Home

Zaak C-459/03: Arrest van het Hof (Grote kamer) van 30 juni 2006 — Commissie van de Europese Gemeenschappen/Ierland (Niet-nakoming — Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee — Deel XII — Bescherming en behoud van mariene milieu — In dat verdrag vastgestelde geschillenregeling — Door Ierland in kader van die regeling tegen Verenigd Koninkrijk ingestelde arbitrageprocedure — Geschil betreffende MOX-fabriek te Sellafield (Verenigd Koninkrijk) — Ierse zee — Artikelen 292 EG en 193 EA — Verbintenis om geschil betreffende uitlegging of toepassing van Verdrag niet op andere wijze te doen beslechten dan in Verdrag is voorgeschreven — Gemengde overeenkomst — Bevoegdheid van Gemeenschap — Artikelen 10 EG en 192 EA — Verplichting tot samenwerking)

Zaak C-459/03: Arrest van het Hof (Grote kamer) van 30 juni 2006 — Commissie van de Europese Gemeenschappen/Ierland (Niet-nakoming — Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee — Deel XII — Bescherming en behoud van mariene milieu — In dat verdrag vastgestelde geschillenregeling — Door Ierland in kader van die regeling tegen Verenigd Koninkrijk ingestelde arbitrageprocedure — Geschil betreffende MOX-fabriek te Sellafield (Verenigd Koninkrijk) — Ierse zee — Artikelen 292 EG en 193 EA — Verbintenis om geschil betreffende uitlegging of toepassing van Verdrag niet op andere wijze te doen beslechten dan in Verdrag is voorgeschreven — Gemengde overeenkomst — Bevoegdheid van Gemeenschap — Artikelen 10 EG en 192 EA — Verplichting tot samenwerking)

15.7.2006

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 165/2


Arrest van het Hof (Grote kamer) van 30 juni 2006 — Commissie van de Europese Gemeenschappen/Ierland

(Zaak C-459/03)(1)

(Niet-nakoming - Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee - Deel XII - Bescherming en behoud van mariene milieu - In dat verdrag vastgestelde geschillenregeling - Door Ierland in kader van die regeling tegen Verenigd Koninkrijk ingestelde arbitrageprocedure - Geschil betreffende MOX-fabriek te Sellafield (Verenigd Koninkrijk) - Ierse zee - Artikelen 292 EG en 193 EA - Verbintenis om geschil betreffende uitlegging of toepassing van Verdrag niet op andere wijze te doen beslechten dan in Verdrag is voorgeschreven - Gemengde overeenkomst - Bevoegdheid van Gemeenschap - Artikelen 10 EG en 192 EA - Verplichting tot samenwerking)

(2006/C 165/04)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekster: Commissie van de Europese Gemeenschappen (vertegenwoordigers: P. J. Kuijper en B. Martenczuk als gemachtigden)

Interveniënt aan de zijde van verzoekster: Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (vertegenwoordigers: C. Jackson en C. Gibbs als gemachtigden, bijgestaan door R. Plender, QC)

Verweerder: Ierland (vertegenwoordigers: R. Brady en D. O'Hagan als gemachtigden, bijgestaan door P. Sreenan en E. Fitzsimons, SC, P. Sands, QC, en N. Hyland, BL)

Interveniënt aan de zijde van verweerder: Koninkrijk Zweden (vertegenwoordig: K. Wistrand als gemachtigde)

Voorwerp

Niet-nakoming — Inleiding door Ierland van procedure tegen Verenigd Koninkrijk bij scheidsgerecht krachtens Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de Zee — Schending van exclusieve bevoegdheid van Hof van Justitie — Schending van samenwerkingsplicht

Dictum

1)

Door betreffende de MOX-fabriek te Sellafield (Verenigd Koninkrijk) een procedure voor de regeling van geschillen als voorzien in het verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee in te stellen tegen het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, is Ierland de verplichtingen niet nagekomen die op hem rusten krachtens de artikelen 10 EG, 292 EG, 192 EA en 193 EA.

2)

Ierland wordt verwezen in de kosten.

3)

Het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland en het Koninkrijk Zweden dragen hun eigen kosten.