Home

Zaak C-435/04: Beschikking van het Hof (Vierde kamer) van 30 mei 2006 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Belgische Hof van Cassatie) — Strafzaak tegen Sébastien Victor Leroy (Artikel 104, lid 3, eerste alinea, van het Reglement voor de procesvoering — Leasing van voertuigen — Verbod op gebruik in een lidstaat van voertuig dat toebehoort aan in een andere lidstaat gevestigde leasemaatschappij en in die staat is geregistreerd — Permanent gebruik op grondgebied van eerste lidstaat)

Zaak C-435/04: Beschikking van het Hof (Vierde kamer) van 30 mei 2006 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Belgische Hof van Cassatie) — Strafzaak tegen Sébastien Victor Leroy (Artikel 104, lid 3, eerste alinea, van het Reglement voor de procesvoering — Leasing van voertuigen — Verbod op gebruik in een lidstaat van voertuig dat toebehoort aan in een andere lidstaat gevestigde leasemaatschappij en in die staat is geregistreerd — Permanent gebruik op grondgebied van eerste lidstaat)

29.7.2006

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 178/12


Beschikking van het Hof (Vierde kamer) van 30 mei 2006 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Belgische Hof van Cassatie) — Strafzaak tegen Sébastien Victor Leroy

(Zaak C-435/04)(1)

(Artikel 104, lid 3, eerste alinea, van het Reglement voor de procesvoering - Leasing van voertuigen - Verbod op gebruik in een lidstaat van voertuig dat toebehoort aan in een andere lidstaat gevestigde leasemaatschappij en in die staat is geregistreerd - Permanent gebruik op grondgebied van eerste lidstaat)

(2006/C 178/20)

Procestaal: Frans

Verwijzende rechter

Hof van Cassatie

Partij in de strafzaak

Sébastien Victor Leroy

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Belgisch Hof van Cassatie — Uitlegging van de artikelen 49-55 EG tegen de achtergrond van een nationale regeling op grond waarvan het een op het nationale grondgebied woonachtige en werkzame persoon onder bedreiging met strafsancties verboden is een voertuig te gebruiken dat eigendom is van een in een andere lidstaat gevestigde leasemaatschappij en in deze staat is geregistreerd

Dictum

De artikelen 49 EG tot en met 55 EG verzetten zich niet tegen een nationale regelgeving van een eerste lidstaat, zoals die aan de orde in de hoofdzaak, op grond waarvan het een in die staat woonachtige en werkzame persoon verboden is, op het grondgebied van die staat een voertuig te gebruiken dat hij heeft gehuurd van een in een andere lidstaat gevestigde leasemaatschappij, wanneer dat voertuig niet in eerstgenoemde staat is geregistreerd en het voornamelijk bestemd is om aldaar permanent te worden gebruikt dan wel in feite aldus wordt gebruikt.