, als voor beschermingsinrichtingen aan de voorzijde die als technische eenheden worden geleverd om op specifieke voertuigen te worden gemonteerd.

Met instemming van de relevante goedkeuringsinstanties kan worden geacht dat ten dele aan de voorschriften van punt 3 wordt voldaan door equivalente tests van de beschermingsinrichtingen volgens de voorschriften van een andere typegoedkeuringsrichtlijn.

2.1.1. De onderdelen van de beschermingsinrichting aan de voorzijde moeten zodanig zijn ontworpen dat alle starre vlakken die kunnen worden geraakt met een bol met een diameter van 100 mm, een afrondingsstraal van minimaal 5 mm hebben.

2.1.2. De totale massa van de beschermingsinrichting aan de voorzijde, inclusief steunen en bevestigingsmiddelen, mag niet meer bedragen dan 1,2% van de massa van het voertuig waarvoor ze is bestemd, met een maximum van 18 kg.

2.1.3. De op een voertuig gemonteerde beschermingsinrichting aan de voorzijde mag op geen enkel punt meer dan 50 mm hoger zijn dan de referentielijn voorkant motorkap, zoals gedefinieerd in punt 1.8, gemeten in een verticaal langsvlak door het voertuig op dat punt.

2.1.4. De beschermingsinrichting aan de voorzijde mag het voertuig waarop ze is gemonteerd, niet breder maken. Indien de totale breedte van de beschermingsinrichting aan de voorzijde meer dan 75% van de breedte van het voertuig bedraagt, moeten de uiteinden van de inrichting naar het buitenoppervlak zijn omgebogen om het gevaar voor haken zoveel mogelijk te beperken. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan indien de beschermingsinrichting aan de voorzijde in de carrosserie verzonken of geïntegreerd is of indien het uiteinde van de inrichting zodanig is omgebogen dat deze niet kan worden geraakt door een bol met een diameter van 100 mm en de ruimte tussen het uiteinde van de inrichting en de direct daartegenover liggende carrosseriegedeelten niet meer dan 20 mm bedraagt.

2.1.5. Onverminderd het bepaalde in punt 2.1.4 mag de ruimte tussen de onderdelen van de beschermingsinrichting aan de voorzijde en het daaronder liggende buitenoppervlak niet meer dan 80 mm bedragen. Plaatselijke onderbrekingen in de algemene contour van het daaronder liggende carrosseriegedeelte (bv. roosteropeningen of luchtinlaten) worden buiten beschouwing gelaten.

2.1.6. Op geen enkele positie op de zijkant van het voertuig mag, opdat geen afbreuk wordt gedaan aan het nut van de voertuigbumper, de afstand in de lengterichting tussen het voorste gedeelte van de bumper en het voorste gedeelte van de beschermingsinrichting aan de voorzijde groter zijn dan 50 mm.

2.1.7. De beschermingsinrichting aan de voorzijde mag de doelmatigheid van de bumper niet noemenswaardig verminderen. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan wanneer ten hoogste twee verticale onderdelen en geen horizontale onderdelen van de beschermingsinrichting aan de voorzijde met de bumper overlappen.

2.1.8. De beschermingsinrichting aan de loodlijn mag ten opzichte van de loodlijn niet naar voren overhellen. De bovenste delen van de beschermingsinrichting aan de voorzijde mogen niet meer dan 50 mm naar boven of naar achteren (naar de voorruit toe) uitsteken vanaf de referentielijn voorkant motorkap van het voertuig, zoals bepaald in punt 1.8, zonder de beschermingsinrichting aan de voorzijde. Ieder punt van de meting ligt op een verticaal langsvlak door het voertuig door dat punt.

2.1.9. Door het aanbrengen van beschermingsinrichtingen aan de voorzijde mag de overeenstemming met de eisen van andere typegoedkeuringsrichtlijnen niet in het gedrang komen.

2.2. Beschermingsinrichtingen aan de voorzijde die als technische eenheden worden geleverd, mogen uitsluitend in de handel worden gebracht, te koop worden aangeboden of worden verkocht als ze vergezeld gaan van een lijst van voertuigtypes waarvoor de beschermingsinrichting aan de voorzijde is goedgekeurd en van duidelijke assemblage-instructies. De assemblage-instructies moeten specifieke installatievoorschriften, met inbegrip van bevestigingswijzen, bevatten voor de voertuigen waarvoor de eenheid is goedgekeurd, zodat de goedgekeurde onderdelen volgens de relevante voorschriften van punt 2.1 op dat voertuig kunnen worden gemonteerd.

3. TESTVOORSCHRIFTEN

3.1. Om te worden toegelaten moeten beschermingsinrichtingen aan de voorzijde de volgende tests doorstaan:

3.1.1. Onderbeen-botslichaam als beschermingsinrichting aan de voorzijde. Deze test wordt uitgevoerd met een botssnelheid van 40 km/h. De maximale dynamische kniebuigingshoek mag niet groter zijn dan 21,0°, de maximale dynamische knieafschuiving niet groter dan 6,0 mm en de aan de bovenkant van het scheenbeen gemeten versnelling niet hoger dan 200 g.

3.1.1.1. Met betrekking tot beschermingsinrichtingen aan de voorzijde die zijn goedgekeurd als technische eenheid voor gebruik op uitsluitend specifieke voertuigen met een toelaatbare totale massa van niet meer dan 2,5 ton die vóór 1 oktober 2005 zijn goedgekeurd, of voertuigen met een toelaatbare totale massa van meer dan 2,5 ton, kunnen in plaats van de voorschriften van punt 3.1.1. evenwel de voorschriften van punt 3.1.1.1.1. of punt 3.1.1.1.2. worden toegepast.

3.1.1.1.1. De test wordt uitgevoerd met een botssnelheid van 40 km/h. De maximale dynamische kniebuigingshoek mag niet groter zijn dan 26,0°, de maximale dynamische knieafschuiving niet groter dan 7,5 mm en de aan de bovenkant van het scheenbeen gemeten versnelling niet hoger dan 250 g.

3.1.1.1.2. Er worden tests uitgevoerd met het voertuig met en zonder de beschermingsinrichting aan de voorzijde met een botssnelheid van 40 km/h. De twee tests worden uitgevoerd op equivalente locaties zoals overeengekomen met de relevante keuringsinstantie. De waarden voor de maximale dynamische kniebuigingshoek, de maximale dynamische knieafschuiving en de aan de bovenkant van het scheenbeen gemeten versnelling worden geregistreerd. Bij elk van de waarden mag de geregistreerde waarde bij het voertuig met beschermingsinrichting aan de voorzijde 90% van de waarde bij het voertuig zonder beschermingsinrichting aan de voorzijde niet te boven gaan.

3.1.1.2. Indien de hoogte onderrand beschermingsinrichting aan de voorzijde meer bedraagt dan 500 mm, moet deze test worden vervangen door de in punt 3.1.2. omschreven test bovenbeenbotslichaam tegen beschermingsinrichting aan de voorzijde.

3.1.2. Bovenbeen-botslichaam tegen beschermingsinrichting aan de voorzijde: de test wordt uitgevoerd met een botssnelheid van 40 km/h. De ogenblikkelijke som van de botskrachten in relatie tot de tijd mag niet hoger zijn dan 7,5 kN en het op het botslichaam uitgeoefende buigmoment niet groter dan 510 Nm.

De test Bovenbeen-botslichaam tegen bumper als beschermingsinrichting aan de voorzijde wordt uitgevoerd indien de Hoogte onderrand bumper als beschermingsinrichting aan de voorzijde in de testpositie meer dan 500 mm bedraagt.

3.1.2.1. Met betrekking tot beschermingsinrichtingen aan de voorzijde die zijn goedgekeurd als technische eenheid voor gebruik op uitsluitend specifieke voertuigen met een toelaatbare totale massa van niet meer dan 2,5 ton die vóór 1 oktober 2005 zijn goedgekeurd, of voertuigen met een toelaatbare totale massa van meer dan 2,5 ton, kunnen in plaats van de voorschriften van punt 3.1.2. evenwel de voorschriften van punt 3.1.2.1.1. of punt 3.1.2.1.2. worden toegepast.

3.1.2.1.1. De test wordt uitgevoerd met een botssnelheid van 40 km/h. De ogenblikkelijke som van de botskrachten in relatie tot de tijd mag niet hoger zijn dan 9,4 kN en het op het botslichaam uitgeoefende buigmoment niet groter dan 640 Nm.

3.1.2.1.2. Er worden tests uitgevoerd met het voertuig met en zonder de beschermingsinrichting aan de voorzijde met een botssnelheid van 40 km/h. De twee tests worden uitgevoerd op equivalente locaties zoals overeengekomen met de relevante keuringsinstantie. De waarden voor de ogenblikkelijke som van de botskrachten en het op het botslichaam uitgeoefende buigmoment worden geregistreerd. Bij elk van de waarden mag de geregistreerde waarde bij het voertuig met beschermingsinrichting aan de voorzijde 90% van de waarde bij het voertuig zonder beschermingsinrichting aan de voorzijde niet te boven gaan.

3.1.2.2. Indien de hoogte onderrand beschermingsinrichting aan de voorzijde minder bedraagt dan 500 mm, is deze test niet vereist.

3.1.3. Bovenbeen-botslichaam tegen beschermingsinrichting aan de voorzijde, referentielijn voorkant motorkap. Deze test wordt uitgevoerd met een botssnelheid van 40 km/h. De ogenblikkelijke som van de op de boven- en onderkant van het botslichaam uitgeoefende botskrachten in relatie tot de tijd mag niet hoger zijn dan een mogelijk doel van 5,0 kN en het op het botslichaam uitgeoefende buigmoment niet groter dan een mogelijk doel van 300 Nm. Beide resultaten worden uitsluitend vastgelegd voor toezichtdoeleinden.

3.1.4. Botslichaam in de vorm van het hoofd van een kind of van een kleine volwassene tegen beschermingsinrichting aan de voorzijde. De test wordt uitgevoerd met een botssnelheid van 35 km/h met gebruik van een 3,5 kg wegend botslichaam in de vorm van het hoofd van een kind/kleine volwassene. Het prestatiecriterium voor het hoofd (HPC), berekend uit de resultante van het verloop in de tijd van de versnellingsmeter overeenkomstig punt 1.13, mag nooit groter zijn dan 1000.

BIJLAGE II

BESTUURSRECHTELIJKE BEPALINGEN INZAKE DE TYPEGOEDKEURING

1. AANVRAAG OM EG-TYPEGOEDKEURING

1.1. Aanvraag om EG-typegoedkeuring van een voertuig met betrekking tot de uitrusting ervan met een beschermingsinrichting aan de voorzijde

1.1.1. Een model van het overeenkomstig artikel 3, lid 1, van Richtlijn 70/156/EEG vereiste inlichtingenformulier is opgenomen in aanhangsel 1.

1.1.2. Aan de technische dienst die verantwoordelijk is voor de typegoedkeuring, moet een voor het goed te keuren voertuigtype representatief voertuig ter beschikking worden gesteld, dat met een beschermingsinrichting aan de voorzijde is uitgerust. Op verzoek van de technische dienst moeten ook specifieke onderdelen of monsters van de gebruikte materialen worden overgelegd.

1.2. Aanvraag om EG-typegoedkeuring van beschermingsinrichtingen aan de voorzijde die als technische eenheden worden beschouwd

1.2.1. Een model van het overeenkomstig artikel 3, lid 4, van Richtlijn 70/156/EEG vereiste inlichtingenformulier is opgenomen in aanhangsel 2.

1.2.2. Aan de technische dienst die verantwoordelijk is voor de typegoedkeuringstests, moet één exemplaar van het goed te keuren type beschermingsinrichting aan de voorzijde ter beschikking worden gesteld. Als die dienst het nodig acht, kan hij om extra exemplaren vragen. Op deze exemplaren moeten de handelsnaam of het handelsmerk van de aanvrager en de typeaanduiding duidelijk leesbaar en onuitwisbaar zijn aangebracht. Er moet een ruimte worden gereserveerd voor het later verplicht aan te brengen EG-typegoedkeuringsmerk.

2. EG-TYPEGOEDKEURING

2.1. Modellen van de EG-typegoedkeuringscertificaten overeenkomstig artikel 4, lid 3, en eventueel artikel 4, lid 4, van Richtlijn 70/156/EEG worden gegeven in:

aanhangsel 3 voor de in punt 1.1 bedoelde aanvragen.

aanhangsel 4 voor de in punt 1.2 bedoelde aanvragen.

3. EG-TYPEGOEDKEURINGSMERK

3.1. Op elke beschermingsinrichting aan de voorzijde die in overeenstemming is met het overeenkomstig deze richtlijn goedgekeurde type, moet een EG-typegoedkeuringsmerk worden aangebracht.

3.2. Dit merk bestaat uit:

3.2.1. Een rechthoek met daarin de kleine letter „e”, gevolgd door de kenletter(s) of het kengetal van de lidstaat die de EG-typegoedkeuring heeft verleend:

1

voor Duitsland

2

voor Frankrijk

3

voor Italië

4

voor Nederland

5

voor Zweden

6

voor België

9

voor Spanje

11

voor het Verenigd Koninkrijk

12

voor Oostenrijk

13

voor Luxemburg

17

voor Finland

18

voor Denemarken

21

voor Portugal

23

voor Griekenland

IRL

voor Ierland

nn

voor Cyprus

nn

voor de Tsjechische Republiek

nn

voor Estland

nn

voor Hongarije

nn

voor Letland

nn

voor Litouwen

nn

voor Malta

nn

voor Polen

nn

voor de Slowaakse Republiek

nn

voor Slovenië

3.2.2. In de nabijheid van de rechthoek het „basisgoedkeuringsnummer” uit deel 4 van het in bijlage VII bij Richtlijn 70/156/EEG bedoelde typegoedkeuringsnummer, voorafgegaan door de twee cijfers van het volgnummer dat aan de recentste belangrijke technische wijziging van deze richtlijn op de datum van de EG-typegoedkeuring is toegekend. Voor deze richtlijn is het volgnummer 01.

Een asterisk na het serienummer geeft aan dat bij de goedkeuring van de beschermingsinrichting aan de voorzijde voor wat de been-botslichaamtest betreft de bepaling van punt 3.1. van bijlage I werd toegepast. Indien de goedkeuringsinstantie niet toestaat dat de bepaling wordt toegepast, wordt de asterisk vervangen door een spatie.

3.3. Het EG-typegoedkeuringsmerk wordt op de beschermingsinrichting aan de voorzijde op zodanige wijze aangebracht dat het onuitwisbaar en duidelijk leesbaar is, ook wanneer de inrichting op het voertuig is gemonteerd.

3.4. In aanhangsel 5 wordt een voorbeeld gegeven van het EG-typegoedkeuringsmerk.

Aanhangsel 1 bij BIJLAGE II

INLICHTINGENFORMULIER NR. ...

OVEREENKOMSTIG BIJLAGE I BIJ RICHTLIJN 70/156/EEG VAN DE RAAD BETREFFENDE DE EG-TYPEGOEDKEURING VAN EEN VOERTUIG MET BETREKKING TOT DE UITRUSTING ERVAN MET EENBESCHERMINGSINRICHTING AAN DE VOORZIJDE

De onderstaande gegevens moeten in drievoud worden overgelegd en vergezeld gaan van een inhoudsopgave. Eventuele tekeningen worden op een passende schaal met voldoende details in formaat A4 of tot dat formaat gevouwen verstrekt. Op eventuele foto's moeten voldoende details te zien zijn.

Indien voor de systemen, onderdelen of technische eenheden gespecialiseerde materialen zijn gebruikt, moeten gegevens over de prestaties ervan worden verstrekt.

0. ALGEMEEN

0.1. Merk (handelsnaam van fabrikant):

0.2. Type en algemene handelsbenaming(en):

0.3. Middel tot identificatie van het type, indien het op het voertuig is aangebracht:

0.3.1. Plaats van dat merkteken:

0.4. Categorie waartoe het voertuig behoort:

0.5. Naam en adres van de fabrikant:

0.8. Adres van de assemblagefabriek(en):

1. ALGEMENE BOUWWIJZE VAN HET VOERTUIG

1.1. Foto's en/of tekeningen van een representatief voertuig:

2. MASSA'S EN AFMETINGEN (in kg en mm)

(eventueel naar tekeningen verwijzen)

2.8. Technisch toelaatbare maximummassa volgens fabrieksopgave

max. en min.):

2.8.1. Verdeling van deze massa over de assen (max. en min.):

9. CARROSSERIE

9.1. Type carrosserie:

9.[11]. Beschermingsinrichting aan de voorzijde

9.[11].1. Algemeen overzicht (tekeningen of foto's) met aanduiding van de plaats en bevestiging van de beschermingsinrichtingen aan de voorzijde:

9.[11].2. Tekeningen en/of foto's, indien relevant, van luchtinlaatroosters, radiatorrooster, sierstrips, badges, decoratieve emblemen en uitsparingen en andere naar buiten uitstekende delen en delen van het buitenoppervlak die als kritisch kunnen worden beschouwd (bv. verlichtingsinstallatie). Indien de in de vorige zin genoemde delen niet kritisch zijn, kunnen zij voor documentatiedoeleinden worden vervangen door foto's met eventueel vermelding van afmetingen en/of begeleidende tekst:

9.[11].3. Complete nadere gegevens over de vereiste bevestigingen en volledige montage-instructies, zoals de toe te passen koppelinstellingen.

9.[11].4. Tekening van de bumpers:

9.[11].5. Tekening van de vloerlijn aan de voorkant van het voertuig:

Datum:

Aanhangsel 2 bij BIJLAGE II

INLICHTINGENFORMULIER NR. ...

BETREFFENDE DE EG-TYPEGOEDKEURING VAN BESCHERMINGSINRICHTINGEN AAN DE VOORZIJDE ALS TECHNISCHE EENHEID ([2005/.../EG])

De onderstaande gegevens moeten in drievoud worden overgelegd en vergezeld gaan van een inhoudsopgave. Eventuele tekeningen worden op een passende schaal met voldoende details in formaat A4 of tot dat formaat gevouwen verstrekt. Op eventuele foto's moeten voldoende details te zien zijn.

Indien voor de systemen, onderdelen of technische eenheden gespecialiseerde materialen zijn gebruikt, moeten gegevens over de prestaties ervan worden verstrekt.

0. ALGEMEEN

0.1. Merk (handelsnaam van fabrikant):

0.2. Type en algemene handelsbenaming(en):

0.5. Naam en adres van de fabrikant:

0.7. Plaats en wijze van aanbrenging van het EG-typegoedkeuringsmerk:

1. BESCHRIJVING VAN DE INRICHTING

1.1. Technische beschrijving (met foto's of tekeningen):

1.2. Assemblage- en montage-instructies, met inbegrip van de toe te passen koppelinstellingen:

1.3. Lijst van de voertuigtypes waarop de inrichting mag worden gemonteerd.

1.4. Eventuele gebruiksbeperkingen en montagevoorschriften:

Aanhangsel 3 bij BIJLAGE II

(MODEL)

Maximumformaat: A4 (210 x 297 mm)

EG-TYPEGOEDKEURINGSCERTIFICAAT

STEMPEL VAN DE EG-TYPEGOEDKEURINGSINSTANTIE

Mededeling betreffende de

EG-typegoedkeuring

uitbreiding van de EG-typegoedkeuring

weigering van de EG-typegoedkeuring

intrekking van de EG-typegoedkeuring

van een voertuig met beschermingsinrichting aan de voorzijde overeenkomstig Richtlijn .../.../EG.

Typegoedkeuringsnummer:

Reden voor uitbreiding:

DEEL I

0.1. Merk (handelsnaam van fabrikant):

0.2. Type en algemene handelsbenaming(en):

0.3. Middel tot identificatie van het type, indien het op het voertuig is aangebracht:

0.3.1. Plaats van dat merkteken:

0.4. Categorie waartoe het voertuig behoort:

0.5. Naam en adres van de fabrikant:

0.7. In het geval van een beschermingsinrichting aan de voorzijde, plaats en wijze van aanbrenging van het EG-typegoedkeuringsmerk:

0.8. Adres van de assemblagefabriek(en):

DEEL II

1. Eventuele aanvullende informatie: zie addendum

2. Technische dienst die verantwoordelijk is voor de uitvoering van de tests:

3. Datum testrapport:

4. Nummer testrapport:

5. Eventuele opmerkingen: zie addendum

6. Plaats:

7. Datum:

8. Handtekening:

9. Bijgevoegd is de inhoudsopgave van het op verzoek verkrijgbare informatiepakket dat bij de EGtypegoedkeuringsinstantie is ingediend.

Addendum bij aanhangsel 3

bij EG-typegoedkeuringscertificaat nr. ...

betreffende de typegoedkeuring van een voertuig met betrekking tot het aanbrengen van een beschermingsinrichting aan de voorzijde.

1. Eventuele aanvullende informatie:

2. Opmerkingen:

3. Testresultaten overeenkomstig deel 3 van bijlage I

Test

Geregistreerde waarden

Goed/onvoldoende

Onderbeen-botslichaam als beschermingsinrichting aan de voorzijde

— 3 testposities

(indien uitgevoerd)

Buigingshoek

...

... graden

...

Afschuiving

...

... mm

...

Versnelling ter hoogte van het scheenbeen

...

... g

...

Bovenbeen-botslichaam tegen beschermingsinrichting aan de voorzijde

— 3 testposities

(indien uitgevoerd)

Som van de botskrachten

...

... kN

...

Buigmoment

...

... Nm

...

Bovenbeen-botslichaam tegen beschermingsinrichting aan de voorzijde voorste rand

— 3 testposities (uitsluitend ter controle)

Som van de botskrachten

...

... kN

...

Buigmoment

...

... Nm

...

Botslichaam in de vorm van het hoofd van een kind/kleine volwassene (3,5 kg) tegen beschermingsinrichting aan de voorzijde

HPC-waarden

(ten minste 3 waarden)

...

...

...

Aanhangsel 4 bij BIJLAGE II

(MODEL)

Maximumformaat: A4 (210 x 297 mm)

EG-TYPEGOEDKEURINGSCERTIFICAAT

STEMPEL VAN DE EG-TYPEGOEDKEURINGSINSTANTIE

Mededeling betreffende de

EG-typegoedkeuring

uitbreiding van de EG-typegoedkeuring

weigering van de EG-typegoedkeuring

intrekking van de EG-typegoedkeuring

van een beschermingsinrichting aan de voorzijde als technische eenheid (1) overeenkomstig Richtlijn [2005/.../EG].

Typegoedkeuringsnummer:

Reden voor uitbreiding:

DEEL I

0.1. Merk (handelsnaam van fabrikant):

0.2. Type en algemene handelsbenaming(en):

0.3. Middel tot identificatie van het type, indien het op de beschermingsinrichting aan de voorzijde is aangebracht:

0.3.1. Plaats van dat merkteken:

0.5. Naam en adres van de fabrikant:

0.7. Plaats en wijze van aanbrenging van het EG-typegoedkeuringsmerk:

0.8. Adres(sen) van de assemblagefabriek(en):

DEEL II

1. Eventuele aanvullende informatie: zie addendum

2. Technische dienst die verantwoordelijk is voor de uitvoering van de tests:

3. Datum testrapport:

4. Nummer testrapport:

5. Eventuele opmerkingen: zie addendum

6. Plaats:

7. Datum:

8. Handtekening:

9. Bijgevoegd is de inhoudsopgave van het op verzoek verkrijgbare informatiepakket dat bij de EGtypegoedkeuringsinstantie is ingediend.

Addendum bij aanhangsel 4

bij EG-typegoedkeuringscertificaat nr. ...

betreffende de typegoedkeuring van een beschermingsinrichting aan de voorzijde overeenkomstig Richtlijn [2005/.../EG]

1. Aanvullende informatie

1.1. Wijze van bevestiging

1.2. Assemblage- en montage-instructies:

1.3. Lijst van voertuigen waarop de beschermingsinrichting aan de voorzijde mag worden gemonteerd, eventuele gebruiksbeperkingen en montagevoorschriften:

2. Opmerkingen:

3. Testresultaten overeenkomstig deel 3 van bijlage I

Test

Geregistreerde waarden

Goed/onvoldoende

Onderbeen-botslichaam als beschermingsinrichting aan de voorzijde

— 3 testposities

(indien uitgevoerd)

Buigingshoek

...

... graden

...

Afschuiving

...

... mm

...

Versnelling ter hoogte van het scheenbeen

...

... g

......

Bovenbeen-botslichaam tegen beschermingsinrichting aan de voorzijde

— 3 testposities

(indien uitgevoerd)

Som van de botskrachten

...

... kN

...

Buigmoment

...

... Nm

...

Bovenbeen-botslichaam tegen beschermingsinrichting aan de voorzijde voorste rand

— 3 testposities (uitsluitend ter controle)

Som van de botskrachten

...

... kN

...

Buigmoment

...

... Nm

...

Botslichaam in de vorm van een kinderhoofd/kleine volwassene (3,5 kg) tegen beschermingsinrichting aan de voorzijde

HPC-waarden

(ten minste 3 waarden)

...

...

...

Aanhangsel 5 bij BIJLAGE II

Voorbeeld van het EG-typegoedkeuringsmerk

Image

(a ≥ 12 mm)

De inrichting met het hierboven afgebeelde EG-typegoedkeuringsmerk is een beschermingsinrichting aan de voorzijde die overeenkomstig deze richtlijn (volgnummer 01) in Duitsland (e1) is goedgekeurd onder het basisgoedkeuringsnummer 1471.

De asterisk geeft aan dat bij de goedkeuring van de beschermingsinrichting aan de voorzijde voor wat de been-botslichaamtest betreft de bepaling van punt 3.1. van bijlage I werd toegepast. Indien de goedkeuringsinstantie niet toestaat dat de bepaling wordt toegepast, wordt de asterisk vervangen door een spatie.

BIJLAGE III

WIJZIGINGEN VAN RICHTLIJN 70/156/EEG

De bijlagen bij Richtlijn 70/156/EEG worden als volgt gewijzigd:

1)

In bijlage I worden de volgende punten ingevoegd:

„9.[24].

Beschermingsinrichtingen aan de voorzijde

9.[24].1.

Een gedetailleerde beschrijving, inclusief foto's en/of tekeningen, van het voertuig met betrekking tot de constructie, de afmetingen, de relevante referentielijnen en de samenstellende materialen van de beschermingsinrichting aan de voorzijde en het frontgedeelte van het voertuig.

9.[24].2.

Een gedetailleerde beschrijving, inclusief foto's en/of tekeningen, van de wijze waarop de beschermingsinrichting aan de voorzijde op het voertuig is aangebracht. Deze beschrijving dient de afmetingen van alle bouten en alle toe te passen koppelinstellingen te bevatten.”

2)

In afdeling A van deel I van bijlage III worden de volgende punten ingevoegd:

„9.[24].

9.[24].1.

Een gedetailleerde beschrijving, inclusief foto's en/of tekeningen, van het voertuig met betrekking tot de constructie, de afmetingen, de relevante referentielijnen en de samenstellende materialen van de beschermingsinrichting aan de voorzijde en het frontgedeelte van het voertuig.

9.[24].2.

Een gedetailleerde beschrijving, inclusief foto's en/of tekeningen, van de wijze waarop de beschermingsinrichting aan de voorzijde op het voertuig is aangebracht. Deze beschrijving dient de afmetingen van alle bouten en alle toe te passen koppelinstellingen te bevatten.”

3)

In deel I van bijlage IV wordt het volgende punt toegevoegd:

Onderwerp

Richtlijn

Publicatieblad

Van toepassing op

M1

M2

M3

N1

N2

N3

O1

O2

O3

O4

[60]. Beschermingsinrichting aan de voorzijde

[.../.../EG]

L ... van ..., blz. ...

X(1)

-

-

X

-

-

4)

Bijlage XI wordt als volgt gewijzigd:

a)

In aanhangsel I wordt het volgende punt toegevoegd:

Nr.

Onderwerp

Richtlijn

M1 ≤ 2 500(2) kg

M1 > 2 500(2) kg

M2

M3

[60]

Beschermingsinrichting aan de voorzijde

[.../.../EG]

X

X(2)

-

-

b)

In aanhangsel 2 wordt het volgende punt toegevoegd:

Nr.

Onderwerp

Richtlijn

M1

M2

M3

N1

N2

N3

O1

O2

O3

O4

[60]

Beschermingsinrichting aan de voorzijde

[.../.../EG]

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

c)

In aanhangsel 3 wordt het volgende punt toegevoegd:

Nr.

Onderwerp

Richtlijn

M2

M3

N1

N2

N3

O1

O2

O3

O4

[60]

Beschermingsinrichting aan de voorzijde

[..../.../EG]

-

-

-

-

-

-

-

-

-


P6_TA(2005)0201

Voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen *** I

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen (COM(2003)0424 — C5-0329/2003 — 2003/0165(COD))

(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2003)0424)(1),

gelet op artikel 251, lid 2 en artikel 95 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C5-0329/2003),

gelet op artikel 51 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid en de adviezen van de Commissie industrie, onderzoek en energie en de Commissie interne markt en consumentenbescherming (A6-0128/2005),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.

verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

3.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


P6_TC1-COD(2003)0165

Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 26 mei 2005 met het oog op de aanneming van Verordening (EG) nr. .../2005 van het Europees Parlement en de Raad inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 95,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité(1),

Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag(2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Afwisselende en evenwichtige voeding is een voorwaarde voor een goede gezondheid. De afzonderlijke producten hebben slechts een relatieve invloed op de totale voeding en voeding is slechts één van de vele factoren die van invloed zijn op het ontstaan van bepaalde ziekten bij de mens. Andere factoren, zoals leeftijd, genetische aanleg, de mate van lichamelijke activiteit, het gebruik van tabak en andere verdovende middelen, milieublootstelling en stress, kunnen ook een rol spelen bij het doen ontstaan van ziekten bij de mens. Met deze elementen dient rekening te worden gehouden in het kader van de verschillende aanbevelingen die de Europese Unie op het gebied van de gezondheid opstelt.

(2)

Er komen in de Gemeenschap steeds meer levensmiddelen waarvoor in de etikettering of reclame voedings- en gezondheidsclaims worden gedaan. Om een hoog beschermingsniveau voor de consumenten te waarborgen en hun keuze te vergemakkelijken dienen de op de markt gebrachte producten veilig te zijn en afdoende te zijn geëtiketteerd.

(3)

Verschillen tussen de nationale bepalingen met betrekking tot dergelijke claims kunnen het vrije verkeer van levensmiddelen belemmeren en tot ongelijke concurrentievoorwaarden leiden. Aldus hebben zij rechtstreekse gevolgen voor het functioneren van de interne markt. Daarom moeten communautaire voorschriften voor het gebruik van voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen worden vastgesteld.

(4)

Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 maart 2000 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgeving der lidstaten inzake de etikettering en presentatie van levensmiddelen alsmede inzake de daarvoor gemaakte reclame(3), gewijzigd bij Richtlijn 2001/101/EG van de Commissie(4), bevat algemene voorschriften inzake etikettering. Richtlijn 2000/13/EG bevat een algemeen verbod op het gebruik van informatie waardoor de koper wordt misleid of aan levensmiddelen een geneeskrachtige werking wordt toegeschreven. Deze verordening dient de algemene beginselen van Richtlijn 2000/13/EG aan te vullen en specifieke bepalingen vast te stellen betreffende het gebruik van voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen die als zodanig aan de consument worden geleverd.

(5)

Deze verordening mag niet van toepassing zijn op gewone mededelingen, al dan niet vervat in commerciële boodschappen, in het kader van campagnes van volksgezondheidsautoriteiten gericht op het bevorderen van het eten van gezond voedsel, zoals aanbevolen porties fruit, groenten en vette vis.

(6)

Op internationaal niveau heeft de Codex Alimentarius in 1991 algemene richtsnoeren voor claims en in 1997 richtsnoeren voor het gebruik van voedingsclaims vastgesteld. Wat deze laatste betreft, zal de Codex-commissie binnenkort een wijziging goedkeuren. Daardoor zullen gezondheidsclaims in de richtsnoeren van 1997 worden opgenomen. De definities en voorwaarden van de Codex-richtsnoeren moeten in aanmerking genomen worden.

(7)

Er zijn allerlei nutriënten en andere stoffen met een nutritioneel of fysiologisch effect die in een levensmiddel aanwezig kunnen zijn en waarvoor een claim kan worden gedaan. Derhalve moeten er algemene beginselen voor alle claims voor levensmiddelen worden vastgesteld om een hoog beschermingsniveau voor de consument te waarborgen, de consument de nodige informatie te verstrekken om met volledige kennis van zaken keuzes te kunnen maken en gelijke concurrentievoorwaarden voor de levensmiddelenindustrie te scheppen.

(8)

Bij de vaststelling van een voedingsprofiel dient te worden gekeken naar het gehalte aan alle verschillende nutriënten en stoffen met een nutritioneel of fysiologisch effect. Bij de vaststelling van de voedingsprofielen dienen de verschillende categorieën levensmiddelen en het aandeel en de rol van deze levensmiddelen in de totale voeding in aanmerking genomen te worden. Voor bepaalde levensmiddelen of categorieën levensmiddelen kan het, afhankelijk van hun rol en betekenis in de voeding van de bevolking, nodig zijn van de inachtneming van de vastgestelde voedingsprofielen af te wijken. Dit zijn complexe technische aangelegenheden en het nemen van de desbetreffende maatregelen ter zake moet aan de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid worden toevertrouwd.

(9)

In de etikettering van en reclame voor levensmiddelen worden in sommige lidstaten momenteel allerlei claims gebruikt betreffende stoffen waarvan niet bewezen is dat zij heilzaam zijn of waarover nog onvoldoende wetenschappelijke overeenstemming is. Er moet voor worden gezorgd dat de stoffen waarvoor een claim wordt gedaan, een bewezen heilzaam nutritioneel of fysiologisch effect hebben.

(10)

Om te waarborgen dat de gedane claims waarheidsgetrouw zijn, moet de stof waarvoor de claim wordt gedaan in het eindproduct in voldoende hoeveelheid aanwezig zijn, respectievelijk afwezig of tot een voldoende laag niveau teruggebracht, om het geclaimde nutritionele of fysiologische effect te bereiken. Ook moet de stof door het lichaam kunnen worden opgenomen. Bovendien moet de stof die het geclaimde nutritionele of fysiologische effect sorteert, in een significante hoeveelheid aanwezig zijn in een hoeveelheid voedsel die de consument naar redelijkerwijs kan worden aangenomen tot zich zal nemen.

(11)

Het is van belang dat claims voor levensmiddelen door de gemiddelde consument kunnen worden begrepen.

(12)

De wetenschappelijke onderbouwing dient bij het gebruik van voedings- en gezondheidsclaims op de eerste plaats te komen en exploitanten van levensmiddelenbedrijven die claims gebruiken, moeten die rechtvaardigen. Daarbij dient rekening te worden gehouden met bepaalde structurele en organisatorische problemen van kleine en middelgrote ondernemingen (KMO). De wetenschappelijke onderbouwing moet in evenredigheid zijn met de aard van de heilzame effecten waarop voor het product aanspraak wordt gemaakt.

(13)

Gezien het positieve beeld dat wordt opgeroepen door levenmiddelen met voedings- en gezondheidsclaims en het potentiële effect van die levensmiddelen op de voedingsgewoonten en de totale nutriënteninname moet de consument de algehele voedingskwaliteit van die producten kunnen beoordelen. Daarom moet voor alle levensmiddelen met gezondheidsclaims uitvoerige voedingswaarde-etikettering verplicht worden gesteld.

(14)

Er moet een lijst van toegestane voedingsclaims, met de specifieke voorwaarden voor het gebruik daarvan, worden opgesteld, op basis van de voorwaarden voor het gebruik van dergelijke claims die op nationaal of internationaal niveau zijn overeengekomen en in de communautaire wetgeving zijn vastgelegd. Die lijst zal op gezette tijden worden bijgewerkt om rekening te houden met de ontwikkeling van de wetenschap, de kennis en de techniek. Verder is het voor vergelijkende claims nodig dat de consument duidelijk kan zien welke producten met elkaar worden vergeleken.

(15)

Gezondheidsclaims mogen pas na een wetenschappelijke beoordeling van het hoogst mogelijke niveau op de communautaire markt worden toegelaten. Met het oog op een geharmoniseerde wetenschappelijke beoordeling van die claims dient de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid daarmee te worden belast.

(16)

Psychologische en gedragsfuncties worden, behalve door de voeding, nog door tal van andere factoren beïnvloed. Dit is een uiterst complexe materie en daardoor is het niet eenvoudig om een begrijpelijke, correcte en zinvolle boodschap over te brengen in een korte claim die in de etikettering en reclame voor levensmiddelen kan worden gebruikt. Daarom dienen claims met betrekking tot psychologische of gedragsaspecten met wetenschappelijke bewijzen te worden gestaafd.

(17)

Richtlijn 96/8/EG van de Commissie van 26 februari 1996 inzake voedingsmiddelen die zijn bestemd om in energiebeperkte diëten te worden genuttigd voor gewichtsvermindering(5) verbiedt dat op de etikettering van onder die richtlijn vallende producten, en bij het adverteren en het te verkoop aanbieden daarvan, melding wordt gemaakt van de snelheid of de mate van gewichtsverlies als gevolg van het nuttigen ervan, of van een vermindering van het hongerig gevoel of een versterking van het gevoel van verzadiging. Er komen steeds meer levensmiddelen op de markt die niet speciaal voor gewichtsbeheersing bedoeld zijn, maar waarbij melding wordt gemaakt van bovengenoemde eigenschappen en wordt gesteld dat zij de opname van de in de voeding beschikbare energie beperken. Daarom dienen dergelijke vermeldingen alleen te worden toegestaan als zij wetenschappelijk voldoende zijn onderbouwd.

(18)

Gezondheidsclaims die de rol van nutriënten of andere stoffen bij de groei en ontwikkeling en de normale fysiologische functies van het lichaam beschrijven, en die gebaseerd zijn op algemeen aanvaarde wetenschappelijke kennis, moeten volgens een andere procedure beoordeeld worden. Daarom moet er — na raadpleging van de Autoriteit — een communautaire lijst worden vastgesteld van toegestane claims die de rol van een nutriënt of andere stof beschrijven.

(19)

Om de ontwikkeling van wetenschap en techniek bij te houden moet die lijst telkens wanneer dat nodig is, snel worden herzien. Die herzieningen zijn uitvoeringsmaatregelen van technische aard en om de procedure te vereenvoudigen en te versnellen dient de vaststelling daarvan aan de Commissie te worden overgelaten.

(20)

Een gevarieerde, evenwichtige voeding, naar behoren rekening houdend met de verschillende voedingsgewoonten, traditionele producten en gastronomische culturen in de lidstaten en hun regio's, die het waard zijn in acht genomen en bewaard te worden, is een fundamentele voorwaarde voor een goede gezondheid en elk afzonderlijk product kan van beslissend belang zijn voor de hele voeding. Daarnaast is de voeding slechts één van de vele factoren die van invloed zijn op het ontstaan van bepaalde ziekten bij de mens. Andere factoren, zoals leeftijd, genetische aanleg, hoeveelheid lichaamsbeweging, gebruik van tabak en drugs, blootstelling vanuit het milieu en stress, kunnen daarbij ook een rol spelen. Daarom zijn voor claims betreffende de reductie van een ziekterisico specifieke etiketteringsvoorschriften nodig.

(21)

Om ervoor te zorgen dat gezondheidsclaims waarheidsgetrouw, duidelijk en betrouwbaar zijn en voor de consument zinvol zijn bij het kiezen voor een gezonde voeding moeten de precieze inhoud en de presentatie van gezondheidsclaims in het advies van de Autoriteit in aanmerking genomen worden.

(22)

Soms levert een wetenschappelijke risicobeoordeling alleen niet alle informatie waarop een risicomanagementbeslissing moet worden gebaseerd. Daarom moeten andere ter zake dienende factoren in aanmerking genomen worden.

(23)

Met het oog op de transparantie en ter vermijding van meerdere aanmeldingen betreffende claims die al zijn beoordeeld, moet er een openbaar repertorium van die claims worden samengesteld en bijgehouden.

(24)

Om de ontwikkeling van wetenschap en techniek bij te houden moet het repertorium telkens wanneer dat nodig is, snel worden herzien. Die herzieningen zijn uitvoeringsmaatregelen van technische aard en om de procedure te vereenvoudigen en te versnellen dient de vaststelling daarvan aan de Commissie te worden overgelaten.

(25)

Om onderzoek en ontwikkeling in de agro-voedselindustrie te stimuleren dienen de door innovatoren gedane investeringen voor het verzamelen van de informatie en gegevens ten behoeve van een aanmelding krachtens deze verordening te worden beschermd. Die bescherming dient echter slechts voor beperkte tijd te gelden om onnodige herhaling van studies en onderzoeken te vermijden.

(26)

Gezien de specifieke aard van levensmiddelen met claims dienen de controleorganen naast de gebruikelijke middelen over aanvullende middelen te beschikken om een efficiënte controle van deze producten te vergemakkelijken.

(27)

Er dient rekening te worden gehouden met de behoeften van de Europese levensmiddelenindustrie, met name de KMO, teneinde te garanderen dat innovatie en concurrentievermogen niet worden ondermijnd.

(28)

Er moet een toereikende overgangsperiode komen om de exploitanten van levensmiddelenbedrijven, met name de KMO, in staat te stellen zich aan de eisen van deze verordening aan te passen.

(29)

Het is raadzaam op het juiste moment een algemene voorlichtingscampagne te organiseren over voedingsvraagstukken en over het belang van het overstappen op verstandige eetgewoonten.

(30)

Daar de doelstellingen van het overwogen optreden niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en derhalve beter door de Gemeenschap kunnen worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.

(31)

De maatregelen ter uitvoering van deze verordening moeten worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden(6),

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

DOEL, TOEPASSINGSGEBIED EN DEFINITIES

Artikel 1

Doel en toepassingsgebied

1. Doel van deze verordening is de harmonisering van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten met betrekking tot voedings- en gezondheidsclaims, teneinde de goede werking van de interne markt te waarborgen en tevens een hoog niveau van consumentenbescherming te verwezenlijken.

2. Deze verordening heeft betrekking op voedings- en gezondheidsclaims die gedaan worden in commerciële mededelingen over levensmiddelen in de etikettering en presentatie van levensmiddelen die bestemd zijn om als zodanig aan de eindverbruiker te worden geleverd, alsmede in de daarvoor gemaakte reclame. Zij is ook van toepassing op levensmiddelen bestemd om aan restaurants, ziekenhuizen, scholen, kantines en andere soortgelijke instellingen te worden geleverd.

Zij geldt echter niet voor levensmiddelen die open worden aangeboden, dat wil zeggen onverpakt worden uitgestald en verkocht, en niet voor groenten en fruit (verse producten).

3. Voedings- en gezondheidsclaims die niet in overeenstemming zijn met deze verordening, worden beschouwd als misleidende reclame in de zin van Richtlijn 84/450/EEG van de Raad van 10 september 1984 inzake misleidende reclame teneinde ook vergelijkende reclame te regelen(7).

4.Deze verordening is van toepassing onverminderd de volgende communautaire regelgeving:

Richtlijn 89/398/EEG van de Raad van 3 mei 1989 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake voor bijzondere voeding bestemde levensmiddelen(8) en de op basis daarvan goedgekeurde richtlijnen;

Richtlijn 80/777/EEG van de Raad van 15 juli 1980 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake de exploitatie en het in de handel brengen van natuurlijk mineraalwater(9);

Richtlijn 98/83/EG van de Raad van 3 november 1998 betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water(10);

Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt(11);

Verordening (EG) nr. 2826/2000 van de Raad van 29 december 2000 betreffende voorlichtings- en afzetbevorderingsacties voor landbouwproducten op de binnenmarkt(12) en de uitvoeringsbepalingen van de Commissie.

5. Deze verordening is van toepassing onverminderd specifieke bepalingen in de communautaire wetgeving betreffende voor bijzondere voeding bestemde levensmiddelen alsmede inzake voedingssupplementen.

6.Deze verordening is niet van toepassing op handelsmerken die voldoen aan de bepalingen van Richtlijn 89/104/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende de aanpassing van het merkenrecht der lid-staten(13) en Verordening (EG) nr. 40/94 van de Raad van 20 december 1993 inzake het Gemeenschapsmerk(14).

Artikel 2

Definities

Voor de doeleinden van deze verordening:

a)

gelden de definities van „levensmiddel”, „exploitant van een levensmiddelenbedrijf”, „in de handel brengen” en „eindverbruiker” van respectievelijk artikel 2 en artikel 3, punten 3, 8 en 18, van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden(15);

b)

geldt de definitie van „voedingssupplement” van Richtlijn 2002/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 10 juni 2002 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake voedingssupplementen(16) en gelden de definities van „voedingswaarde-etikettering”, „eiwitten”, „koolhydraten”, „suikers”, „vetstoffen”, „verzadigd vet”, „enkelvoudig onverzadigd vet”, „meervoudig onverzadigd vet” en „voedingsvezel” van Richtlijn 90/496/EEG van de Raad van 24 september 1990 inzake de voedingswaarde-etikettering van levensmiddelen(17);

c)

geldt de definitie van „etikettering” van artikel 1, lid 3, letter a) van Richtlijn 2000/13/EG.

Verder wordt verstaan onder:

1)

claim: elke boodschap of aanduiding, die niet verplicht is uit hoofde van de communautaire of nationale wetgeving, met inbegrip van illustraties, grafische voorstellingen of symbolen, in welke vorm dan ook, waarmee gesteld, de indruk gewekt of geïmpliceerd wordt dat een levensmiddel bepaalde eigenschappen heeft;

2)

nutriënten: eiwitten, koolhydraten, vetten, voedingsvezels, natrium en de in de bijlage bij Richtlijn 90/496/EEG genoemde vitaminen en mineralen, alsmede stoffen die tot een van deze categorieën behoren of bestanddeel zijn van een tot die categorieën behorende stof;

3)

andere stof: een stof die geen nutriënt is, maar wel een nutritioneel of fysiologisch effect heeft;

4)

voedingsclaim: een claim die stelt, de indruk wekt of impliceert dat een levensmiddel bepaalde voedingseigenschappen heeft met betrekking tot:

a)

de energetische waarde (calorische waarde) die het

levert,

in verlaagde of verhoogde mate levert, of

niet levert, en/of

b)

de nutriënten of andere stoffen die het

bevat,

in verlaagde of verhoogde hoeveelheid bevat, of

niet bevat;

5)

gezondheidsclaim: een claim die stelt, de indruk wekt of impliceert dat er een verband bestaat tussen een levensmiddelencategorie, een levensmiddel of een bestanddeel daarvan en de gezondheid;

6)

claim over ziekterisicoreductie: een claim die stelt, de indruk wekt of impliceert dat de consumptie van een levensmiddelencategorie, een levensmiddel of een bestanddeel daarvan een risicofactor voor het ontstaan van ziekte bij de mens in significante mate beperkt;

(7)

Autoriteit: de bij Verordening (EG) nr. 178/2002 opgerichte Europese Autoriteit voor voedselveiligheid;

8)

gemiddelde consument: een gemiddeld geïnformeerde, omzichtige en oplettende consument;

9)

gezondheid: een algemene toestand van fysiek, psychologisch en sociaal welzijn;

10)

levensmiddelencategorie: een groep voedselproducten met gelijksoortige eigenschappen, voedingswaarde en gebruiksfuncties.

HOOFDSTUK II

ALGEMENE BEGINSELEN

Artikel 3

Algemene beginselen voor alle claims

Voedings- en gezondheidsclaims mogen in de etikettering en presentatie van levensmiddelen die in de Gemeenschap in de handel worden gebracht en in de daarvoor gemaakte reclame uitsluitend worden gebruikt indien zij in overeenstemming zijn met deze verordening.

Onverminderd Richtlijn 2000/13/EG en Richtlijn 84/450/EEG mogen voedings- en gezondheidsclaims niet:

a)

onjuist, dubbelzinnig of misleidend zijn;

b)

aanleiding geven tot twijfel omtrent de veiligheid en/of de geschiktheid uit voedingsoogpunt van andere levensmiddelen;

c)

stellen, suggereren of impliceren dat een evenwichtige, gevarieerde voeding in het algemeen geen toereikende hoeveelheden nutriënten kan bieden;

d)

door middel van tekst of illustraties, grafische afbeeldingen of symbolen op ongepaste of alarmerende wijze zinspelen op veranderingen in lichaamsfuncties;

e)

het bovenmatig gebruik van één levensmiddel aanmoedigen of vergoelijken, of goede voedingsgewoonten onderwaarderen.

Artikel 4

Algemene voorwaarden

1. Voedings- en gezondheidsclaims mogen alleen worden gebruikt als aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a)

de aanwezigheid of afwezigheid van of het verlaagde gehalte aan de nutriënt of de andere stof waarvoor de claim wordt gedaan, heeft het beweerde heilzame nutritionele of fysiologische effect, dat is vastgesteld aan de hand van aanvaarde wetenschappelijke kennis;

b)

de nutriënt of andere stof waarvoor de claim wordt gedaan:

i)

is in het eindproduct aanwezig in een significante hoeveelheid zoals gedefinieerd in de communautaire wetgeving of, indien geen voorschriften ter zake bestaan, in een hoeveelheid die volgens aanvaarde wetenschappelijke kennis het geclaimde nutritionele of fysiologische effect bewerkstelligt, dan wel

ii)

is niet aanwezig of aanwezig in een verlaagd gehalte dat volgens aanvaarde wetenschappelijke kennis het geclaimde nutritionele of fysiologische effect bewerkstelligt;

c)

indien van toepassing is de nutriënt of andere stof waarvoor de claim wordt gedaan, aanwezig in een vorm die door het lichaam kan worden gebruikt;

d)

de hoeveelheid van het product die de consument naar redelijkerwijs kan worden aangenomen, tot zich zal nemen, levert een significante hoeveelheid van de nutriënt of andere stof waarvoor de claim wordt gedaan, zoals gedefinieerd in de communautaire wetgeving of, indien geen voorschriften ter zake bestaan, in een hoeveelheid die volgens aanvaarde wetenschappelijke kennis het geclaimde nutritionele of fysiologische effect bewerkstelligt;

e)

aan de specifieke voorwaarden van hoofdstuk III, respectievelijk hoofdstuk IV, wordt voldaan.

2.Voedings— en gezondheidsclaims hebben betrekking op het levensmiddel dat gereed is voor consumptie overeenkomstig de aanwijzingen van de fabrikant.

Artikel 5

Wetenschappelijke onderbouwing van claims

1. Voedings- en gezondheidsclaims zijn gebaseerd op en onderbouwd door aanvaarde wetenschappelijke kennis.

2. Een exploitant van een levensmiddelenbedrijf die een voedings- of gezondheidsclaim doet, rechtvaardigt het gebruik van die claim.

3. De bevoegde autoriteiten van de lidstaten kunnen een exploitant van een levensmiddelenbedrijf of een persoon die een product in de handel brengt, verzoeken de wetenschappelijke resultaten en de gegevens verstrekken waaruit blijkt dat aan deze verordening wordt voldaan.

Artikel 6

Voedingswaarde-informatie

1.Het gebruik van voedings- of gezondheidsclaims mag er niet toe bijdragen dat de algemene voedingswaarde van een levensmiddel wordt gemaskeerd. Daartoe moet informatie worden verstrekt die de consument in staat stelt de betekenis van het levensmiddel waarvoor de voedings- of gezondheidsclaim wordt gedaan voor zijn of haar dagelijkse dieet te begrijpen.

Dergelijke informatie omvat:

a)

wanneer een voedings- en gezondheidsclaims, met uitzondering van generieke reclame, wordt gedaan, wordt informatie over de voedingswaarde verstrekt overeenkomstig Richtlijn 90/496/EEG of in geval van voedingssupplementen overeenkomstig Richtlijn 2002/46/EG;

b)

voor gezondheidsclaims worden de in groep 2 van artikel 4, lid 1, van Richtlijn 90/496/EEG genoemde gegevens verstrekt.

Er wordt ook verwezen naar: de energiewaarde en het gehalte aan nutriënten en andere stoffen en ingrediënten per verpakking of portie om de zaken voor de consumenten te vereenvoudigen.

2. Voorts wordt de volgende informatie in de buurt van de voedingsinformatie vermeld, tenzij deze, krachtens bestaande communautaire wetgeving al elders op het etiket is vermeld:

a)

de hoeveelheid van de nutriënten of andere stoffen waarop een voedings- of gezondheidsclaim betrekking heeft die niet in de voedingswaarde-etikettering vermeld staan; en

b)

informatie over de rol van het levensmiddel waarop voedings- of gezondheidsclaims betrekking hebben in een goed uitgebalanceerd dieet. Deze informatie wordt verstrekt door het aangeven van de hoeveelheid van een nutriënt of andere stof die aanwezig is in een levensmiddel waarop de claim betrekking heeft, in verhouding tot de referentiewaarden voor de dagelijks opgenomen hoeveelheid voor dergelijke nutriënt(en) of andere stof(fen).

HOOFDSTUK III

VOEDINGSCLAIMS

Artikel 7

Specifieke voorwaarden

1. Voedingsclaims zijn alleen toegestaan als zij in overeenstemming zijn met deze verordening en voldoen aan de in de bijlage opgenomen voorwaarden.

2. De bijlage kan worden gewijzigd volgens de in artikel 25, lid 2, bedoelde procedure, indien van toepassing na raadpleging van de Autoriteit en met medewerking van consumentenpanels ter beoordeling van de ervaring met en het begrip voor de claims in kwestie.

Artikel 8

Vergelijkende claims

1. Onverminderd Richtlijn 84/450/EEG mag een voedingsclaim waarin de hoeveelheid van een nutriënt en/of de energetische waarde van een levensmiddel wordt vergeleken met een ander levensmiddel of een andere categorie levensmiddelen, alleen worden gedaan als de vergeleken levensmiddelen door de gemiddelde consument gemakkelijk geïdentificeerd kunnen worden of duidelijk zijn aangegeven. Het verschil in de hoeveelheid van een nutriënt en/of de energetische waarde wordt vermeld en de vergelijking heeft betrekking op dezelfde hoeveelheid levensmiddel.

2. Vergelijkende voedingsclaims vergelijken de samenstelling van het betrokken levensmiddel met die van een reeks levensmiddelen van dezelfde categorie die niet zodanig samengesteld zijn dat zij van een claim kunnen worden voorzien, met inbegrip van levensmiddelen van andere merken.

HOOFDSTUK IV

GEZONDHEIDSCLAIMS

Artikel 9

Specifieke voorwaarden

1. Gezondheidsclaims zijn toegestaan als zij in overeenstemming zijn met de algemene voorschriften van bijlage II en de specifieke voorschriften van dit hoofdstuk en zij overeenkomstig de in artikel 13 genoemde procedure zijn aangemeld en

a)

de Commissie binnen de in artikel 15, lid 1, vastgestelde termijn geen bezwaren heeft gemaakt, of

b)

ingeval de Commissie bezwaar heeft gemaakt, binnen uiterlijk negen maanden na ontvangst van de aanmelding geen negatief besluit overeenkomstig de procedure van artikel 16, lid 3 is genomen.

2. Gezondheidsclaims zijn alleen toegestaan als op het etiket de volgende informatie wordt aangebracht:

a)

eventueel een vermelding waarin wordt gewezen op het belang van een evenwichtige voeding en een gezonde leefstijl (op een in het oog vallende plaats op het etiket);

b)

de hoeveelheid van het levensmiddel en het consumptiepatroon waarmee het geclaimde heilzame effect wordt bereikt;

c)

indien van toepassing, een vermelding voor mensen die het gebruik van het levensmiddel dienen te vermijden;

d)

indien van toepassing, een waarschuwing om het product niet te gebruiken in hoeveelheden die een risico voor de gezondheid kunnen inhouden.

Artikel 10

Beperkingen op het gebruik van bepaalde gezondheidsclaims

1. De volgende gezondheidsclaims zijn niet toegestaan, tenzij deze wetenschappelijk onderbouwd zijn:

a)

claims waarin de indruk wordt gewekt dat het niet nuttigen van het levensmiddel de gezondheid kan schaden;

b)

onverminderd Richtlijn 96/8/EG, claims met betrekking tot gewichtsvermindering of -beheersing, de snelheid of de mate van gewichtsvermindering als gevolg van het nuttigen van het levensmiddel, een vermindering van het hongergevoel, een versterking van het gevoel van verzadiging, of beperking van de in de voeding beschikbare energie, tenzij deze wetenschappelijk onderbouwd en medegedeeld worden overeenkomstig deze verordening;

c)

claims waarin wordt verwezen naar: het advies van artsen of andere gezondheidswerkers, hun beroepsverenigingen of liefdadigheidsinstellingen, tenzij deze wetenschappelijk onderbouwd en medegedeeld worden overeenkomstig deze verordening;

d)

claims die uitsluitend gericht zijn op kinderen.

2. Zo nodig publiceert de Commissie, na raadpleging van de Autoriteit en organisaties van de levensmiddelenindustrie en de consumenten, uitvoerige richtsnoeren voor de toepassing van dit artikel, die worden opgesteld volgens de in artikel 25, lid 2, bedoelde procedure.

Artikel 11

Gezondheidsclaims waarin de algemeen aanvaarde rol van een nutriënt of andere stof wordt beschreven

1. In afwijking van artikel 9, lid 1, zijn gezondheidsclaims die de rol van een nutriënt of andere stof bij de groei en ontwikkeling en de functies van het lichaam beschrijven, en die gebaseerd zijn op aanvaarde en naar behoren onderbouwde wetenschappelijke kennis, toegestaan als zij gebaseerd zijn op de in lid 2 bedoelde lijst.

2. De lidstaten en organisaties die de levensmiddelenindustrie en de consumenten vertegenwoordigen, verstrekken de Commissie uiterlijk op ...(18) een lijst met claims als bedoeld in lid 1.

Na raadpleging van de Autoriteit stelt de Commissie volgens de in artikel 25, lid 2, bedoelde procedure uiterlijk op ...(19) een communautaire lijst op van toegestane claims als bedoeld in lid 1 die de rol van een nutriënt of andere stof bij de groei, de ontwikkeling en de functies van het lichaam beschrijven.

De lijst kan op initiatief van de Commissie of op verzoek van een lidstaat worden gewijzigd volgens de in artikel 25, lid 2, bedoelde procedure.

3. Vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening tot de vaststelling van de in lid 2, tweede alinea, bedoelde lijst kunnen gezondheidsclaims als bedoeld in lid 1 worden gedaan onder verantwoordelijkheid van de exploitanten van levensmiddelenbedrijven, mits zij in overeenstemming zijn met deze verordening en de desbetreffende nationale bepalingen, onverminderd de vaststelling van vrijwaringsmaatregelen overeenkomstig artikel 24.

Artikel 12

Claims over ziekterisicoreductie

1. In afwijking van artikel 2, lid 1, van Richtlijn 2000/13/EG mogen claims over ziekterisicoreductie worden gedaan indien deze overeenkomstig deze verordening zijn aangemeld.

2. Afgezien van de algemene voorschriften van deze verordening en de specifieke voorschriften van lid 1 wordt bij claims over ziekterisicoreductie op het etiket vermeld dat ziekten meerdere risicofactoren hebben en dat verandering van één van die factoren al dan niet een heilzaam effect kan hebben.

Artikel 13

Aanmelding

1. De aanmelding bij de Autoriteit overeenkomstig artikel 9, lid 1 geschiedt bij het voor de eerste maal in verkeer brengen door de producent of, ingeval van een in een derde land vervaardigd product, door de importeur via de normale post, of bij voorkeur middels moderne communicatietechnieken (met inbegrip van e-mail).

De Autoriteit:

a)

bevestigt binnen 14 dagen na ontvangst schriftelijk de ontvangst van de aanmelding. Op die bevestiging staat de datum van ontvangst van de aanmelding vermeld;

b)

stelt de lidstaten en de Commissie onverwijld in kennis van de aanmelding en stelt de aanmelding en eventuele door de producent of importeur verstrekte aanvullende informatie te hunner beschikking.

2. Bij de aanmelding dient de volgende gegevens te worden verstrekt:

a)

naam en adres van de producent of importeur;

b)

de nutriënt of andere stof of het levensmiddel of de categorie levensmiddelen waarvoor de gezondheidsclaim wordt gedaan en de bijzondere eigenschappen ervan;

c)

een verslag van de verrichte onderzoeken met betrekking tot de gezondheidsclaim, met inbegrip van, voorzover beschikbaar, onafhankelijke, collegiaal getoetste studies die zijn verricht en andere documentatie waaruit blijkt dat de claim aan de criteria van deze verordening voldoet;

d)

een verslag van andere wetenschappelijke studies die voor de gezondheidsclaim van belang zijn;

e)

een voorstel voor de tekst van de gezondheidsclaim; (overeenkomstig de procedure van artikel 25, lid 2 kunnen bijzondere illustratieve maatregelen voor KMO worden vastgesteld);

f)

een staal van het ontwerp van de verpakking van het levensmiddel waarvoor een claim zal worden gebruikt, waarop het voorstel voor de tekst van de gezondheidsclaim en de gebruikte etikettering duidelijk zijn aangegeven;

g)

een samenvatting van het dossier.

3. De uitvoeringsbepalingen voor dit artikel, met inbegrip van bepalingen betreffende de opstelling en indiening van de aanmelding, worden na raadpleging van de Autoriteit vastgesteld volgens de in artikel 25, lid 2 bedoelde procedure.

4.Aan KMO moet specifieke steun worden geboden bij de voorbereiding van de dossiers.

5. Vóór de datum van toepassing van deze verordening stelt de Autoriteit uitvoerige richtsnoeren vast voor het opstellen en indienen van aanmeldingen door de producenten en importeurs en publiceert deze richtsnoeren. De regels voor het voorbereiden en indienen van aanmeldingen bevatten een bepaling die de producent of importeur het recht geeft zijn aanmelding voor de Autoriteit te verdedigen. Deze bepaling omvat voorts expliciet het recht aanvullende gegevens te verschaffen tijdens de beoordeling van het dossier door de Autoriteit.

Artikel 14

Met redenen omkleed advies van de Commissie en advies van de Autoriteit

1.De Commissie kan binnen vier maanden na ontvangst van een aanmelding overeenkomstig artikel 9, lid 1, bij de Autoriteit een met redenen omkleed advies afgeven als zij de mening is toegedaan dat een gezondheidsclaim niet beantwoordt aan de algemene voorwaarden van hoofdstuk II of de in dit hoofdstuk vermelde specifieke voorwaarden.

2.Met het afgeven van het met redenen omkleed advies wordt de Autoriteit verzocht tot opstelling van een advies over de verenigbaarheid van de gezondheidsclaim met de algemene voorwaarden van hoofdstuk II en de in dit hoofdstuk vermelde specifieke voorwaarden.

3.De Autoriteit stelt de producent of importeur er onverwijld van op de hoogte dat het verder gebruik van de gezondheidsclaim bij etikettering, aanbieding en reclame voor het levensmiddel achterwege moet blijven totdat hetzij

een beschikking tot toestemming overeenkomstig de procedure van artikel 16 is getroffen, dan wel

een termijn van zes maanden na ontvangst van de aanmelding overeenkomstig artikel 9, lid 1, is verstreken zonder dat er een beschikking is getroffen.

Artikel 15

Advies van de Autoriteit

1. Bestaat er twijfel aan de wetenschappelijke onderbouwing van een gezondheidsclaim dan kan de Autoriteit, op verzoek van de Commissie, een advies uitbrengen. Bij het uitbrengen van haar advies streeft de Autoriteit ernaar een termijn van zes maanden vanaf de datum van ontvangst van een geldige aanmelding in acht te nemen. Die termijn wordt verlengd indien de Autoriteit de producent of importeur overeenkomstig lid 2 om aanvullende informatie verzoekt.

Bestaan er zulke ernstige bezwaren tegen de wetenschappelijke onderbouwing van een gezondheidsclaim dat niet kan worden gerekend op een positief advies van de Autoriteit, dan kan de Commissie het verdere gebruik van de gezondheidsclaim verbieden.

2. De producent of importeur heeft rechtstreeks toegang tot het bevoegde panel van de Autoriteit, met inbegrip van het recht te worden gehoord en aanvullende gegevens met betrekking tot het dossier te verstrekken.

3. Voor het opstellen van het advies van de Autoriteit gaat zij na of:

a)

de gezondheidsclaim door wetenschappelijke gegevens wordt onderbouwd;

b)

de gezondheidsclaim voldoet aan de criteria van deze verordening;

c)

de gezondheidsclaim voor de consument begrijpelijk en zinvol is.

4. Ingeval het advies luidt dat de gezondheidsclaim kan worden goedgekeurd, worden in het advies de volgende gegevens opgenomen:

a)

naam en adres van de producent of importeur;

b)

de aanduiding van het levensmiddel of de categorie levensmiddelen waarvoor de gezondheidsclaim wordt gedaan en de bijzondere eigenschappen ervan;

c)

een voorstel voor de tekst van de voorgestelde gezondheidsclaim;

d)

indien van toepassing, de voorwaarden voor het gebruik van het levensmiddel en/of een vermelding of waarschuwing die bij de claim op het etiket en in de reclame moet worden geplaatst.

5.Indien een advies over de gezondheidsclaim voorwaardelijk is, wordt het aan de producent of importeur teruggezonden met opgave van de overwegingen die aan het advies ten grondslag liggen. Na ontvangst van het advies beschikt de producent of importeur over een termijn van een maand om aan de Autoriteit aanvullende informatie te doen toekomen voordat het advies definitief wordt goedgekeurd en gepubliceerd.

6. De Autoriteit zendt haar advies aan de Commissie, de lidstaten en de producent of importeur, met daarbij een rapport waarin de beoordeling van de gezondheidsclaim wordt beschreven en het advies wordt gemotiveerd.

7. De Autoriteit maakt haar advies overeenkomstig artikel 38, lid 1, van Verordening (EG) nr. 178/2002 openbaar.

Het publiek kan gedurende 30 dagen na deze openbaarmaking opmerkingen aan de Commissie doen toekomen.

Artikel 16

Beschikking over het met redenen omkleed advies

1. De Commissie legt binnen één maand na ontvangst van het advies van de Autoriteit aan het in artikel 25, lid 1, bedoelde comité een ontwerp voor van de te nemen beschikking, met inachtneming van het advies van de Autoriteit en de toepasselijke bepalingen van het Gemeenschapsrecht. Indien de ontwerpbeschikking niet in overeenstemming is met het advies van de Autoriteit, licht de Commissie de verschillen toe.

2. Indien de ontwerp-beschikking beoogt een vergunning te verlenen, worden de in artikel 15, lid 4, bedoelde gegevens en de naam van de producent of importeur hierin vermeld.

3. De definitieve beschikking wordt vastgesteld volgens de in artikel 25, lid 2, bedoelde procedure.

4. De Commissie stelt de producent of importeur onverwijld in kennis van de vastgestelde beschikking en maakt de bijzonderheden van die beschikking bekend in het Publicatieblad van de Europese Unie.

5. De verlening van de vergunning laat de algemene wettelijke en strafrechtelijke aansprakelijkheid van een exploitant van een levensmiddelenbedrijf met betrekking tot het betrokken levensmiddel onverlet.

Artikel 17

Wijziging, schorsing en intrekking van beschikkingen

1. De producent of importeur kan volgens de procedure van artikel 13 om een wijziging van een bestaande beschikking verzoeken.

2. De Autoriteit brengt op eigen initiatief of naar aanleiding van een verzoek van een lidstaat of de Commissie, advies uit over de vraag of een beschikking ten aanzien van het gebruik van een gezondheidsclaim nog steeds in overeenstemming is met de voorwaarden van deze verordening.

Zij legt dit advies onverwijld voor aan de Commissie, de producent of importeur en de lidstaten. De Autoriteit maakt haar advies overeenkomstig artikel 38, lid 1, van Verordening (EG) nr. 178/2002 openbaar.

Het publiek kan gedurende 30 dagen na deze openbaarmaking opmerkingen aan de Commissie doen toekomen.

3. De Commissie bestudeert het advies van de Autoriteit binnen drie maanden. In voorkomend geval wordt de beschikking gewijzigd, geschorst of ingetrokken volgens de procedure van artikel 16.

Artikel 18

Kosten

Na raadpleging van de Autoriteit dient de Commissie een voorstel in voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad houdende vaststelling van de kosten voor de evaluatie van aanmeldingen.

HOOFDSTUK V

ALGEMENE BEPALINGEN EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 19

Communautair repertorium

1. De Commissie stelt een Communautair repertorium van voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen, hierna „het repertorium” genoemd, op en houdt dat bij.

2. Het repertorium bevat het volgende:

a)

de voedingsclaims en de daarvoor geldende voorwaarden zoals aangegeven in de bijlage;

b)

de gezondheidsclaims in de zin van artikel 11 en de gezondheidsclaims waarover een positieve beschikking overeenkomstig artikel 12, lid 2, artikel 17, lid 2, artikel 20, leden 1 en 2, artikel 23, lid 2, en artikel 24, lid 2 is getroffen met inbegrip van alle daarvoor geldende voorwaarden.

Gezondheidsclaims waarover op grond van door eigendomsrechten beschermde gegevens een beschikking is getroffen, worden opgenomen in een aparte bijlage bij het repertorium onder vermelding van de volgende gegevens:

1)

de datum waarop de Commissie over de gezondheidsclaim heeft beschikt en de naam van de oorspronkelijke aanmelder;

2)

een vermelding dat de beschikking op grond van door eigendomsrechten beschermde gegevens is getroffen;

3)

een vermelding dat het gebruik van de gezondheidsclaim beperkt is, tenzij een latere producent of importeur een beschikking voor de claim krijgt zonder naar de door eigendomsrechten beschermde gegevens van de oorspronkelijke producent of importeur te verwijzen.

3. Het repertorium wordt openbaar gemaakt.

Artikel 20

Gegevensbescherming

1. De wetenschappelijke gegevens en de andere informatie in het dossier van de aanmelding overeenkomstig artikel 13, lid 2, mogen gedurende drie jaar vanaf de datum van vergunningverlening niet ten behoeve van latere producenten of importeurs worden gebruikt, tenzij de latere producent of importeur met de eerdere producent of importeur is overeengekomen dat die gegevens en informatie wel mogen worden gebruikt, indien:

a)

de eerdere producent of importeur bij de eerdere aanmelding heeft aangegeven dat de wetenschappelijke gegevens en andere informatie door eigendomsrechten beschermd waren, en

b)

de eerdere producent of importeur ten tijde van de eerdere aanmelding het exclusieve recht had om naar de desbetreffende gegevens te verwijzen, en

c)

de gezondheidsclaim niet goedgekeurd had kunnen worden wanneer de eerdere producent of importeur de desbetreffende gegevens niet verstrekt had.

2. Tot het eind van de in lid 1 bedoelde periode van drie jaar hebben producenten of importeurs niet het recht om te verwijzen naar gegevens waarvan een eerdere producent of importeur heeft aangegeven dat zij door eigendomsrechten beschermd zijn, behalve indien de Commissie besluit dat de vergunning verleend kon worden of had kunnen worden zonder dat de desbetreffende gegevens waren verstrekt.

Artikel 21

Intellectuele-eigendomsrechten

De aanmelding, registratie en publicatie van een claim mogen geen afbreuk doen aan eventuele intellectuele-eigendomsrechten waarop de aanmelder aanspraak kan maken met betrekking tot de claim zelf of tot in het dossier vervatte wetenschappelijke gegevens of informatie. De rechten zullen worden beschermd overeenkomstig het Gemeenschapsrecht of nationale bepalingen die stroken met het Gemeenschapsrecht.

Artikel 22

Nationale bepalingen

Onverminderd het Verdrag, met name de artikelen 28 en 30, mogen de lidstaten de handel in levensmiddelen die aan deze verordening voldoen en de daarvoor gemaakte reclame niet beperken of verbieden door de toepassing van niet-geharmoniseerde nationale bepalingen inzake claims voor bepaalde levensmiddelen of voor levensmiddelen in het algemeen.

Artikel 23

Kennisgevingsprocedure

1. Wanneer naar dit lid wordt verwezen is de procedure van de leden 2, 3 en 4 van toepassing.

2. Wanneer een lidstaat het nodig acht nieuwe wetgeving vast te stellen, deelt hij de beoogde maatregelen met de motivering daarvan aan de Commissie en de andere lidstaten mee.

3. De Commissie raadpleegt het bij artikel 58, lid 1, van Verordening (EG) nr. 178/2002 ingestelde Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, indien zij van oordeel is dat dat zinvol is of indien een lidstaat daarom verzoekt, en brengt advies uit over de beoogde maatregelen.

4. De betrokken lidstaat kan de beoogde maatregelen zes maanden na de in lid 2 bedoelde mededeling treffen, op voorwaarde dat hij van de Commissie geen andersluidend advies heeft ontvangen.

Indien de Commissie een andersluidend advies uitbrengt, stelt zij voordat de in de eerste alinea bedoelde periode is verstreken, volgens de procedure van artikel 25, lid 2, vast of de beoogde maatregelen kunnen worden uitgevoerd. De Commissie kan verlangen dat de beoogde maatregelen worden gewijzigd.

Artikel 24

Vrijwaringsmaatregelen

1. Wanneer een lidstaat gegronde redenen heeft om aan te nemen dat een claim niet aan de deze verordening voldoet of de in artikel 5 bedoelde wetenschappelijke onderbouwing ervan ontoereikend is, kan die lidstaat het gebruik van die claim op zijn grondgebied tijdelijk opschorten.

Hij stelt de andere lidstaten en de Commissie daarvan in kennis onder vermelding van de redenen voor de opschorting.

2. Over de claim wordt een besluit genomen volgens de in artikel 25, lid 2, bedoelde procedure, in voorkomend geval na raadpleging van de Autoriteit.

De Commissie kan deze procedure op eigen initiatief inleiden.

3. De in lid 1 bedoelde lidstaat kan de opschorting handhaven tot hem kennis is gegeven van het in lid 2 bedoelde besluit.

Artikel 25

Comitéprocedure

1. De Commissie wordt bijgestaan door het comité bedoeld in artikel 23, lid 3.

2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.

De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op drie maanden.

Artikel 26

Toezicht

Teneinde een efficiënt toezicht op levensmiddelen met voedings- of gezondheidsclaims te vergemakkelijken, kunnen de lidstaten eisen dat de fabrikant of degene die voor het in de handel brengen van dergelijke levensmiddelen op hun grondgebied verantwoordelijk is, de bevoegde instantie van deze commercialisering in kennis stelt, door deze een model van het voor het product gebruikte etiket te verstrekken.

Artikel 27

Evaluatie

Uiterlijk ...(20) legt de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad een verslag voor over de gevolgen van de uitvoering van deze verordening, in het bijzonder betreffende de ontwikkeling van de markt voor levensmiddelen waarvoor voedings- of gezondheidsclaims worden gedaan alsmede betreffende eventuele problemen in verband met de toepassing van artikel 1, lid 6 betreffende handelsmerken, samen met een voorstel voor wijzigingen indien dat nodig is.

Het verslag dient tevens een evaluatie van de weerslag van deze verordening op de volksgezondheid te omvatten.

Artikel 28

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van ...(21)*.

Levensmiddelen die vóór de datum van inwerkingtreding van deze Verordening in de handel gebracht of geëtiketteerd zijn en niet aan deze verordening voldoen, mogen echter worden verhandeld tot en met ...(22)** of de einddatum van de houdbaarheidstermijn, al naar gelang wat het langst is.

Gezondheidsclaims, met uitzondering van de in artikel 11, lid 1 vermelde claims, die gebruikt worden in overeenstemming met de bestaande bepalingen voor levensmiddelen, levensmiddelencategorieën of bestanddelen van levensmiddelen op het tijdstip dat deze verordening in werking treedt, kunnen onverminderd worden toegepast mits daartoe overeenkomstig artikel 13 een aanmelding wordt ingediend binnen 12 maanden na de datum van toepassing van deze verordening en tot zes maanden nadat een definitief besluit overeenkomstig artikel 16 is genomen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te ..., op ...

Voor het Europees Parlement

De Voorzitter

Voor de Raad

De Voorzitter


BIJLAGE

VOEDINGSCLAIMS EN VOORWAARDEN DAARVOOR

LAGE ENERGETISCHE WAARDE

Een claim dat een levensmiddel een lage energetische waarde heeft en elke andere claim die voor de consument waarschijnlijk dezelfde betekenis zal hebben, mag alleen worden gedaan als de energetische waarde van het product minder dan 40 kcal (170 kJ)/100 g en minder dan 20 kcal (80 kJ)/100 ml bedraagt.

In geval van levensmiddelen die van nature een lage energetische waarde hebben, mogen de woorden „van nature” in de claim worden opgenomen.

VERMINDERDE ENERGETISCHE WAARDE

Een claim dat een levensmiddel een verminderde energetische waarde heeft en elke andere claim die voor de consument waarschijnlijk dezelfde betekenis zal hebben, mag alleen worden gedaan als de energetische waarde van het product met minimaal 30 % verlaagd is, onder vermelding van de eigenschap(pen) waardoor de totale energetische waarde van het levensmiddel verminderd is.

BEVAT GEEN ENERGIE

Een claim dat een levensmiddel geen energie bevat en elke andere claim die voor de consument waarschijnlijk dezelfde betekenis zal hebben, mag alleen worden gedaan als de energetische waarde van het product minder dan 4 kcal (17 kJ)/100 ml bedraagt.

In geval van levensmiddelen die van nature geen energie bevatten, mogen de woorden „van nature” in de claim worden opgenomen.

VETARM

Een claim dat een levensmiddel vetarm is en elke andere claim die voor de consument waarschijnlijk dezelfde betekenis zal hebben, mag alleen worden gedaan als het vetgehalte van het product maximaal 3 g/100 g of 1,5 g/100 ml bedraagt (1,8 g/100 ml voor halfvolle melk).

In geval van levensmiddelen die van nature vetarm zijn, mogen de woorden „van nature” in de claim worden opgenomen.

VETVRIJ

Een claim dat een levensmiddel vetvrij is en elke andere claim die voor de consument waarschijnlijk dezelfde betekenis zal hebben, mag alleen worden gedaan als het vetgehalte van het product maximaal 0,5 g/100 g of ml bedraagt. Claims als „X% vetvrij” zijn echter verboden.

In geval van levensmiddelen die van nature vetvrij zijn, mogen de woorden „van nature” in de claim worden opgenomen.

ARM AAN VERZADIGDE VETTEN

Een claim dat een levensmiddel arm aan verzadigde vetten is en elke andere claim die voor de consument waarschijnlijk dezelfde betekenis zal hebben, mag alleen worden gedaan als het gehalte aan verzadigde vetten van het product maximaal 1,5 g/100 g (voor vaste levensmiddelen), respectievelijk 0,75 g/100 ml (voor vloeibare levensmiddelen) bedraagt, mits maximaal 10% van de energetische waarde afkomstig is van verzadigde vetten.

In geval van levensmiddelen die van nature arm zijn aan verzadigde vetten, mogen de woorden „van nature” in de claim worden opgenomen.

VRIJ VAN VERZADIGDE VETTEN

Een claim dat een levensmiddel vrij van verzadigde vetten is en elke andere claim die voor de consument waarschijnlijk dezelfde betekenis zal hebben, mag alleen worden gedaan als het gehalte aan verzadigde vetten van het product maximaal 0,1 g/100 g of ml bedraagt.

In geval van levensmiddelen die van nature vrij zijn van verzadigde vetten, mogen de woorden „van nature” in de claim worden opgenomen.

SUIKERARM

Een claim dat een levensmiddel suikerarm is en elke andere claim die voor de consument waarschijnlijk dezelfde betekenis zal hebben, mag alleen worden gedaan als het suikergehalte van het product maximaal 5 g/100 g of ml bedraagt.

In geval van levensmiddelen die van nature suikerarm zijn, mogen de woorden „van nature” in de claim worden opgenomen.

SUIKERVRIJ

Een claim dat een levensmiddel suikervrij is en elke andere claim die voor de consument waarschijnlijk dezelfde betekenis zal hebben, mag alleen worden gedaan als het suikergehalte van het product maximaal 0,5 g/100 g of ml bedraagt.

In geval van levensmiddelen die van nature suikervrij zijn, mogen de woorden „van nature” in de claim worden opgenomen.

ZONDER TOEGEVOEGDE SUIKERS

Een claim dat aan een levensmiddel geen suikers zijn toegevoegd en elke andere claim die voor de consument waarschijnlijk dezelfde betekenis zal hebben, mag alleen worden gedaan als aan het product geen mono- of disachariden of andere vanwege hun zoetkracht gebruikte levensmiddelen zijn toegevoegd.

NATRIUMARM/ZOUTARM

Een claim dat een levensmiddel natriumarm is en elke andere claim die voor de consument waarschijnlijk dezelfde betekenis zal hebben, mag alleen worden gedaan als het product maximaal 0,12 g natrium, of de overeenkomstige waarde voor zout, per 100 g of ml bevat.

In geval van levensmiddelen die van nature natriumarm zijn, mogen de woorden „van nature” in de claim worden opgenomen.

ZEER LAAG NATRIUMGEHALTE/ZOUTGEHALTE

Een claim dat een levensmiddel een zeer laag natriumgehalte heeft en elke andere claim die voor de consument waarschijnlijk dezelfde betekenis zal hebben, mag alleen worden gedaan als het product maximaal 0,04 g natrium, of de overeenkomstige waarde voor zout, per 100 g of ml bevat.

In geval van levensmiddelen die van nature een zeer laag natriumgehalte hebben, mogen de woorden „van nature” in de claim worden opgenomen.

NATRIUMVRIJ/ZOUTVRIJ

Een claim dat een levensmiddel natriumvrij is en elke andere claim die voor de consument waarschijnlijk dezelfde betekenis zal hebben, mag alleen worden gedaan als het product maximaal 0,005 g natrium, of de overeenkomstige waarde voor zout, per 100 g bevat.

In geval van levensmiddelen die van nature natriumvrij zijn, mogen de woorden „van nature” in de claim worden opgenomen.

BRON VAN VEZELS

Een claim dat een levensmiddel een bron van vezels is en elke andere claim die voor de consument waarschijnlijk dezelfde betekenis zal hebben, mag alleen worden gedaan als het vezelgehalte van het product minimaal 3 g/100 g of 1,5 g/100 kcal bedraagt.

In geval van levensmiddelen die van nature een bron van vezels zijn, mogen de woorden „van nature” in de claim worden opgenomen.

VEZELRIJK

Een claim dat een levensmiddel vezelrijk is en elke andere claim die voor de consument waarschijnlijk dezelfde betekenis zal hebben, mag alleen worden gedaan als het vezelgehalte van het product minimaal 6 g/100 g of 3 g/100 kcal bedraagt.

In geval van levensmiddelen die van nature vezelrijk zijn, mogen de woorden „van nature” in de claim worden opgenomen.

BRON VAN EIWITTEN

Een claim dat een levensmiddel een bron van eiwitten is en elke andere claim die voor de consument waarschijnlijk dezelfde betekenis zal hebben, mag alleen worden gedaan als minimaal 12% van de energetische waarde van het levensmiddel wordt geleverd door eiwitten.

In geval van levensmiddelen die van nature een bron van eiwitten zijn, mogen de woorden „van nature” in de claim worden opgenomen.

EIWITRIJK

Een claim dat een levensmiddel eiwitrijk is en elke andere claim die voor de consument waarschijnlijk dezelfde betekenis zal hebben, mag alleen worden gedaan als minimaal 20 % van de energetische waarde van het levensmiddel wordt geleverd door eiwitten.

In geval van levensmiddelen die van nature eiwitrijk zijn, mogen de woorden „van nature” in de claim worden opgenomen.

NATUURLIJKE BRON VAN VITAMINEN EN/OF MINERALEN

Een claim dat een levensmiddel een natuurlijke bron van vitaminen en/of mineralen is en elke andere claim die voor de consument waarschijnlijk dezelfde betekenis zal hebben, mag alleen worden gedaan als het product per 100 g of ml minimaal 15% van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid zoals vastgesteld in de bijlage bij Richtlijn 90/496/EEG bevat.

VERRIJKT MET VITAMINEN EN/OF MINERALEN

Een claim dat een levensmiddel verrijkt is met vitaminen en/of mineralen en elke andere claim die voor de consument waarschijnlijk dezelfde betekenis zal hebben, mag alleen worden gedaan als het product vitaminen en/of mineralen minimaal in een significante hoeveelheid zoals omschreven in de bijlage bij Richtlijn 90/496/EEG bevat.

RIJK AAN VITAMINEN EN/OF MINERALEN

Een claim dat een levensmiddel rijk aan vitaminen en/of mineralen is en elke andere claim die voor de consument waarschijnlijk dezelfde betekenis zal hebben, mag alleen worden gedaan als het product ten minste tweemaal de onder „natuurlijke bron van vitaminen en mineralen” bedoelde hoeveelheid bevat.

In geval van levensmiddelen die van nature rijk zijn aan vitaminen en/of mineralen, mogen de woorden „van nature” in de claim worden opgenomen.

BEVAT (NAAM VAN DE NUTRIËNT OF ANDERE STOF)

Een claim dat een levensmiddel een nutriënt of andere stof bevat en elke andere claim die voor de consument waarschijnlijk dezelfde betekenis zal hebben, mag alleen worden gedaan als het product aan alle desbetreffende bepalingen van deze verordening voldoet.

In geval van levensmiddelen die de genoemde nutriënt of andere stof van nature bevatten, mogen de woorden „van nature” in de claim worden opgenomen.

VERHOOGD GEHALTE AAN (NAAM VAN DE MACRONUTRIËNT)

Een claim dat een levensmiddel een verhoogd gehalte aan een of meer nutriënten heeft en elke andere claim die voor de consument waarschijnlijk dezelfde betekenis zal hebben, mag alleen worden gedaan als het product voldoet aan de voorwaarden voor de claim „bron van” en het desbetreffende gehalte minimaal 30 % hoger is dan dat van een vergelijkbaar product.

VERLAAGD GEHALTE AAN (NAAM VAN DE NUTRIËNT)

Een claim dat een levensmiddel een verlaagd gehalte aan een of meer nutriënten heeft en elke andere claim die voor de consument waarschijnlijk dezelfde betekenis zal hebben, mag alleen worden gedaan als het desbetreffende gehalte van het product minimaal 30 % lager is dan dat van een vergelijkbaar product, behalve voor micronutriënten, waarvoor een verschil van 10% ten opzichte van de referentiewaarden van Richtlijn 90/496/EEG aanvaardbaar is.

„LIGHT”

Voor een claim dat een levensmiddel „light” is en elke andere claim die voor de consument waarschijnlijk dezelfde betekenis zal hebben, gelden dezelfde voorwaarden als voor de claim „verlaagd”; voorts moet bij de claim worden vermeld door welke eigenschap(pen) het levensmiddel „light” is.

P6_TA(2005)0202

Toevoeging van vitamines, mineralen en bepaalde andere stoffen aan levensmiddelen *** I

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toevoeging van vitaminen en mineralen en bepaalde andere stoffen aan levensmiddelen (COM(2003)0671 — C5-0538/2003 — 2003/0262(COD))

(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2003)0671)(1),

gelet op artikel 251, lid 2 en artikel 95 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C5-0538/2003),

gezien het advies van de Commissie juridische zaken inzake de voorgestelde rechtsgrondslag,

gelet op de artikelen 51 en 35 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid en het advies van de Commissie interne markt en consumentenbescherming (A6-0124/2005),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.

verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

3.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


P6_TC1-COD(2003)0262

Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 26 mei 2005 met het oog op de aanneming van Verordening (EG) nr. .../2005 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toevoeging van vitaminen en mineralen en bepaalde andere stoffen aan levensmiddelen

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 95,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité(1),

Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag(2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij de vervaardiging van levensmiddelen kan een breed scala van nutriënten en andere ingrediënten worden gebruikt, waaronder vitaminen, mineralen met inbegrip van spoorelementen, aminozuren, essentiële vetzuren en vezels. Toevoeging van die stoffen aan levensmiddelen is in de lidstaten geregeld door middel van uiteenlopende nationale voorschriften, die het vrije verkeer van deze producten belemmeren, ongelijke concurrentievoorwaarden creëren en derhalve directe gevolgen hebben voor het functioneren van de interne markt. Er moeten dus communautaire voorschriften worden vastgesteld om de toevoeging van vitaminen en mineralen en bepaalde andere stoffen aan levensmiddelen te harmoniseren.

(2)

Overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om de nagestreefde internemarktdoelstellingen te verwezenlijken, uitgaande van een hoog niveau van consumentenbescherming.

(3)

Deze verordening beperkt zich tot het regelen van de toevoeging van vitaminen en mineralen aan levensmiddelen en het gebruik van bepaalde andere stoffen, als zodanig of in ingrediënten, die aan levensmiddelen worden toegevoegd of bij de productie van levensmiddelen worden gebruikt op zodanige wijze dat de inname van die stoffen veel groter is dan onder normale omstandigheden bij een evenwichtige en gevarieerde voeding redelijkerwijs het geval zou zijn.

(4)

In sommige lidstaten is het verplicht aan sommige gewone levensmiddelen om redenen van volksgezondheid bepaalde vitaminen en mineralen toe te voegen. Dergelijke redenen kunnen op nationaal of zelfs regionaal niveau gelden en rechtvaardigen als zodanig op dit moment niet dat de toevoeging van nutriënten in de hele Gemeenschap op geharmoniseerde wijze verplicht gesteld wordt. Indien hiertoe echter een noodzaak ontstaat, kunnen dergelijke bepalingen op communautair niveau worden vastgesteld. Ondertussen zou het nuttig zijn om informatie over dergelijke nationale maatregelen te verzamelen.

(5)

Vitaminen en mineralen mogen vrijwillig door de fabrikanten aan levensmiddelen worden toegevoegd of moeten daar op grond van specifieke communautaire wetgeving als voedingsstoffen aan worden toegevoegd. Zij kunnen ook om technologische redenen worden toegevoegd als additieven, kleurstoffen, aroma's of voor soortgelijke toepassingen, met inbegrip van toegestane oenologische procédés en behandelingen overeenkomstig de desbetreffende communautaire wetgeving. Deze verordening is van toepassing onverminderd de reeds van kracht zijnde specifieke communautaire voorschriften inzake de toevoeging of het gebruik van vitaminen en mineralen in specifieke producten of groepen producten of de toevoeging van die stoffen om andere dan de in deze verordening bedoelde redenen.

(6)

Aangezien bij Richtlijn 2002/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 10 juni 2002 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake voedingssupplementen(3) uitvoerige voorschriften zijn vastgesteld voor voedingssupplementen die vitaminen en mineralen bevatten, dienen de voorschriften inzake vitaminen en mineralen in deze verordening niet te gelden voor voedingssupplementen.

(7)

Fabrikanten kunnen om drie redenen vrijwillig vitaminen en mineralen aan levensmiddelen toevoegen, namelijk om het gehalte aan vitaminen en mineralen die bij de verwerking van de levensmiddelen verloren gegaan zijn weer aan te vullen, om te bereiken dat producten die ter vervanging van gewone levensmiddelen dienen eenzelfde voedingswaarde hebben of om levensmiddelen te verrijken met vitaminen of mineralen die zij normaliter niet of in kleinere hoeveelheden bevatten.

(8)

Een adequate en gevarieerde voeding kan onder normale omstandigheden van alle nutriënten die voor een normale ontwikkeling en een gezond leven nodig zijn, de hoeveelheden leveren die op grond van algemeen aanvaarde wetenschappelijke gegevens zijn vastgesteld en worden aanbevolen. Uit onderzoek is echter gebleken dat deze ideale situatie niet voor alle vitaminen en mineralen en voor alle bevolkingsgroepen in de Gemeenschap voorhanden is. Levensmiddelen waaraan vitaminen en mineralen zijn toegevoegd, leveren een niet te verwaarlozen hoeveelheid van de betrokken nutriënten en dragen aldus bij tot de totale inname van die stoffen.

(9)

Op internationaal niveau heeft de Codex Alimentarius in 1987 grondbeginselen voor de toevoeging van nutriënten, waaronder vitaminen en mineralen, aan levensmiddelen vastgesteld. De daarin opgenomen definities voor restauratie („restoration”), gelijkwaardigheid („nutritional equivalence”) en vervangingsproduct („substitute food”) zijn in aanmerking genomen. Volgens de definitie van de Codex voor verrijking („fortification” of „enrichment”) is de toevoeging van nutriënten aan levensmiddelen uitsluitend toegestaan om een tekort aan een of meer nutriënten bij de bevolking of bij specifieke bevolkingsgroepen dat kan worden aangetoond aan de hand van bestaande wetenschappelijke gegevens of blijkt uit schattingen van de inname van nutriënten als gevolg van veranderende voedingsgewoonten, te voorkomen of te verhelpen.

(10)

Alleen vitaminen en mineralen die normaal in de voeding voorkomen, als onderdeel daarvan worden geconsumeerd en als essentiële nutriënten worden beschouwd, dienen als toevoeging aan levensmiddelen te worden toegestaan, al betekent dit nog niet dat de toevoeging ervan nodig is. Er zouden controverses kunnen ontstaan over de vraag welke nutriënten essentieel zijn, en deze dienen te worden voorkomen. Daarom dient er een positieve lijst van deze vitaminen en mineralen te worden vastgesteld.

(11)

De chemische stoffen die als bron van vitaminen en mineralen aan levensmiddelen kunnen worden toegevoegd, moeten veilig zijn en tevens biologisch beschikbaar, dat wil zeggen dat zij door het lichaam kunnen worden opgenomen. Daarom dient er ook van deze stoffen een positieve lijst te worden vastgesteld. Dergelijke stoffen die door het Wetenschappelijk Comité voor de menselijke voeding (advies van 12 mei 1999) op grond van bovengenoemde criteria inzake veiligheid en biologische beschikbaarheid zijn goedgekeurd en kunnen worden gebruikt bij de vervaardiging van levensmiddelen voor alle groepen van de bevolking, met inbegrip van zuigelingen en peuters, van andere levensmiddelen voor bijzondere voeding of in voedingssupplementen, moeten op deze positieve lijst voorkomen.

(12)

Om de ontwikkeling van de wetenschap en techniek bij te houden dienen bovengenoemde lijsten zo nodig onverwijld te worden herzien. Deze herzieningen zijn uitvoeringsmaatregelen van technische aard en om de procedure te vereenvoudigen en te versnellen dient de vaststelling daarvan aan de Commissie te worden overgelaten.

(13)

Levensmiddelen waaraan vitaminen en mineralen zijn toegevoegd, worden door de fabrikant meestal aangeprezen, en vaak ook door de consument gezien, als levensmiddelen die in nutritioneel, fysiologisch of ander met de gezondheid verband houdend opzicht beter zijn dan soortgelijke of andere producten waar dergelijke nutriënten niet aan toegevoegd zijn. Dit kan de consument aanzetten tot keuzes die uit een ander oogpunt ongewenst zijn. Om dit eventuele ongewenste effect tegen te gaan, moeten bepaalde beperkingen worden opgelegd ten aanzien van de producten waaraan vitaminen en mineralen mogen worden toegevoegd, naast de beperkingen die voortvloeien uit technologische overwegingen of nodig zijn om redenen van veiligheid indien er maximumgehalten voor vitaminen en mineralen in dergelijke producten zijn vastgesteld. Het gehalte aan bepaalde stoffen, zoals alcohol, in het product kan in dit verband een geschikt criterium zijn om de toevoeging van vitaminen en mineralen niet toe te staan. Om verwarring bij de consument ten aanzien van de natuurlijke voedingswaarde van verse levensmiddelen te vermijden, zouden daar geen vitaminen en mineralen aan toegevoegd mogen worden.

(14)

Overmatige consumptie van vitaminen en mineralen kan schadelijke gevolgen hebben en dit betekent dat veilige maximumgehalten voor de toevoeging van die stoffen aan levensmiddelen dienen te worden vastgesteld. Deze maximumgehalten moeten ervoor zorgen dat de producten bij normaal gebruik volgens de gebruiksaanwijzing van de fabrikant en bij een gevarieerde voeding veilig zijn voor de consument. Het moeten daarom veilige maximumwaarden zijn voor het totaalgehalte aan vitaminen en mineralen in het levensmiddel die daar van nature in voorkomen en/of eraan zijn toegevoegd voor ongeacht welk doel, ook voor technologische doeleinden.

(15)

Daarom moeten deze maximumgehalten alsmede eventuele andere voorwaarden waaraan de toevoeging van bedoelde stoffen aan levensmiddelen wordt verbonden, worden vastgesteld met inachtneming van de veilige maximumgehalten voor deze nutriënten die aan de hand van een wetenschappelijke risicobeoordeling op basis van algemeen aanvaarde wetenschappelijke gegevens en de eventuele inname uit andere levensmiddelen zijn bepaald. Ook moet naar behoren rekening worden gehouden met de bevolkingsreferentie-innamen van vitaminen en mineralen. Indien het nodig is voor bepaalde vitaminen en mineralen beperkingen te stellen aan de levensmiddelen waaraan zij mogen worden toegevoegd (b.v. toevoeging van jodium uitsluitend aan zout), moet dit gebeuren met inachtneming van het doel van de toevoeging en de bijdrage van het levensmiddel aan het totale voedingspakket.

(16)

De minimale hoeveelheden vitaminen en mineralen die met het oog op restauratie of gelijkwaardigheid van vervangingsproducten worden toegevoegd, hangen af van de niveaus in het onbewerkte levensmiddel, respectievelijk het te vervangen levensmiddel. Bij toevoeging met het oog op verrijking moet echter een bepaald minimumgehalte in het levensmiddel worden bereikt. Een te laag of onbeduidend gehalte aan deze stoffen in de verrijkte levensmiddelen zou immers voor de consument geen enkel voordeel hebben en misleidend zijn. Om dezelfde reden moeten deze nutriënten in een significante hoeveelheid in het levensmiddel aanwezig zijn om in de voedingswaarde-etikettering vermeld te mogen worden. Het is dan ook wenselijk de minimumgehalten aan vitaminen en mineralen in levensmiddelen als gevolg van verrijking gelijk te stellen aan de significante hoeveelheden waarin nutriënten aanwezig moeten zijn om in de voedingswaarde-etikettering te mogen worden vermeld.

(17)

De vaststelling van maximumgehalten en eventuele gebruiksvoorwaarden op grond van de in deze verordening vastgelegde beginselen en criteria en de vaststelling van minimumgehalten zijn uitvoeringsmaatregelen van technische aard en om de procedure te vereenvoudigen en te versnellen dient de vaststelling daarvan aan de Commissie te worden overgelaten.

(18)

Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 maart 2000 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgeving der lidstaten inzake de etikettering en presentatie van levensmiddelen alsmede inzake de daarvoor gemaakte reclame(4), gewijzigd bij Richtlijn 2001/101/EG van de Commissie, bevat algemene voorschriften en definities inzake etikettering. Deze verordening moet derhalve tot de nodige aanvullende bepalingen beperkt blijven. Die aanvullende bepalingen dienen voorts van toepassing te zijn onverminderd Verordening (EG) nr. ... van het Europees Parlement en de Raad van ... inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen(5).

(19)

Gezien het belang voor de voeding van producten waaraan vitaminen en mineralen zijn toegevoegd en hun potentiële effect op de voedingsgewoonten en de totale nutriënteninname moet de consument de algehele voedingskwaliteit van die producten kunnen beoordelen. Daarom moet voedingswaardeetikettering in afwijking van artikel 2 van Richtlijn 90/496/EEG van de Raad van 24 september 1990 inzake de voedingswaarde-etikettering van levensmiddelen(6) verplicht zijn.

(20)

De artikelen 28 en 30 van het Verdrag vormen een uitzondering op de regel van vrij verkeer van goederen binnen de Gemeenschap waarop de nationale autoriteiten een beroep kunnen doen, mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan. Nationale autoriteiten moeten zich bij het nemen van besluiten in verband met de bescherming van de volksgezondheid overeenkomstig het Verdrag houden aan het evenredigheidsbeginsel. Het is aan de nationale autoriteiten om aan te tonen dat hun voorschriften nodig zijn om doeltreffende bescherming te geven op basis van een gedetailleerde risicobeoordeling. Zij moeten erop toezien dat het beweerde reële risico voor de volksgezondheid op basis van de nieuwste beschikbare wetenschappelijke gegevens afdoende is bewezen.

(21)

De aanbevolen dagelijkse hoeveelheden in Richtlijn 90/496/EEG zijn niet voor alle vitaminen en minerale stoffen van bijlagen I en II van deze verordening vastgesteld, en zijn bovendien verouderd.

(22)

Een normale, gevarieerde voeding bevat tal van ingrediënten die elk weer tal van stoffen bevatten. De inname van deze stoffen of ingrediënten als gevolg van hun normale, traditionele gebruik in de huidige voedingswijzen geeft geen aanleiding tot bezorgdheid en hoeft niet gereguleerd te worden. Een aantal andere stoffen dan vitaminen en mineralen, of ingrediënten die die stoffen bevatten, worden aan levensmiddelen toegevoegd in de vorm van extracten of concentraten en kunnen leiden tot een inname die aanzienlijk hoger ligt dan bij een adequate en gevarieerde voeding het geval zou zijn. Soms zijn er sterke twijfels omtrent de veiligheid van dergelijke toevoegingen en het nut ervan is niet altijd duidelijk; daarom moeten die toevoegingen gereguleerd worden. In dergelijke gevallen moet de bewijslast voor de veiligheid van die stoffen liggen bij de exploitanten van levensmiddelenbedrijven, die verantwoordelijk zijn voor de veiligheid van de producten die zij in de handel brengen.

(23)

Gelet op de specifieke aard van levensmiddelen waaraan vitaminen en mineralen zijn toegevoegd, dienen de controleorganen naast de gebruikelijke middelen over aanvullende middelen te beschikken om een efficiënte controle van deze producten te vergemakkelijken.

(24)

De voor de uitvoering van deze verordening vereiste maatregelen dienen te worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden(7),

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

DOEL, TOEPASSINGSGEBIED EN DEFINITIES

Artikel 1

Doel en toepassingsgebied

1. Doel van deze verordening is de harmonisatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke maatregelen in de lidstaten met betrekking tot de toevoeging van vitaminen en mineralen en bepaalde andere stoffen aan levensmiddelen teneinde de goede werking van de interne markt te waarborgen en tevens een hoog niveau van consumentenbescherming te verwezenlijken.

2. De bepalingen van deze verordening zijn niet van toepassing op voedingssupplementen die onder Richtlijn 2002/46/EG vallen.

3. Deze verordening geldt onverminderd de specifieke bepalingen van communautaire wetgeving betreffende:

a)

voor bijzondere voeding bestemde levensmiddelen en, indien hiervoor geen specifieke bepalingen bestaan, eisen betreffende de samenstelling van die producten die nodig zijn in verband met de specifieke voedingsbehoeften van de personen voor wie zij bestemd zijn;

b)

nieuwe voedingsmiddelen en nieuwe voedselingrediënten;

c)

levensmiddelenadditieven en aroma's;

d)

toegestane oenologische procédés en behandelingen.

Artikel 2

Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

1)

„restauratie”: de toevoeging aan een levensmiddel van vitaminen en mineralen die tijdens goede productiepraktijken of tijdens normale opslag en handling verloren gegaan zijn, in zodanige hoeveelheden dat het gehalte aan de betrokken vitaminen en mineralen weer gelijk is aan het gehalte in het eetbare deel van het levensmiddel vóór verwerking, opslag of handling;

2)

„gelijkwaardigheid”: het bezitten van dezelfde voedingswaarde wat betreft de hoeveelheid vitaminen en mineralen en de biologische beschikbaarheid daarvan;

3)

„vervangingsproduct”: een levensmiddel dat is ontwikkeld om qua uiterlijk, textuur, smaak en geur op een gewoon levensmiddel te lijken en bedoeld is om dat levensmiddel geheel of gedeeltelijk te vervangen;

4)

„verrijking”: toevoeging van een of meer vitaminen en/of mineralen aan een levensmiddel, ongeacht of die vitaminen of mineralen normaliter in dat levensmiddel voorkomen, in verband met:

a)

een tekort aan een of meer vitaminen en/of mineralen bij de bevolking of bij specifieke bevolkingsgroepen, dat kan worden aangetoond aan de hand van klinische of subklinische tekenen van een tekort of blijkt uit een geschatte lage nutriënteninname, of

b)

de mogelijkheid om de voedingstoestand van de bevolking te verbeteren en/of eventuele tekorten in de inname van vitaminen of mineralen met de voeding als gevolg van veranderde voedingsgewoonten te verhelpen, of

c)

ontwikkelingen in de algemeen aanvaarde wetenschappelijke kennis over de betekenis van vitaminen en mineralen in de voeding en de gevolgen daarvan voor de gezondheid;

5)

„bepaalde andere stoffen”: bioactieve stoffen, ongeacht of deze door extractie of synthese zijn verkregen, die een bewezen fysiologisch effect hebben en die kunnen worden gebruikt als ingrediënt van verrijkte levensmiddelen, en die niet vallen onder het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 258/97 van het Europees Parlement en de Raad van 27 januari 1997 betreffende nieuwe voedingsmiddelen en nieuwe voedselingrediënten(8);

6)

„aanbevolen dagelijkse hoeveelheid”: de door de exploitant van een levensmiddelenbedrijf vast te stellen hoeveelheid, zoals omschreven in Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden(9), rekening houdend met de overeenkomstig artikel 7, lid 1 van deze verordening vastgestelde maximumgehalten en de in Richtlijn 90/496/EEG genoemde aanbevolen dagelijkse hoeveelheden van een nutriënt;

(7)

„Autoriteit”: de bij Verordening (EG) nr. 178/2002 opgerichte Europese Autoriteit voor voedselveiligheid.

HOOFDSTUK II

TOEVOEGING VAN VITAMINEN EN MINERALEN

Artikel 3

Voorwaarden voor de toevoeging van vitaminen en mineralen

1. Aan levensmiddelen mogen uitsluitend de in bijlage I opgesomde vitaminen en mineralen in de in bijlage II opgesomde vormen worden toegevoegd overeenkomstig de voorschriften van deze verordening.

2. Vitaminen en mineralen in voor het menselijk lichaam opneembare vorm, mogen uitsluitend aan levensmiddelen worden toegevoegd met het oog op:

a)

restauratie en/of,

b)

gelijkwaardigheid van vervangingsproducten en/of,

c)

verrijking.

3.Vitaminen en mineralen mogen niet aan levensmiddelen worden toegevoegd om de consument te misleiden of te bedriegen wat betreft de voedingswaarde van de levensmiddelen, ongeacht of dit geschiedt middels etikettering, presentatie, reclame of het toevoegingsmiddel zelf.

4. Voor de toevoeging van vitaminen en mineralen aan levensmiddelen met het oog op restauratie of ter waarborging van de gelijkwaardigheid van vervangingsproducten kunnen zo nodig na advies van de Autoriteit uitvoeringsbepalingen worden vastgesteld volgens de in artikel 19, lid 2, bedoelde procedure. Alvorens dergelijke bepalingen vast te stellen, pleegt de Commissie overleg met de belangengroeperingen, met name de exploitanten van levensmiddelenbedrijven en de consumentengroeperingen.

5. Wijzigingen in de in lid 1 bedoelde lijsten worden vastgesteld volgens de in artikel 19, lid 2, bedoelde procedure.

Artikel 4

Overgangsmaatregelen

In afwijking van artikel 3, lid 1, kunnen de lidstaten tot ...(10) op hun grondgebied het gebruik toestaan van vitaminen en mineralen die niet in bijlage I zijn opgenomen, of die een vorm hebben die niet in bijlage II is opgenomen, onder de volgende voorwaarden:

a)

de betrokken stof wordt op het ogenblik van de inwerkingtreding van deze verordening in de Gemeenschap gebruikt voor toevoeging aan levensmiddelen;

b)

de Autoriteit heeft met betrekking tot het gebruik van die stof, of het gebruik van de stof in die vorm, bij de vervaardiging van levensmiddelen geen ongunstig advies verleend op basis van een dossier ter ondersteuning van het gebruik van de betrokken stof dat uiterlijk op ...(11) door de lidstaat bij de Commissie moet worden ingediend.

De lidstaten stellen de Commissie op de hoogte van het gebruik van vitaminen en mineralen die op hun grondgebied zijn toegelaten, hoewel ze niet voorkomen op de lijst in Bijlage I of in een vorm die niet in Bijlage II is opgenomen. De Commissie zorgt ervoor dat deze informatie voor de belanghebbenden beschikbaar is.

Tijdens de overgangsperiode kunnen andere lidstaten terwille van de openbare veiligheid en in overeenstemming met het Verdrag de bestaande nationale beperkingen of verboden blijven toepassen op de handel in levensmiddelen waaraan vitaminen of mineralen zijn toegevoegd die niet in de lijst van bijlage I zijn opgenomen of die een vorm hebben die niet in bijlage II is opgenomen. De lidstaten stellen de Commissie op de hoogte van eventuele nationale beperkingen of verboden en de Commissie zorgt ervoor dat deze informatie voor de belanghebbenden beschikbaar is.

Artikel 5

Beperkingen aan de toevoeging van vitaminen en mineralen

Vitaminen en mineralen mogen niet worden toegevoegd aan:

a)

verse, onverwerkte producten, met inbegrip van groenten, fruit, vlees, pluimvee en vis;

b)

dranken met een alcoholgehalte van meer dan 1,2 volumeprocent, behalve, en in afwijking van artikel 3, lid 2, aan producten:

i)

zoals bedoeld in artikel 44, lid 6 en lid 13 van Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt(12); en

ii)

die vóór vaststelling van deze verordening op de markt werden gebracht; en

iii)

die door een lidstaat bij de Commissie zijn aangemeld binnen zes maanden na inwerkingtreding van deze verordening,

mits geen voedings- of gezondheidsclaim wordt gedaan.

Verdere levensmiddelen of categorieën levensmiddelen waaraan geen bijzondere vitaminen en mineralen mogen worden toegevoegd, kunnen worden vastgesteld volgens de in artikel 19 lid 2, bedoelde procedure in het licht van wetenschappelijke gegevens, als er gevaar bestaat voor de volksgezondheid.

Artikel 6

Zuiverheidscriteria

1. De zuiverheidscriteria voor de stoffen van bijlage II worden uiterlijk op ...(13) vastgesteld volgens de in artikel 19, lid 2, bedoelde procedure, tenzij zij van toepassing zijn krachtens lid 2.

2. Voor de stoffen van bijlage II gelden de zuiverheidscriteria die in de communautaire wetgeving zijn voorgeschreven voor het gebruik bij de vervaardiging van levensmiddelen voor andere dan in deze verordening bedoelde doeleinden.

3. Voor de stoffen van bijlage II waarvoor de communautaire wetgeving niet in zuiverheidscriteria voorziet, gelden de door internationale organen aanbevolen en algemeen aanvaardbare zuiverheidscriteria en kunnen nationale voorschriften met strengere zuiverheidscriteria van kracht blijven, totdat de communautaire wetgeving in zuiverheidscriteria voor deze stoffen voorziet.

Artikel 7

Maximum- en minimumgehalten

1. Wanneer een vitamine of mineraal voor de in artikel 3, lid 2, genoemde doeleinden aan levensmiddelen wordt toegevoegd, bedraagt het totale gehalte aan die vitamine of dat mineraal, dat voor ongeacht welk doel in het levensmiddel aanwezig is, niet meer dan een uiterlijk op ...(13) vast te stellen maximumwaarde. Voor geconcentreerde en kunstmatig gedroogde producten gelden de vast te stellen maximumgehalten voor de levensmiddelen na bereiding voor consumptie volgens de aanwijzingen van de fabrikant.

De in de eerste alinea bedoelde maximumgehalten aan vitaminen en mineralen en de eventuele voorwaarden waarbij de toevoeging van een specifieke vitamine of een specifiek mineraal aan een levensmiddel of een categorie levensmiddelen wordt beperkt of verboden, worden vastgesteld volgens de in artikel 19, lid 2, bedoelde procedure.

2. De in lid 1 bedoelde maximumgehalten worden vastgesteld met inachtneming van:

a)

de veilige maximumgehalten voor vitaminen en mineralen die aan de hand van een wetenschappelijke risicobeoordeling op basis van algemeen aanvaardbare wetenschappelijke gegevens zijn vastgesteld, waarbij in voorkomend geval rekening wordt gehouden met de variërende mate van gevoeligheid van verschillende groepen consumenten;

b)

de inname van vitaminen en mineralen uit andere voedingsbronnen, waaronder voedingssupplementen;

c)

het aandeel van de afzonderlijke producten in de totale voeding van de bevolking in het algemeen of van bepaalde bevolkingsgroepen.

3. Bij de vaststelling van de maximumhoeveelheden bedoeld in lid 1, wordt rekening gehouden met de referentie-innames aan vitaminen en mineralen voor de bevolking.

4. Bij de vaststelling van de in lid 1 bedoelde maximumgehalten voor vitaminen en mineralen waarvan de referentie-inname voor de bevolking dicht bij het veilige maximumgehalte ligt, wordt voorzover nodig ook met het volgende rekening gehouden:

a)

de voorschriften voor de toevoeging van bepaalde vitaminen of mineralen aan levensmiddelen met het oog op restauratie en/of gelijkwaardigheid van vervangingsproducten;

b)

de bijdrage van de afzonderlijke producten aan het totale voedingspakket van de bevolking in het algemeen of van bepaalde bevolkingsgroepen.

5. Na toevoeging van een vitamine of mineraal aan een levensmiddel met het oog op verrijking is die vitamine of dat mineraal in het levensmiddel minimaal aanwezig in een significante hoeveelheid d.w.z. 15% van de Nutrient Reference Value (NRV) per 100g (vaste stoffen) of 7,5% van de NRV per 100ml (vloeistoffen) of 5% van de NRV per 100 kcal (12% van de NRV 1MJ) of 15% van de NRV per portie. Minimumgehalten voor specifieke levensmiddelen of categorieën levensmiddelen, waaronder lagere gehalten, die afwijken van de bovenbedoelde significante hoeveelheden worden vastgesteld volgens de in artikel 19, lid 2 bedoelde procedure.

Artikel 8

Vaststelling van aanbevolen dagelijkse hoeveelheden voor vitaminen en mineralen

De Commissie legt spoedig en uiterlijk ...(14) met inachtneming van de nieuwste wetenschappelijke inzichten en internationale aanbevelingen voor alle in de bijlagen I en II vermelde vitaminen en mineralen aanbevolen dagelijkse hoeveelheden vast.

Artikel 9

Etikettering, presentatie reclame

1. De etikettering en presentatie van en de reclame voor levensmiddelen waaraan vitaminen en mineralen zijn toegevoegd, mogen geen vermelding bevatten waarin gesteld of gesuggereerd wordt dat een evenwichtige, gevarieerde voeding geen toereikende hoeveelheden nutriënten kan bieden.

2.Voor producten waaraan vitaminen en mineralen zijn toegevoegd en die onder deze verordening vallen, is voedingswaarde-etikettering verplicht. De te verstrekken informatie bestaat uit:

a)

de in artikel 4, lid 1, groep 2, van Richtlijn 90/496/EEG genoemde gegevens;

b)

de totale in het levensmiddel aanwezige hoeveelheden van de vitaminen en mineralen die aan dat levensmiddel zijn toegevoegd. Informatie over vitaminen en mineralen, per 100 gram of 100 ml als aangegeven in artikel 6, lid 2, van die richtlijn, wordt tevens gegeven als dosishoeveelheid (hoeveelheid per portie) in absolute waarden en als aandeel in de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid;

c)

de aanbevolen dagelijkse portie van het product — waar van toepassing en op een manier waarop gemakkelijk kan herleid worden tot porties;

d)

een waarschuwing de aangegeven aanbevolen dagelijkse portie niet te overschrijden.

3. Dit artikel is van toepassing onverminderd Richtlijn 2000/13/EG, Verordening (EG) nr. .../... [inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen] en andere bepalingen van de levensmiddelenwetgeving met betrekking tot specifieke categorieën levensmiddelen.

4. De voorschriften ter uitvoering van dit artikel worden in voorkomend geval vastgesteld volgens de in artikel 19, lid 2, bedoelde procedure.

Artikel 10

Verplichte toevoeging van vitaminen en mineralen

1. In communautaire voorschriften voor specifieke levensmiddelen of categorieën levensmiddelen kan toevoeging van vitaminen en mineralen verplicht gesteld worden. Die voorschiften zijn voor het overige in overeenstemming met het bepaalde in deze verordening, tenzij hiervoor specifieke afwijkingen zijn vastgesteld.

2. Bij het ontbreken van communautaire voorschriften kunnen de lidstaten de toevoeging van vitaminen en mineralen aan specifieke levensmiddelen of categorieën levensmiddelen volgens de procedure van artikel 17 verplicht stellen.

De lidstaten stellen de Commissie uiterlijk ...(15) in kennis van de bestaande nationale bepalingen ter zake. De Commissie maakt deze informatie openbaar.

HOOFDSTUK III

TOEVOEGING VAN BEPAALDE ANDERE STOFFEN

Artikel 11

Kennisgeving van door de lidstaten gebruikte stoffen of ingrediënten

De lidstaten melden de Commissie uiterlijk ...(16) welke stoffen of ingrediënten op hun grondgebied voor de verrijking van levensmiddelen worden gebruikt en welke andere stoffen dan vitaminen of mineralen deze bevatten. De Commissie geeft deze informatie door aan de Autoriteit en publiceert de ontvangen meldingen.

Artikel 12

Stoffen waarvan het gebruik aan beperkingen onderhevig is, die verboden zijn of die door de Gemeenschap worden onderzocht

1.Indien de Commissie of een lidstaat van mening is dat de toevoeging van een andere stof dan vitaminen of mineralen of een ingrediënt dat een andere stof dan vitaminen of mineralen bevat, kan leiden tot opname van hoeveelheden van deze stof die de hoeveelheden overschrijden die naar redelijke verwachting onder normale omstandigheden bij de consumptie van een evenwichtig en gevarieerd dieet werden opgenomen, dan moeten zij mekaar hiervan onverwijld in kennis stellen.

2.De Commissie neemt, na een voor elk apart geval uit te voeren beoordeling van de beschikbare informatie door de Autoriteit, overeenkomstig de procedure van artikel 19, lid 2 een beslissing en neemt de stof in bijlage III op.

Indien blijkt dat de stof schadelijk is voor de gezondheid, dan wordt de stof of het ingrediënt:

a)

opgenomen in deel A van bijlage III en wordt de toevoeging ervan aan levensmiddelen en het gebruik ervan bij de vervaardiging van levensmiddelen verboden, of

b)

opgenomen in deel B van bijlage III en is de toevoeging ervan aan levensmiddelen en het gebruik ervan bij de vervaardiging van levensmiddelen slechts toegestaan onder de aldaar vermelde voorwaarden en met inachtneming van de aldaar vermelde maximale waarden. Hiertoe dienen voor deze stoffen maximumgehalten te worden vastgesteld door de Autoriteit.

Indien na de hierboven vermelde beoordeling blijkt dat het gebruik van de stof eventueel schade aan de gezondheid kan veroorzaken, maar dat op wetenschappelijk gebied onzekerheid blijft bestaan, dan wordt de stof in bijlage III deel C opgenomen overeenkomstig de procedure van artikel 19, lid 2.

3.Naast de bepalingen van deze verordening kan de toevoeging van bepaalde stoffen aan specifieke levensmiddelen door middel van communautaire voorschriften verder worden beperkt of verboden. Wanneer dergelijke communautaire bepalingen niet bestaan, kunnen de lidstaten volgens de procedure van artikel 17 dergelijke verboden of beperkingen vaststellen.

4.Exploitanten van een levensmiddelenbedrijf of andere betrokkenen kunnen de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid te allen tijde wetenschappelijke gegevens voorleggen aan de hand waarvan de veiligheid van een in bijlage III deel C vermelde stof bij gebruik in een levensmiddel of in een levensmiddelencategorie wordt aangetoond en het doel van dit gebruik wordt verklaard.

5.Binnen vier jaar na de datum waarop een stof in deel C van bijlage III is opgenomen, wordt volgens de in artikel 19, lid 2, bedoelde procedure en met inachtneming van het advies van de Autoriteit over de overeenkomstig lid 4 ter beoordeling ingediende dossiers, een besluit genomen om het gebruik van een in deel C van bijlage III opgenomen stof algemeen toe te staan dan wel die stof naar deel A of deel B van bijlage III over te brengen.

Artikel 13

Etikettering, presentatie en reclame

1.De etikettering en presentatie van en de reclame voor levensmiddelen waaraan vitaminen en mineralen zijn toegevoegd, mogen geen vermelding bevatten waarin gesteld of gesuggereerd wordt dat een evenwichtige, gevarieerde voeding geen toereikende hoeveelheden nutriënten kan bieden.

2.De etikettering en presentatie van en de reclame voor levensmiddelen waaraan nutriënten zijn toegevoegd, mogen de consument geen misleidende of bedrieglijke informatie verstrekken over de voedingswaarde van de levensmiddelen als gevolg van de toevoeging van die nutriënten.

3.In de etikettering van producten waaraan vitaminen en mineralen zijn toegevoegd, mag die toevoeging worden vermeld onder de voorwaarden van Verordening (EG) nr. .../... [inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen].

4.Voor producten waaraan vitaminen en mineralen zijn toegevoegd en die onder deze verordening vallen, is voedingswaarde-etikettering verplicht. De te verstrekken informatie bestaat uit:

a)

de in artikel 4, lid 1, groep 2, van Richtlijn 90/496/EEG genoemde gegevens;

b)

de totale in het levensmiddel aanwezige hoeveelheden van de vitaminen en mineralen die aan dat levensmiddel zijn toegevoegd. Informatie over vitaminen en mineralen, per 100 gram of 100 ml als aangegeven in artikel 6, lid 2, van die richtlijn, wordt tevens gegeven als dosishoeveelheid (hoeveelheid per portie) in absolute waarden en als aandeel in de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid;

c)

de aanbevolen dagelijkse portie van het product — waar van toepassing en op een manier waarop gemakkelijk kan herleid worden tot porties;

d)

een waarschuwing de aangegeven aanbevolen dagelijkse portie niet te overschrijden.

5.Dit artikel is van toepassing onverminderd Richtlijn 2000/13/EG, Verordening (EG) nr. .../... [inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen] en andere bepalingen van de levensmiddelenwetgeving met betrekking tot specifieke categorieën levensmiddelen.

6.De voorschriften ter uitvoering van dit artikel worden in voorkomend geval vastgesteld volgens de in artikel 19, lid 2, bedoelde procedure.

Artikel 14

Aanbevolen dagelijkse hoeveelheden en veilige maximumgehalten voor bepaalde andere stoffen

Voor de in bijlage III delen B en C vermelde bepaalde andere stoffen worden aanbevolen dagelijkse hoeveelheden en veilige maximumgehalten vastgesteld. Artikel 7 van deze verordening wordt mutatis mutandis toegepast.

HOOFDSTUK IV

ALGEMENE BEPALINGEN EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 15

Communautair repertorium

1. De Commissie stelt een Communautair repertorium voor de toevoeging van vitaminen en mineralen en bepaalde andere stoffen aan levensmiddelen, hierna „het repertorium” genoemd, op en houdt dat bij.

2. Het repertorium bevat het volgende:

a)

De vitaminen en mineralen die aan levensmiddelen mogen worden toegevoegd overeenkomstig bijlage I.

b)

De vitamineformuleringen en mineraalverbindingen die aan levensmiddelen mogen worden toegevoegd overeenkomstig bijlage II.

c)

De maximum- en minimumgehalten voor vitaminen en mineralen die aan levensmiddelen mogen worden toegevoegd overeenkomstig artikel 7.

d)

Informatie betreffende de verplichte toevoeging van vitaminen en mineralen als bedoeld in artikel 10.

e)

De stoffen waarvoor dossiers zijn ingediend overeenkomstig artikel 4, eerste alinea, onder b).

f)

Informatie over de in bijlage III genoemde stoffen en de redenen voor opname in die bijlage.

g)

Een lijst van vitaminen, mineralen en bepaalde andere stoffen waarvan de toevoeging overeenkomstig artikel 10 door nationale bepalingen verplicht is gesteld.

h)

Een lijst van stoffen waarvan de toevoeging overeenkomstig artikel 4, derde lid op nationaal vlak verboden of beperkt is.

3. Het repertorium wordt openbaar gemaakt.

Artikel 16

Nationale bepalingen

1. Onverminderd lid 2 mogen de lidstaten de handel in levensmiddelen die aan de voorschriften van deze verordening en van Gemeenschapsbesluiten ter uitvoering van deze verordening voldoen, niet verbieden of beperken.

2.Deze verordening laat het recht van de lidstaten onverlet overeenkomstig het Verdrag, met name de artikelen 28 en 30, strengere voorschriften te handhaven of in te voeren inzake de toevoeging van vitaminen en mineralen die zij noodzakelijk achten ter bescherming van de volksgezondheid, en die niet strijdig zijn met deze verordening.

3.Uiterlijk ...(17) stellen de lidstaten de Commissie in kennis van de nationale bepalingen ter zake.

Artikel 17

Kennisgevingsprocedure

1. Wanneer naar dit artikel wordt verwezen, is de procedure van de leden 2, 3 en 4 van toepassing.

2. Wanneer een lidstaat het nodig acht nieuwe wetgeving vast te stellen, deelt hij de beoogde maatregelen met de motivering daarvan aan de Commissie en de andere lidstaten mee.

3. De Commissie raadpleegt het bij artikel 58, lid 1, van Verordening (EG) nr. 178/2002 ingestelde Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid en brengt advies uit over de beoogde maatregelen.

4. De betrokken lidstaat kan de beoogde maatregelen niet eerder dan zes maanden na de in lid 2 bedoelde mededeling treffen, op voorwaarde dat hij van de Commissie geen andersluidend advies heeft ontvangen.

Indien de Commissie een andersluidend advies uitbrengt, stelt zij voordat de in de eerste alinea bedoelde periode is verstreken, volgens de procedure van artikel 19, lid 2, vast of de beoogde maatregelen kunnen worden uitgevoerd. De Commissie kan verlangen dat de beoogde maatregelen worden gewijzigd.

Artikel 18

Vrijwaringsmaatregelen

1. Wanneer een lidstaat gegronde redenen heeft om aan te nemen dat een product gevaar oplevert voor de gezondheid van de mens, ook al is het in overeenstemming met deze verordening, kan die lidstaat de toepassing van de betrokken bepalingen op zijn grondgebied tijdelijk schorsen of beperken.

Hij stelt de andere lidstaten en de Commissie daarvan onverwijld in kennis onder vermelding van de redenen die tot zijn besluit hebben geleid.

2. Over de zaak wordt een besluit genomen volgens de in artikel 19, lid 2, bedoelde procedure, in voorkomend geval na raadpleging van de Autoriteit.

De Commissie kan deze procedure op eigen initiatief inleiden.

3. De in lid 1 bedoelde lidstaat kan de schorsing of beperking handhaven tot hem kennis is gegeven van het in lid 2 bedoelde besluit.

Artikel 19

Comitéprocedure

1. De Commissie wordt bijgestaan door het Comite, waarnaar in artikel 17, lid 3 wordt verwezen en dat rekening houdt met het advies van de Autoriteit.

2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.

De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op drie maanden.

Artikel 20

Toezicht

Uitsluitend om een efficiënt toezicht op levensmiddelen waaraan vitaminen en mineralen zijn toegevoegd en op levensmiddelen die de in de delen B en C van bijlage III vermelde stoffen bevatten te vergemakkelijken, kunnen de lidstaten eisen dat de fabrikant of degene die voor het in de handel brengen van dergelijke levensmiddelen op hun grondgebied verantwoordelijk is, de bevoegde instantie van het in de handel brengen in kennis stelt, door deze een model van het voor het product gebruikte etiket te verstrekken.

De lidstaten stellen deze informatie ter beschikking aan de Commissie en aan de Autoriteit.

De Commissie maakt de informatie openbaar toegankelijk.

Artikel 21

Evaluatie

Uiterlijk ...(18) legt de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad een verslag voor over de gevolgen van de uitvoering van deze verordening, in het bijzonder betreffende de ontwikkeling van de markt voor levensmiddelen waaraan vitaminen en mineralen zijn toegevoegd, het gebruik daarvan, de inname van nutriënten voor de bevolking en veranderingen in de voedingsgewoonten, en dient zij de nodig geachte voorstellen tot wijziging van deze verordening in. De lidstaten verstrekken de Commissie daartoe uiterlijk ...(19) alle relevante informatie.

Artikel 22

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van ...(20).

Levensmiddelen die vóór deze datum ...(21) in de handel gebracht of geëtiketteerd zijn en niet aan deze verordening voldoen, mogen echter worden verhandeld tot en met...(22).

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te ..., op ...

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

Voor de Raad

De voorzitter


BIJLAGE I

VITAMINEN EN MINERALEN DIE AAN LEVENSMIDDELEN MOGEN WORDEN TOEGEVOEGD

1. Vitaminen

Vitamine A

Vitamine D

Vitamine E

Vitamine K

Vitamine B1

Vitamine B2

Niacine

Pantotheenzuur

Vitamine B6

Foliumzuur

Vitamine B12

Biotine

Vitamine C

2. Mineralen

Calcium

Magnesium

IJzer

Koper

Jood

Zink

Mangaan

Natrium

Kalium

Seleen

Chroom

Molybdeen

Chloride

Fosfor

BIJLAGE II

VITAMINEFORMULERINGEN EN MINERAALVERBINDINGEN DIE AAN LEVENSMIDDELEN MOGEN WORDEN TOEGEVOEGD

1. Vitamineformuleringen

VITAMINE A

retinol

retinylacetaat

retinylpalmitaat

bèta-caroteen

VITAMINE D

cholecalciferol

ergocalciferol

VITAMINE E

D-alfa-tocoferol

DL-alfa-tocoferol

D-alfa-tocoferylacetaat

DL-alfa-tocoferylacetaat

D-alfa-tocoferylwaterstofsuccinaat

VITAMINE K

fyllochinon (fytomenadion)

VITAMINE B1

thiaminehydrochloride

thiaminemononitraat

VITAMINE B2

riboflavine

natriumriboflavine-5'-fosfaat

NIACINE

nicotinezuur

nicotinamide

PANTOTHEENZUUR

calcium-D-pantothenaat

natrium-D-pantothenaat

dexpanthenol

VITAMINE B6

pyridoxinehydrochloride

pyridoxine-5'-fosfaat

pyridoxinedipalmitaat

FOLIUMZUUR

pteroylmonoglutaminezuur

VITAMINE B12

cyanocobalamine

hydroxocobalamine

BIOTINE

D-biotine

VITAMINE C

L-ascorbinezuur

natrium-L-ascorbaat

calcium-L-ascorbaat

kalium-L-ascorbaat

6-palmityl-L-ascorbinezuur

2. mineraalverbindingen

calciumcarbonaat

calciumchloride

calciumzouten van citroenzuur

calciumgluconaat

calciumglycerofosfaat

calciumlactaat

calciumzouten van orthofosforzuur

calciumhydroxide

calciumoxide

magnesiumacetaat

magnesiumcarbonaat

magnesiumchloride

magnesiumzouten van citroenzuur

magnesiumgluconaat

magnesiumglycerofosfaat

magnesiumzouten van orthofosforzuur

magnesiumlactaat

magnesiumhydroxide

magnesiumoxide

magnesiumsulfaat

ijzer(II)carbonaat

ijzer(II)citraat

ijzer(III)ammoniumcitraat

ijzer(II)gluconaat

ijzer(II)fumaraat

natriumijzer(III)difosfaat

ijzer(II)lactaat

ijzer(II)sulfaat

ijzer(III)difosfaat (ijzer(III)pyrofosfaat)

ijzer(III)saccharaat

elementair ijzer (uit carbonyl + elektrolytisch bereid + met waterstof gereduceerd)

koper(II)carbonaat

koper(II)citraat

koper(II)gluconaat

koper(II)sulfaat

koper-lysinecomplex

natriumjodide

natriumjodaat

kaliumjodide

kaliumjodaat

zinkacetaat

zinkchloride

zinkcitraat

zinkgluconaat

zinklactaat

zinkoxide

zinkcarbonaat

zinksulfaat

mangaancarbonaat

mangaanchloride

mangaancitraat

mangaangluconaat

mangaanglycerofosfaat

mangaansulfaat

natriumwaterstofcarbonaat

natriumcarbonaat

natriumchloride

natriumcitraat

natriumgluconaat

natriumlactaat

natriumhydroxide

natriumzouten van orthofosforzuur

kaliumwaterstofcarbonaat

kaliumcarbonaat

kaliumchloride

kaliumcitraat

kaliumgluconaat

kaliumglycerofosfaat

kaliumlactaat

kaliumhydroxide

kaliumzouten van orthofosforzuur

natriumselenaat

natriumwaterstofseleniet

natriumseleniet

chroom(III)chloride en het hexahydraat daarvan

chroom(III)sulfaat en het hexahydraat daarvan

ammoniummolybdaat (molybdeen(VI))

natriummolybdaat (molybdeen(VI))

kaliumfluoride

natriumfluoride

calciumsulfaat

natriumfosfaat

kaliumfosfaat

pyridoxinedipalmitaat

BIJLAGE III

STOFFEN WAARVAN HET GEBRUIK IN LEVENSMIDDELEN VERBODEN OF AAN VOORWAARDEN GEBONDEN IS

Deel A — Verboden stoffen

Deel B — Stoffen waarvoor beperkingen gelden

Deel C — Stoffen die door de Gemeenschap worden onderzocht

P6_TA(2005)0203

Richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten *

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten (COM(2005)0141 — C6-0111/2005 — 2005/0057(CNS))

(Raadplegingsprocedure)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2005)0141)(1),

gelet op artikel 128 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C6-0111/2005),

gelet op artikel 51 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken en het advies van de Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid (A6-0149/2005),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.

verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 250, lid 2 van het EG-Verdrag dienovereenkomstig te wijzigen;

3.

verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

4.

wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;

5.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

DOOR DE COMMISSIE VOORGESTELDE TEKST

AMENDEMENTEN VAN HET PARLEMENT

Amendement 1

Overweging 1 bis (nieuw)

(1 bis) De structuur van de geïntegreerde richtsnoeren dient een grotere doeltreffendheid van de Lissabon-strategie tot gevolg hebben, met passende eerbiediging van het economische, sociale en milieubeleid.

Amendement 2

Overweging 2

(2) In 2000 heeft de Europese Raad van Lissabon een strategie gelanceerd die gericht is op duurzame economische groei met meer en betere banen en een hechtere sociale samenhang, met langetermijndoelstellingen inzake werkgelegenheid, doch vijf jaar later zijn de resultaten ervan gemengd.

(2) In 2000 heeft de Europese Raad van Lissabon een strategie gelanceerd die gericht is op duurzame economische groei met meer en kwalitatief betere banen, een hechtere sociale samenhang en betere sociale integratie, met de doelstelling van volledige werkgelegenheid op lange termijn, doch vijf jaar later blijkt de verwezenlijking van deze doelstellingen nog ver weg te zijn en is het duidelijk dat er aanzienlijk grotere inspanningen nodig zijn om de nagestreefde werkgelegenheidsdoelstellingen in 2010 te halen.

Amendement 3

Overweging 3

(3) Het voorstellen van een geïntegreerd pakket van werkgelegenheidsrichtsnoeren en globale richtsnoeren voor het economisch beleid draagt ertoe bij dat de Lissabon-strategie op groei en werkgelegenheid geheroriënteerd wordt. De Europese werkgelegenheidsstrategie speelt een centrale rol bij de uitvoering van de doelstellingen inzake werkgelegenheid van de Lissabonstrategie.

(3) Het voorstellen van een geïntegreerd pakket van werkgelegenheidsrichtsnoeren en globale richtsnoeren voor het economisch beleid draagt ertoe bij dat de Lissabon-strategie op duurzame ontwikkeling en werkgelegenheid geheroriënteerd wordt, waarbij een nieuwe impuls wordt gegeven aan de milieudimensie, wat de verwezenlijking van de doelstellingen ervan mogelijk maakt. De doelstellingen inzake werkgelegenheid van de Lissabon-strategie, aangevuld met doelstellingen voor samenhang en sociale integratie, algemene gendergelijkheid en het beginsel van non-discriminatie, vormen de basis voor de Europese werkgelegenheidsstrategie.

Amendement 4

Overweging 4

(4) Overeenkomstig de conclusies van de Europese Voorjaarsraad van 22 en 23 maart 2005 moeten de doelstellingen van volledige werkgelegenheid, verbetering van de arbeidskwaliteit en -productiviteit en versterking van de sociale samenhang worden vertaald in duidelijke prioriteiten: meer mensen op de arbeidsmarkt krijgen en houden, de socialezekerheidsstelsels moderniseren, het aanpassingsvermogen van werknemers en ondernemingen en de flexibiliteit van de arbeidsmarkten verbeteren en investeren in menselijk kapitaal door de verbetering van onderwijs en vaardigheden.

(4) Overeenkomstig de conclusies van de Europese Voorjaarsraad van 22 en 23 maart 2005 moeten de doelstellingen van volledige werkgelegenheid, verbetering van de werkzekerheid en de arbeidsproductiviteit, versterking van de sociale samenhang en betere sociale integratie worden vertaald in duidelijke prioriteiten: meer mensen opnemen in de arbeidsmarkt door het bevorderen van besluiten die ertoe bijdragen dat het beroepsen het gezinsleven beter met elkaar kunnen worden verzoend, en van gelijke kansen; de inzetbaarheid van werknemers en het organisatorische aanpassingsvermogen van de ondernemingen verbeteren, wat de flexibiliteit en de veiligheid van de arbeidsmarkten zal vergroten, sociale integratie bevorderen door werknemers met een achterstandspositie, vrouwen, jongeren en oudere werknemers op te nemen in het arbeidsproces en investeren in menselijk kapitaal door de verbetering van onderwijs en vaardigheden, waarbij bijzondere aandacht dient te worden besteed aan innovatie en technologische ontwikkeling, en aan nieuwe werkgelegenheidssectoren. Dit alles zal een solide basis vormen voor modernisering en zal de solidariteit en de duurzaamheid van de stelsels voor sociale bescherming garanderen.

Amendement 5

Overweging 5

(5) De werkgelegenheidsrichtlijnen worden slechts om de drie jaar volledig herzien, terwijl zij in de jaren tot 2008 slechts in beperkte mate mogen worden aangepast.

(5) De werkgelegenheidsrichtlijnen worden slechts om de drie jaar volledig herzien. In de jaren tot 2008 zullen zij slechts bij wijze van uitzondering mogen worden aangepast.

Amendement 6

Overweging 6

(6) De aanbevelingen inzake werkgelegenheid van de Raad van 14 oktober 2004 blijven geldig als achtergrondinformatie,

(6) De aanbevelingen inzake werkgelegenheid van de Raad van 14 oktober 2004 blijven geldig als achtergrondinformatie en worden aangevuld door dit besluit,

Amendement 7

Artikel 2

De lidstaten houden in hun werkgelegenheidsbeleid rekening met alle aspecten van de richtsnoeren en brengen hierover jaarlijks verslag uit in de nationale Lissabon-programma's.

De lidstaten houden in hun werkgelegenheidsbeleid rekening met alle aspecten van de richtsnoeren, die ruim geïnterpreteerd dienen te worden, in die zin dat zij de essentiële aspecten van het sociale en werkgelegenheidsbeleid omvatten, en brengen verslag uit over de tenuitvoerlegging ervan en het effect ten aanzien van de werkgelegenheid in het algemeen, en meer in het bijzonder de werkgelegenheid voor vrouwen en oudere werknemers.

Amendement 8

Bijlage, punt 1, aan richtsnoer nr. 16 voorafgaande alinea

Het is van vitaal belang dat volledige werkgelegenheid wordt bereikt en dat werkloosheid en inactiviteit afnemen door een toename van de vraag naar en het aanbod van arbeid. Dit gaat hand in hand met het aantrekkelijker maken van de banen, het verbeteren van de arbeidskwaliteit, de groei van de arbeidsproductiviteit en het verminderen van het aandeel slechtbetaalde banen. De synergieën tussen arbeidskwaliteit, productiviteit en werkgelegenheid moeten ten volle worden benut. Er zijn doortastende maatregelen nodig om sociale integratie te versterken, uitsluiting van de arbeidsmarkt te voorkomen, toetreding van mensen met een achterstandspositie tot de arbeidsmarkt te ondersteunen en regionale verschillen qua werkgelegenheid, werkloosheid en arbeidsproductiviteit weg te werken, in het bijzonder in regio's met een achterstand. Gelijke kansen, bestrijding van discriminatie en gendergelijkheid zijn van essentieel belang om vooruitgang te boeken.

Het is van vitaal belang dat volledige werkgelegenheid wordt bereikt en dat werkloosheid en inactiviteit afnemen door een toename van de vraag naar en het aanbod van arbeid. Dit gaat hand in hand met het aantrekkelijker maken van de banen, het verbeteren van de arbeidskwaliteit en de groei van de arbeidsproductiviteit, teneinde het concurrentievermogen van de Europese economie te vergroten. De synergieën tussen arbeidskwaliteit, productiviteit en werkgelegenheid moeten ten volle worden benut. Er zijn doortastende maatregelen en adequate besluiten nodig om sociale integratie te versterken, uitsluiting van de arbeidsmarkt te voorkomen, toetreding van mensen met een achterstandspositie, vrouwen, jongeren en oudere werknemers tot de arbeidsmarkt te ondersteunen en regionale verschillen qua werkgelegenheid, werkloosheid en arbeidsproductiviteit weg te werken, in het bijzonder in regio's met een achterstand. Gelijke kansen, ook tussen legale immigranten en niet-immigranten, bestrijding van alle vormen van discriminatie en gendergelijkheid zijn van essentieel belang om terzake vooruitgang te boeken.

Amendement 9

Bijlage, punt 1, aan richtsnoer nr. 17 voorafgaande alinea

De stijging van de werkgelegenheid is het meest effectieve middel om economische groei te genereren en een sociaal inclusieve economie te bevorderen, terwijl er een vangnet bestaat voor diegenen die niet kunnen werken. Gelet op de verwachte inkrimping van de beroepsbevolking is het des te noodzakelijker dat werken wordt benaderd vanuit een andere visie op de levenscyclus en dat de stelsels voor sociale bescherming worden gemoderniseerd, zodat zij adequaat en betaalbaar zijn en kunnen reageren op de veranderende behoeften van de samenleving. In het kader van een nieuwe intergenerationele aanpak moet bijzondere aandacht uitgaan naar de hardnekkige kloof op het gebied van werkgelegenheid tussen mannen en vrouwen en de lage arbeidsparticipatie van oudere werknemers en jongeren. Ook moet actie worden ondernomen om de jeugdwerkloosheid aan te pakken die gemiddeld dubbel zo hoog is als de algemene werkloosheid. Het is noodzakelijk de juiste voorwaarden te scheppen voor de ontwikkeling van de werkgelegenheid, ongeacht of het gaat om een eerste baan, een herintreding op de arbeidsmarkt na een onderbreking of de wens de loopbaan te verlengen. De kwaliteit van de banen, mede gelet op loon en voordelen, de arbeidsomstandigheden, de werkzekerheid, de toegang tot levenslang leren en de carrièremogelijkheden zijn hierbij van cruciaal belang, net als de ondersteuning en de stimulansen waarin de socialezekerheidsstelsels voorzien. De tenuitvoerlegging van het Europees pact voor de jeugd moet bijdragen aan deze aanpak van arbeid vanuit een andere visie op de levenscyclus.

Economische groei maakt een stijging van de werkgelegenheid mogelijk en vormt de meest effectieve basis voor een sociale economie die sociale integratie bevordert, terwijl er een vangnet bestaat voor diegenen die niet kunnen werken. Gelet op de nieuwe en veranderende behoeften van de sameleving, de nieuwe vormen van marginalisering, met name huiselijk geweld, en de verwachte inkrimping van de beroepsbevolking is het des te noodzakelijker dat werken wordt benaderd vanuit een andere visie op de levenscyclus via de mogelijkheid van levenslang leren, en dat de stelsels voor sociale bescherming worden gemoderniseerd, zodat zij adequaat en betaalbaar zijn en kunnen reageren op de veranderende behoeften van de samenleving. In het kader van een nieuwe intergenerationele aanpak moet bijzondere aandacht uitgaan naar en dienen adequate maatregelen te worden getroffen om de hardnekkige kloof tussen mannen en vrouwen op het gebied van arbeid en loon en de lage arbeidsparticipatie van oudere werknemers en jongeren te verhelpen. Het is noodzakelijk de juiste voorwaarden te scheppen voor de ontwikkeling van de werkgelegenheid, ongeacht of het gaat om een eerste baan, een herintreding op de arbeidsmarkt na een onderbreking of de wens de loopbaan te verlengen. De kwaliteit van de banen, mede gelet op loon en voordelen, de arbeidsomstandigheden, gezondheid en veiligheid op het werk, de werkzekerheid, de toegang tot levenslang leren en de carrièremogelijkheden zijn hierbij van cruciaal belang, net als de ondersteuning en de stimulansen waarin de fiscale en socialezekerheidsstelsels voorzien. De tenuitvoerlegging van het Europees pact voor de jeugd en de coördinatie van de initiatieven waarin het voorziet, dienen een effectieve bijdrage te leveren aan de integratie van jongeren in het arbeidsleven en de samenleving, aan de solidariteit tussen de generaties en aan de versterking van het concurrentievermogen van de Europese economie op basis van vaardigheden. kennis en respect voor de levenscyclus.

Amendement 10

Bijlage, punt 1, richtsnoer nr. 17

Richtsnoer. Aanmoedigen van een benadering van werk die rekening houdt met alle levensfasen door hernieuwde inspanningen om jonge mensen aan de slag te krijgen en de jeugdwerkloosheid terug te dringen; doortastende maatregelen om genderongelijkheid op het gebied van werkgelegenheid, werkloosheid en loon weg te werken; het beroeps- en het gezinsleven beter met elkaar te verzoenen door middel van toegankelijke en betaalbare voorzieningen voor kinderopvang en zorg voor andere afhankelijke personen; moderne pensioen- en gezondheidsstelsels, die adequaat en betaalbaar zijn en kunnen reageren op de veranderende behoeften, zodat deze arbeid en een langere loopbaan stimuleren en vroege pensionering ontmoedigen; steun voor arbeidsvoorwaarden die actief ouder worden bevorderen. (Richtsnoer nr. 17). Zie ook Richtsnoer nr. 2 „Een duurzame economische ontwikkeling waarborgen”.

Richtsnoer. Aanpassing van de arbeid aan de diverse levensfasen door hernieuwde inspanningen om jonge mensen hoogwaardige en individueel passende scholing en beroepsopleiding te bieden, ze aan de slag te krijgen en de jeugdwerkloosheid terug te dringen; doortastende maatregelen om discriminatie op het werk te bestrijden en genderongelijkheid op het gebied van werkgelegenheid, werkloosheid, loon en beroepspromotie weg te werken; bevordering van de werkgelegenheid voor vrouwen die het slachtoffer zijn van huiselijk geweld; het beroepsen het gezinsleven beter met elkaar te verzoenen, waarbij een gelijke verdeling van de gezinsverantwoordelijkheden en eenoudergezinnen dienen te worden gestimuleerd en gebruik dient te worden gemaakt van flexibele arbeidsmodellen voor zowel vrouwen als mannen en ouderschapsverlof, en in het bijzonder toegankelijke en betaalbare voorzieningen voor kinderopvang en zorg voor andere afhankelijke personen, conform de doelstellingen van de Europese Raad van Barcelona van 2002; moderne en betere pensioen- en gezondheidsstelsels, die adequaat en betaalbaar zijn en kunnen reageren op de veranderende behoeften, zodat deze arbeid en een langere loopbaan op vrijwillige basis stimuleren en vroege pensionering ontmoedigen; steun voor arbeidsvoorwaarden die actief ouder worden bevorderen, met name geleidelijke en flexibele pensionering. (Richtsnoer nr. 17). Zie ook Richtsnoer nr. 2 „Een duurzame economische ontwikkeling waarborgen”.

Amendement 11

Bijlage, punt 1, aan richtsnoer nr. 18 voorafgaande alinea

Om de integratie te doen toenemen en de sociale uitsluiting te bestrijden is het van essentieel belang dat werkzoekenden gemakkelijker toegang tot werkgelegenheid krijgen en dat werklozen in nauw contact met de arbeidsmarkt blijven en hun inzetbaarheid vergroten. Dit veronderstelt dat de barrières voor het betreden van de arbeidsmarkt worden weggenomen door bijstand bij het zoeken naar een baan, dat de toegang tot opleiding en andere actieve arbeidsmarktmaatregelen wordt vergemakkelijkt, dat arbeid loont en dat werkloosheids-, armoede- en inactiviteitsvallen worden weggenomen. Bijzondere aandacht moet uitgaan naar de integratie van mensen met een achterstandspositie op de arbeidsmarkt, onder meer door middel van de uitbreiding van de sociale diensten en de sociale economie. De kloof op het gebied van werkloosheid tussen gewone werknemers en mensen met een achterstandspositie en tussen EU- en niet-EU-onderdanen blijft te hoog en moet zoveel mogelijk worden gedicht overeenkomstig nationale doelstellingen. Van bijzonder belang zijn de bestrijding van discriminatie, het bevorderen van de toegang tot werkgelegenheid voor mensen met een achterstandspositie en de integratie van migranten en minderheden.

Om de deelneming van de samenleving aan de arbeidsmarkt te doen toenemen en de sociale uitsluiting te bestrijden is het van essentieel belang dat werkzoekenden gemakkelijker toegang tot werkgelegenheid krijgen en dat werklozen in nauw contact met de arbeidsmarkt blijven en hun inzetbaarheid vergroten. Dit veronderstelt dat de barrières voor het betreden van de arbeidsmarkt worden weggenomen door bijstand bij het zoeken naar een baan, dat de toegang tot opleiding en andere actieve arbeidsmarktmaatregelen wordt vergemakkelijkt, dat arbeid loont en dat werkloosheids-, armoede- en inactiviteitsvallen worden weggenomen. Bijzondere aandacht moet uitgaan naar de integratie van mensen met een achterstandspositie op de arbeidsmarkt, onder meer door middel van de uitbreiding van de sociale diensten en de sociale economie. De kloof op het gebied van werkloosheid tussen gewone werknemers en mensen met een achterstandspositie, vrouwen, jongeren en oudere werknemers, en tussen EU- en niet-EU-onderdanen blijft te hoog en moet zoveel mogelijk worden gedicht overeenkomstig nationale doelstellingen. Van bijzonder belang zijn de bestrijding van discriminatie in het beroepsleven, met name inzake toegang tot werkgelegenheid, beroepsopleiding en -promotie en arbeidsvoorwaarden, het bevorderen van de toegang tot werkgelegenheid voor mensen met een achterstandspositie en de integratie van immigranten en minderheden.

Amendement 12

Bijlage, punt 1, richtsnoer nr. 18

Richtsnoer. Arbeidsmarkten toegankelijk maken voor werkzoekenden en mensen met een achterstandspositie door actieve en preventieve arbeidsmarktmaatregelen, waaronder vroege afbakening van de behoeften, bijstand bij het zoeken naar een baan, oriëntering en opleiding als onderdeel van gepersonaliseerde actieplannen, sociale diensten om de arbeidsmarkt te ontsluiten voor mensen met een achterstandspositie en het bijdragen tot sociale en territoriale samenhang en het uitroeien van armoede; voortdurende toetsing van de belasting- en uitkeringsstelsels, onder meer wat het beheer en de voorwaarden voor de toekenning van voordelen en de verlaging van hoge marginale belastingtarieven betreft, teneinde werk te doen lonen en te zorgen voor een adequaat niveau van sociale bescherming. (Richtsnoer nr. 18).

Richtsnoer. Open arbeidsmarkten toegankelijk maken voor werkzoekenden en mensen met een achterstandspositie, vrouwen, jongeren en oudere werknemers door actieve werkgelegenheidsmaatregelen en preventieve maatregelen ter bestrijding van werkloosheid, waaronder vroege afbakening van de behoeften, het zoeken naar nieuwe werkgelegenheidsmogelijkheden op gebieden zoals sociale diensten en gezondheidszorg, milieu en nieuwe technologieën, bijstand bij het zoeken naar een baan, oriëntering, opleiding en omscholing als onderdeel van gepersonaliseerde actieplannen, sociale diensten om de arbeidsmarkt te ontsluiten voor mensen met een achterstandspositie en het bijdragen tot sociale en territoriale samenhang en het uitroeien van armoede; bevordering van de ontwikkeling van de coöperatieve en de vrijwilligerssector en voortdurende toetsing van de belasting- en uitkeringsstelsels, onder meer wat de criteria en het beheer ervan, en de verlaging van hoge marginale belastingtarieven betreft, teneinde werk te doen lonen en te zorgen voor een adequaat niveau van duurzame sociale bescherming. Voor personen met een handicap dient een speciale inspanning te worden geleverd. Er dient te worden voorzien in maatregelen om de werkgelegenheid voor deze categorie van personen te bevorderen, waarbij een voor hen toegankelijke omgeving moet worden gecreëerd. Er dient tevens te worden gezorgd voor de volledige maatschappelijke en arbeidsmarktintegratie van immigranten en het uitroeien van alle vormen van racisme, discriminatie en intimidatie op het werk en in de samenleving. (Richtsnoer nr. 18).

Amendement 13

Bijlage, punt 1, richtsnoer nr. 19

Richtsnoer. Vraag en aanbod op de arbeidsmarkt beter op elkaar afstemmen door: modernisering en versterking van de arbeidsmarktinstanties, zoals de diensten voor arbeidsvoorziening; grotere transparantie van de arbeidskansen en opleidingsmogelijkheden op nationaal en Europees niveau om de mobiliteit in Europa te vergemakkelijken; beter anticiperen op de behoeften aan vaardigheden, de tekorten op de arbeidsmarkt en de knelpunten; een passend beheer van de economische migratie. (Richtsnoer nr. 19).

Richtsnoer. Het beheer van de werkgelegenheid verbeteren door: modernisering en versterking van de arbeidsmarktinstanties, zoals de diensten voor arbeidsvoorziening; grotere transparantie van de arbeidskansen en betere toegang tot arbeid, opleidings- en omscholingsmogelijkheden op nationaal en Europees niveau om de overgangstijd tussen banen te verkorten; bevordering van het talenonderwijs om de mobiliteit en de uitwisseling van kennis in Europa te vergemakkelijken; beter anticiperen op de behoeften aan vaardigheden, de tekorten op de arbeidsmarkt en de knelpunten; een passend en vlot beheer van de migratiestromen, in de geest van de agenda van Tampere. (Richtsnoer nr. 19).

Amendement 14

Bijlage, punt 1, richtsnoer nr. 19 bis (nieuw)

Richtsnoer. Voorkomen van ziekten, ter vermindering van de arbeidskosten en de tekorten bij de openbare gezondheidszorg, teneinde de gevolgen van vervroegde pensionering wegens permanente invaliditeit en het aantal pensioneringen als gevolg van bedrijfsongevallen of beroepssziekten te beperken. (Richtsnoer nr. 19 bis).

Amendement 15

Bijlage, punt 2, titel

Het aanpassingsvermogen van werknemers en ondernemingen en de flexibiliteit van de arbeidsmarkten verbeteren

Het aanpassingsvermogen van werknemers en ondernemingen en de flexibiliteit en de zekerheid van de arbeidsmarkten verbeteren

Amendement 16

Bijlage, punt 2, alinea 1

Het vermogen van Europa om te anticiperen op economische en sociale veranderingen, in gang te zetten en te absorberen, moet verbeteren. Dit vereist arbeidskosten die bevorderlijk zijn voor de werkgelegenheid, moderne vormen van arbeidsorganisatie en goed werkende arbeidsmarkten die flexibiliteit met werkzekerheid combineren, zodat zowel aan de behoeften van de ondernemingen als aan die van de werknemers wordt voldaan. Op die manier wordt mede voorkomen dat er gesegmenteerde arbeidsmarkten ontstaan en wordt het zwartwerk tegengegaan.

Het vermogen van Europa om te anticiperen op economische en sociale veranderingen, in gang te zetten en te absorberen, moet verbeteren. Dit vereist arbeidskosten die bevorderlijk zijn voor de werkgelegenheid, moderne vormen van arbeidsorganisatie, meer levenslang leren en goed werkende arbeidsmarkten die flexibiliteit met werkzekerheid combineren en waarin beroepsen gezinsleven met elkaar kunnen worden verzoend, zodat zowel aan de behoeften van de ondernemingen als aan die van de werknemers wordt voldaan. Op die manier wordt mede voorkomen dat er gesegmenteerde arbeidsmarkten ontstaan en wordt illegale arbeid tegengegaan.

Amendement 17

Bijlage, punt 2, alinea 2

In de economie van vandaag, die meer en meer mondiaal wordt, waarin markten zich openen en waarin voortdurend nieuwe technologieën worden ingevoerd, zien zowel de ondernemingen als de werknemers zich geconfronteerd met de noodzaak, maar ook de kans, zich aan te passen. Terwijl dit proces van structurele veranderingen over het geheel genomen groei en werkgelegenheid ten goede komt, brengt het anderzijds ook transformaties mee die voor sommige ondernemingen en werknemers storend zijn. Ondernemingen moeten zich flexibeler opstellen om te kunnen inspelen op plotselinge wijzigingen in de vraag naar hun goederen en diensten, zich aan nieuwe technologieën aan te passen en voortdurend te innoveren om concurrerend te blijven. Zij moeten ook kunnen inspelen op de grotere vraag naar hoogwaardige banen die het gevolg is van de persoonlijke voorkeuren en wijzigingen in de gezinssituatie van werknemers, en zij moeten rekening houden met een ouder wordende beroepsbevolking en minder jonge werknemers. Voor werknemers wordt het beroepsleven complexer omdat arbeidspatronen onregelmatiger worden en meer uiteenlopen en er in de levenscyclus steeds meer overgangen plaatsvinden die met succes moeten worden opgevangen. Door de snel veranderende economie en de daarmee gepaard gaande herstructureringen moeten zij omgaan met nieuwe werkmethoden, zoals een steeds groter beroep op informatie- en communicatietechnologieën (ICT) en veranderingen in hun beroepsstatus, en moeten zij bereid zijn tot levenslang leren. Ook geografische mobiliteit wordt vereist om in brede kring tot in de gehele EU toegang te krijgen tot arbeidskansen.

In de economie van vandaag, die meer en meer mondiaal wordt, waarin markten zich openen en waarin voortdurend nieuwe technologieën worden ingevoerd, zien zowel de ondernemingen als de werknemers zich geconfronteerd met de noodzaak, maar ook de kans, zich aan te passen. Terwijl dit proces van structurele veranderingen over het geheel genomen groei en werkgelegenheid ten goede komt, brengt het anderzijds ook transformaties mee die voor sommige ondernemingen en werknemers storend zijn. Ondernemingen moeten in staat worden gesteld flexibeler in te spelen op plotselinge wijzigingen in de vraag naar hun goederen en diensten, zich aan de nieuwe technologieën aan te passen en innovatief te zijn om concurrerend te blijven. Zij moeten ook in staat zijn te voldoen aan de grotere vraag naar hoogwaardiger banen die het gevolg is van de persoonlijke voorkeuren en wijzigingen in de gezinssituatie van werknemers, en zij moeten rekening houden met een ouder wordende beroepsbevolking en minder jonge werknemers. Voor werknemers wordt het beroepsleven complexer omdat arbeidspatronen meer uiteenlopen en zij dus geconfronteerd worden met diverse soorten arbeid. Door de snel veranderende economie en de daarmee gepaard gaande herstructureringen moeten zij in staat worden gesteld om te gaan met nieuwe werkmethoden, zoals een steeds groter beroep op informatieen communicatietechnologieën (ICT) en veranderingen in hun beroepsstatus, en moeten zij bereid zijn tot levenslang leren. Ook geografische mobiliteit wordt vereist om in brede kring tot in de gehele EU toegang te krijgen tot arbeidskansen.

Amendement 18

Bijlage, punt 2, richtsnoer nr. 20

Richtsnoer. Flexibiliteit bevorderen zonder afbreuk te doen aan werkzekerheid en segmentering van de arbeidsmarkt verminderen door de arbeidswetgeving aan te passen en, waar nodig, de door vaste en niet-vaste contracten geboden mate van flexibiliteit te herzien; beter te anticiperen op veranderingen en deze positief beheren, zoals economische herstructurering (bijvoorbeeld veranderingen in verband met openstelling voor handel), zodat de sociale kosten zoveel mogelijk worden beperkt en de aanpassing gemakkelijker verloopt; ondersteuning voor overgangen in beroepsstatus als gevolg van opleiding, zelfstandige activiteiten, oprichting van ondernemingen en geografische mobiliteit; innovatieve en flexibele vormen van werkorganisatie te stimuleren en te verspreiden, zoals betere regelingen inzake gezondheid en veiligheid, diverse contracttypes en arbeidstijdsregelingen, teneinde de arbeidskwaliteit en -productiviteit te verbeteren; de ondernemingen aan nieuwe technologieën aan te passen; vastberaden actie om zwartwerk in reguliere werkgelegenheid om te zetten. (Richtsnoer nr. 20). Zie ook Richtsnoer nr. 4 „De samenhang tussen het macro-economisch beleid en het structuurbeleid vergroten”

Richtsnoer. Flexibiliteit bevorderen en vergroten zonder afbreuk te doen aan werkzekerheid en segmentering van de arbeidsmarkt verminderen, waarbij goede arbeidsbetrekkingen op basis van onafhankelijke en representatieve vakbonden en betere voorlichting en inspraak van werknemers dienen te worden bevorderd, door de arbeidswetgeving aan te passen en te stroomlijnen en, waar nodig, de door vaste en niet-vaste contracten geboden mate van flexibiliteit en zekerheid te herzien; beter te anticiperen op veranderingen en deze positief beheren, zoals economische herstructurering (bijvoorbeeld veranderingen in verband met openstelling voor handel), zodat de sociale kosten zoveel mogelijk worden beperkt en de aanpassing aan nieuwe realiteiten gemakkelijker verloopt; ondersteuning voor overgangen in beroepsstatus als gevolg van opleiding, zelfstandige activiteiten, oprichting van ondernemingen en geografische mobiliteit; innovatieve en flexibele vormen van werkorganisatie te stimuleren en te verspreiden; doeltreffende maatregelen om het aantal arbeidsongevallen te beperken door betere preventie van arbeidsrisico's, met name via de sluiting van overeenkomsten op Europees niveau en de toepassing van diverse contracttypes en flexibele arbeidstijdsregelingen, teneinde de arbeidskwaliteit en -productiviteit te verbeteren en arbeids- en gezinsleven beter met elkaar te kunnen verzoenen; de ondernemingen aan nieuwe technologieën aan te passen; vastberaden actie om illegale arbeid in reguliere werkgelegenheid om te zetten en de grijze economie te bestrijden. (Richtsnoer nr. 20). Zie ook Richtsnoer nr. 4 „De samenhang tussen het macro-economisch beleid en het structuurbeleid vergroten”

Amendement 19

Bijlage, punt 2, aan richtsnoer nr. 21 voorafgaande alinea

Om zoveel mogelijk arbeidsplaatsen te scheppen, het concurrentievermogen op peil te houden en bij te dragen tot het algemene economische kader, zouden de algemene loonontwikkelingen gelijke tred moeten houden met de productiviteitsgroei in de loop van de economische cyclus en met de toestand van de arbeidsmarkt. Ook kan het nodig zijn om de niet-loonkosten te beperken en de belastingdruk te herzien, teneinde gemakkelijker arbeidsplaatsen te scheppen, in het bijzonder arbeidsplaatsen met lage lonen.

Om zoveel mogelijk arbeidsplaatsen te scheppen, het concurrentievermogen op peil te houden en bij te dragen tot het algemene economische kader, zouden de algemene loonontwikkelingen gelijke tred moeten houden met de productiviteitsgroei. Ook is het raadzaam om de niet-loonkosten te beperken en de belastingdruk te herzien, teneinde gemakkelijker arbeidsplaatsen te scheppen.

Amendement 20

Bijlage, punt 2, richtsnoer nr. 21

Richtsnoer. Erop toezien dat lonen en andere arbeidskosten zich ontwikkelen op een wijze die bevorderlijk is voor de werkgelegenheid door het juiste kader voor loononderhandelingen te scheppen zonder afbreuk te doen aan de rol van de sociale partners, zodat de verschillen in productiviteit en de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt op sectoraal en regionaal niveau weerspiegeld worden; de structuur en het niveau van niet-loonkosten en hun effect op de werkgelegenheid te evalueren en, waar nodig, te herzien, in het bijzonder voor de laagbetaalde werknemers en voor nieuwkomers op de arbeidsmarkt. (Richtsnoer nr. 21). Zie ook Richtsnoer nr. 5 „Zorgen dat de loonontwikkelingen bijdragen tot macro-economische stabiliteit en groei”.

Richtsnoer. Erop toezien dat lonen en andere arbeidskosten zich ontwikkelen op een wijze die bevorderlijk is voor de werkgelegenheid door het juiste kader voor loononderhandelingen, met name collectieve onderhandelingen, te scheppen en te ondersteunen, zonder afbreuk te doen aan de rol van de sociale partners, zodat de verschillen in productiviteit en de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt op nationaal, sectoraal en regionaal niveau weerspiegeld worden, met eerbiediging van de autonomie van de sociale partners; in overleg met de sociale partners de structuur en het niveau van niet-loonkosten, met name de bijdragen aan de socialezekerheidsstelsels, te evalueren en, waar nodig, te herzien, en het effect ervan op de werkgelegenheid te controleren, in het bijzonder voor de laaggeschoolde werknemers, jongeren die voor het eerst de arbeidsmarkt betreden, oudere werknemers die hun beroepsleven wensen voort te zetten en gehandicapten; specifieke maatregelen treffen om de genderkloof te dichten, met name een doeltreffender tenuitvoerlegging van de wetgeving inzake gendergelijkheid met betrekking tot gelijk loon, de opstelling van duidelijke en bijgewerkte statistieken en de follow-up van projecten ter bevordering van gelijke behandeling. (Richtsnoer nr. 21). Zie ook Richtsnoer nr. 5 „Zorgen dat de loonontwikkelingen bijdragen tot macro-economische stabiliteit en groei”.

Amendement 21

Bijlage, punt 3, richtsnoer nr. 22

Richtsnoer. De investeringen in menselijk kapitaal uitbreiden en verbeteren door efficiënte strategieën voor levenslang leren op te stellen overeenkomstig de Europese afspraken, zoals passende stimulansen en mechanismen om de kosten te verdelen tussen de overheid, de ondernemingen en de individuele personen, met als doel het aantal leerlingen dat de school vroegtijdig verlaat aanzienlijk te verminderen; grotere toegang tot basis-, middelbaar en hoger beroepsonderwijs, onder meer door middel van leercontracten en opleidingen in ondernemerschap; grotere deelname aan voortdurende opleiding op de arbeidsplaats gedurende de hele levenscyclus, in het bijzonder voor laaggeschoolde en oudere werknemers. (Richtsnoer nr. 22). Zie ook Richtsnoer nr. 12 „De investeringen in O&O verhogen en verbeteren”

Richtsnoer. De investeringen in menselijk kapitaal uitbreiden en verbeteren door efficiënte strategieën voor levenslang leren op te stellen in overleg met de sociale partners, overeenkomstig de Europese afspraken, zoals passende stimulansen en mechanismen om de kosten te verdelen tussen de overheidssector, de ondernemingen en de individuele personen, de maatregelen concipiëren en programmeren die nodig zijn om het aantal leerlingen dat de school vroegtijdig verlaat aanzienlijk te verminderen; grotere toegang tot basis-, middelbaar en hoger beroepsonderwijs en tot niet-universitaire beroepsopleiding, bevordering van het ondernemerschap op alle onderwijsniveaus en aanwending van de informatiemaatschappij en de nieuwe technologieën; grotere deelname aan voortdurende opleiding op de arbeidsplaats gedurende de hele levenscyclus, in het bijzonder voor laaggeschoolde en oudere werknemers, vrouwen, met name vrouwen die hun werk hervatten, en werknemers in het midden- en kleinbedrijf; bevordering van programma's voor de uitwisseling van leraren en leerlingen tussen bedrijven op nationaal niveau en tussen de lidstaten. (Richtsnoer nr. 22). Zie ook Richtsnoer nr. 12 „De investeringen in O&O verhogen en verbeteren”

Amendement 22

Bijlage, punt 3, richtsnoer nr. 23

Richtsnoer. Onderwijs- en opleidingsstelsels aanpassen aan nieuwe vaardigheidsvereisten door de beroepsbehoeften en de hoofdvaardigheden beter te identificeren en te anticiperen op toekomstige vaardigheidsvereisten; het aanbod van onderwijsen opleidingsinstrumenten te verbreden; regelgeving op te stellen die kwalificaties transparant maakt en tot hun daadwerkelijke erkenning leidt, en die niet-formeel en informeel leren valideert; te garanderen dat onderwijs- en opleidingsstelsels aantrekkelijk, open en kwalitatief hoogwaardig zijn. (Richtsnoer nr. 23).

Richtsnoer. Onderwijs- en opleidingsstelsels aanpassen aan nieuwe vaardigheidsvereisten door de beroepsbehoeften en de hoofdvaardigheden beter te identificeren en te anticiperen op toekomstige vaardigheidsvereisten; steun voor nauwe samenwerking tussen het bedrijfsleven en onderwijs- en onderzoekcentra, teneinde een klimaat te kweken waarin innovatie in Europese ondernemingen kan gedijen; het aanbod van onderwijs- en opleidingsinstrumenten te verbreden; regelgeving op te stellen die gelijkwaardige kwalificaties transparant maakt en tot hun daadwerkelijke erkenning leidt, en die niet-formeel en informeel leren valideert; te garanderen dat onderwijs- en opleidingsstelsels aantrekkelijk, open en kwalitatief hoogwaardig zijn, inclusief stelsels die voorzien in de specifieke behoeften van personen met een achterstandspositie op de arbeidsmarkt, met name vrouwen, jongeren en oudere werknemers; er dienen bijzondere inspanningen te worden geleverd om studenten en wetenschappers uit derde landen aan te trekken. (Richtsnoer nr. 23).

Amendement 23

Bijlage, punt 3, alinea na richtsnoer nr. 23

Wanneer de lidstaten in actie komen, moeten zij bijzondere aandacht besteden aan een goed beheer van het werkgelegenheidsbeleid. Zij moeten een breed partnerschap voor verandering opzetten waarin parlementaire organen en belanghebbenden worden betrokken, ook op regionaal en plaatselijk niveau. De Europese en nationale sociale partners moet een centrale rol worden toebedeeld. De lidstaten moeten engagementen en doelstellingen vaststellen in overeenstemming met de richtsnoeren en aanbevelingen van de EU. Goed beheer vergt ook dat de allocatie van administratieve en financiële middelen transparant verloopt. In overleg met de Commissie moeten de lidstaten de middelen van de structuurfondsen, in het bijzonder het Europees Sociaal Fonds, aanwenden voor de tenuitvoerlegging van de Europese werkgelegenheidsstrategie, en zij moeten verslag uitbrengen over de ondernomen acties. Bijzondere aandacht moet uitgaan naar de versterking van de institutionele en administratieve capaciteit in de lidstaten.

Wanneer de lidstaten in actie komen, moeten zij bijzondere aandacht besteden aan een goed beheer van het werkgelegenheidsbeleid. Zij moeten een breed partnerschap voor verandering opzetten waarin parlementaire organen en alle belanghebbenden worden betrokken op Europees, nationaal, regionaal en plaatselijk niveau. De lidstaten en de regionale en lokale actoren moeten engagementen en verifieerbare doelstellingen vaststellen in overeenstemming met de richtsnoeren en aanbevelingen van de EU en de specifieke behoeften op regionaal en lokaal niveau. Goed beheer vergt ook dat de allocatie van administratieve en financiële middelen transparant verloopt. In overleg met de Commissie moeten de lidstaten en de regio's de middelen van de structuurfondsen, in het bijzonder het Europees Sociaal Fonds, aanwenden voor de tenuitvoerlegging van de Europese werkgelegenheidsstrategie, en zij moeten verslag uitbrengen over de ondernomen acties. Bijzondere aandacht moet uitgaan naar de versterking van de institutionele en administratieve capaciteit in de lidstaten en de regio's.


P6_TA(2005)0204

Lichte wapens (voorbereidende commissie van de VN)

Resolutie van het Europees Parlement over handvuurwapens en lichte wapens

Het Europees Parlement,

onder verwijzing naar zijn resoluties van 15 maart 2001(1), 15 november 2001(2) en 19 juni 2003(3) over bestrijding van proliferatie en misbruik van handvuurwapens en lichte wapens,

gelet op artikel 103, lid 4 van zijn Reglement,

A.

overwegende dat de lidstaten van de VN in juni 2005 in het kader van de derde voltallige zitting van de Open Werkgroep van de VN voor de opsporing van illegale handvuurwapens en lichte wapens bijeenkomen,

B.

overwegende dat de VN-lidstaten in juli 2005 in het kader van de Tweede Tweejaarlijkse Bijeenkomst van VN-Staten bijeenkomen om te beraadslagen over de tenuitvoerlegging van het VN-Actieprogramma inzake de illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens, en in juni/juli 2006 voor de VN-Toetsingsconferentie inzake het VN-Actieprogramma,

C.

opnieuw uiting gevend aan zijn bezorgdheid omtrent de voortdurende proliferatie van handvuurwapens en lichte wapens, waardoor gewapende conflicten en instabiliteit worden bevorderd, terrorisme wordt aangewakkerd, duurzame ontwikkeling van de rechtsstaat worden ondermijnd en ernstige schendingen van de mensenrechten en van het internationale humanitaire recht in de hand worden gewerkt,

D.

zich voornemend de EU en haar lidstaten ook in de toekomst nauwer te betrekken bij een constructieve, geregelde dialoog over inhoud en prioriteiten van de EU-beleidsstrategie ten aanzien van internationale en regionale initiatieven en onderhandelingen inzake het toezicht op handvuurwapens en lichte wapens,

E.

ervan overtuigd dat de EU en haar lidstaten een cruciale rol te vervullen hebben bij de ontwikkeling en bevordering van adequate internationale en regionale normen ter bestrijding van proliferatie en misbruik van handvuurwapens en lichte wapens,

F.

gesterkt door de op 17 februari 2005 in de VN-Veiligheidsraad afgelegde verklaring over handvuurwapens(4), waarin het Voorzitterschap van de Raad zijn voldoening uit over de erkenning van de expliciete noodzaak voor de VN-landen tot versnelde sluiting van wettelijk bindende akkoorden inzake de registratie, tussenhandel en transfer van handvuurwapens,

G.

tevens zijn voldoening uitsprekend over de actieve steun die de EU in het kader van de Open Werkgroep voor de opsporing van illegale handvuurwapens en lichte wapens verleent met het oog op de sluiting van een wettelijke overeenkomst en met het doel ook om handvuurwapens en lichte wapens bestemde munitie onder die overeenkomst te laten vallen,

H.

eveneens ingenomen met de steun die het Luxemburgse voorzitterschap tijdens het op 11 mei 2005 in Straatsburg gehouden plenaire debat en de regeringen van Finland, het Verenigd Koninkrijk, Nederland, Ierland, Spanje en Polen openlijk hebben betuigd voor de sluiting van een wapenhandelsverdrag, alsook met hun pogingen om in samenwerking met partners de voor de vaststelling van mondiale wettelijke normen voor transfers van handvuurwapens en lichte wapens benodigde regionale en mondiale consensus op te bouwen,

I.

niettemin bezorgd over het feit dat de EU zich bij de in het kader van de VN gevoerde opsporingsonderhandelingen niet sterker engageert voor de instelling van aan het opsporingsinstrument te koppelen follow-upmechanismen, aan de hand waarvan als aanvulling op de minimale mondiale normen adequate beste-praktijkrichtsnoeren zouden kunnen worden ontwikkeld,

J.

de hoop en de verwachting uitsprekend dat meer EU-lidstaten hun actieve steun zullen betuigen voor initiatieven om de voor de sluiting van een wapenhandelsverdrag tot uitbanning van wapentransfers benodigde consensus tot stand te brengen, aangezien deze transfers het risico voor ernstige schendingen van de mensenrechten en van het internationale humanitaire recht duidelijk vergroten,

K.

de geringe vooruitgang betreurend bij het in het kader van de VN gevoerde brede overleg over de bestrijding van illegale tussenhandel in handvuurwapens en lichte wapens, evenals het uitblijven van een vaste toezegging om te gaan onderhandelen over een internationaal akkoord ter regulering van de tussenhandel in wapens,

L.

niettemin erkennend dat eind april 2004 het Vuurwapenprotocol van de VN in werking is getreden en juridisch bindend geworden, aangezien het op dat moment door Polen en Zambia als respectievelijk 40ste en 41ste staat is geratificeerd, en er met nadruk op wijzend dat dit protocol de VN-lidstaten verplicht tot regulering van de fabricage, de export, de import en de doorvoer van vuurwapens,

1.

beveelt aan dat de Raad en de lidstaten zich beijveren voor de instelling van een dynamisch mechanisme voor de herziening van het in VN-verband overeen te komen opsporingsinstrument, waarbij ook moet worden gedacht aan de oprichting van een groep van technische deskundigen die worden belast met de opstelling van beste-praktijkrichtsnoeren voor de markering, registratie en opsporing van handvuurwapens, lichte wapens en daarvoor bestemde munitie;

2.

spoort de zes EU-lidstaten die het VN-Wapenprotocol nog niet hebben ondertekend, ertoe aan zulks onverwijld te doen;

3.

dringt er bij de Raad en de lidstaten op aan actief mee te werken aan de totstandkoming van een regionale en internationale consensus aangaande de vaststelling van mondiale normen voor wapentransfers op basis van de uit de internationale wetgeving voortvloeiende verplichtingen van de staten en aangaande de noodzaak tot sluiting van een internationaal wapenhandelsverdrag;

4.

bepleit in dit verband dat de Raad en de lidstaten aansturen op een diepgaande discussie op de in juli 2005 in VN-verband te houden Tweede Tweejaarlijkse Bijeenkomst van Staten over het VN-Actieprogramma, met als doel ervoor te zorgen dat onmiddellijk na de VN-herzieningsconferentie inzake het VN-Actieprogramma in 2006 onderhandelingen te starten over een wapenhandelsverdrag;

5.

dringt er bij de Raad en de lidstaten op aan nieuwe impulsen te geven voor de totstandkoming van een regionale en internationale consensus over de noodzaak van een internationaal verdrag ter regulering van de tussenhandel in handvuurwapens en lichte wapens;

6.

stelt voor dat zijn terzake bevoegde commissie toestemming wordt verleend om nog vóór de in 2006 te houden VN-herzieningsconferentie met een initiatiefverslag te komen ter nadere bespreking van het EUoptreden en het EU-beleid met betrekking tot handvuurwapens en lichte wapens en om van de Raad en de lidstaten nadere toezeggingen te verkrijgen omtrent hun regionale en internationale beleid op de desbetreffende terreinen;

7.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan het Voorzitterschap van de Raad, de Raad, de Commissie, de regeringen en de parlementen van de lidstaten, en aan de secretaris-generaal van de VN.


P6_TA(2005)0205

Europese Dienst voor extern optreden

Resolutie van het Europees Parlement over de institutionele aspecten van de oprichting van een Europese Dienst voor extern optreden

Het Europees Parlement,

gezien verklaring 24 van de Conferentie van vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, ad artikel III-296 van het Verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa, gehecht aan de Slotakte van voornoemde Intergouvernementele Conferentie van 29 oktober 2004(1),

gezien de conclusies van de Europese Raad van 16 en 17 december 2004,punten 71 tot en met 73,

onder verwijzing naar zijn resolutie van 12 januari 2005 over het Verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa, met name paragraaf 3, letter d)(2),

gezien de hoorzitting van 15 maart 2005 van de Commissie constitutionele zaken,

gezien de namens de Commissie constitutionele zaken ingediende vraag aan de Commissie voor mondeling antwoord over de institutionele aspecten van de Europese Dienst externe acties (O-0054/05),

gezien de uitleg die de Commissie ter beantwoording van de vraag verschaft heeft op de vergadering van 11 mei 2005, en het daaropvolgende debat,

gelet op artikel 108, lid 5 van zijn Reglement,

A.

overwegende dat de opzet van de toekomstige Europese Dienst voor extern optreden (EEAS) van het grootste belang is voor het welslagen van het voornemen om de externe betrekkingen van de Unie coherenter, duidelijker en doeltreffender te maken,

B.

overwegende dat de secretaris-generaal van de Raad, hoge vertegenwoordiger voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid, en de Commissie op de bijeenkomst van de Europese Raad van juni 2005 gezamenlijk een verslag zullen voorleggen over de vooruitgang die met de voorbereiding van de EEAS is geboekt,

C.

overwegende dat het noodzakelijk lijkt dat het Europees Parlement en de Commissie het tijdig eens worden over enkele essentiële kwesties in verband met de opzet van de EEAS,

1.

herinnert de Commissie eraan dat een besluit over de oprichting van een EEAS slechts met zijn instemming mogelijk is, en verzoekt de Commissie bij de voorbereidende werkzaamheden terzake haar volle institutionele gewicht in te zetten voor de handhaving en verdere ontwikkeling van het communautaire model op het gebied van de externe betrekkingen van de Unie;

2.

is ervan overtuigd dat de EEAS met name in organisatorisch, administratief en budgettair opzicht in de diensten van de Commissie moet worden geïntegreerd, waarbij de leidinggevende bevoegdheden van de minister van Buitenlandse Zaken, tevens vice-voorzitter van de Commissie, garanderen — conform de Grondwet — dat deze dienst onderworpen is aan de besluiten van de Raad op het gebied van het „klassieke” externe beleid (GBVB en GVDB), en aan de besluiten van het college van de Commissie op het gebied van de communautaire externe betrekkingen;

3.

verzoekt de Commissie met aandrang bij de toekomstige voorstellen, conform de geest en het doel van de grondwettelijke bepalingen en in de geest van de beraadslagingen van de Europese Constitutionele Conventie, vast te houden aan de naleving van de volgende beginselen:

a)

het personeel van de EEAS moet op evenwichtige en pertinente wijze samengesteld worden uit ambtenaren die afkomstig zijn van de Commissie, het secretariaat-generaal van de Raad en de nationale diplomatieke diensten;

b)

de opzet van de EEAS moet een coherent optreden van de Unie in de externe betrekkingen waarborgen; met name de diensten die met GBVB-kwesties in strikte zin en ambtenaren die met leidinggevende functies in de delegaties zijn belast, moeten naar de EEAS worden overgeheveld;

c)

het is niet nodig om alle directoraten-generaal van de Commissie hun bevoegdheden op het gebied van de externe betrekkingen te ontnemen; in het aan de Europese Raad voorgelegde voortgangsverslag moet met betrekking tot de betrokken domeinen (met name handel, ontwikkeling en uitbreiding, de Dienst voor samenwerking EuropeAid, het Bureau voor humanitaire hulp en de diensten van het Directoraatgeneraal economische en financiële zaken die met de Dienst externe betrekkingen te maken hebben) een basis voor een discussie worden gepresenteerd;

d)

de in derde landen bestaande delegaties van de Commissie en contactpunten van de Raad dienen te worden samengevoegd tot „ambassades van de Unie” en onder leiding te staan van ambtenaren van de EEAS, die onder het gezag en het toezicht van de minister van Buitenlandse Zaken staan, maar in administratief opzicht tot de diensten van de Commissie behoren, hetgeen niet uitsluit dat deskundigen van deze delegaties afkomstig zijn van andere directoraten-generaal van de Commissie of het Parlement;

4.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


P6_TA(2005)0206

Arbeidsvoorwaarden voor mobiele werknemers die interoperabele grensoverschrijdende diensten verrichten

Resolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende de overeenkomst tussen de Gemeenschap van Europese Spoorwegen (CER) en de Europese Federatie van Vervoerswerknemers (ETF) inzake bepaalde aspecten van de arbeidsvoorwaarden voor mobiele werknemers die interoperabele grensoverschrijdende diensten verrichten (COM(2005)0032)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie (COM(2005)0032),

gelet op het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie(1),

gelet op richtlijn 2003/88/EG van het Europees Parlement en de Raad van 4 november 2003 betreffende een aantal aspecten van de organisatie van de arbeidstijd(2),

gelet op de overeenkomst tussen de Europese Federatie van Vervoerswerknemers (ETF) en de Gemeenschap van Europese Spoorwegen (CER) inzake bepaalde aspecten van de arbeidsvoorwaarden voor mobiele werknemers die interoperabele grensoverschrijdende diensten verrichten,

gelet op het feit dat de overeenkomst een gezamenlijk verzoek aan de Commissie bevat tot tenuitvoerlegging van de overeenkomst door middel van een besluit van de Raad op voorstel van de Commissie, overeenkomstig artikel 139, lid 2 van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 78, lid 3 van zijn Reglement,

A.

overwegende dat artikel 31 van het Handvest van grondrechten van de Europese Unie bepaalt dat iedere werknemer recht heeft op gezonde, veilige en waardige arbeidsomstandigheden, op een beperking van de maximumarbeidsduur en op dagelijkse en wekelijkse rusttijden, alsmede op een jaarlijkse vakantie met behoud van loon,

B.

overwegende dat artikel 139, lid 1 van het Verdrag de sociale partners op communautair niveau de mogelijkheid biedt om desgewenst een dialoog aan te gaan die tot contractuele betrekkingen, met inbegrip van overeenkomsten, kan leiden,

C.

overwegende dat artikel 139, lid 2 van het Verdrag voorziet in de mogelijkheid van tenuitvoerlegging van op communautair niveau gesloten overeenkomsten, op gezamenlijk verzoek van de ondertekenende partijen, door een besluit van de Raad op voorstel van de Commissie,

1.

is verheugd over het feit dat, hoewel artikel 139, lid 2 van het Verdrag niet voorziet in raadpleging van het Europees Parlement inzake aan de Commissie door de sociale partners gedane verzoeken, de Commissie haar voorstel niettemin aan het Parlement heeft voorgelegd met het verzoek om zijn advies aan de Raad en de Commissie mede te delen;

2.

steunt de door de sociale partners gesloten overeenkomst inzake bepaalde aspecten van de arbeidsvoorwaarden voor mobiele werknemers die interoperabele grensoverschrijdende diensten verrichten; meent dat de overeenkomst een goed evenwicht vormt tussen de noodzaak om de arbeidsomstandigheden te verbeteren en aldus de gezondheid en de veiligheid van mobiele werknemers te beschermen en de noodzaak om grensoverschrijdend spoorwegverkeer in de Europese Unie te bevorderen;

3.

deelt de mening dat de overeenkomst aan de Raad moet worden voorgelegd; verzoekt derhalve de Raad om het voorstel van de Commissie voor een richtlijn van de Raad goed te keuren teneinde de overeenkomst in de door de sociale partners gesloten vorm ten uitvoer te leggen;

4.

merkt op dat de sector van het spoorwegvervoer valt onder Richtlijn 2003/88/EG; merkt op dat andere communautaire instrumenten meer specifieke bepalingen kunnen bevatten met betrekking tot de organisatie van de arbeidstijd voor bepaalde beroepen of beroepswerkzaamheden (artikel 14 van Richtlijn 2003/88/EG) en dat bovendien onder bepaalde omstandigheden afwijkingen kunnen worden toegestaan voor personen die bij het spoorwegvervoer werkzaam zijn (artikel 17, lid 3, sub e van Richtlijn 2003/88/EG);

5.

merkt op dat de overeenkomst specifieke bepalingen bevat voor mobiele werknemers die interoperabele grensoverschrijdende diensten verrichten, bijvoorbeeld maximumrijtijden, en het beginsel vastlegt van dagelijkse en wekelijkse rusttijden of arbeidsonderbrekingen langer dan de in Richtlijn 2003/88/EG vastgestelde minimumvereisten, en tevens meer soepelheid biedt dan de richtlijn om naar behoren rekening te houden met de beperkingen van de spoorwegsector; meent derhalve dat de overeenkomst naar behoren in overeenstemming is met de richtlijn;

6.

is verheugd over het feit dat de overeenkomst in de door de sociale partners gesloten vorm en het voorstel van de Commissie voor een richtlijn van de Raad slechts minimumvereisten vastleggen waardoor het de lidstaten en/of de sociale partners vrijstaat om gunstiger bepalingen voor werknemers in het spoorwegvervoer te handhaven of vast te stellen;

7.

beklemtoont de essentiële rol van de sociale partners als het gaat om verbetering van de gezondheid en veiligheidsomstandigheden van werknemers; steunt ten volle de gepaste betrokkenheid van de sociale partners bij onderhandelingen in het kader van de sociale dialoog en de sluiting van overeenkomsten over de arbeidsomstandigheden;

8.

adviseert het voorstel goed te keuren;

9.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de betrokken sociale partners.


P6_TA(2005)0207

Betrekkingen EU-Rusland

Resolutie van het Europees Parlement over de betrekkingen EU-Rusland (2004/2170(INI))

Het Europees Parlement,

gezien de Overeenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Russische Federatie, anderzijds, die op 1 december 1997 in werking is getreden(1),

gezien de doelstelling van de EU en Rusland in de gezamenlijke verklaring na de Top van St. Petersburg van 31 mei 2003, om een gemeenschappelijke economische ruimte op te richten, alsook een gemeenschappelijke ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid, een ruimte van samenwerking op het gebied van externe veiligheid en een ruimte van onderzoek en onderwijs, met inbegrip van de culturele aspecten,

gezien de vele geloofwaardige berichten van Russische en internationale NGO's over het voortduren van ernstige schendingen van de mensenrechten in Tsjetsjenië, alsook gezien de uitspraken van 24 februari 2005 van het Europees Hof voor de rechten van de mens in zes zaken met betrekking tot Tsjetsjenië en gelet op de vele soortgelijke zaken die nog bij deze rechtbank in behandeling zijn,

onder verwijzing naar zijn aanbeveling van 26 februari 2004 aan de Raad over de betrekkingen tussen de EU en Rusland(2) en zijn resolutie van 15 december 2004 over de Topconferentie EU-Rusland te Den Haag van 25 november 2004(3),

gezien zijn resolutie van 13 januari 2005 over de resultaten van de verkiezingen in Oekraïne(4),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 10 maart 2005(5) over Wit-Rusland,

gezien de resultaten van de 15de Top EU-Rusland op 10 mei 2005,

gelet op artikel 45 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie buitenlandse zaken en het advies van de Commissie internationale handel (A6-0135/2005),

A.

overwegende dat de goede nabuurschapsbetrekkingen en de samenwerking tussen de EU en Rusland van groot belang zijn voor de stabiliteit, veiligheid en welvaart over het gehele Europese continent, en dat deze betrekkingen gebaseerd moeten zijn op gemeenschappelijke waarden, met inbegrip van mensenrechten, markteconomie, de rechtsstaat en democratie,

B.

overwegende dat de EU en Rusland grote ambities hebben voor hun partnerschap; verheugd over de vooruitgang die is geboekt op gebieden als de Russische ratificatie van het Protocol van Kyoto, transitverkeer voor personen naar de regio Kaliningrad en de vooruitgang over de voorwaarden van de Russische toetreding tot de WTO;

C.

overwegende dat Rusland het belang van multilateralisme benadrukt en zijn volledige participatie aan de VN, de G-8, en de Raad van Europa als de hoeksteen van zijn buitenlandse politiek ziet,

D.

overwegende dat de democratie in Rusland werd verzwakt, vooral doordat alle belangrijke televisiestations en de meeste radiostations onder regeringscontrole zijn gebracht; door de verspreiding van zelfcensuur bij de geschreven pers, nieuwe beperkingen op het recht om publieke demonstraties te organiseren, een verslechterend klimaat voor NGO's, toegenomen politieke controle op de rechterlijke macht en veranderingen in de wijze van verkiezing van de leden van de doema, waarbij al deze maatregelen bedoeld zijn om de macht van het Kremlin te versterken,

E.

betreurt dat de situatie in Tsjetsjenië nog altijd niet onder controle is en dat zich in Noord-Kaukasus en Moskou verdere terroristische aanslagen hebben voorgedaan; is van mening dat er dringend behoefte bestaat aan een nieuwe aanpak, aan de ontwikkeling waaraan de EU bereid is steun te verlenen;

F.

overwegende dat de EU zich wil verzekeren dat haar uitbreiding niet tot nieuwe scheidslijnen binnen Europa leidt, maar in plaats daarvan helpt om welvaart en ontwikkeling verder te verspreiden; overwegende dat de EU met Rusland een dialoog wil voeren over kwesties met betrekking tot hun gezamenlijke nabuurlanden,

G.

onder volledige erkenning van de enorme inspanningen en offers die de volkeren van de Sovjetunie zich hebben getroost in de strijd tegen het nazi-terreurregime dat in de geschiedenis zonder weerga is, en de bevrijding van vele landen en volkeren in Europa, maar tevens betreurend dat de tirannie van de Sovjetunie vaak moeilijke tijden en offers meebracht voor diverse van deze landen en volkeren, waaronder die van de Baltische staten, en hopend op volledige erkenning van deze feiten door Rusland als grondslag voor een brede verzoening tussen Rusland en alle lidstaten van de EU,

H.

H, overwegende dat een coherente en objectieve aanpak door de EU en de lidstaten een noodzakelijke voorwaarde is voor een solide en doeltreffend beleid ten opzichte van Rusland; overwegende dat begin 2004 belangrijke tekortkomingen in de procedure van de beleidsvorming van de EU met betrekking tot Rusland door de Commissie en de Raad erkend werden en dat er een nieuwe methode werd ingevoerd om hierin meer consistentie te brengen, gebaseerd op een document over belangrijke kwesties, elk met een „te nemen besluit”; overwegende dat dit niet in een toereikende verbetering heeft geresulteerd en dat er een zekere mate van openbare en parlementaire controle moet worden ingevoerd,

Beleidsvorming van de EU en de lidstaten

1.

erkent de betekenis van Rusland als partner voor pragmatische samenwerking waarmee de Unie niet alleen economische en handelsbelangen deelt, maar ook de doelstelling om zowel internationaal als in het gemeenschappelijke nabuurschap op te treden als strategische partners;

2.

erkent Ruslands potentieel als bijzondere strategische partner bij het verzekeren van vrede, stabiliteit en veiligheid en de bestrijding van het internationale terrorisme en gewelddadig extremisme, en bij de aanpak van vraagstukken op het gebied van „zachte veiligheid”, zoals ecologische en nucleaire risico's, drugs-, wapen- en mensenhandel en grensoverschrijdende georganiseerde misdaad in de Europese nabuurschap, in samenwerking met de OVSE en andere internationale fora;

3.

onderstreept de noodzaak van verdere ontwikkeling en uitvoering van een gemeenschappelijke energiestrategie voor Europa, waarbij producenten, distributeurs en consumenten worden betrokken, gericht op de totstandbrenging van een transparant en duurzaam energiesysteem en stimulering van de regionale diversiteit van energievoorziening; stelt vast dat de ontwikkeling van een dergelijke strategie voor de EU en voor Rusland van gemeenschappelijk belang is;

4.

verzoekt de Commissie en de Raad solidariteit en eenheid binnen de EU tussen de oude en nieuwe lidstaten te tonen ingeval Rusland zijn aanpak jegens hen diffenrentieert;

5.

doet een beroep op de Raad om in te stemmen met rapporteringsvereisten en andere regelingen om ervoor te zorgen dat genomen besluiten en andere overeengekomen standpunten door zowel de EU als de afzonderlijke lidstaten altijd worden gerespecteerd in hun contacten met Rusland, zoals dat ook het geval moet zijn bij hun contacten met andere derde landen; dringt er bij de lidstaten op aan in hun bilaterale contacten met Rusland het gemeenschappelijk standpunt te ondersteunen dat door de EU is ingenomen, en daartoe te zorgen voor de nodige transparantie en onderlinge raadpleging;

6.

wijst erop dat in de uitgebreide Unie, en met name in de context van de nieuwe financiële kaders en instrumenten voor externe betrekkingen, de betekenis van regionale samenwerking meer aandacht dient te krijgen en dat in de noordelijke regio's van de EU en de noordwestelijke regio's van Rusland, de Noordelijke Dimensie het kader voor deze regionale samenwerking zou moeten vormen;

Vier gemeenschappelijke ruimtes

7.

sluit zich aan bij het doel om vier ruimtes voor gemeenschappelijk beleid aan te wijzen en voor elk hiervan een routekaart voor te bereiden; dringt erop aan dat deze vier ruimtes als pakket moeten worden beschouwd en dat er meer prioriteit moet worden gehecht aan kwaliteit dan aan snelheid; wijst erop dat er niet alleen behoefte is aan overeengekomen formuleringen, maar ook aan werkelijke convergentie wat betreft belangrijke gevoelige kwesties;

8.

is met name verheugd over het voornemen van de Europese Unie en Rusland om voortaan samen te werken bij de oplossing van regionale conflicten, zoals in Transnistrië, Abchazië, Zuid-Ossetië en Nagorny- Karabach, en onderstreept dat Rusland nu adequaat moet inspelen op de bereidheid van de Europese Unie om ook in het conflict in Tsjetsjenië langs humanitaire en politieke weg bij te dragen tot een stabilisering;

9.

verwacht van de Raad en de Commissie, maar ook van Rusland, dat zij het door de Top gecreëerde momentum aangrijpen en middels concrete maatregelen voortgang boeken in de richting van verwezenlijking van het actieplan; beveelt aan specifieke aandacht te besteden aan de volgende onderwerpen in de vier gemeenschappelijke ruimten:

Gemeenschappelijke economische ruimte: verwelkomt de overeenkomst betreffende versterking van de samenwerking op milieuvlak, verbetering van de samenwerking op het gebied van telecommunicatie, vervoer en energie, maar benadrukt dat verdere vooruitgang nodig is m.b.t. mededinging en dat het investeringsklimaat moet worden verbeterd door middel van meer voorspelbaarheid en rechtszekerheid;

Gemeenschappelijke ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid: benadrukt dat vooruitgang op dit vlak niet beperkt moet blijven tot terugname en visafacilitering, maar ook maatregelen moet omvatten ter versterking van democratie, de rechtstaat en onafhankelijke media; beklemtoont dat mensenrechtenoverleg een vast onderdeel van het partnerschap tussen de EU en Rusland moet uitmaken;

Gemeenschappelijke ruimte voor externe veiligheid: verwacht concrete actie in het verlengde van de hernieuwde belofte betreffende het oplossen van de vastzittende conflicten in de Kaukasus en Transnistrië, en meer dialoog over crisibeheersing en veiligheid;

Gemeenschappelijke ruimte van onderzoek, onderwijs en cultuur: verwelkomt het besluit betreffende de oprichting van het Europees instituut in Moskou in 2006 als een concrete stap in de richting van meer samenwerking op dit gebied;

10.

wijst erop dat de sluiting van een terug- en overnameovereenkomst een voorwaarde vormt voor de ondertekening van het akkoord tussen de EU en Rusland voor een gemakkelijker verlening van visa; is van mening dat de EU zich positief moet opstellen tegenover het Russische doel van een vergemakkelijkte visaregeling met het Schengen-gebied, met als doel op lange termijn de afschaffing van de visumplicht, en dat de EU de daarvoor vereiste voorwaarden moet toelichten in een duidelijk actieplan met concrete maatregelen;

11.

steunt het streven van Rusland om toe te treden tot de WTO en ziet een gemeenschappelijk belang in het ondersteunen van Rusland om een partner te worden in een open, dynamische en gediversifieerde economie; onderstreept de noodzaak om de onafhankelijkheid en transparantie van het rechtsstelsel te versterken teneinde het investeringsklimaat te verbeteren;

12.

merkt op dat het WTO-lidmaatschap een belangrijk signaal zal vormen voor buitenlandse investeerders, waardoor de handelsbetrekkingen kunnen worden versterkt en gediversifieerd;

13.

verzoekt de Commissie de dialoog met de Russische autoriteiten en met de economische partners over handel en economische samenwerking voort te zetten en te versterken, en met name aandacht te besteden aan de technische voorschriften, de standaardisering van douaneprocedures, de liberalisering van de dienstverlening, de afschaffing van monopolies en aan de openstelling van het bancaire stelsel, en om ervoor te zorgen dat Rusland maatregelen treft ter bescherming van intellectuele eigendomsrechten die leiden tot een substantiële terugdringing van de IER-piraterij alvorens Rusland toetreedt tot de WTO;

14.

moedigt de Russische regering aan een systeem toe te passen voor het vaststellen van energieprijzen (gas) dat voldoet aan de WTO-eisen, en een einde te maken aan het beleid van discriminatie op het gebied van spoorwegtarieven dat Russische havens bevoordeelt ten opzichte van niet-Russische havens aan de Oostzee, hetgeen in strijd is met de beginselen van de markteconomie en de handel tussen de Europese Unie en Rusland negatief beïnvloedt;

15.

verzoekt de EU en Rusland sterker te integreren door onmiddellijk na toetreding van Rusland tot de WTO onderhandelingen voor te bereiden en te starten over een vrijhandelszone; ziet de overeenkomst over de vrijhandelszone EU-Rusland als een ambitieuze mijlpaal in de totstandbrenging van de Gemeenschappelijke Economische Ruimte zal vormen die o.a. het vrij verkeer van goederen en diensten, de vrijheid van vestiging, de regels voor openbare aanbestedingen, de compatibiliteit van de regelgeving en andere handelsaspecten omvat;

16.

verwelkomt de lopende onderhandelingen over uitbreiding van de samenwerking tussen het Europese GALILEO-programma en het Russische satellietnavigatiesysteem GLONASS en moedigt beide partijen ertoe aan een overeenkomst te sluiten over de compatibiliteit en het complementaire gebruik van de twee navigatiesystemen;

Democratie, mensenrechten en rechtsstaat in Rusland

17.

spreekt zijn verontrusting uit over de schijnbaar verminderde Russische gehechtheid aan democratie, markteconomie en bescherming van mensenrechten; betreurt de restricties op de vrije en onafhankelijke media; herhaalt zijn kritiek op het gebruik van de rechterlijke macht om politieke doeleinden na te streven; merkt op dat deze ontwikkelingen nadelige gevolgen hebben voor zowel de situatie van de Russische bevolking als de buitenlandse betrekkingen van het land en dat zij, indien hierin geen verandering komt, ook de ontwikkeling van het partnerschap tussen de EU en Rusland zullen bemoeilijken;

18.

is in dit verband van mening dat de Yukos-zaak een fundamentele test vormt voor Ruslands respect voor de rechtsstaat, eigendomsrechten, transparantie en een faire en open markt voor investeerders;

19.

neemt kennis van het regelmatige overleg over mensenrechten en fundamentele vrijheden, met inbegrip van de rechten van tot minderheden behorende personen, dat recentelijk door de EU en Rusland is opgestart; onderstreept in dit verband dat dergelijk overleg moet voldoen aan de EU-richtsnoeren inzake mensenrechtendialogen en dat daarom ook het EP en niet-gouvernementele organisaties bij het proces moeten worden betrokken, zodat de belangrijkste te bespreken punten kunnen worden geïdentificeerd;

20.

benadrukt dat alle staten hun nationale en internationale toezeggingen op het gebied van de rechten van minderheden volledig moeten nakomen; is verontrust over berichten over discriminatie van bepaalde volksgroepen, zoals het Mari-volk;

21.

neemt met verontrusting kennis van uitingen van antisemitisme in Rusland;

Nabuurschap en buitenlands beleid

22.

keurt extern beleid dat is gericht op het creëren van invloedssferen af; benadrukt de noodzaak van een volledige eerbiediging van de soevereiniteit en territoriale integriteit van alle staten, met inbegrip van het recht van elke staat om zijn relaties met andere staten en organisaties op een eigen definitie van zijn belangen te baseren, overeenkomstig de beginselen die zijn vastgelegd in het kader van de VN, de OVSE en de Raad van Europa;

23.

verzoekt Rusland de verspreiding van democratie in zijn buurlanden en de ontwikkeling van nauwere banden met de EU, waaronder lidmaatschap, niet als een bedreiging van zijn positie te beschouwen, maar als een kans om de politieke en economische samenwerking met deze landen te hernieuwen op basis van gelijkheid en wederzijds respect;

24.

dringt er bij Rusland en alle EU-lidstaten op aan hun geheime dossiers over de Tweede Wereldoorlog volledig te openen en beschikbaar te stellen aan historici voor wederzijds onderzoek en vertrouwensvorming;

25.

dringt er bij Rusland op aan de patstelling in de betrekkingen met de OVSE op te lossen door zijn verplichtingen wat betreft de bijdrage tot het OVSE-budget na te komen; stelt vast dat het ontbreken van een budget de OVSE-operaties belemmert, hetgeen resulteert in een impasse in de bevordering van democratisering en veiligheid in Midden- en Oost-Europa; steunt verder uitbreiding van OVSE-activiteiten op het gebied van veiligheid en betreurt dat het gebrek aan steun van Rusland het onmogelijk heeft gemaakt de grenstoezichtmissie in Georgië voort te zetten; betreurt in dit verband het besluit van de Raad dat hiervoor generlei vervangende missie in de plaats komt; steunt tevens verder onderzoek naar mogelijkheden om bevordering door de OVSE van samenwerking in economische en milieukwesties te versterken, zoals door Rusland wordt gevraagd; is evenwel resoluut tegenstander van afzwakking van de verkiezingswaarneming en andere activiteiten met een „menselijke dimensie” van de OVSE, die de concrete uitdrukking vormen van de gemeenschappelijke waarden waarop het partnerschap tussen de EU en Rusland berust;

26.

benadrukt het belang van de oprichting van een gemeenschappelijke ruimte voor externe veiligheid, die na verloop van tijd zou kunnen leiden tot de oprichting van een specifiek forum op hoog niveau voor een Europees-Russische dialoog over veiligheid, preventie en oplossing van conflicten, non-proliferatie en ontwapening; ondersteunt de Russische bijdrage aan onder leiding van de EU uitgevoerde crisismanagementsmissies volgens de voorwaarden vastgesteld door de Europese Raad van Sevilla in juni 2002(6), mits de Russische strijdmachten tonen in staat te zijn zich aan te passen aan de Europese normen en operationele procedures, en meer in het algemeen aan de zich ontwikkelende Europese veiligheids- en defensiecultuur;

27.

onderstreept hoe belangrijk het is voort te gaan op de weg van een vreedzame en politieke oplossing van territoriale en politieke conflicten waarbij delen van de Russische Federatie of een naburige staat zijn betrokken, met inbegrip van conflicten in de Kaukasus-regio en het Transnistrische conflict in Moldavië; dringt er bij Rusland op aan alle vreedzame hervormingsbewegingen in GOS-landen te eerbiedigen en democratische hervormingen in de staten van Centraal-Azië aan te moedigen;

28.

doet een beroep op Rusland om zijn respect voor de territoriale integriteit van Georgië en Moldova te bevestigen en zijn strijdkrachten uit deze staten terug te trekken, zulks in overeenstemming met de toezeggingen die het in OVSE-verband heeft gedaan en de verzoeken die door deze soevereine staten zijn gedaan;

29.

is ervan overtuigd dat succesvolle hervormingen in Oekraïne, in combinatie met de onlangs ingevoerde democratie, de uitgangspositie verbetert voor economische, sociale en morele voordelen zouden bieden voor zowel Rusland als de EU; dringt er bij de Raad en de Commissie op aan om alles in het werk te stellen om te bevorderen dat eenieder hierbij baat zal hebben;

30.

dringt er bij de Raad op aan met Rusland de kwestie Wit-Rusland aan te kaarten, en erop te wijzen dat de democratisering van dit land zowel in het belang is van de EU als van de Russische Federatie en dat er met het oog daarop gezamenlijke actie moet worden genomen;

31.

onderstreept de betekenis van de innoverende grensoverschrijdende component van het voorgestelde Europese nabuurschaps- en partnerschapsinstrument, dat bedoeld is ter vervanging van het TACISprogramma in Rusland en andere landen; onderstreept hoe belangrijk bevordering van grensoverschrijdende economische en sociale banden is en hoe noodzakelijk een aanzienlijke versterking van de EU-maatregelen op dit gebied;

32.

onderstreept het belang van multilateralisme en samenwerking tussen de EU en Rusland bij het ondersteunen van het gezag van de VN en het coördineren van standpunten op het gebied van de hervorming van de VN, met name wat de Veiligheidsraad betreft; onderstreept het belang van Russische steun voor het Internationaal Strafhof en het Kyoto-protocol;

33.

merkth op dat de strijd tegen terrorisme de kwestie van de proliferatie van massavernietigingswapens en de veiligheid van de nucleaire arsenalen bovenaan de agenda van wereldwijde veiligheidsproblemen heeft geplaatst; doet een beroep op Rusland om op wereldschaal, ook in Iran, bij te dragen aan non-proliferatie en ontwapening, met name door af te zien van de ontwikkeling van nieuwe types kernwapens, door veilige manieren van opruiming van nucleair afval en de ononderbroken en geverifieerde ontmanteling van zijn nucleaire arsenaal; roept de Commissie en de Raad op Rusland substantiële technische en materiële steun te bieden om bij de ontmanteling te helpen; dringt er bij de Raad en de lidstaten op aan — in een sfeer van „doeltreffend multilateralisme” en solidariteit en in het kader van de EU-strategie tegen de proliferatie van massavernietigingswapens — nieuwe initiatieven inzake nucleaire ontwapening en de reactivering van de VN-Conferentie over ontwapening te ontwikkelen en te steunen;

34.

erkent het doorslaggevend belang van Rusland bij de totstandbrenging van wellicht uiterst belangrijke doorvoerroutes tussen Europa en Azië, en moedigt de Russische Federatie aan tot nauwe samenwerking bij de ontwikkeling van vervoersinfrastructuur;

35.

roept Rusland op te stoppen met het gebruiken van door de staat gecontroleerde energiebedrijven als een instrument voor het uitoefenen van politieke druk op buurlanden;

Specifieke kwesties in verband met de Oostzeestaten

36.

dringt er opnieuw bij Rusland op aan om het recentelijk gesloten grensakkoord met Estland te ratificeren en het grensakkoord met Letland onverwijld te ondertekenen en te ratificeren; is van oordeel dat een definitieve afbakening van alle grenzen tussen de nieuwe EU-lidstaten en Rusland en de sluiting van een wedertoelatingsovereenkomst voorafgaande voorwaarden zijn voor de ondertekening van een akkoord tussen de EU en Rusland voor een gemakkelijker verlening van visa; is ook van mening dat, zodra Rusland zal hebben voldaan aan alle noodzakelijke voorwaarden die de EU heeft gesteld in een duidelijk actieplan, waarin concrete maatregelen worden genoemd, de EU tegemoet zou kunnen komen aan het Russische doel van een vergemakkelijkte visaregeling met het Schengen-gebied, met als doel op lange termijn de afschaffing van de visumverplichting;

37.

suggereert dat Rusland in zijn sociale zekerheidswetgeving de verwijzing schrapt naar de Baltische Staten als een gebied waar Russische militairen, zelfs nu nog, in gewapende acties kunnen worden ingezet en gekwetst;

Kaliningrad

38.

verwelkomt de vooruitgang die is geboekt bij het oplossen van de problemen op het gebied van doorvoer en het verkeer van personen tussen de verschillende delen van Rusland; onderstreept de noodzaak van sterkere inspanningen van Russische zijde en steun van de EU om de sociale en economische ontwikkeling in de regio Kaliningrad te bevorderen als model voor de toekomstige betrekkingen, waarbij bijzondere aandacht moet worden geschonken aan gezondheidskwesties (zoals de verspreiding van HIV/AIDS) en de bestrijding van corruptie en criminaliteit; beklemtoont de noodzaak van volledige toepassing van het beginsel van vrijheid van scheepvaart in de Baltische Zee, inclusief de Vistula-lagune en Kaliningradskij Zaliv en van vrije doorvaart door Pilava Strait (Baltijskij Proliv);

Tsjetsjenië

39.

veroordeelt de moord op Maschadov, de laatste president van de Republiek Tsjetsjenië met een door het volk verstrekt mandaat; doet een beroep op alle partijen om een einde te maken aan de gewelddadigheden;

40.

is van mening dat het van het grootste belang is om een politieke oplossing te vinden waarbij alle democratisch gezinde componenten van de Tsjestjeense bevolking betrokken worden en die aan alle personen die in Tsjetsjenië verblijven, of daarnaar terugkeren, ondermeer een werkelijk recht op leven, vrijheid en veiligheid waarborgt, waarbij ook de culturele en nationale identiteit en waardigheid van het Tsjetsjeense volk moet worden gerespecteerd; is van mening dat deze oplossing tegelijkertijd de territoriale integriteit van de Russische Federatie moet respecteren en volledig compatibel moet zijn met de handhaving, met rechtmatige en doeltreffende middelen, van de stabiliteit en veiligheid in heel de Noordelijke Kaukasus en het gehele grondgebied van de Russische Federatie;

41.

maakt zich grote zorgen over het voortdurende onvermogen om een oplossing te vinden voor de wetteloosheid in Tsjetsjenië en een einde te maken aan terroristische acties, ook in de strijdkrachten van de federale regering en de lokale regering; (schrapping) dringt erop aan onmiddellijk een einde te maken aan de straffeloosheid en het geweld aan beide zijden en naar een politieke oplossing en respect voor de territoriale integriteit van Rusland te streven;

42.

herinnert aan de aanbevelingen aan de Raad met betrekking tot Tsjetsjenië, die het gedaan heeft in paragraaf 14 van zijn resolutie van 26 februari 2004, waarin ook de noodzaak wordt genoemd om actiever te zoeken naar een oplossing, en de bereidheid van de EU om steun te geven aan een vreedzame en constructieve dialoog; betreurt het dat de Raad geen gevolg heeft gegeven aan deze aanbevelingen, die hun geldigheid hebben behouden, en dringt er bij de Raad op aan om in dit verband maatregelen te nemen;

43.

is ten zeerste bezorgd over het feit dat mensenrechtenactivisten die onderzoek doen naar en berichten over schendingen van de mensenrechten in toenemende mate te maken krijgen met aanvallen op hun vrijheid en veiligheid in de context van het gewapende conflict in Tsjetsjenië; dringt er bij de Russische autoriteiten op aan deze intimidaties te beëindigen; roept in dit verband de Raad op bijzondere aandacht te besteden aan de bescherming van deze personen overeenkomstig de in juni 2004 goedgekeurde EU-richtsnoeren inzake mensenrechtenactivisten en deze kwestie bovenaan de agenda van het overleg inzake mensenrechten tussen de EU en Rusland te plaatsen;

44.

dringt er bij Rusland op aan om toegang tot Tsjetsjenië te verlenen aan de speciale VN-rapporteurs en andere internationale mensenrechtenwaarnemers, onafhankelijke media en internationale humanitaire organisaties, en waar mogelijk alle noodzakelijke voorwaarden te bieden zodat zij hun werk in veiligheid kunnen verrichten;

45.

herhaalt zijn veroordeling van alle terreurdaden; gelooft dat het terrorisme diepgeworteld is in de sociaal-economische situatie van de Noordelijke Kaukasus, zoals door president Poetin na de tragedie van Beslan werd erkend; is bereid om zich, als een van de twee takken van de begrotingsautoriteit, te buigen over voorstellen voor EU-participatie in de wederopbouw en de inspanningen voor vredesopbouw, indien dergelijke inspanningen in de toekomst kunnen worden gelanceerd als onderdeel van een pakket maatregelen voor vrede in Tsjetsjenië, met redelijke garanties dat de steun ook bij de doelgroep aankomt;

Strijd tegen terrorisme

46.

is van oordeel dat internationale samenwerking bij de bestrijding van het terrorisme effectiever moet worden en dat uiteenlopende standpunten ten aanzien van de diepgaande oorzaken van het terrorisme en wie als terrorist moet worden beschouwd belemmeringen vormen voor deze samenwerking;

Milieu en nucleaire veiligheid

47.

dringt aan op meer samenwerking op het gebied van veiligheid op zee, met name wat betreft een verbod op alle enkelwandige tankers die de Russische wateren in de Oostzee en de Zwarte Zee willen binnenvaren; dringt aan op een akkoord tussen het door de Russiche regering gecontroleerde „LUKOIL” en de Litouwse regering over waarborgen voor vergoeding in geval van een milieuramp in het D-6 boorgebied nabij de Curonian Spit, een UNESCO cultureel erfgoed.

48.

dringt er bij Rusland op aan zijn kernreactoren van de eerste generatie geleidelijk buiten werking te stellen en de inspanningen om de veilige verwijdering van kernafval te waarborgen, verder op te voeren; onderstreept hoe belangrijk het is dat Rusland bereid is tot samenwerking binnen het kader van het Northern Dimension Environmental Partnership Support Fund;

49.

herhaalt zijn steun aan de openstelling van de EU-markt voor de uitvoer van Russische stroom, op voorwaarde dat de desbetreffende Russische veiligheidsnormen, met name met betrekking tot kerncentrales en de veilige behandeling en verwijdering van kernafval, worden opgetrokken tot het EU-niveau, zodat het risico van milieudumping wordt vermeden;

50.

verwelkomt de ratificering van het Kyoto-Protocol door de Russische doema in oktober 2004 en hoopt dat de overige grote veroorzakers van CO2-emissies dit voorbeeld volgen; dringt aan op gezamenlijke verkenning door de EU en Rusland van toekomstige strategieën om verdere vermindering van broeikasgassen te bereiken voor de periode na afloop van het protocol in 2012, in de geest van de conclusies van de Europese Raad van voorjaar 2005;

51.

roept de Commissie en de Raad op tot nieuwe inspanningen om een werkelijk gemeenschappelijke strategie voor de betrekkingen met Rusland uit te werken, die rekening houdt met de uitbreiding van de EU in 2004, de vier ruimtes van gemeenschappelijk belang omvat en ingaat op zorgen om ontwikkelingen in Rusland wat betreft democratie en de bescherming van mensenrechten; verzoekt de Raad dit te doen in de geest van de vorige gemeenschappelijke strategie van de Europese Unie ten opzichte van Rusland;

*

* *

52.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, alsmede aan de regeringen en parlementen van de lidstaten en van Rusland.


P6_TA(2005)0208

Bevordering en bescherming van de grondrechten

Resolutie van het Europees Parlement over de bevordering en bescherming van de grondrechten: de rol van nationale en Europese instellingen, met inbegrip van het Bureau voor de grondrechten (2005/2007(INI))

Het Europees Parlement,

gelet op het Grondwettelijk Verdrag dat op 29 oktober 2004 door de staatshoofden en regeringsleiders is ondertekend en waarin als tweede deel het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie is opgenomen,

gelet op de artikelen 6 en 7 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en de artikelen I-2 en I-9 van het Grondwettelijk Verdrag,

gelet op artikel 13 en artikel 192, lid 2 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

gelet op de arresten van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen en het Europees Hof voor de mensenrechten,

gezien de mededeling van de Commissie „Bureau voor de grondrechten — Consultatiedocument” (COM(2004)0693),

gezien het besluit van de vertegenwoordigers van de lidstaten in het kader van de Europese Raad op 12 en 13 december 2003 in Brussel bijeen, waarin de nadruk wordt gelegd op het belang van het verzamelen en analyseren van gegevens op het gebied van de mensenrechten teneinde een Europees beleid op dit gebied vast te stellen, voort te borduren op het bestaande Europees waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat en het mandaat van dit centrum uit te breiden om er een bureau voor de grondrechten van te maken,

gezien het resultaat van het openbaar seminar over de bevordering van het EU-beleid op het gebied van de grondrechten: geen woorden, maar daden of hoe moeten deze rechten worden verwezenlijkt, dat op 25-26 april 2005 werd gehouden op initiatief van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken,

onder verwijzing naar zijn resolutie van 20 april 2004 over de mededeling van de Commissie over artikel 7 van het Verdrag betreffende de Europese Unie: Eerbiediging en bevordering van de waarden waarop de Unie is gegrondvest(1),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 28 april 2005 over het jaarverslag over de mensenrechten in de wereld in 2004 en het beleid van de EU(2),

gelet op artikel 39 en artikel 45 van zijn Reglement

gezien het verslag van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken en de adviezen van de Commissie buitenlandse zaken, de Commissie ontwikkelingssamenwerking en de Commissie constitutionele zaken (A6-0144/2005),

Het grondwettelijk kader van de EU als nieuwe stimulans voor de grondrechten

1.

is van mening dat de doeltreffende bescherming en bevordering van de grondrechten de basis is van de democratie in Europa en een essentiële voorwaarde voor de consolidatie door de Europese Unie van de ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid;

2.

wijst erop dat de opneming van het Handvest van de grondrechten in het Grondwettelijk Verdrag en de toekomstige toetreding van de EU tot het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) fundamentele wijzigingen met zich meebrengen, waardoor de Unie beduidend meer verplichtingen krijgt om ervoor te zorgen dat de grondrechten op alle beleidsterreinen actief worden bevorderd;

3.

is van mening dat de Europese Unie zich steeds vaker als een politieke waardengemeenschap profileert en haar oorspronkelijke, duidelijk op de markt gerichte doelstelling verder verruimt;

4.

is van mening dat verschillende doelstellingen van de Unie zoals de ontwikkeling van de ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid, de bestrijding van discriminatie, de bevordering van transparantie en de waarborging van de gegevensbescherming, al onlosmakelijk verbonden zijn met de bevordering van de grondrechten;

5.

stelt vast dat de grondrechten en de individuele vrijheden na de uitbreiding van de bevoegdheden van de Unie volledig moeten worden verdedigd en geëerbiedigd en dat de nieuwe vormen van terrorisme de behoefte aan waarborging van de collectieve veiligheid verder hebben doen toenemen; is derhalve van mening dat er een evenwicht tussen individuele vrijheden en collectieve veiligheid moet worden gevonden via adequate beleidsmaatregelen ten einde deze twee doelstellingen met elkaar in overeenstemming te brengen;

6.

acht het van essentieel belang dat uitvoering wordt gegeven aan de in de oprichtingsverdragen en de nieuwe Grondwet geproclameerde waarden;

7.

merkt op dat transparantie een democratisch beginsel is dat van fundamenteel belang is voor de betrekkingen tussen de Unie en haar burgers, de rechterlijke en de wetgevende macht in de Gemeenschap, de EU en haar lidstaten en de EU en de Raad van Europa;

8.

stelt vast dat de Unie en de lidstaten de bevoegdheid op het gebied van de mensenrechten delen en dat zij daarom de mensenrechten en fundamentele vrijheden op hun respectieve bevoegdheidsgebieden overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel moeten eerbiedigen, rekening houdend met zijn bovengenoemde resolutie van 20 april 2004; verzoekt de Commissie met klem, alvorens een juridische procedure op gang te brengen, stappen te ondernemen om de nodige samenwerking en assistentie te waarborgen teneinde de lidstaten in staat te stellen eventuele problemen in verband met de uitvoering van het Gemeenschapsrecht en de maatregelen van de Unie uit de weg te ruimen; acht het van essentieel belang dat sprake is van een bijzondere mate van transparantie bij de omzetting van de maatregelen van de Unie op het gebied van de grondrechten;

Naar een EU-beleid op het gebied van de grondrechten

9.

is verheugd over de ondertekening van het Grondwettelijk Verdrag, aangezien dit zorgt voor volledige bevoegdheid van het Hof van Justitie voor de ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid, de toetreding tot het EVMR, de opneming van het Handvest van de grondrechten in het Verdrag en een grootschaliger gebruik van de medebeslissingsprocedure waarmee de rol van het Europees Parlement wordt versterkt;

10.

is van mening dat de verwezenlijking van de grondrechten het doel is van alle Europese beleidsvormen; met het oog hierop moeten de EU-instellingen de grondrechten actief bevorderen en beschermen, en de grondrechten en hun grensoverschrijdende relevantie ten volle in aanmerking nemen bij de opstelling en goedkeuring van wetgeving;

11.

acht het politiek gezien van essentieel belang dat het concept bevordering van de grondrechten wordt ondergebracht bij de doelstellingen die moeten worden verwezenlijkt bij de vereenvoudiging en de reorganisatie van het acquis communautaire en het acquis van de Unie; dringt erop aan dat alle nieuwe beleidsmaatregelen, wetgevingsvoorstellen en programma's vergezeld dienen te gaan van een effectbeoordeling wat betreft de grondrechten en dat een dergelijke beoordeling in de motivering bij het voorstel moet worden vermeld;

12.

is verheugd over de oprichting van een Groep van commissarissen voor grondrechten, anti-discriminatie en gelijke behandeling; verzoekt de Commissie en met name de voor de grondrechten bevoegde commissarissen een alomvattende en samenhangende strategie uit te stippelen om ervoor te zorgen dat de grondrechten op alle beleidsterreinen van de Unie worden geëerbiedigd;

13.

is van mening dat het Hof van Justitie een doorslaggevende rol heeft gespeeld bij de omvorming van de Gemeenschap en de Unie tot een „Gemeenschap” en een rechtsunie, en wel met name dankzij de vruchtbare dialoog tussen nationale en Europese rechters in het kader van de op grond van de verdragen aan het Hof toegekende taak inzake prejudiciële interpretatie; steunt het in het programma van Den Haag opgenomen voorstel van de Europese Raad om de dialoog tussen de hoogste rechtsprekende organen van de lidstaten te versterken, en is van mening dat dergelijke initiatieven niet alleen de uiting zijn van de wil van de hoogste rechtsprekende organen om hun ervaringen te delen, maar ook de aanzet vormen voor een Europese openbare orde die zijn bestaansrecht vindt in de gemeenschappelijke doelstelling om de grondrechten te beschermen;

14.

wijst erop dat de lidstaten en de EU-instellingen in het belang van de wet beschikken over een voorkeursrecht bij het Hof en is van mening dat het Parlement zich langs deze weg kan werpen als de pleitbezorger van de rechten van de burger, wanneer de grondrechten door een handeling van de Unie dreigen te worden aangetast;

15.

betreurt dat de lidstaten zich bij de tenuitvoerlegging van het recht van de Gemeenschap en de Unie steeds terughoudender opstellen bij de wederzijdse erkenning met als argument onvoldoende bescherming van de grondrechten in een bepaalde lidstaat; herinnert in dit verband aan de jurisprudentie van het Hof(3) en verzoekt zowel de autoriteiten van de aangezochte landen om nauwkeurige gegevens te verstrekken om hun terughoudendheid te rechtvaardigen, alsook de autoriteiten van de verzoekende landen om eventueel noodzakelijke opheldering te verschaffen;

Samenwerking met nationale instellingen op het gebied van de mensenrechten en nationale parlementen

16.

stelt vast dat sommige lidstaten nationale instellingen voor de bescherming en bevordering van de grondrechten hebben opgericht waarbij met name wordt verwezen naar: de „beginselen van Parijs” van de Verenigde Naties; verzoekt de andere lidstaten hiertoe stappen te ondernemen en ervoor te zorgen dat de nationale commissies en instituten over voldoende financiële middelen beschikken, onder meer rekening houdend met het feit dat die instellingen tot taak hebben het beleid van de regeringen op het gebied van de mensenrechten te toetsen om tekortkomingen te voorkomen en verbeteringen voor te stellen, aangezien efficiency berust op preventie en niet alleen op het oplossen van problemen;

17.

steunt de totstandbrenging van een voortdurende dialoog over de grondrechten met de nationale parlementen;

18.

is van mening dat het verzamelen van gegevens prioriteit heeft evenals methodologische werkzaamheden om gegevens te kunnen vergelijken en te analyseren; is van mening dat de nationale instellingen op dit punt een sleutelrol moeten spelen;

19.

blijft ervan overtuigd dat de bescherming van de grondrechten des te doeltreffender is naarmate de burgers zelf zich bewust zijn van hun rechten en in staat zijn, alvorens naar de rechter te stappen, bescherming ervan op te eisen, door bevordering van deelname aan de besluitvorming en de tenuitvoerlegging van de besluiten; is van mening dat in dit verband de oprichting van nationale commissies en instituten voor de grondrechten de NGO's enerzijds in staat kan stellen een duidelijker standpunt in te nemen en anderzijds hun verzoeken om actie doeltreffender te richten en als onrechtmatig beschouwde behandelingen jegens hen aan de kaak te stellen; herhaalt zijn standpunt dat de gouvernementele en niet-gouvernementele nationale organisaties beste praktijken op het gebied van de mensenrechten moeten uitwisselen;

20.

is van mening dat de Commissie aandacht dient te besteden aan de herhaalde en voortdurende schendingen van de mensenrechten — met name burgerrechten zoals het actieve en passieve kiesrecht — die zich in sommige lidstaten van de Unie voordoen, en die het onderwerp vormen van rapporten van de commissaris voor de mensenrechten van de Raad van Europa, de heer Alvaro Gil-Robles;

Verbreiding van het beginsel van bescherming van de grondrechten buiten de Unie

21.

is van mening dat het universele en ondeelbare karakter van de grondrechten voor de Europese Unie en de lidstaten aanleiding dient te zijn om de verbreiding van deze rechten te bevorderen in haar betrekkingen met derde landen, niet in de laatste plaats met het oog op de sluiting van associatieovereenkomsten met derde landen, en internationale organisaties zoals de Verenigde Naties, die een hervormingsproces zijn gestart waarin een bijzondere plaats wordt ingeruimd voor de bescherming van de grondrechten; onderstreept dat de Europese Unie als zodanig actief moet deelnemen aan de uitvoering van een dergelijke hervorming door haar externe initiatieven op dit gebied verder te versterken en door bij te dragen aan de eventuele opstelling van een verslag van de Verenigde Naties over deze materie;

22.

stelt voor een interinstitutionele gedragscode op te stellen om het externe optreden van de Unie op het gebied van democratisering en mensenrechten meer samenhang en rechtvaardigheid te verlenen — zoals reeds is goedgekeurd in zijn resolutie van 25 april 2002 over de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement over de rol van de Europese Unie bij de bevordering van de mensenrechten en de democratisering in derde landen(4); is van mening dat deze code dient te gelden voor de betrekkingen tussen de Unie en de meer dan 120 landen waarop thans de democratische clausule van toepassing is, als essentieel onderdeel van allerlei overeenkomsten die hen binden;

23.

verzoekt de Commissie, in combinatie met haar standpunt over het bureau voor de grondrechten, een diepgaande studie te verrichten naar de noodzaak van een soortgelijke structuur (binnen of buiten de Commissie) voor de verstrekking van relevante informatie over mensenrechten en democratievraagstukken in landen die niet door dit bureau worden bestreken;

Samenwerking met internationale mensenrechtenorganisaties

24.

wijst nogmaals op de belangrijke rol van de verschillende toezichtmechanismen en instellingen op het gebied van de mensenrechten van de Raad van Europa; dringt er bij de EU-instellingen en het bureau op aan op deze ervaring voort te borduren, rekening te houden met deze mechanismen door deze op te nemen in een netwerkprocedure en gebruik te maken van de door de Raad van Europa ontwikkelde normen en andere belangrijke resultaten van zijn werkzaamheden; is absoluut van mening dat deze samenwerking niet mag leiden tot een verlaging van de EU-normen;

25.

is van mening dat een functioneel samenwerkingsmodel moet worden uitgewerkt en dat concrete voorstellen moeten worden opgenomen in het komende wetgevingsvoorstel van de Commissie inzake het bureau, waaronder duidelijke omschrijvingen van de bevoegdheden van het bureau en van de verschillende andere agentschappen en een geïnstitutionaliseerde koppeling tussen de Raad van Europa en het toekomstige bureau voor de grondrechten, ten einde dubbel werk te voorkomen, het bureau de nodige middelen te verschaffen en de doeltreffendheid ervan te waarborgen;

Het bureau als operationeel instrument voor het mensenrechtenbeleid van de EU als geheel

26.

wijst erop dat de oprichting van het bureau moet bijdragen tot de verdere versterking van het wederzijds vertrouwen tussen de lidstaten en een waarborg moet bieden voor de voortdurende naleving van de beginselen als bedoeld in de artikelen 6 en 7 van het EU-Verdrag en is van mening dat het bureau alle informatie dient te verstrekken die nodig is voor de ontwikkeling van de wetgevende activiteit, de controlerende rol en het beleid van de EU inzake bewustmaking van de grondrechten;

27.

is van mening dat het bureau dient te beschikken over een sterk mandaat alsook over de bevoegdheid tot het volgen van de ontwikkeling van de tenuitvoerlegging van het Handvest van de grondrechten in de Europese Unie en de toetredende landen; onderstreept dat het bureau ook derde landen dient te bestrijken wanneer deze betrokken zijn bij mensenrechtenkwesties die de Unie aangaan, bijvoorbeeld in gevallen waarin het vermoeden bestaat van schending van de democratieclausule;

28.

is van mening dat het bureau voor de grondrechten onder de EU-agentschappen een speciale status dient te krijgen; is ervan overtuigd dat het bureau meer legitimiteit krijgt wanneer zijn bestuursorganen door het Europees Parlement worden benoemd, verantwoording dienen af te leggen aan het Europees Parlement en verslag moeten uitbrengen aan de bevoegde parlementaire commissies; is ervan overtuigd dat onafhankelijkheid en geloofwaardigheid van het bureau een eerste vereiste is voor de goede wisselwerking tussen het bureau en de Europese instellingen;

29.

acht het van essentieel belang dat het bureau beschouwd wordt als een in alle opzichten volledig onafhankelijk orgaan; onderstreept dan ook dat het moet beschikken over voldoende personeel en begrotingsmiddelen om zijn ambitieuze mandaat te kunnen vervullen, en dat het personeel kwalitatief hoogstaand, wetenschappelijk ervaren en van onberispelijke integriteit en persoonlijke geloofwaardigheid moet zijn;

30.

is van mening dat de belangrijkste organen van het bureau moeten bestaan uit onafhankelijke en hoogaangeschreven deskundigen (eventueel leden van constitutionele hoven) uit de lidstaten en hoge vertegenwoordigers van de EU-instellingen, de Raad van Europa en internationale NGO's; is van mening dat het hoofd een uitstekende staat van dienst op het gebied van de mensenrechten dient te hebben en door het Europees Parlement dient te worden benoemd;

31.

is van mening dat de meeste aanbevelingen die in de onderhavige resolutie zijn opgenomen, zoals die welke zijn opgenomen in de volgende paragrafen:

11: effectbeoordeling van alle wetgevings- en strategische initiatieven van de EU, met als voorbeeld de op 27 april 2005 door de Commissie vastgestelde benadering van de effectbeoordeling,

13: bevordering van dialoog en samenwerking tussen de hoogste rechtsprekende organen,

16, 18 en 19: steun voor instellingen van de lidstaten op het gebied van de grondrechten en commissies „gelijkheid” op grond van Richtlijn 2000/43/EG, voorzover het gaat om gegevensverzameling,

17: oprichting van een permanent forum met nationale parlementen over grondrechtenvraagstukken en totstandbrenging van de EU als ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid,

23: financiering van een studie naar de externe factoren die van invloed kunnen zijn op het EU-beleid voor wat betreft de mensenrechten en de mogelijke raadgevende rol van een Europees grondrechtenbureau,

24 en 25: gestructureerde operationele samenwerking en synergie met de Raad van Europa,

49: informatie- en communicatiestrategie van de EU-instellingen voorzover het EU-beleid de grondrechten aangaat,

26, 27, 28, 32, 39, 40, 41, 42, 43, 44, 45, 46, 47, 48, 50: als mogelijke verwijzing naar de taken en het mandaat van het toekomstige bureau,

29, 30, 34, 35, 36, 38: de bestuursorganen en de organisatiestructuur van het toekomstige bureau,

ervoor moeten zorgen dat informatie wordt verzameld, geanalyseerd en verwerkt met het oog op de beoordeling van het effect van de maatregelen ter bescherming van de grondrechten wanneer de Gemeenschap en de Unie hun bevoegdheden uitoefenen; zij zijn overigens ook gericht op de verbetering van de organisatie van de bestuurlijke en wetgevende procedures en vinden hun juridische rechtvaardiging met name in de maatregelen op het gebied van de bestrijding van discriminatie (artikel 13 van het EG-Verdrag), het vrij verkeer (artikel 18 EG), asiel (artikel 63 EG), justitiële samenwerking in burgerlijke zaken (artikel 65 EG), gegevensbescherming (artikel 286 EG) en transparantie (artikel 255 EG);

32.

is in dit verband van mening dat juist het besluit waarin de taak inzake het verzamelen van informatie wordt gedefinieerd de rechtsgrondslag kan vormen voor de oprichting van het bureau voor de grondrechten waarvan de taak een aanvulling vormt op die van de instellingen op de gebieden die in de onderhavige resolutie worden behandeld, en dat dienovereenkomstig de medebeslissingsprocedure waarbij het Parlement betrokken is en de Raad met gekwalificeerde meerheid besluit, van toepassing moet zijn;

33.

verzoekt de Commissie overeenkomstig artikel 192 van het EG-Verdrag een wetgevingsvoorstel in te dienen op basis van de hierboven gegeven aanwijzingen; het voorstel dient met name te verwijzen naar de beleidsterreinen waarvoor het Parlement medewetgever is; rekening houdend met de jurisprudentie van het Hof van Justitie in zaken met veelvoudige rechtsgrondslagen dient de belangrijkste (en niet-exclusieve) rechtsgrondslag artikel 13 van het EG-Verdrag te zijn dat door het voorkomen van discriminatie dient ter bescherming van de menselijke waardigheid, sleutelelement van elk beleid op het gebied van de grondrechten; laat het aan de Commissie over te beoordelen of een maatregel die onder de derde pijler valt en verwijst naar het communautaire besluit noodzakelijk is naargelang de initiatieven die verband houden met de justitiële en politiële samenwerking in strafzaken;

34.

is van mening dat het bureau dient te opereren als een paraplu-organisatie voor alle mensenrechtenvraagstukken ter voorkoming van uiteenlopende structuren die hetzelfde werk doen;

35.

is van mening dat het bureau moet worden opgezet met een veelgelaagde structuur („netwerk van netwerken”), een gespecialiseerd orgaan met horizontale bevoegdheden, waarin elk van de lagen een rol moet spelen en moet bijdragen tot de ontwikkeling van een grondrechtencultuur in de Unie; is van mening dat het bureau alle relevante informatie, analyses en ervaringen moet verzamelen die beschikbaar zijn bij Europese en nationale instellingen, nationale parlementen, regeringen en mensenrechtenorganisaties, Hooggerechtshoven/Constitutionele Hoven, NGO's en bestaande netwerken zoals het netwerk van onafhankelijke deskundigen op het gebied van de grondrechten, met name de expertise van het Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat (EUMC) en het Europees Informatienet inzake racisme en vreemdelingenhaat RAXEN;

36.

is van mening dat bestaande Europese en nationale instellingen op het gebied van de mensenrechten deel moeten uitmaken van het „netwerk van netwerken”, dat het bureau een instrument is om te zorgen voor de kwaliteit en de samenhang van het EU-beleid op het gebied van de mensenrechten en dat daartoe een overzicht moet worden opgesteld van Europese en nationale instellingen en netwerken;

37.

ziet dit kader als een mogelijkheid de bestaande organen, instrumenten en procedures via de oprichting van een bureau voor de mensenrechten op doeltreffende wijze onderling te koppelen;

38.

is van mening dat, alvorens nieuwe organisaties ter bescherming van de grondrechten op te richten, de consolidatie van de bestaande organisaties moet worden onderzocht alsook de mogelijkheid om deze samen te voegen ten einde de werking ervan te verbeteren; dringt er derhalve op aan dat het toekomstige genderinstituut een onderdeel vormt van het bureau voor de grondrechten, wordt beschouwd als „netwerk van netwerken”, onder zijn eigen naam opereert en, omwille van een rationele, kosteneffectieve en consistente aanpak bij het oprichten van nieuwe organen voor de grondrechten op dezelfde plaats wordt gevestigd;

39.

stelt voor dat het bureau wordt opgedeeld in verschillende aandachtsgebieden van het Handvest van de grondrechten — als aanvulling op de taak van het EUMC om racisme en vreemdelingenhaat te bestrijden — waaronder de vrijheid van meningsuiting, vergadering en vereniging en gedachte, het recht om op gelijke voorwaarden deel te nemen aan de verkiezingen, het recht op onderwijs en vrijheid, solidariteit en sociale rechten, de rechten van het kind, gelijkheid van mannen en vrouwen, geweld tegen vrouwen, mensenhandel, burgerrechten en justitie, het asielrecht, het Roma-vraagstuk en de rechten van minderheden en de eerbiediging van de culturele, godsdienstige en taalkundige diversiteit; als op een bepaald gebied reeds een instituut voor de gehele Unie bestaat, worden op dit gebied de taken van het bureau door dit speciale instituut vervuld dat dan een integrerend bestanddeel van het bureau wordt;

40.

merkt op dat de bescherming van nationale minderheden in een uitgebreide EU een belangrijk vraagstuk is en niet simpelweg kan worden bereikt via bestrijding van vreemdelingenhaat en discriminatie; wijst erop dat dit ingewikkelde probleem ook vanuit andere invalshoeken moet worden aangepakt en dat het vraagstuk van de etnische en nationale minderheden een van de specifieke taken van het bureau dient te zijn;

41.

is van mening dat bij het opzetten van dit nieuwe instrument speciaal aandacht moet worden besteed aan de drie hoofdtaken die een dergelijke instelling moet vervullen (bevordering van de grondrechten, toezicht op de waarborging van de grondrechten en bevordering van de bewustwording van de belangrijkste spelers, met name de lidstaten, de EU-instellingen en de burgers) ten einde tegemoet te komen aan de strategische behoeften van een gemeenschappelijke ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid;

42.

is van mening dat het bureau ter vervulling van zijn drie belangrijkste taken via zijn netwerken gegevens moet verzamelen en deze moet analyseren en de bevoegdheid moet krijgen om adviezen uit te brengen en aanbevelingen te doen aan het Parlement, de Raad en de Commissie;

43.

is van mening dat het toekomstige bureau als onderdeel van zijn taak om de grondrechten te beschermen de beleidsvorming op het gebied van de mensenrechten op twee manieren proactief dient te steunen, nl. door na te gaan waar verbeteringen van de wetgeving het meest nodig zijn en door toezicht te houden op de tenuitvoerlegging en handhaving van de wetgeving;

44.

is van mening dat het bureau als onderdeel van zijn werkzaamheden ter bescherming van de grondrechten een aan het Europees Parlement, de Raad en de Commissie toe te zenden jaarverslag moet indienen over de situatie met betrekking tot de rechten die onder zijn werkterrein vallen; is verder van mening dat het bureau, zonder over juridische bevoegdheden te beschikken, in de eerste plaats rechtstreeks verantwoording moet afleggen aan het Europees Parlement, op basis waarvan het Europees Parlement conclusies kan trekken en aanbevelingen kan uitbrengen, alsmede aan de Raad;

45.

is van mening dat het toezicht van het bureau toegevoegde waarde heeft aangezien het een horizontale visie biedt op de bescherming en bevordering van de grondrechten, om welke reden alle in het Handvest van de grondrechten opgenomen rechten en de desbetreffende bepalingen van het eerste deel van het Grondwettelijk Verdrag moeten worden bestreken; is van mening dat het jaarlijks werkprogramma van het bureau op thematische onderwerpen gericht moet kunnen zijn;

46.

benadrukt dat er geen sprake van is dat de weg wordt geëffend voor een orgaan dat gelijkwaardig is aan het Hof voor de rechten van de mens van de EU; beseft dat de behandeling van individuele schendingen van de mensenrechten iets heel anders is dan het uitoefenen van controle op een politiek systeem of de wetsinstrumenten daarvan die mogelijk niet voldoen aan de algemeen erkende normen op het gebied van de mensenrechten;

47.

is van mening dat het bureau een adviserende rol moet vervullen met betrekking tot de bepalingen van artikel 6 en artikel 7 van het VEU, de werkzaamheden van het Parlement en de Raad moet steunen en gebruik moet maken van de via zijn netwerken verkregen informatie, kennis en ervaring;

48.

is van mening dat het bureau concrete stappen dient te nemen om de beste manieren te vinden om de mensen in de Europese Unie bewust te maken van de grondrechten waarover zij beschikken en een grondrechtencultuur in de Unie te creëren die vervolgens over de grenzen van de Unie heen met succes als een van haar basiswaarden kan worden uitgedragen;

49.

is van mening dat een verbeterde informatie — en communicatiestrategie noodzakelijk is om de doelstellingen inzake bevordering van de grondrechten en bewustmaking van grondrechtenvraagstukken te verwezenlijken (en daarmee een cultuur van eerbiediging van de grondrechten te creëren); is van mening dat de opneming van een vak in de onderwijscurricula van de lidstaten dat zowel de grondrechten als de door de internationale gemeenschap erkende mensenrechten behandelt, kan bijdragen tot de verwezenlijking van deze doelstellingen;

50.

is van mening dat deze concrete maatregelen door het bureau georganiseerde opleidingsacties dienen te omvatten ten behoeve van degenen die werkzaam zijn op het gebied van de mensenrechten in Europa, ongeacht of het gaat om vertegenwoordigers van de burgermaatschappij of om beroepsorganisaties;

51.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Europese Raad, de Raad en de Commissie, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de nationale mensenrechtenorganisaties, de Raad van Europa, de OVSE en de VN.


P6_TA(2005)0209

Globale richtsnoeren van het economisch beleid

Resolutie van het Europees Parlement over de aanbeveling van de Commissie betreffende de globale richtsnoeren voor het economisch beleid van de lidstaten en de Gemeenschap in het kader van de geïntegreerde richtsnoeren voor groei en werkgelegenheid (2005-2008) (COM(2005)0141 — 2005/2017(INI))

Het Europees Parlement,

gezien de aanbeveling van de Commissie (COM(2005)0141),

gelet op artikel 99, lid 2 van het EG-Verdrag,

gezien de economische vooruitzichten van de Commissie van het voorjaar van 2005 voor de eurozone en de Europese Unie (2005-2006),

gezien de conclusies van het voorzitterschap van de Europese Raad van Lissabon van 23-24 maart 2000, Göteborg van 15-16 juni 2001 en Barcelona van 15-16 maart 2002,

gezien de conclusies van het voorzitterschap van de Europese Raad van Brussel van 20-21 maart 2003, 16-17 oktober 2003, 25-26 maart 2004, 4-5 november 2004 en 22-23 maart 2005,

onder verwijzing naar zijn resolutie van 22 februari 2005 over de toestand van de Europese economie — voorbereidend verslag over de globale richtsnoeren voor het economisch beleid(1),

gelet op artikel 107 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie economische en monetaire zaken (A6-0150/2005),

A.

overwegende dat de groei in de eurozone en in de EU-25 niet op duurzame wijze zijn potentiële niveau weet te bereiken en te gering blijft, vooral in de belangrijkste vier economieën van de eurozone; dat de gezinsconsumptie achterblijft en de economische vooruitzichten voor 2005 en 2006 onbevredigend zijn, waardoor het werkloosheidspercentage hoog blijft en slechts langzaam zal afnemen; dat, ondanks de laagste rentestand sinds de tweede wereldoorlog, de investeringsneiging gering blijft;

B.

overwegende dat de structurele hervormingen van de producten-, de energie- en de arbeidsmarkt, alsmede van de belastingstelsels en de tenuitvoerlegging van de interne markt, niet in alle lidstaten met de nodige zorg zijn verwezenlijkt en dat de hervormingen op Gemeenschapsniveau slechts traag vorderen;

C.

overwegende dat het groei- en stabiliteitspact heeft bijgedragen aan de instandhouding van een laag inflatieniveau en ongekend lage rentetarieven;

D.

overwegende dat de globale mededinging steeds groter wordt en de Europese Unie achterblijft bij de groeipercentages in vele andere delen van de wereld en haar marktaandeel op derde markten bedreigd wordt; voorts overwegende dat de gemiddelde economische groei in de Unie achterblijft bij die in de VS. en in enkele belangrijke Aziatische economieën;

E.

E overwegende dat in het kader van de strategie van Lissabon de inzet van alle bestaande instrumenten is vereist, waaronder met name de globale richtsnoeren voor het economisch beleid (GREB), het zevende kaderprogramma van de EU op onderzoeksterrein (2007-2013), het kaderprogramma op het terrein van mededinging en innovatie (2007-2013) en de heroriëntatie van de uitgaven op posten die de groei en de werkgelegenheid bevorderen in het kader van de financiële vooruitzichten 2007-2013;

F.

overwegende dat het proces van Lissabon past in de duurzame ontwikkelingsstrategie van de EU en dat de milieudimensie een integrerend onderdeel moet vormen van de Europese strategie voor het herstel van de werkgelegenheid;

G.

overwegende dat de Unie is uitgegroeid tot een geheel van 455 miljoen vrouwen en mannen uit 25 zeer heterogene landen; dat er aanzienlijke economische en sociale verschillen bestaan tussen de lidstaten onderling maar ook binnen elke lidstaat afzonderlijk, dat de groei in een aantal lidstaten aanmerkelijk hoger is dan in andere en dat te algemene richtsnoeren het risico inhouden dat zij niet inspelen op de uiteenlopende problemen,

H.

overwegende dat de economische groei geen doel op zich is maar deel uitmaakt van een geïntegreerde aanpak die gericht is op het welzijn en de bestaanskwaliteit van de burger; overwegende dat het streven naar een duurzame groei gebaseerd moet zijn op een sociaal, werkgelegenheids-, milieu- en begrotingsbeleid, gelet op de verantwoordelijkheden ten aanzien van toekomstige generaties en met inachtneming van de onderscheiden omstandigheden in de lidstaten;

I.

overwegende dat werkloosheid het grootste sociale onrecht is, dat de sociale samenhang alleen kan worden vergroot door groei in alle delen van de Unie, waardoor een hoog niveau van sociale bescherming wordt bereikt, overeenkomstig de in het Verdrag vastgelegde doelstellingen,

J.

overwegende dat groei alleen kan worden bewerkstelligd door het verwerven van een sterkere concurrentiepositie en meer investeringen; overwegende dat de Unie af te rekenen heeft met een aanzienlijke achterstand op het vlak van onderzoek en ontwikkeling, innovatie en het investeren in de oprichting van nieuwe bedrijven, ten opzichte van haar belangrijkste concurrenten,

1.

spreekt zijn tevredenheid uit over het feit dat de GREB en de richtsnoeren voor de werkgelegenheid die zich richten op groei en werkgelegenheid maar tevens het evenwicht willen bewaren van de drie pijlers van de Lissabon-strategie overeenkomstig de conclusies van de Europese Raad van Brussel van 22 en 23 maart 2005, als één geheel zijn ingediend, als uitdrukking van de complementariteit tussen het economische en het sociale beleid, en van de wil om voort te gaan op de weg van de vereenvoudiging en de betere begrijpelijkheid van het macro-economische kader dat voor de Unie is uitgestippeld; steunt de vastberadenheid van de Commissie en de Raad zich in hogere mate te concentreren op groei en werkgelegenheid door middel van een groter concurrentievermogen, de verwezenlijking van de interne markt ook in de dienstensector en de consolidatie van de meest efficiënte overheidsdiensten en derhalve door de versterking van de binnenlandse vraag;

2.

betreurt dat de milieudimensie niet meer aandacht krijgt in de aanbevelingen van de Commissie voor het herstel van groei en werkgelegenheid; wijst erop dat naleving van milieueisen bevorderlijk is voor de totstandkoming van een dynamische en effectieve, toekomstgerichte economie die de burgers een hoog niveau van bestaanskwaliteit biedt;

3.

onderstreept dat er in een samenleving waar de bevolking steeds verder vergrijst en verstedelijkt, meer banen moeten worden gecreëerd in de sectoren persoonlijke en maatschappelijke dienstverlening; wijst op het belang van diversificatie en grotere concurrentie in een sector waarin burgers belang hebben bij het hoogst mogelijke niveau van dienstverlening en een brede keuzemogelijkheid, waarbij een dergelijk streven ook kansen biedt voor ondernemerschap van zowel vrouwen als mannen in een sector waarin momenteel meer vrouwen dan mannen werkzaam zijn;

4.

betreurt het te algemene karakter van de geïntegreerde richtsnoeren, die onvoldoende rekening houden met de verschillen tussen de lidstaten; steunt het voornemen van de Commissie om een mededeling op te stellen die een overzicht biedt van de meest dringende uitdagingen van iedere lidstaat, met name op het terrein van structurele hervormingen en investeringen en voor een snellere uitwisseling van geavanceerde kennis bij het opstellen van economisch beleid;

5.

wijst erop dat voor een gezond macro-economisch klimaat een adequate wisselwerking vereist is tussen onderling goed afgestemde begrotingsstrategieën enerzijds en een onafhankelijk monetair beleid anderzijds, waarbij de beoogde prijsstabiliteit wordt gehandhaafd en gestreefd wordt naar de verwezenlijking van de in het Verdrag neergelegde algemene doelstellingen van de Unie, teneinde een hogere levensstandaard te bereiken en de doelstellingen op het stuk van duurzame ontwikkeling te kunnen realiseren; roept de lidstaten op structurele hervormingen ten uitvoer te leggen die de investeringen bevorderen en derhalve ten volle te profiteren van de door de ECB gewaarborgde lage rentetarieven en de door het herziene stabiliteitspact geboden manoeuvreerruimte te benutten om de economische groei in Europa op een hoger kwalitatief niveau te brengen, wat de kansen voor en de behoefte aan de uitbreiding van de handel in alle sectoren en de noodzaak van de voltooiing van de interne markt nog eens onderstreept;

6.

wijst op de aantrekkingskracht van het Europese model en de vooraanstaande rol van de Unie en haar lidstaten in de wereldhandel en anderzijds het methodologisch betwistbare discours over de dalende tendens van de arbeidsproductiviteit; en voorts op de behoefte aan een arbeidsmarkt die openstaat voor alle burgers en flexibel genoeg is om burgers te helpen bij het vinden van werk en werkwillige ouderen niet dwingt hun baan op te geven;

7.

onderstreept dat het economisch beleid in die zin moet worden geherstructureerd dat het zich meer gaat richten op factoren die verband houden met de productiviteitsgroei, zoals modernisering van de economie, modernisering van knowhow en welzijnsvoorzieningen, modernisering van het institutioneel apparaat zodat het beter is opgewassen tegen de verantwoordelijkheden die recente uitbreiding met zich meebrengt, vervulling van de eisen die een moderne economie stelt en het weerstaan van deflatoire druk vanuit de derde wereld;

8.

onderstreept dat de toename van de arbeidsproductiviteit, inspanningen tot versterking van het concurrentievermogen, investeringen en groei een absolute voorwaarde zijn voor hogere lonen en een rechtvaardiger verdeling van de vruchten van de groei, de werkgelegenheid en de sociale cohesie; beklemtoont dat een dergelijke ontwikkeling het bedrijfsleven moet aansporen haar maatschappelijke verantwoordelijkheid te dragen;

9.

is van mening dat voor een sterkere, duurzame groei in Europa een gelijktijdig, gecoördineerd optreden van alle lidstaten nodig is, hetgeen o.a. betekent de voltooiing van de interne markt, een hoger investeringsniveau en innoverende arbeidsmarkthervormingen;

10.

betreurt dat het Parlement zich binnen een dermate kort tijdsbestek moet uitspreken over de globale richtsnoeren, en dringt erop aan dat tegen de in juni 2005 te houden Europese Raad duidelijker voorwaarden voor interinstitutionele samenwerking met betrekking tot de globale richtsnoeren worden vastgesteld, opdat een dergelijke situatie zich niet meer opnieuw voordoet, en dat daarbij tevens rekening wordt gehouden met de gevolgen van de herziening van de strategie van Lissabon;

11.

verzoekt de Raad onderstaande wijzigingen in aanmerking te nemen:

AANBEVELING VAN DE COMMISSIE,

WIJZIGINGEN VAN HET PARLEMENT

Wijziging 1

Deel A, hoofdstuk A.1, alinea 4

Richtsnoer. Om te zorgen voor economische stabiliteit moeten de lidstaten ervoor zorgen dat zijn hun begrotingsdoelstellingen op de middellange termijn gedurende de hele conjunctuurcyclus handhaven; zolang deze doelstelling nog niet is gehaald moeten zij alle noodzakelijke corrigerende maatregelen nemen in overeenstemming met het Stabiliteits- en groeipact. Om dit te bereiken dienen lidstaten zich te onthouden van een procyclisch begrotingsbeleid. Lidstaten die een tekort op hun lopende rekening hebben dat onhoudbaar zou kunnen worden, moeten deze situatie corrigeren door middel van structurele hervormingen om hun externe concurrentievermogen te verbeteren en tevens bij te dragen tot het corrigeren van de situatie aan de hand van het fiscale beleid. (Richtsnoer nr. 1).

Richtsnoer. Om te zorgen voor economische stabiliteit en om een eigen economisch en sociaal model te ontwikkelen dat het concurrentievoordeel dat hun culturele diversiteit en hun intellectuele kapitaal hen biedt, omzet in innovatiegerichte productiviteitsgroei, moeten de lidstaten ervoor zorgen dat zij hun begrotingsdoelstellingen op de middellange termijn gedurende de hele conjunctuurcyclus handhaven; zolang deze doelstelling nog niet is gehaald moeten zij alle noodzakelijke corrigerende maatregelen nemen in overeenstemming met het Stabiliteits- en groeipact. Om dit te bereiken dienen lidstaten zich te onthouden van een procyclisch begrotingsbeleid. Lidstaten die een tekort op hun lopende rekening hebben dat onhoudbaar zou kunnen worden, moeten deze situatie corrigeren door middel van structurele hervormingen om hun externe concurrentievermogen te verbeteren en tevens bij te dragen tot het corrigeren van de situatie aan de hand van het fiscale beleid, met name door gebruik te maken van de vruchten van de groei. Om de economische groei te stimuleren, moeten de lidstaten hun overheidsuitgaven heroriënteren naar begrotingsrubrieken die de doelstellingen van de Lissabon-strategie ondersteunen, en meer in het bijzonder naar investeringen die gericht zijn op de ontwikkeling van menselijk kapitaal, kennis, innovatie en infrastructuur. (Richtsnoer nr. 1).

Wijziging 2

Deel A, hoofdstuk A.1, alinea 7

Richtsnoer. Om een duurzame economische ontwikkeling te waarborgen moeten de lidstaten, met het oog op de verwachte kosten van de vergrijzing, in een bevredigend tempo tot schuldreductie komen om de overheidsfinanciën te versterken, de pensioen- en gezondheidszorgstelsels hervormen om deze financieel levensvatbaar te maken zonder afbreuk te doen aan hun sociale adequaatheid en hun toegankelijkheid, en maatregelen treffen om de participatiegraad en het arbeidsaanbod te vergroten (Richtsnoer nr. 2). Zie ook Richtsnoer nr. 17: „Een benadering van werk die rekening houdt met alle levensfasen”.

Richtsnoer. Om een duurzame economische ontwikkeling als fundament voor een aanvaardbaar werkgelegenheidsniveau te waarborgen, moeten de lidstaten, met het oog op de verwachte kosten van de vergrijzing en gelet op de fase in de conjunctuurcyclus waarin zij zich bevinden, in een bevredigend tempo tot schuldreductie komen om de overheidsfinanciën te versterken, de belastingstelsels te hervormen onder andere door lastenvermindering voor laagbetaalden, de pensioen- en gezondheidszorgstelsels verder te hervormen om deze financieel levensvatbaar te maken zonder afbreuk te doen aan hun sociale aanvaardbaarheid en hun toegankelijkheid, maatregelen te nemen waardoor de verantwoordelijkheid van de burger voor de pensioenstelsels, de participatiegraad en de kwaliteit van het arbeidsaanbod toeneemt (Richtsnoer nr. 2). Zie ook Richtsnoer nr. 17: „Een benadering van werk die rekening houdt met alle levensfasen”.

Wijziging 3

Deel A, hoofdstuk A.1, alinea 9

Richtsnoer. Om een efficiënte allocatie van productiemiddelen te bevorderen moeten de lidstaten, zonder afbreuk te doen aan de richtsnoeren betreffende economische stabiliteit en duurzaamheid, de samenstelling van de overheidsuitgaven afstemmen op categorieën van uitgaven die resulteren in meer groei, fiscale structuren zodanig aanpassen dat het groeipotentieel wordt versterkt en de mechanismen invoeren die nodig zijn voor het beoordelen van de relatie tussen overheidsuitgaven en het verwezenlijken van beleidsdoelstellingen, alsook toezien op de algemene samenhang van pakketten van hervormingsmaatregelen (Richtsnoer nr. 3).

Richtsnoer. Om een efficiënte allocatie van productiemiddelen te bevorderen moeten de lidstaten, zonder afbreuk te doen aan de richtsnoeren betreffende economische stabiliteit en duurzaamheid, de samenstelling van de overheidsuitgaven afstemmen op categorieën van uitgaven die resulteren in meer groei en het scheppen van banen en fiscale structuren zodanig aanpassen dat potentiële groei en particuliere investeringen worden bevorderd, met name door het creëren van een fiscaal model dat gunstig is voor kleine en middelgrote bedrijven en prikkels biedt om werkgelegenheid te creëren; tevens moeten de lidstaten samenwerken bij het bestrijden van belastingontduiking; bovendien moeten zij de mechanismen invoeren die nodig zijn voor het beoordelen van de relatie tussen overheidsuitgaven en het verwezenlijken van beleidsdoelstellingen, alsook toezien op de algemene samenhang van pakketten van hervormingsmaatregelen (Richtsnoer nr. 3).

Wijziging 4

Deel A, hoofdstuk A.1, alinea 11

Richtsnoer. Om de samenhang tussen het macro-economisch en het structuurbeleid te vergroten moeten de lidstaten hervormingen doorvoeren die het macro-economisch kader ondersteunen door de flexibiliteit, de mobiliteit en het aanpassingsvermogen te vergroten ten overstaan van de globalisering, de technologische vooruitgang en conjunctuurschommelingen. (Richtsnoer nr. 4). Zie ook Richtsnoer nr. 20: „Flexibiliteit bevorderen zonder afbreuk te doen aan werkzekerheid en de segmentering van de arbeidsmarkt verminderen”.

Richtsnoer. Om de samenhang tussen het macro-economisch en het structuurbeleid te vergroten moeten de lidstaten hervormingen doorvoeren die het macro-economisch kader ondersteunen door de handhaving van strenge fiscale procedures, het stimuleren van investeringen en ondernemingszin, en het verder verbeteren van de aanpasbaarheid, de mobiliteit, de creativiteit en het aanpassingsvermogen om zich in te stellen op de eisen van de globalisering, de technologische vooruitgang en conjunctuurschommelingen. Daarnaast moet er speciale aandacht worden besteed aan de flexibiliteit en veiligheid van de arbeidsmarkt. (Richtsnoer nr. 4). Zie ook Richtsnoer nr. 20: „Flexibiliteit bevorderen zonder afbreuk te doen aan werkzekerheid en de segmentering van de arbeidsmarkt verminderen”.

Wijziging 5

Deel A, hoofdstuk A.1, alinea 14

Richtsnoer. Om te zorgen dat de loonontwikkelingen bijdragen tot macro-economische stabiliteit en groei en het aanpassingvermogen van de economie vergroten, moeten de lidstaten erop toezien dat stijgingen van de nominale lonen en de arbeidskosten in overeenstemming zijn met de prijsstabiliteit en de trendmatige ontwikkeling van de productiviteit op de middellange termijn, daarbij rekening houdend met verschillen in vaardigheden en de situatie op de plaatselijke arbeidsmarkt. (Richtsnoer nr. 5). Zie ook Richtsnoer nr. 21: „Zorgen dat de lonen en andere arbeidskosten zich ontwikkelen op een wijze die bevorderlijk is voor de werkgelegenheid”.

Richtsnoer. Om te zorgen dat de loonontwikkelingen bijdragen tot macro-economische stabiliteit, groei en werkgelegenheid en het aanpassingvermogen van de economie vergroten, moeten de lidstaten en de sociale partners erop toezien dat stijgingen van de nominale lonen en de arbeidskosten in overeenstemming zijn met de prijsstabiliteit en de trendmatige ontwikkeling van de productiviteit op de middellange termijn, daarbij rekening houdend met verschillen in vaardigheden en de situatie op de plaatselijke arbeidsmarkt; de voltooiing van de interne markt, arbeidsmartkhervormingen en een grotere verantwoordelijkheid van de sociale partners voor een lage werkloosheid door door gedecentraliseerde loononderhandelingen, zijn van doorslaggevend belang voor loonsverhogingen en de vermindering van inkomensverschillen, die verenigbaar moeten blijven met de productiviteit en het concurrentievermogen. (Richtsnoer nr. 5). Zie ook Richtsnoer nr. 21: „Zorgen dat de lonen en andere arbeidskosten zich ontwikkelen op een wijze die bevorderlijk is voor de werkgelegenheid”.

Wijziging 6

Deel A, hoofdstuk A.2, alinea 6

Richtsnoer. Om bij te dragen tot de dynamiek en de goede werking van de EMU, moeten de lidstaten van het eurogebied bijzondere aandacht besteden aan de begrotingsdiscipline. De lidstaten die hun begrotingsdoelstelling voor de middellange termijn nog niet hebben bereikt, moeten een jaarlijkse verbetering nastreven van hun voor conjunctuurschommelingen gecorrigeerde begrotingstekort zonder eenmalige of andere tijdelijke maatregelen van 0,5% van het BBP als referentiewaarde. In tijden van voorspoed moet daarbij de aanpassingsinspanning worden opgevoerd. Voorts moeten zij doorgaan met structurele hervormingen die het concurrentievermogen van het eurogebied en de economische aanpassing aan asymmetrische schokken verbetert, en moeten zij ervoor zorgen dat de invloed van het eurogebied op het mondiale economische systeem in verhouding staat tot zijn economische gewicht (Richtlijn nr. 6).

Richtsnoer. Om bij te dragen tot de dynamiek en de goede werking van de EMU, moeten de lidstaten van het eurogebied bijzondere aandacht besteden aan de begrotingsdiscipline, teneinde hun economisch en budgettair beleid beter te coördineren, in eerste instantie door synchronisatie van hun begrotingspolitiek; de lidstaten die hun begrotingsdoelstelling voor de middellange termijn nog niet hebben bereikt, moeten een jaarlijkse verbetering nastreven van hun voor conjunctuurschommelingen gecorrigeerde begrotingstekort zonder eenmalige of andere tijdelijke maatregelen van 0,5% van het BBP als referentiewaarde. In tijden van voorspoed moet daarbij de aanpassingsinspanning worden opgevoerd, met dien verstande dat voortaan bij de vaststelling van het aanpassingstraject voor de middellange termijn rekening moet worden gehouden met eventuele structuurhervormingen en dat voor landen die deze doelstelling reeds hebben bereikt tijdelijke afwijkingen zullen worden toegestaan; voorts moeten zij doorgaan met structurele hervormingen die het concurrentievermogen van het eurogebied verbeteren, onder andere door te investeren in innovatie en het industriebeleid en in onderwijs en beroepsopleiding en de economische aanpassing aan asymmetrische schokken verbeteren. De lidstaten moeten tevens de hervorming van het groei- en stabiliteitspact voltooien en toezien op de strikte naleving daarvan, teneinde het vertrouwen te herstellen, Voorts zijn zij verantwoordelijk voor de externe vertegenwoordiging van het eurogebied overeenkomstig de op de Europese Raad van Wenen van 11/12 december 1998 aangegane verbintenissen, opdat de steeds belangrijkere rol van de euro in het mondiale economische systeem in verhouding staat tot zijn economische gewicht. In de nieuwe lidstaten moet nominale convergentie gepaard gaan met reële convergentie. (Richtlijn nr. 6).

Wijziging 7

Deel B, hoofdstuk B.1, alinea 4

Richtsnoer. Om de interne markt uit te breiden en te verdiepen, moeten de lidstaten de omzetting van de internemarktrichtlijnen bespoedigen, prioriteit verlenen aan strengere en efficiëntere handhaving van de internemarktwetgeving, de integratie van de financiële markten versnellen, fiscale belemmeringen voor grensoverschrijdende activiteiten wegnemen, en de Europese regelgeving betreffende de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten daadwerkelijk toepassen. (Richtsnoer nr. 7).

Richtsnoer. Om de interne markt uit te breiden en te verdiepen, moeten de lidstaten de omzetting van de internemarktrichtlijnen bespoedigen, prioriteit verlenen aan strengere en efficiëntere handhaving van de internemarktwetgeving, de integratie van de financiële markten versnellen, bureaucratische en fiscale belemmeringen voor grensoverschrijdende activiteiten wegnemen door voortzetting van de onderhandelingen over harmonisatie van de grondslag voor de belastingen, en de Europese regelgeving betreffende de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten daadwerkelijk toepassen. (Richtsnoer nr. 7).

Wijziging 8

Deel B, hoofdstuk B.1, alinea 9

Richtsnoer. Om te zorgen voor open en concurrerende markten moeten de lidstaten prioriteit verlenen aan het wegnemen van wettelijke en andere belemmeringen voor de mededinging in belangrijke sectoren, het mededingingsbeleid beter handhaven, ervoor zorgen dat de mededingings- en regelgevende autoriteiten de markt selectief controleren teneinde belemmeringen voor mededinging en markttoegang op te sporen en weg te nemen, staatssteun die de mededinging verstoort afbouwen en de overblijvende staatssteun toewijzen aan bepaalde horizontale doelstellingen, zoals onderzoek en innovatie en de optimalisering van menselijk kapitaal. De lidstaten moeten ook de goedgekeurde maatregelen om de netwerkindustrieën voor mededinging open te stellen, volledig ten uitvoer leggen om te zorgen voor werkelijke mededinging op Europese geïntegreerde markten, terwijl zij tezelfdertijd de verlening van hoogwaardige diensten van algemeen economisch belang garanderen. (Richtsnoer nr. 8).

Richtsnoer. Om te zorgen voor open en concurrerende markten moeten de lidstaten prioriteit verlenen aan het wegnemen van wettelijke en andere belemmeringen voor de mededinging in belangrijke sectoren, het mededingingsbeleid beter handhaven, ervoor zorgen dat de mededingings- en regelgevende autoriteiten de markt selectief controleren teneinde belemmeringen voor mededinging en markttoegang, die de belangen van de consumenten schaden, op te sporen en weg te nemen, staatssteun die de mededinging op de interne markt verstoort afschaffen en de overblijvende staatssteun toewijzen aan bepaalde horizontale doelstellingen, zoals onderzoek en innovatie en de optimalisering van menselijk kapitaal. De lidstaten moeten ook de goedgekeurde maatregelen om de netwerkindustrieën voor mededinging open te stellen, volledig ten uitvoer leggen om te zorgen voor werkelijke mededinging op Europese geïntegreerde markten, terwijl zij tezelfdertijd de verlening van hoogwaardige diensten van algemeen economisch belang garanderen. (Richtsnoer nr. 8).

Wijziging 9

Deel B, hoofdstuk B.1, alinea 14

Richtsnoer. Om het bedrijfsklimaat aantrekkelijker te maken, moeten de lidstaten de kwaliteit van hun regelgevingskader verbeteren door de economische, sociale en milieueffecten daarvan systematisch en streng te beoordelen en rekening te houden met de eruit voortvloeiende administratieve kosten. Voorts moeten de lidstaten een brede raadpleging houden over de kosten en baten van hun wetgevingsinitiatieven, in het bijzonder wanneer verschillende beleidsdoelstellingen met elkaar moeten worden verzoend. (Richtsnoer nr. 9).

Richtsnoer. Om het bedrijfsklimaat aantrekkelijker te maken en het particulier initiatief aan te moedigen, moeten de lidstaten de kwaliteit van hun regelgevingskader verbeteren door de economische, sociale en milieueffecten daarvan systematisch en streng te beoordelen en rekening te houden met de eruit voortvloeiende administratieve kosten. Voorts moeten de lidstaten een brede raadpleging houden over de kosten en baten in termen van groei en werkgelegenheid van hun wetgevingsinitiatieven, in het bijzonder wanneer verschillende beleidsdoelstellingen met elkaar moeten worden verzoend. (Richtsnoer nr. 9).

Wijziging 10

Deel B, hoofdstuk B.1, alinea 16

Richtsnoer. Om het ondernemerschap te bevorderen en het klimaat voor het MKB te verbeteren, moeten de lidstaten de toegang tot financiering verbeteren, belastingregelingen aanpassen, het innovatief potentieel van het MKB versterken en relevante informatie en ondersteunende diensten verstrekken om de oprichting en de groei van beginnende ondernemingen te stimuleren in overeenstemming met het Europees Handvest voor kleine ondernemingen. Voorts moeten de lidstaten ondernemerschap aan bod laten komen in onderwijs en opleiding (zie het overeenkomstige werkgelegenheidsrichtsnoer). De lidstaten moeten ook de eigendomsoverdracht vergemakkelijken, hun faillissementswetgeving herzien en hun regelgeving in verband met reddings- en herstructureringsoperaties verbeteren. (Richtsnoer nr. 10).

Richtsnoer. Om het ondernemerschap te bevorderen en het klimaat voor het MKB te verbeteren, moeten de lidstaten de toegang tot financiering, met name tot risicokapitaal en microkrediet verbeteren, belastingregelingen hervormen en aanpassen, investeringen bevorderen, om te beginnen door de harmonisatie van de belastinggrondslag, het innovatief potentieel van het MKB versterken en relevante informatie en ondersteunende diensten verstrekken om de oprichting en de groei van beginnende ondernemingen te stimuleren in overeenstemming met het Europees Handvest voor kleine ondernemingen. Voorts moeten de lidstaten ondernemerschap aan bod laten komen in onderwijs en opleiding (zie het overeenkomstige werkgelegenheidsrichtsnoer), de bereidheid om risico te lopen bevorderen en maatregelen nemen om stigmatisering van jonge ondernemers die nog niet volledig zijn geslaagd tegen te gaan en om hen in staat te stellen gemakkelijker een nieuwe start te maken. De lidstaten moeten ook de eigendomsoverdracht vergemakkelijken, hun faillissementswetgeving herzien, hun regelgeving in verband met reddings- en herstructureringsoperaties en die betreffende ondernemingsbestuur en bestuurdersaansprakelijkheid verbeteren. (Richtsnoer nr. 10).

Wijziging 11

Deel B, hoofdstuk B.2, alinea 4

Richtsnoer: Om investeringen in O&O te verhogen en te verbeteren moeten de lidstaten verdere maatregelen treffen om O&O door ondernemingen te stimuleren: betere kadervoorwaarden die ervoor zorgen dat de ondernemingen in een klimaat werken dat voldoende mededinging toelaat, meer en efficiëntere overheidsuitgaven voor O&O, versterking van de expertisecentra, beter gebruik van de ondersteuningsmechanismen, zoals belastingverlichting voor O & O-uitgaven, voldoende instroom van gekwalificeerde onderzoekers door meer jongeren aan te trekken in wetenschappelijke, technische en ingenieursrichtingen en verbetering van de loopbaan en de transnationale en intersectorale mobiliteit van onderzoekers. (Richtsnoer nr. 12). Zie ook Richtsnoer nr. 22 „De investeringen in menselijk kapitaal uitbreiden en verbeteren”.

Richtsnoer: Om investeringen in O&O te verhogen en te verbeteren moeten de lidstaten verdere maatregelen treffen om O&O door ondernemingen te stimuleren: betere kadervoorwaarden die ervoor zorgen dat de ondernemingen in een klimaat werken dat voldoende mededinging toelaat, meer en efficiëntere overheidsuitgaven voor O&O, ontwikkeling van de publiek-private partnerschappen, versterking van de expertisecentra, beter gebruik van de ondersteuningsmechanismen, zoals belastingverlichting voor O & O-uitgaven, voldoende instroom van gekwalificeerde onderzoekers door meer jongeren aan te trekken in wetenschappelijke, technische en ingenieursrichtingen en verbetering van de loopbaan en de transnationale en intersectorale mobiliteit van onderzoekers, met name van Europese onderzoekers die Europa verlaten hebben. De lidstaten moeten de band tussen wetenschap, onderzoek en innovatie versterken en overheidsfinanciering voor kenniscentra waarborgen en de concurrentie en de rivaliteit op onderzoeksgebied versterken. Voorts moeten zij een grotere inspanning leveren om de toekomstgerichte wetenschappen, zoals de informatiemaatschappij, de preventieve gezondheidszorg en de biotechnologie, te bevorderen door ervoor te zorgen dat objectievere informatie wordt verstrekt over de voordelen en de risico's van meer controversieel onderzoek, zoals naar GGM's en embryonale stamcellen. (Richtsnoer nr. 12). Zie ook Richtsnoer nr. 22 „De investeringen in menselijk kapitaal uitbreiden en verbeteren”.

Wijziging 12

Deel B, hoofdstuk B.2, alinea 7

Richtsnoer. Om innovatie en verbreiding van ICT te vergemakkelijken moeten de lidstaten inspanningen leveren voor het verbeteren van de diensten die innovatie ondersteunen, zoals technologieoverdracht, oprichting van innovatiecentra en -netwerken waarin universiteiten en ondernemingen worden samen-gebracht het aanmoedigen van kennisoverdracht door middel van rechtstreekse buitenlandse investeringen, betere toegang tot financiering en duidelijk afgebakende en betaalbare intellectueleeigendomsrechten. Zij moeten de invoering van ICT en de daarmee gepaard gaande veranderingen in de arbeidsorganisatie in de economie vergemakkelijken. (Richtsnoer nr. 13).

Richtsnoer. Om innovatie en verbreiding van ICT te vergemakkelijken moeten de lidstaten inspanningen leveren voor het verbeteren van de diensten die innovatie ondersteunen, zoals technologieoverdracht, oprichting van innovatiecentra en -netwerken waarin universiteiten en ondernemingen worden samengebracht, door de instelling van startercentra te faciliteren, het aanmoedigen van kennisoverdracht door middel van rechtstreekse buitenlandse investeringen, betere toegang tot financiering en duidelijk afgebakende en betaalbare intellectuele-eigendomsrechten. Zij moeten de invoering van ICT en de daarmee gepaard gaande veranderingen in de arbeidsorganisatie in de economie vergemakkelijken. (Richtsnoer nr. 13).

Wijziging 13

Deel B, hoofdstuk B.2, alinea 9

Richtsnoer. Om een duurzaam gebruik van hulpbronnen aan te moedigen en de synergieën tussen milieubescherming en groei te versterken moeten de lidstaten prioriteit verlenen aan de internalisering van externe milieukosten, de verbetering van de energie-efficiëntie en de ontwikkeling van milieuvriendelijke technologieën. De tenuitvoerlegging van deze prioriteiten moet in overeenstemming zijn met bestaande Europese afspraken en met de acties en instrumenten die zijn voorgesteld in het actieplan inzake milieutechnologieën (ETAP). Ook moet dit gebeuren aan de hand van marktconforme instrumenten, risicokapitaal en financiering van O&O, en door in bestekken van overheidsopdrachten ecologische verplichtingen op te nemen en de afschaffing van subsidies die schadelijk zijn voor het milieu, onverminderd andere beleidsinstrumenten. (Richtsnoer nr. 14).

Richtsnoer. Om een duurzaam gebruik van hulpbronnen aan te moedigen en de synergieën tussen milieubescherming en groei te versterken moeten de lidstaten prioriteit verlenen aan de internalisering van externe milieukosten met name op de gebieden energie, vervoer en landbouw, de verbetering van de energie- efficiëntie en de ontwikkeling van milieuvriendelijke technologieën. Voorts moeten de lidstaten ter bevordering van groei en werkgelegenheid een actiever milieubeleid gaan voeren door op het gebied van milieutechnologie en milieu-innovatie actieplannen te ontwikkelen en met name investeringen om te voldoen aan de Kyoto-doelstellingen, zoals het efficiënte gebruik van traditionele vormen van energie, met name die welke geen bedreiging vormen voor de doelstellingen van het Protocol van Kyoto. De tenuitvoerlegging van deze prioriteiten moet in overeenstemming zijn met bestaande Europese afspraken en met de acties en instrumenten die zijn voorgesteld in het actieplan inzake milieutechnologieën (ETAP). Ook moet dit gebeuren aan de hand van marktconforme instrumenten, risicokapitaal en financiering van O&O, en door in bestekken van overheidsopdrachten ecologische verplichtingen op te nemen en de afschaffing van subsidies die schadelijk zijn voor het milieu, onverminderd andere beleidsinstrumenten. (Richtsnoer nr. 14).

Wijziging 14

Deel B, hoofdstuk B.2, alinea 11

Richtsnoer. Om bij te dragen tot een stevige industriële basis in Europa moeten de lidstaten zich inspannen voor de ontwikkeling van nieuwe technologieën en markten. Dit veronderstelt in het bijzonder dat zij zich verbinden tot de oprichting en de tenuitvoerlegging van gezamenlijke Europese initiatieven op het gebied van technologie, tot de sluiting van publiek-private partnerschappen die de echte tekortkomingen van de markt aanpakken, en tot de oprichting en de ontwikkeling van regionale of plaatselijke bedrijfsclusters. (Richtsnoer nr. 15).

Richtsnoer. Om bij te dragen tot een stevige industriële basis in Europa moeten de lidstaten zich inspannen voor de ontwikkeling van nieuwe technologieën en markten, ook buiten Europa, zodat de globalisering niet een gevaar vormt maar een nieuwe kans betekent voor de grootste exporteur van de wereld, en daarnaast moeten zij een communicatiestrategie uitwerken die ten doel heeft het gevoel van onzekerheid bij de burgers ten aanzien van globalisering, openstelling van markten en concurrentie weg te nemen. Dit veronderstelt in het bijzonder dat zij zich verbinden tot de oprichting en de tenuitvoerlegging van gezamenlijke Europese initiatieven op het gebied van technologie, tot de sluiting van publiek-private partnerschappen die de echte tekortkomingen van de markt aanpakken, en tot de oprichting en de ontwikkeling van regionale of plaatselijke bedrijfsclusters. (Richtsnoer nr. 15).

12.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, alsmede aan de regeringen en parlementen van de lidstaten.


P6_TA(2005)0210

Sociale agenda (2006-2010)

Resolutie van het Europees Parlement over de sociale agenda voor de periode 2006-2010 (2004/2191(INI))

Het Europees Parlement,

gezien de mededeling van de Commissie (COM(2005)0033),

gezien het Europees Sociaal Handvest,

onder verwijzing naar het Verslag van de Groep op hoog niveau van mei 2004 over de toekomst van het sociaal beleid in een uitgebreide Europese Unie,

onder verwijzing naar zijn resolutie van 3 september 2003 over het scorebord voor de uitvoering van de agenda voor het sociaal beleid(1),

gezien het werkdocument van de Commissie van 18 mei 2004 over de sociale situatie in de Europese Unie (SEC(2004)0636),

gezien de mededeling van Commissievoorzitter Barroso met instemming van vice-voorzitter Verheugen aan de Europese voorjaarsraad „Samen werken aan werkgelegenheid en groei. Een nieuwe start voor de Lissabonstrategie” van 2 februari 2005 (COM(2005)0024),

gezien het Verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa,

gezien het Groenboek „Demografische veranderingen: naar een nieuwe solidariteit tussen de generaties” 1 (COM(2005)0094),

gelet op artikel 45 van het Reglement,

gelet op het verslag van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken en het advies van de Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid (A6-0142/2005),

A.

overwegende dat voor het bereiken van de Lissabondoelstellingen inzake meer en kwalitatief betere banen en sociale samenhang, het Europees sociaal model moet worden gemoderniseerd en versterkt om beter het hoofd te bieden aan de gewijzigde demografische opbouw van de bevolking en aan de eisen die een in technologische zin veranderde samenleving aan kennis en vaardigheden stelt,

B.

overwegende dat het voor de sociale samenhang tussen burgers in de Europese Unie van groot belang is dat eenieder die kan werken, kans heeft op een baan met een adequaat loon en arbeidsomstandigheden die een evenwicht tussen werk en gezin mogelijk maken, en dat degenen die niet beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt een adequaat inkomen hebben dat hen tegen armoede beschermt,

C.

overwegende dat de ontwikkeling en bevordering van het Europees menselijk en sociaal kapitaal niet alleen van wezenlijk belang zijn voor de opbouw van een kennis-economie, maar ook een sleutelelement zijn voor sociale integratie en aanpassing aan structurele veranderingen op de arbeidsmarkt,

D.

overwegende dat KMO's in de gehele Unie aanzienlijk bijdragen tot groei en werkgelegenheid, aangezien zij voor werk voor een groot aantal werknemers zorgen; overwegende dat bijzondere nadruk ligt op het scheppen van werkgelegenheid door de oprichting van bedrijven en in het algemeen door KMO's; overwegende dat de lidstaten derhalve met name ondernemingsgeest, innovatie en een ondernemingsvriendelijke omgeving moeten bevorderen,

E.

overwegende dat de activiteitsgraad in Europa omhoog moet en er meer inspanningen en concrete, toekomstgerichte maatregelen vereist zijn om vrouwen, jongeren, mensen met een handicap, oudere werknemers, langdurig werklozen, ongeschoolde arbeiders en mensen uit minderheidsgroepen te helpen een arbeidsplaats te vinden die overeenkomt met hun vaardigheden,

F.

overwegende dat de arbeidsmobiliteit in Europa te gering is waardoor het beschikbare arbeidspotentieel onvoldoende wordt benut,

G.

overwegende dat ondanks de voortrekkersrol van Europa op het gebied van gelijke behandeling en antidiscriminatie, er nog steeds aanzienlijke problemen zijn, zoals de soms moeizame toegang van vrouwen tot de arbeidsmarkt, de verschillen in salariëring, de verschillen in kansen ter zake van opleidingen, carrièreperspectieven en promotie, de moeizame combinatie van beroeps- en gezinsleven en de geringe betrokkenheid van de vrouw bij het besluitvormingsproces in de samenleving,

H.

overwegende dat armoede krachtig moet worden bestreden,

I.

overwegende dat sociaal beleid een centrale factor is om sociale cohesie en toegang tot de grondrechten te kunnen garanderen; een centrale factor is voor economische groei in de Europese Unie,

J.

overwegende dat het combineren van beroeps- en gezinsleven een realiteit moet worden, die mannen en vrouwen in de gelegenheid stelt actief aan het arbeidsproces deel te nemen, vooruitgang in hun loopbaan te boeken en tegelijkertijd een harmonieus en vruchtbaar gezinsleven te leiden,

K.

overwegende dat bedrijven, gelet op de verantwoordelijkheid die zij op sociaal gebied dragen, hun werknemers de best mogelijke omstandigheden op het gebied van opleiding moeten garanderen:

in de periode van de praktische basisopleiding,

in het kader van de beroepsopleiding,

bij de erkenning en waardering van de opgedane beroepservaring;

voorts overwegende dat, ten einde deze doelstellingen te bereiken, alle grote bedrijven op het gebied van opleiding en verbetering van vaardigheden plannen moeten opstellen en evaluaties moeten uitvoeren, in overleg met de sociale partners enerzijds en de instanties die de attesten van beroepsbekwaamheid afgeven anderzijds,

Algemene opmerkingen

1.

is van mening dat de Commissie een goede analyse geeft van de problemen en taken waarvoor Europa staat bij het behoud en versterken van het unieke Europees sociaal model; benadrukt dat de afzonderlijke lidstaten grote verantwoordelijkheid dragen, aangezien zij de bestaande regelgeving moeten uitvoeren en toepassen en hervormingen moeten doorvoeren ten einde de Lissabondoelstellingen te verwezenlijken; neemt aan over de praktische maatregelen die de Commissie en de op dit gebied actieve interdepartementale groep zullen voorstellen, te worden geraadpleegd;

2.

betreurt dat door de algemeenheid van de voorstellen en/of het ontbreken van concrete initiatieven in de sociale agenda, het realiseren van de ambitieuze Lissabonstrategie niet zo voortvarend wordt aangepakt als elders wordt aangekondigd; verwijst in dit verband naar de strategische doelstellingen van de Unie: „Een hernieuw groei-elan is van vitaal belang voor de welvaart, kan de de volledige werkgelegenheid herstellen en vormt de grondslag van sociale rechtvaardigheid en kansen voor iedereen. Groei is ook vitaal voor de plaats van Europa in de wereld en het vermogen van Europa om de nodige middelen te mobiliseren om een groot aantal uiteenlopende mondiale uitdagingen aan te gaan”(2);

3.

benadrukt dat de afzonderlijke lidstaten grote verantwoordelijkheid dragen, aangezien zij de bestaande regelgeving moeten uitvoeren en toepassen en hervormingen moeten doorvoeren ten einde de Lissabondoelstellingen te verwezenlijken;

4.

is van oordeel dat de Europese sociale agenda moet bijdragen tot de naleving van de grondrechten vervat in het Verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa; stelt derhalve voor dat de agenda in een jaarlijkse toetsing voorziet van de waarborging van de sociale grondrechten door de Unie;

5.

verzoekt de Raad en de Commissie om op basis van deze sociale agenda een echte agenda voor het sociaal beleid uit te werken die voortbouwt op de agenda voor het sociaal beleid 2000-2005, met concrete beleidsvoorstellen, een tijdschema en een concrete procedure (scoreboard) voor toezicht op de tenuitvoerlegging ervan; verzoekt de Commissie de sociale agenda meer inhoud te geven aan de hand van de thematische voorstellen in deze resolutie;

6.

is verheugd over het feit dat de Commissie zich ertoe verplicht de sociale dimensie van de mondialisering te versterken en neemt aan over de praktische maatregelen die de Commissie en de op dit gebied actieve interdepartementale groep zullen voorstellen, te worden geraadpleegd;

7.

is van oordeel dat de integratie van de verschillende communautaire programma's in het Progressprogramma er niet toe mag leiden dat de zichtbaarheid en de financiële middelen voor de actieprogramma's uit de 5 betrokken domeinen worden teruggeschroefd; wenst dat alle betrokken actoren uit het maatschappelijk middenveld bij het toezicht op de tenuitvoerlegging van de verschillende programma-onderdelen worden betrokken;

8.

neemt kennis van het voornemen van de Commissie in verband met een mededeling over de sociale diensten van algemeen belang; dringt er in dit verband op aan deze diensten uit te sluiten van de verplichting tot notificatie in het kader van het beleid inzake staatssteun en dringt aan op een voorstel voor een kaderrichtlijn betreffende diensten van algemeen belang ten einde de beginselen en financiering van deze gemeenschapsdiensten te waarborgen;

9.

is van mening dat er behoefte is aan omvattende en gedetailleerde statistieken en analyses en dat een adequaat systeem van sociale overheidssteun moet worden ingesteld, in het kader waarvan informatie wordt verstrekt over arbeidskansen, desbetreffende gezondheidsdiensten en psychologische begeleiding; onderstreept de toegevoegde waarde van een partnerschap tussen de overheid, de sociale partners en het maatschappelijk middenveld; wijst op de ruimere betekenis van „best governance”; wijst erop dat jaarlijkse bijeenkomsten van belang zijn voor de follow-up en evaluatie van de sociale agenda; is evenwel van oordeel dat er in het uitgebreide Europa een permanente en goed gedefinieerde netwerkstrategie moet zijn; constateert dat het blijkbaar niet in de bedoeling ligt om verantwoordelijkheden en bevoegdheden over de Gemeenschap, de lidstaten en de NGO's te verdelen;

10.

hekelt het feit dat de plaatselijke economie en de KMO's niet worden genoemd als sleutelfactoren voor economische ontwikkeling en werkgelegenheid, alhoewel zij meer dan 90 % van de bedrijfsactiviteiten in de Europese economie voor hun rekening nemen; merkt op dat het scheppen van nieuwe banen kan worden bevorderd door steun aan KMO's en het creëren van gunstige voorwaarden, speciale programma's en premies voor nieuwe arbeidsplaatsen;

11.

dringt erop aan dat het voornemen om voor elke Europese maatregel de sociale impact en de impact op de werkgelegenheid te bekijken, vergezeld gaat van een concreet instrument om dit voornemen te realiseren en van maatregelen voor evaluatie en nauwkeurig toezicht;

Demografie en toegang tot het arbeidsproces

12.

is van mening dat de huidige demografische evolutie de arbeidsmarkt en de sociale zekerheid onder druk zetten; onderstreept dat er dringend behoefte is aan positieve maatregelen ter verbetering van de positie van oudere werknemers, aan adequate beleidsantwoorden die deze trend niet alleen zullen keren, maar ook nieuwe mogelijkheden zullen scheppen, aan grotere flexibiliteit in de keuze van pensioen- en uittredingsregelingen en aan positieve stimulansen om het aantal actieve arbeidsjaren te vergroten; is van oordeel dat in het kader van de coördinatie van de pensioenen een breed debat op gang moet worden gebracht over het recht van eenieder op een menswaardig pensioen, inclusief werknemers met atypische arbeidsvormen of mensen uit risicogroepen;

13.

is verheugd over het feit dat het groenboek over demografische verandering een nuttige bijdrage levert aan de analyse van de diverse uitdagingen waarmee de Europese Unie te maken krijgt en is van mening dat het Parlement aan de algemene reflectie over de gevolgen van de demografische inkrimping moet bijdragen en voorstellen moet formuleren ten aanzien van passende beleidsinstrumenten die de EU en de lidstaten kunnen gebruiken om dit aan te pakken;

14.

stelt vast dat bepaalde groeperingen in de samenleving nog steeds gediscrimineerd worden in hun rechten op hoogwaardige arbeid; dringt aan op concrete voorstellen om met name vrouwen, oudere burgers, jongeren, gehandicapten en mensen uit minderheidsgroepen gericht te ondersteunen bij hun integratie in het arbeidsproces en in de gelegenheid te stellen deel te nemen aan werkgelegenheids- en socialesolidariteitsprogramma's;

15.

wenst dat de strijd tegen discriminatie, met name als gevolg van het behoren tot een bepaalde minderheid, wordt opgevoerd en dat de lidstaten worden aangemoedigd informatie over de beste praktijken uit te wisselen; dringt erop aan dat bijzondere aandacht wordt besteed aan de bevordering van het doorsneegezin op Europees en nationaal niveau;

Meer en betere banen

16.

acht het noodzakelijk dat concrete maatregelen worden genomen om in overleg met de sociale partners en op basis van een dialoog met gespecialiseerde organen uit de openbare en/of particuliere sector programma's op te zetten die onderwijs en vakopleiding promoten en levenslang leren daadwerkelijk realiseren, ten einde de benutting van kennis en de informatiemaatschappij te verbeteren, overeenkomstig de behoeften van de arbeidsmarkt;

17.

wenst dat multilaterale projecten ter verbetering van de nationale onderwijs- en opleidingssystemen worden ondersteund en ook Europese onderwijs- en opleidingsprojecten, in het kader waarvan toegang tot onderwijs en beroepsopleiding als sociaal grondrecht wordt beschouwd, worden bevorderd; is van oordeel dat levenslang leren en levenslange opleiding gericht moeten zijn op convergentie en erkenning van beroepskwalificaties op Europees niveau en neemt aan dat het bedrijfsleven zich in het kader van de op sociaal vlak op hem rustende verantwoording in overleg met de bevoegde instanties zal inzetten voor beroepsopleiding en bijscholing;

18.

verzoekt de Commissie om met betrekking tot de nieuwe strategie voor de periode 2007-2012 inzake de gezondheid en de veiligheid op de werkplek, de oorzaken en de gevolgen van ongevallen op de werkplek doelmatiger aan te pakken; verzoekt in dit kader om:

herziening van Richtlijn 92/85/EEG van de Raad van 19 oktober 1992 inzake de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid op het werk van werkneemsters tijdens de zwangerschap, na de bevalling en tijdens de lactatie(3),

herziening van Richtlijn 2004/37/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico's van blootstelling aan carcinogene of mutagene agentia op het werk (gecodificeerde versie van Richtlijn 90/394/EEG)(4),

uitbreiding van het toepassingsgebied van Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk(5), met maatregelen tegen pesten op het werk en om zelfstandigen, uitzendkrachten, telewerkers en thuiswerkers op te nemen;

een ontwerprichtlijn met betrekking tot aandoeningen van het musculo-skeletaal stelsel op de werkplek, die aandacht besteedt aan de problematiek van repetitieve arbeid;

19.

acht het van essentieel belang dat de lidstaten het klimaat voor het opstarten van KMO's en het ondersteunen van reeds bestaande KMO's met toekomstgerichte maatregelen op nationaal, regionaal en lokaal niveau verbeteren; is van mening dat deze maatregelen met name gericht moeten zijn op de informatie- en communicatiesector, alsmede op de dienstensector, aangezien deze sectoren over een bijzonder hoog potentieel voor de schepping van banen beschikken;

20.

verzoekt de Commissie de oorspronkelijke Lissabondoelstelling betreffende de uitroeiing van armoede te versterken en te verduidelijken via de goedkeuring van een duidelijke EU-topdoelstelling om het armoedepeil als percentage van het BBP tegen 2010 te verlagen en een reeks normen inzake maatschappelijke integratie te ontwikkelen, aan de hand waarvan de resultaten van de strategie op het gebied van maatschappelijke integratie kunnen worden beoordeeld;

21.

verzoekt de Raad en de Commissie de strategie op het gebied van maatschappelijke integratie als afzonderlijke en zichtbare strategie voort te zetten en te versterken, in het kader van een gestroomlijnd proces voor sociale bescherming en integratie;

22.

acht het van bijzonder belang dat de lidstaten meer maatregelen nemen om niet gemelde beloonde activiteit om te zetten in reguliere banen;

Mobiliteit

23.

wenst een uitgebreid rapport over de economische effecten die het uitsluiten van werknemers uit de nieuwe lidstaten bij de toegang tot de arbeidsmarkt elders in de EU met zich meebrengt en wenst dat dit rapport vergezeld gaat van voorstellen tot oplossing van de hiermee gepaard gaande problemen;

24.

verzoekt om verbetering en uitbreiding van Richtlijn 96/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1996 betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten(6); is van oordeel dat de samenwerking van inspectiediensten over de grenzen heen moet worden versterkt en verzoekt de Commissie de mogelijkheden na te gaan voor de oprichting van een Europees platform voor de samenwerking van deze diensten, een „sociaal” Europol;

25.

wenst dat in de gedetailleerde bepalingen in de bijlagen bij Verordening (EG) nr. 883/2004 (de nieuwe coördinatieverordening ingevolge Verordening (EEG) nr. 1408/71(7) zodanig rekening wordt gehouden met mobiliteitsbehoeften en -wensen dat mobiliteit in het kader van de uitvoeringsmaatregelen een realiteit wordt, en niet louter wordt aangestipt, zoals in de tekst van de verordening gebeurt;

26.

herinnert in dit verband aan zijn verzoek om een wetgevingsinstrument met betrekking tot de invoering van een voorafgaande en bindende grensoverschrijdende controle op de effecten op het gebied van het sociaal en fiscaal recht („grenseffectentoets”), als geformuleerd in zijn resolutie van 28 mei 1998 over de situatie van de grensarbeiders in de Europese Unie(8);

27.

is verheugd over het voornemen van de Commissie voorstellen in te dienen om belemmeringen voor de arbeidsmobiliteit, met name als gevolg van arbeidspensioenregelingen, te verwijderen en wenst dat deze voorstellen indien mogelijk nog dit jaar worden ingediend;

Bevordering van maatschappelijke integratie en sociale samenhang

28.

is van oordeel dat het hebben van werk weliswaar het belangrijkste element is voor de integratie van mensen in de samenleving, maar dat daarnaast een degelijk sociaal beleid nodig is om eenieder het recht op sociale bescherming en de samenhang in de samenlevingen van de lidstaten te verzekeren;

29.

is verheugd over het voornemen van de Commissie om 2010 tot Europees jaar voor de bestrijding van armoede en uitsluiting uit te roepen; betreurt dat de Europese Voorjaarstop van maart 2005 te Brussel de objectieven voor maatschappelijke integratie en de strijd tegen de armoede heeft beperkt tot maatregelen ter bestrijding van armoede onder kinderen; verzoekt de Commissie en de Raad Werkgelegenheid en Sociale Zaken toe te zien op de realisatie van de initiële Lissabondoelstellingen, met name het terugdringen van de armoede in de Unie, en in te staan voor de uitvoering van alle elementen die in het kader van de open coördinatiemethode voor de strijd tegen armoede en sociale uitsluiting zijn vastgesteld;

30.

steunt het voornemen van de Commissie om een diepgaande raadpleging te houden over de tekortkomingen van de bestaande stelsels van sociale bescherming; is van oordeel dat alle actoren hierbij moeten worden betrokken;

31.

steunt het voornemen van de Commissie om de in december 2004 geïnitieerde open coördinatiemethode in verband met langdurige zorg en gezondheidszorg uit te bouwen tot een volwaardige procedure; is van oordeel dat er in dit verband kwalitatieve criteria moeten worden vastgesteld die het recht van eenieder op betaalbare zorgverstrekking op basis van solidariteit, garanderen; is in het licht hiervan van mening dat de gezondheidszorg niet ondergeschikt mag worden gemaakt aan de regels van de interne markt en de concurrentie;

Anti-discriminatie

32.

herinnert eraan dat de genderkwestie moet worden geïntegreerd in alle communautaire beleidsmaatregelen, aangezien dit de enige manier is om de drie basispijlers van een gelijke levenskwaliteit voor vrouwen te garanderen: bewustzijn, kansen en succes;

33.

is teleurgesteld over het ontbreken van effectieve voorstellen om gendergelijkheid te bevorderen, van nabij te volgen en de vooruitgang ervan te evalueren, alsook van beleidsmaatregelen om de combinatie werk en gezin te vergemakkelijken, personen die iemand steunen die niet in staat is om te werken, te helpen en de flexibiliteit van de arbeidstijd in het algemeen te vergroten; verzoekt de Commissie om strikter toe te zien op naleving van bestaande wetgeving en daar waar nodig te komen met voorstellen voor wijzigingen, met inbegrip van het opleggen van straffen; vraagt de Commissie om een concreet actieplan op te stellen voor de gelijkheid van mannen en vrouwen met een specifieke klemtoon op het wegwerken van de loonkloof; vraagt de Commissie om in dit kader 31 maart uit te roepen als Europese actiedag voor „gelijk loon voor gelijk werk”;

34.

steunt met kracht het plan voor de organisatie van een Europees jaar van gelijke kansen;

35.

verwelkomt de oprichting van het Europees Genderinstituut als instrument om de informatiekloof inzake genderkwesties te dichten en vindt dat deze ontwikkeling de zichtbaarheid van de gendergelijkheid zou kunnen vergroten; is van oordeel dat het in het uitgebreide Europa een extra pluspunt zou zijn om ter overbrugging van de kloof tussen de oude en nieuwe lidstaten het instituut in een van de 10 nieuwe lidstaten te vestigen;

36.

dringt erop aan dat de Commissie de sociale agenda aanvult met een richtlijn houdende een verbod op discriminatie van personen met een handicap; wenst dat meer politiek belang wordt gehecht aan het Europees actieplan voor personen met een handicap en dat dit actieplan als instrument voor reële verandering wordt gebruikt; dringt erop aan dat het actieplan wordt gehanteerd als belangrijkste instrument voor de integratie van het vraagstuk van personen met een handicap in andere beleidsterreinen, met inbegrip van rapportage door de lidstaten over de omzetting van bepalingen betreffende personen met een handicap die in de EU-regelgeving voorkomen; eist dat de lidstaten organisaties van personen met een handicap op nationaal niveau actief bij dit proces betrekken en is van mening dat het actieplan politieke zichtbaarheid moet krijgen, dat hierover een debat met het Parlement en de Raad moet worden gevoerd en dat aanbevelingen voor toekomstige acties moeten worden gedaan;

37.

dringt aan op een specifieke richtlijn om discriminatie op grond van leeftijd in het kader van de toegang tot goederen en diensten uit te bannen;

Sociale dialoog en sociale wetgeving

38.

neemt kennis van het voornemen van de Commissie om met een Groenboek te komen over de evolutie van het arbeidsrecht met het doel te komen de regelgeving te vereenvoudigen; is van oordeel dat een Europees beleid er niet toe mag leiden dat sociale verworvenheden worden aangetast; verwijst in dit verband naar artikel III-209 van het Verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa dat voorziet in een onderlinge aanpassing „op de weg van de vooruitgang” van de inspanningen op het vlak van de werkgelegenheid en levens- en werkomstandigheden;

39.

is verheugd over het initiatief van de Commissie in verband met de transnationale grensoverschrijdende sociale dialoog; verzoekt de Commissie deze sociale dialoog ook met personele inzet te ondersteunen en hoopt dat de sociale gesprekspartners dit initiatief zullen steunen;

40.

verzoekt de Commissie een voorstel in de dienen voor de herziening van Richtlijn 94/45/EG(9), zoals reeds toegezegd voor 2002, met als belangrijkste doelstellingen i) uitbreiding van het toepassingsgebied en aanscherping van het recht op voorlichting en raadpleging in geval van reorganisaties, en ii) verbetering van de arbeidsfaciliteiten voor werknemersvertegenwoordigers in de Europese Ondernemingsraad;

41.

is van mening dat de Lissabondoelstelling voor meer en beter werk wordt bereikt, wanneer de lidstaten de verantwoordelijkheid met betrekking tot de uitvoering en toepassing van bestaande regelgeving op zich nemen, de structuren modern en dynamisch genoeg zijn en de Europese burger sociale veiligheid en rechtszekerheid wordt geboden; verzoekt de Commissie dan ook met voorstellen te komen voor:

een richtlijn ter bescherming van de rechten van werknemers bij herstructureringen,

een richtlijn betreffende individuele ontslagen,

een richtlijn betreffende sociale bescherming bij nieuwe arbeidsvormen

een richtlijn betreffende de controle op de naleving van minimumvoorschriften;

een richtlijn betreffende een minimumstandaard voor sociale zekerheidsbescherming;

42.

stelt vast dat de sociale agenda voorziet in de oprichting van een Forum voor de herstructurering van bedrijven; verzoekt de Commissie in dit verband het voorstel van de werkgroep Gyllenhammar met betrekking tot een jaarlijkse sociale balans in grote ondernemingen in de agenda op te nemen;

43.

verzoekt de lidstaten de samenwerking te intensiveren en beste praktijken uit te wisselen via de open coördinatiemethode, die op het gebied van werkgelegenheid, sociale bescherming, de strijd tegen sociale uitsluiting, pensioenen en gezondheidszorg een efficiënt beleidsinstrument is;

44.

verzoekt de Commissie en de Raad uitzendkrachten adequate sociale bescherming te garanderen door vooruitgang met de bestaande voorstellen voor een richtlijn betreffende uitzendkrachten te boeken;

45.

is van mening dat de banden tussen de beide partijen op de arbeidsmarkt in de vorm van akkoorden op alle niveaus moeten worden versterkt; verzoekt de Commissie bijgevolg voorstellen in te dienen voor een vrijwillig kader voor grensoverschrijdende collectieve onderhandelingen, zowel op intersectoraal als op sectoraal en bedrijfsniveau;

46.

verzoekt zijn bevoegde commissie de tenuitvoerlegging van de sociale agenda regelmatig te controleren;

47.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, alsmede aan het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de regio's.