Zaak C-267/06: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bayerisches Verwaltungsgericht München (Duitsland) op 20 juni 2006 — Tadao Maruko/Versorgungsanstalt der deutschen Bühnen
Zaak C-267/06: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bayerisches Verwaltungsgericht München (Duitsland) op 20 juni 2006 — Tadao Maruko/Versorgungsanstalt der deutschen Bühnen
16.9.2006 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 224/20 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bayerisches Verwaltungsgericht München (Duitsland) op 20 juni 2006 — Tadao Maruko/Versorgungsanstalt der deutschen Bühnen
(Zaak C-267/06)
(2006/C 224/37)
Procestaal: Duits
Verwijzende rechter
Bayerisches Verwaltungsgericht München
Partijen in het hoofdgeding
Verzoeker: Tadao Maruko
Verweerster: Versorgungsanstalt der deutschen Bühnen
Prejudiciële vraag
1) | Is bij een pensioenregeling met beroepshalve verplichte aansluiting — zoals in casu bij de Versorgungsanstalt der deutschen Bühnen — sprake van een met een wettelijk stelsel gelijkgesteld stelsel in de zin van artikel 3, lid 3, van richtlijn 2000/78/EG(1) van de Raad van 27 november 2000 tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep? |
2) | Zijn uitkeringen aan nabestaanden in de vorm van een weduwen- respectievelijk weduwnaarspensioen door een pensioeninstelling met beroepshalve verplichte aansluiting een beloning in de zin van artikel 3, lid 1, sub c, van richtlijn 2000/78/EG? |
3) | Staat artikel 1 juncto artikel 2, lid 2, sub a, van richtlijn 2000/78/EG in de weg aan de toepassing van bepalingen in het reglement van een aanvullende pensioenregeling als die welke in casu in geding is, op grond waarvan een geregistreerde levenspartner na het overlijden van diens levenspartner geen nabestaandenpensioen als voor echtgenoten ontvangt, hoewel hij net als echtgenoten in een op zorg en bijstand gerichte gemeenschap leeft die formeel voor het leven is aangegaan? |
4) | Bij een bevestigend antwoord op de vorige vragen: is discriminatie op grond van seksuele geaardheid toegestaan op grond van punt 22 van de considerans van richtlijn 2000/78/EG? |
5) | Zou in het licht van de Barber-rechtspraak (zaak C-262/88) alleen voor tijdvakken na 17 mei 1990 recht op nabestaandenpensioen bestaan? |