Zaak C-226/05: Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 5 oktober 2006 — Commissie van de Europese Gemeenschappen/Republiek Oostenrijk (Niet-nakoming — Richtlijn 96/82/EG — Gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken — Niet-uitvoering binnen gestelde termijn)
Zaak C-226/05: Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 5 oktober 2006 — Commissie van de Europese Gemeenschappen/Republiek Oostenrijk (Niet-nakoming — Richtlijn 96/82/EG — Gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken — Niet-uitvoering binnen gestelde termijn)
2.12.2006 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 294/15 |
Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 5 oktober 2006 — Commissie van de Europese Gemeenschappen/Republiek Oostenrijk
(Zaak C-226/05)(1)
(Niet-nakoming - Richtlijn 96/82/EG - Gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken - Niet-uitvoering binnen gestelde termijn)
(2006/C 294/24)
Procestaal: Duits
Partijen
Verzoekende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen (vertegenwoordiger: B. Schima, gemachtigde)
Verwerende partij: Republiek Oostenrijk (vertegenwoordiger: E. Riedl, gemachtigde)
Voorwerp
Niet-nakoming — Onvolledige uitvoering van de artikelen 8, lid 2, sub b, 11, 12 en 24, lid 1, van richtlijn 96/82/EG van de Raad van 9 december 1996 betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken (PB L 10, blz. 13)
Dictum
1) | Door niet binnen de gestelde termijn de bepalingen vast te stellen die nodig zijn voor de omzetting van:
is de Republiek Oostenrijk de krachtens deze richtlijn op haar rustende verplichtingen niet nagekomen. |
2) | De Republiek Oostenrijk wordt verwezen in de kosten. |