Home

Zaak C-221/05: Arrest van het Hof (Derde kamer) van 13 juli 2006 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Supreme Court — Ierland) — Sam Mc Cauley Chemists (Blackpool) Ltd, Mark Sadja/Pharmaceutical Society of Ireland, Minister for Health and Children, Ireland, Attorney General (Richtlijn 85/433/EEG — Onderlinge erkenning van diploma's — Apothekers — Erkenning van diploma's van apothekers die werken in nieuwe voor publiek toegankelijke apotheken — Omvang van discretionaire bevoegdheid van lidstaten)

Zaak C-221/05: Arrest van het Hof (Derde kamer) van 13 juli 2006 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Supreme Court — Ierland) — Sam Mc Cauley Chemists (Blackpool) Ltd, Mark Sadja/Pharmaceutical Society of Ireland, Minister for Health and Children, Ireland, Attorney General (Richtlijn 85/433/EEG — Onderlinge erkenning van diploma's — Apothekers — Erkenning van diploma's van apothekers die werken in nieuwe voor publiek toegankelijke apotheken — Omvang van discretionaire bevoegdheid van lidstaten)

16.9.2006

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 224/13


Arrest van het Hof (Derde kamer) van 13 juli 2006 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Supreme Court — Ierland) — Sam Mc Cauley Chemists (Blackpool) Ltd, Mark Sadja/Pharmaceutical Society of Ireland, Minister for Health and Children, Ireland, Attorney General

(Zaak C-221/05)(1)

(Richtlijn 85/433/EEG - Onderlinge erkenning van diploma's - Apothekers - Erkenning van diploma's van apothekers die werken in nieuwe voor publiek toegankelijke apotheken - Omvang van discretionaire bevoegdheid van lidstaten)

(2006/C 224/24)

Procestaal: Engels

Verwijzende rechter

Supreme Court

Partijen in het hoofdgeding

Verzoeksters: Sam Mc Cauley Chemists (Blackpool) Ltd, Mark Sadja

Verweerders: Pharmaceutical Society of Ireland, Minister for Health and Children, Ireland, Attorney General

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Supreme Court — Uitlegging van artikel 2, leden 1 en 2, van richtlijn 85/433/EEG van de Raad van 16 september 1985 inzake de onderlinge erkenning van de diploma's, certificaten en andere titels op het terrein van de farmacie, tevens houdende maatregelen tot vergemakkelijking van de daadwerkelijke uitoefening van het recht van vestiging voor bepaalde werkzaamheden op farmaceutisch gebied (PB L 253, blz. 37) — Omvang van discretionaire bevoegdheid van lidstaten inzake erkenning van diploma's van apothekers werkzaam in nieuwe apotheken die voor het publiek toegankelijk zijn

Dictum

Artikel 2 van richtlijn 85/433/EEG van de Raad van 16 september 1985 inzake de onderlinge erkenning van de diploma's, certificaten en andere titels op het terrein van de farmacie, tevens houdende maatregelen tot vergemakkelijking van de daadwerkelijke uitoefening van het recht van vestiging voor bepaalde werkzaamheden op farmaceutisch gebied, moet aldus worden uitgelegd dat een lidstaat die zich ertoe beperkt het in deze richtlijn voorgeschreven minimumniveau van erkenning van diploma's over te nemen, geen door deze richtlijn toegekende beoordelingsbevoegdheid uitoefent.