Home

Zaak C-154/05: Arrest van het Hof (Derde kamer) van 6 juli 2006 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Rechtbank te Amsterdam — Nederland) — J. J. Kersbergen-Lap, D. Dams-Schipper/Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (Sociale zekerheid van migrerende werknemers — Verordening (EEG) nr. 1408/71 — Artikelen 4, lid 2 bis, en 10 bis, alsmede bijlage II bis — Bijzondere prestaties die niet op premie- of bijdragebetaling berusten — Nederlandse uitkering voor jonggehandicapten — Niet-exporteerbaarheid)

Zaak C-154/05: Arrest van het Hof (Derde kamer) van 6 juli 2006 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Rechtbank te Amsterdam — Nederland) — J. J. Kersbergen-Lap, D. Dams-Schipper/Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (Sociale zekerheid van migrerende werknemers — Verordening (EEG) nr. 1408/71 — Artikelen 4, lid 2 bis, en 10 bis, alsmede bijlage II bis — Bijzondere prestaties die niet op premie- of bijdragebetaling berusten — Nederlandse uitkering voor jonggehandicapten — Niet-exporteerbaarheid)

2.9.2006

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 212/8


Arrest van het Hof (Derde kamer) van 6 juli 2006 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Rechtbank te Amsterdam — Nederland) — J. J. Kersbergen-Lap, D. Dams-Schipper/Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen

(Zaak C-154/05)(1)

(Sociale zekerheid van migrerende werknemers - Verordening (EEG) nr. 1408/71 - Artikelen 4, lid 2 bis, en 10 bis, alsmede bijlage II bis - Bijzondere prestaties die niet op premie- of bijdragebetaling berusten - Nederlandse uitkering voor jonggehandicapten - Niet-exporteerbaarheid)

(2006/C 212/13)

Procestaal: Nederlands

Verwijzende rechter

Rechtbank te Amsterdam

Partijen in het hoofdgeding

Verzoeksters: J. J. Kersbergen-Lap, D. Dams-Schipper

Verweerder: Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Rechtbank te Amsterdam — Uitlegging van artikel 4, lid 2 bis, artikel 10 bis van en bijlage II bis bij verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad van 14 juni 1971 betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen (PB L 28, blz. 1), zoals gewijzigd bij verordening (EEG) nr. 1247/92 van de Raad van 30 april 1992 (PB L 136, blz. 1) — Bijzondere, niet op premie- of bijdragebetaling berustende uitkeringen — Coördinatieregeling van artikel 10 van verordening nr. 1408/71 — Werkingssfeer — Vraag of een in bijlage II bij verordening nr. 1407/71 genoemde uitkering voor jonggehandicapten daaronder valt — Niet in Nederland woonachtige begunstigden

Dictum

Een uitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten van 24 april 1997 moet worden aangemerkt als een bijzondere, niet op premie- of bijdragebetaling berustende prestatie in de zin van artikel 4, lid 2 bis, van verordening (EEG) 1408/71 van de Raad van 14 juni 1971 betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen, zoals gewijzigd en bijgewerkt bij verordening (EG) nr. 118/97 van de Raad van 2 december 1996, zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 307/1999 van de Raad van 8 februari 1999, zodat uitsluitend de coördinatieregeling van artikel 10 bis van deze verordening moet worden toegepast en deze uitkering niet kan worden toegekend aan iemand die buiten Nederland woont.