Zaak C-355/06: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Gerechtshof te Amsterdam (Nederland) op 30 augustus 2006 — J. A. van der Steen tegen Inspecteur van de Belastingdienst Utrecht-Gooi/kantoor Utrecht
Zaak C-355/06: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Gerechtshof te Amsterdam (Nederland) op 30 augustus 2006 — J. A. van der Steen tegen Inspecteur van de Belastingdienst Utrecht-Gooi/kantoor Utrecht
2.12.2006 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 294/22 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Gerechtshof te Amsterdam (Nederland) op 30 augustus 2006 — J. A. van der Steen tegen Inspecteur van de Belastingdienst Utrecht-Gooi/kantoor Utrecht
(Zaak C-355/06)
(2006/C 294/39)
Procestaal: Nederlands
Verwijzende rechter
Gerechtshof te Amsterdam
Partijen in het hoofdgeding
Verzoeker: J. A. van der Steen
Verweerder: Inspecteur van de Belastingdienst Utrecht-Gooi/kantoor Utrecht
Prejudiciële vraag
Dient artikel 4, eerste lid, van de zesde richtlijn(1) aldus te worden uitgelegd dat indien een natuurlijk persoon als enige activiteit heeft het feitelijke uitvoeren van alle werkzaamheden die voortvloeien uit de activiteiten van een besloten vennootschap waarvan hijzelf enig bestuurder, enig aandeelhouder en enig 'personeelslid' is, deze werkzaamheden geen economische activiteiten zijn omdat zij binnen het kader van het beheer en de vertegenwoordiging van de besloten vennootschap en derhalve niet in het economisch verkeer zijn verricht ?