Zaak C-540/03: Arrest van het Hof (Grote kamer) van 27 juni 2006 — Europees Parlement/Raad van de Europese Unie (Immigratiebeleid — Recht van minderjarige kinderen van onderdanen van derde landen op gezinshereniging — Richtlijn 2003/86/EG — Bescherming van grondrechten — Recht op eerbiediging van gezinsleven — Verplichting om rekening te houden met belangen van minderjarige kinderen)
Zaak C-540/03: Arrest van het Hof (Grote kamer) van 27 juni 2006 — Europees Parlement/Raad van de Europese Unie (Immigratiebeleid — Recht van minderjarige kinderen van onderdanen van derde landen op gezinshereniging — Richtlijn 2003/86/EG — Bescherming van grondrechten — Recht op eerbiediging van gezinsleven — Verplichting om rekening te houden met belangen van minderjarige kinderen)
12.8.2006 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 190/1 |
Arrest van het Hof (Grote kamer) van 27 juni 2006 — Europees Parlement/Raad van de Europese Unie
(Zaak C-540/03)(1)
(Immigratiebeleid - Recht van minderjarige kinderen van onderdanen van derde landen op gezinshereniging - Richtlijn 2003/86/EG - Bescherming van grondrechten - Recht op eerbiediging van gezinsleven - Verplichting om rekening te houden met belangen van minderjarige kinderen)
(2006/C 190/02)
Procestaal: Frans
Partijen
Verzoeker: Europees Parlement (vertegenwoordigers: H. Duintjer Tebbens en A. Caiola, gemachtigden)
Verweerder: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: O. Petersen en M. Simm, gemachtigden)
Interveniëntes aan de zijde van verweerder: Commissie van de Europese Gemeenschappen (vertegenwoordigers: C. O'Reilly en C. Ladenburger, gemachtigden) en Bondsrepubliek Duitsland (vertegenwoordigers: A. Tiemann, W.-D. Plessing en M. Lumma, gemachtigden)
Voorwerp
Nietigverklaring van artikel 4, leden 1, laatste alinea, en 6, en artikel 8 van richtlijn 2003/86/EG van de Raad van 22 september 2003 inzake het recht op gezinshereniging (PB L 251, blz. 12) — Afwijking van recht van minderjarige kinderen op gezinshereniging
Dictum
1. | Het beroep wordt verworpen. |
2. | Het Europees Parlement wordt verwezen in de kosten. |
3. | De Bondsrepubliek Duitsland en de Commissie van de Europese Gemeenschappen zullen hun eigen kosten dragen. |