Home

Zaak C-313/04: Arrest van het Hof (Grote kamer) van 11 juli 2006 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Verwaltungsgericht Frankfurt am Main — Duitsland) — Franz Egenberger GmbH Molkerei und Trockenwerk/Bundesanstalt für Landwirtschaft und Ernährung (Melk en zuivelproducten — Verordening (EG) nr. 2535/2001 — Nieuw-Zeelandse boter — Procedures voor invoercertificaten — Certificaat Inward Monitoring Arrangement (IMA 1)

Zaak C-313/04: Arrest van het Hof (Grote kamer) van 11 juli 2006 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Verwaltungsgericht Frankfurt am Main — Duitsland) — Franz Egenberger GmbH Molkerei und Trockenwerk/Bundesanstalt für Landwirtschaft und Ernährung (Melk en zuivelproducten — Verordening (EG) nr. 2535/2001 — Nieuw-Zeelandse boter — Procedures voor invoercertificaten — Certificaat Inward Monitoring Arrangement (IMA 1)

16.9.2006

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 224/4


Arrest van het Hof (Grote kamer) van 11 juli 2006 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Verwaltungsgericht Frankfurt am Main — Duitsland) — Franz Egenberger GmbH Molkerei und Trockenwerk/Bundesanstalt für Landwirtschaft und Ernährung

(Zaak C-313/04)(1)

(Melk en zuivelproducten - Verordening (EG) nr. 2535/2001 - Nieuw-Zeelandse boter - Procedures voor invoercertificaten - Certificaat Inward Monitoring Arrangement (IMA 1)

(2006/C 224/07)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Verwaltungsgericht Frankfurt am Main

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekster: Franz Egenberger GmbH Molkerei und Trockenwerk

Verweerster: Bundesanstalt für Landwirtschaft und Ernährung, in tegenwoordigheid van: Fonterra (Logistics) Ltd

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Verwaltungsgericht Frankfurt am Main — Geldigheid van de artikelen 25, lid 1, en 35, lid 2, van verordening (EG) nr. 2535/2001 van de Commissie van 14 december 2001 houdende uitvoeringsbepalingen van verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad, wat betreft de invoerregeling van melk en zuivelproducten en de opening van tariefcontingenten (PB L 341, blz. 29) — Afgifte van een invoercertificaat, waarvan de aanvraag alleen in het Verenigd Koninkrijk kan worden ingediend, voor Nieuw-Zeelandse boter onderworpen aan de voorwaarde dat een „Inward Monitoring Arrangement” (certificaat IMA 1) wordt overgelegd — Schending van de artikelen 28, 34, lid 2, en 82, eerste alinea, EG en van de artikelen 26, lid 2, en 29, lid 2, van verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 (PB L 160, blz. 48) — Schending van artikel XVII, lid 1, sub a, van de GATT — Schending van artikel 1, lid 3, van de Overeenkomst inzake procedures op het gebied van invoervergunningen (PB L 336, blz. 151)

Dictum

1)

Artikel 35, lid 2, van verordening (EG) nr. 2535/2001 van de Commissie van 14 december 2001 houdende uitvoeringsbepalingen van verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad voor de invoerregeling voor melk en zuivelproducten en houdende opening van tariefcontingenten, is ongeldig voor zover het bepaalt dat aanvragen om certificaten voor de invoer van Nieuw-Zeelandse boter tegen verlaagde rechten uitsluitend bij de bevoegde autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk mogen worden ingediend.

2)

De artikelen 25 en 32 van verordening nr. 2535/2001, junctis de bijlagen III, IV en XII bij die verordening, zijn ongeldig voor zover zij discriminatie toestaan bij de afgifte van certificaten voor de invoer van Nieuw-Zeelandse boter tegen verlaagde rechten.