Home

Oproep tot het indienen van voorstellen — Diensten ter ondersteuning van het bedrijfsleven en de innovatie

Oproep tot het indienen van voorstellen — Diensten ter ondersteuning van het bedrijfsleven en de innovatie

15.12.2006

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 306/17


Oproep tot het indienen van voorstellen — Diensten ter ondersteuning van het bedrijfsleven en de innovatie

(2006/C 306/07)

1. Context

Het Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (KCI) heeft tot doel bij te dragen tot het concurrentievermogen en de innovatiecapaciteit van de Gemeenschap, met bijzondere aandacht voor de behoeften van het midden- en kleinbedrijf (MKB). Het kaderprogramma bundelt verschillende bestaande EU-activiteiten ter ondersteuning van het bedrijfsleven en de innovatie.

De Europese Commissie werkt aan een maatregel om het MKB geïntegreerde diensten ter ondersteuning van het bedrijfsleven en de innovatie te verlenen. Dit wordt een hoofdonderdeel van het Programma voor ondernemerschap en innovatie (POI), een van de drie subprogramma's van het KCI. Deze diensten zullen worden verleend door één enkel netwerk dat via deze oproep tot het indienen van voorstellen zal worden opgericht. In artikel 21 van het KCI en bijlage III bij het KCI wordt het algemene kader geschetst waarin deze diensten zullen worden verleend(1).

De kernelementen daarvan betreffen:

Het opzetten van een geïntegreerd en goed presterend netwerk van bedrijfsondersteunende diensten, voortbouwend op de ervaring met de bestaande netwerken van de 270 Euro Info Centres (EIC) en de 250 Relay Centra voor Innovatie (RCI);

Het vergroten van de synergieën tussen alle netwerkpartners, vanuit het streven naar een geïntegreerde dienstverlening;

De toegankelijkheid en de nabijheid van deze diensten voor het MKB verbeteren („no-wrong-door”-beginsel);

Lichtere administratieve procedures;

Professionalisme en kwaliteit van de dienstverlening.

In dat verband zullen alle voorstellen die rechtstreeks of onrechtstreeks in strijd zijn met het EU-beleid of met de volksgezondheid, de mensenrechten, de veiligheid van de burger en de vrijheid van meningsuiting worden verworpen.

2. Doelstellingen

De hoofddoelstelling van deze oproep is op grond van artikel 21 van het KCI één enkel netwerk op te richten dat geïntegreerde diensten ter ondersteuning van het bedrijfsleven en de innovatie verleent.

De individuele doelstellingen zijn de volgende:

Het vergroten van de synergieën tussen alle netwerkpartners via geïntegreerde dienstverlening;

De handhaving en doorlopende verbetering van de toegankelijkheid, de nabijheid en de kwaliteit van de geïntegreerde diensten en het professionalisme van het netwerk die ze verleent;

Een betere bewustmaking — vooral van het MKB — over communautaire beleidskwesties en de diensten die het netwerk verleent, inclusief de verbetering van het milieubewustzijn en de eco-efficiëntie van het MKB, en over het cohesiebeleid en de structuurfondsen;

Bedrijven raadplegen en hun mening vragen over de beleidskeuzen van de Gemeenschap;

Zorgen voor de complementariteit van het netwerk met de andere dienstverleners op dit terrein;

De administratieve lasten voor alle partijen beperken.

Om deze doelstellingen te verwezenlijken, moeten de voorstellen de volgende diensten omvatten:

Diensten voor informatie, feedback, bedrijfssamenwerking en internationalisering (Art. 21, lid 2 van het KCI, module a)

Diensten voor innovatie en voor de overdracht van zowel technologie als kennis (Art. 21, lid 2 van het KCI, module b)

Diensten ter bevordering van de deelname van het MKB aan het OTO-kaderprogramma van de Gemeenschap (Art. 21, lid 2 van het KCI, module c).

Om kwalitatief hoogwaardige diensten ten behoeve van het MKB te waarborgen en één enkel netwerk op te richten, zijn de volgende algemene bepalingen van toepassing op het hele netwerk en op iedere netwerkpartner:

Uitvoering geven aan het „no-wrong-door”-beginsel;

Expertise, nabijheid en professionalisme van de netwerkpartners.

De Commissie verwacht dat de voorstellen van afzonderlijke organisaties of consortia geïntegreerde diensten omvatten voor alle dienstenmodules. Er wordt ook verwacht dat de voorstellen een evenwicht vertonen tussen de activiteiten met betrekking tot de in modules a en b van artikel 21, lid 2 van het KCI beschreven diensten. De diensten met betrekking tot module c van artikel 21, lid 2 van het KCI moeten in ieder voorstel aan bod komen. De prioriteit die wordt gegeven aan geïntegreerde diensten zal tot uiting komen in het beoordelingsproces en de respectieve toekenningsbesluiten.

Geplande aanvangsdatum voor de actie: januari 2008

3. Budget

Het geraamde budget dat beschikbaar is voor de oproep, bedraagt 320 miljoen EUR voor de periode 2008-2013 De Commissie zal een medefinanciering verstrekken van maximaal 60 % van de subsidiabele kosten. Het eindpercentage zal afhangen van het door de geselecteerde aanvragers gevraagde totale budget, het totale beschikbare budget en de kwaliteit van de voorstellen.

Bovendien wordt verwacht dat de in de voorstellen toegewezen begrotingsmiddelen de reikwijdte en de complexiteit van de diensten in iedere module weergeven, met een vrij evenwichtige verdeling tussen diensten en kosten voor de modules a en b van artikel 21, lid 2 van het KCI. Aan de diensten en kosten voor module c zullen weliswaar minder begrotingsmiddelen worden toegewezen dan aan module a of b, maar toch moet er voldoende rekening mee worden gehouden.

Hoewel de toewijzing van begrotingsmiddelen per lidstaat niet vooraf is vastgesteld, moeten de sociaal-economische criteria die ongeveer overeenstemmen met de totale bevolking van de lidstaten toch enigszins tot uiting komen in de verdeling.

4. Contractuele vereisten

De geselecteerde aanvragers ondertekenen een kader-partnerschapsovereenkomst (KPO), die een specifieke subsidieovereenkomst omvat, en de bijlagen. In de KPO worden de contractvoorwaarden uitgelegd waarmee de aanvragers zich akkoord zullen moeten verklaren als aan hun voorstel een subsidie wordt toegekend.

In de KPO worden de verhoudingen tussen de Commissie en haar partners geformaliseerd. De rol van de Commissie en die van de partners wordt er in detail beschreven. Als de KPO wordt gesloten met een consortium, bevat zij een omstandige beschrijving van de verantwoordelijkheid van de coördinator en die van zijn partners.

Iedere partner moet bewijsstukken overleggen betreffende de verstrekte medefinanciering, hetzij uit eigen middelen, hetzij in de vorm van financiële bijdragen van derden.

Er wordt op gewezen dat voor eenzelfde actie slechts één subsidie ten laste van de begroting aan elke partner kan worden toegekend.

De Commissie behoudt zich het recht voor een lager subsidiebedrag toe te kennen dan het door de aanvrager gevraagde bedrag. Er zullen geen subsidies worden toegekend voor meer dan het gevraagde bedrag.

De publicatie ervan is geen waarborg dat de financiële middelen voor de bovengenoemde actie beschikbaar zijn. Verder is de uitvoering van deze oproep onderworpen aan het formeel advies van het POI-beheerscomité en de goedkeuring van de begroting voor 2007.

Te gelegener tijd zal een naam en logo voor het netwerk worden vastgesteld. Alle netwerkpartners worden geacht die te gebruiken voor alle netwerkactiviteiten en ze actief te promoten.

5. Inhoud van de voorstellen

De ingediende voorstellen moeten hoofdzakelijk de twee volgende onderdelen bevatten:

Een voorstel van een uitvoeringsstrategie, met name wat betreft de integratie, de toegankelijkheid en de nabijheid van de diensten, over een periode van 6 jaar (2008-2013), waarin voor een bepaald geografisch gebied en voor elk van de in modules a tot en met c van artikel 21, lid 2 van het KCI omschreven diensten de doelstellingen, de verantwoording en de uitvoeringsmethode worden omschreven. Dit document vormt bijlage I bij de KPO, als het voorstel wordt gesubsidieerd.

Een voorlopig werkprogramma waarin de uitvoeringsstrategie wordt omgezet in gedetailleerde acties gedurende de eerste 36 maanden, met het overeenkomstige geraamde budget. Dit document vormt bijlage I bij de eerste specifieke subsidieovereenkomst, als het voorstel wordt gesubsidieerd.

De Europese Commissie zal een tussentijdse evaluatie maken van de prestaties van het netwerk. De resultaten van die evaluatie zullen gevolgen hebben voor het werkprogramma dat tegen eind 2010 bij de Commissie moet worden ingediend ter voorbereiding van de volgende specifieke subsidieovereenkomsten, waaronder een mogelijke wijziging van de financieringsregelingen.

6. Aanvragers

Er kunnen voorstellen worden gedaan door afzonderlijke organisaties die in staat zijn de bovenvermelde diensten te verlenen, of door consortia van dienstverlenende organisaties. Gezien de verwachte omvang van de voorstellen, wordt er echter van uitgegaan dat de meeste voorstellen zullen worden gedaan door consortia.

Een consortium wordt omschreven als een flexibele structuur die gebaseerd is op nationale goede praktijken en moet aansluiten bij de manier waarop diensten ter ondersteuning van het bedrijfsleven en de innovatie in dat land zijn opgevat.

Ieder consortium wordt vertegenwoordigd door een coördinerende organisatie die het contractbeheer en de administratie op zich neemt. Voor andere aangelegenheden staat de Commissie rechtstreeks in verbinding met iedere dienstverlenende organisatie binnen een consortium en wisselt zij van gedachten over beleidskwesties en strategische inzichten met betrekking tot de ontwikkeling van het netwerk.

Daarnaast heeft iedere dienstverlenende organisatie rechtstreeks toegang tot producten en diensten van een technische en administratieve ondersteuningsstructuur (de Commissie onderzoekt thans de mogelijkheid om voor deze activiteiten een uitvoerend agentschap in te schakelen) voor de totstandbrenging van het netwerk. Er zal worden gestreefd naar een constante dialoog tussen deze structuur en alle dienstverlenende organisaties. Die zal niet worden beperkt door de contractuele relatie tussen deze structuur en de coördinator van het consortium.

Er bestaat geen theoretische limiet voor het aantal dienstverlenende organisaties in een consortium. De coördinatieregelingen worden meestal wel belangrijker naarmate de omvang van een consortium toeneemt. De regelingen voor de interne coördinatie van consortia moeten uitdrukkelijk worden vastgelegd en vormen een belangrijk aspect bij de selectie van consortia.

Samenwerking met internationale organisaties die intergouvernementele overeenkomsten hebben gesloten, wordt verwelkomd.

7. Geografische dekking

De Commissie streeft naar een volledige geografische dekking van de diensten ter ondersteuning van het bedrijfsleven en de innovatie, zonder overlapping van activiteiten in een geografisch gebied.

De aanvragers moeten in hun voorstel een gedetailleerde beschrijving geven van coherente, toegankelijke en geïntegreerde diensten die binnen een duidelijk afgebakend geografisch gebied zullen worden aangeboden. Het geografisch gebied dat door het voorstel wordt bestreken, moet dan ook groot genoeg zijn om kwalitatief hoogwaardige diensten te kunnen verlenen aan een significante doelgroep.

Voor de meeste landen zal de doorsnee omvang van een geografisch gebied min of meer overeenstemmen met de NUTS1-nomenclatuur(2). Aanvragende consortia kunnen de verantwoordelijkheid voor de bediening van kleinere gebieden binnen deze geografische gebieden toewijzen aan specifieke diensverlenende organisaties binnen het consortium (NUTS2).

Wanneer het NUTS1-niveau niet overeenstemt met binnenlandse structuren, kan een alternatief geografisch gebied van vergelijkbare grootte in aanmerking worden genomen(3).

Consortia die de beschreven diensten aanbieden in een grensoverschrijdend gebied komen in aanmerking als alle dienstverlenende organisaties in het consortium in aanmerking komen. Een grensoverschrijdend consortium moet aantonen dat de diensten van alle modules toegankelijk zijn voor cliënten uit het hele bestreken gebied, hetzij doordat het consortium een voldoende groot aantal dienstverlenende organisaties telt, hetzij doordat de diensten in de betrokken landen zonder enig onderscheid toegankelijk zijn.

Hoewel zij formeel gezien in aanmerking komen, worden transnationale consortia die niet actief zijn in aangrenzende geografische gebieden niet aangemoedigd. De ervaring heeft uitgewezen dat de toegevoegde waarde van een nauwere samenwerking van twee afzonderlijke geografische gebieden binnen hetzelfde consortium niet opweegt tegen de extra coördinatiekosten. Specifieke samenwerkingsactiviteiten tussen twee of meer geografische gebieden kunnen als speciale diensten of activiteiten onder de respectieve modules worden opgenomen.

Voorstellen van organisaties die diensten willen verlenen in grotere geografische gebieden dan het NUTS1-niveau worden in aanmerking genomen.

8. Welke voorstellen/aanvragers komen in aanmerking?

Om in aanmerking te komen, moeten aanvragers en aanvragen voldoen aan de volgende voorwaarden:

De aanvragers moeten juridische entiteiten zijn die gevestigd zijn in de EU25, Bulgarije, Roemenië, de kandidaat-lidstaten, de landen van de westelijke Balkan en overige derde landen als omschreven in artikel 4 van het programma Concurrentievermogen en innovatie en toegelicht in punt V.1 van het aanvraagdossier.

Vennootschappen moeten naar behoren zijn opgericht en wettelijk zijn geregistreerd.

De aanvragen moeten volledig worden ingevuld, op basis van de voorschriften voor het indienen van een aanvraag in deel 11 van dit document, en gedateerd en ondertekend worden.

De Commissie moet de aanvragen voor de uiterste datum ontvangen hebben.

Aanvragen komen slechts in aanmerking wanneer het gaat om projecten zonder enig winstoogmerk en/of waarvan het onmiddellijke doel niet commercieel is.

Krachtens het hieronder vermelde artikel 93 van het Financieel Reglement (Verordening (EG) nr. 1605/2002 van de Raad) worden aanvragers bovendien uitgesloten van deelname aan een procedure voor de toekenning van een subsidie als zij:

(a)

in staat van faillissement, vereffening, akkoord of surséance van betaling verkeren of hun faillissement is aangevraagd of tegen hen een procedure van vereffening, akkoord of surséance van betaling loopt, dan wel als zij hun werkzaamheden hebben gestaakt of in een vergelijkbare toestand verkeren als gevolg van een soortgelijke procedure krachtens de nationale wet- en regelgeving;

(b)

bij een rechterlijke beslissing met kracht van gewijsde zijn veroordeeld voor een delict dat hun beroepsmoraliteit in het gedrang brengt;

(c)

in de uitoefening van hun beroep een ernstige fout hebben begaan, vastgesteld op elke grond die de aanbestedende diensten aannemelijk kunnen maken;

(d)

niet hebben voldaan aan hun verplichtingen tot betaling van socialezekerheidsbijdragen of belastingen volgens de wetgeving van het land waar zij zijn gevestigd, van het land van de aanbestedende dienst of van het land waar de opdracht moet worden uitgevoerd;

(e)

bij een rechterlijke beslissing met kracht van gewijsde zijn veroordeeld voor fraude, corruptie, deelname aan een criminele organisatie of een andere illegale activiteit die de financiële belangen van de Gemeenschappen schaadt;

(f)

na de procedure voor de plaatsing van een andere opdracht of de procedure voor de toekenning van een subsidie uit de communautaire begroting ernstig in gebreke zijn gesteld wegens niet-nakoming van hun contractuele verplichtingen.

Aan de hand van het (bij het aanvraagdossier gevoegde) „Formulier betreffende de uitsluitingscriteria” moeten de aanvragers op erewoord verklaren dat zij niet in één van de bovenvermelde situaties verkeren. De bevoegde ordonnateur kan evenwel verlangen dat de in het bovenvermelde „Formulier betreffende de uitsluitingscriteria” genoemde bewijsstukken worden verstrekt. In dat geval zijn de aanvragers verplicht deze bewijzen te verstrekken, behalve wanneer zulks feitelijk onmogelijk is en dit door de bevoegde ordonnateur wordt erkend.

Daarnaast mogen krachtens het hieronder vermelde artikel 94 van het Financieel Reglement geen subsidies worden toegekend aan aanvragers die tijdens de procedure voor de toekenning van een subsidie:

(g)

in een belangenconflict verkeren;

(h)

valse verklaringen hebben afgelegd in de door de aanbestedende dienst verlangde inlichtingen voor deelname aan de aanbesteding, of deze inlichtingen niet hebben verstrekt.

Er wordt op gewezen dat overeenkomstig artikel 96 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen, en overeenkomstig artikel 133 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie van 23 december 2002 — laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1248/2006 van 7 augustus 2006 — tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van het Financieel Reglement, de Commissie de aanvragers die in een van de in de punten a) tot h) hierboven bedoelde gevallen van uitsluiting verkeren administratieve of financiële sancties kan opleggen.

Aanvragers kunnen alleen optreden of in een consortium met partnerorganisaties; voor de partners van de aanvragers gelden dezelfde criteria als die waaraan de aanvragers moeten voldoen om in aanmerking te komen voor subsidiëring.

9. Selectie

De selectie zal worden verricht op basis van de financiële draagkracht en de technische bekwaamheid van de aanvragers om het voorgestelde project tot een goed einde te brengen.

Financiële draagkracht

Wat de financiële draagkracht betreft, moeten de aanvragers aantonen dat zij over stabiele en toereikende financieringsbronnen beschikken om het voortbestaan van hun dienstverlenende organisatie tijdens de volledige looptijd van het project te waarborgen en deel te nemen aan de financiering van het project.

Daartoe moeten zij bij hun voorstel een kopie van hun jaarrekening (m.a.w. de balansen en winst- en verliesrekeningen) van de laatste twee boekjaren voegen. Overeenkomstig artikel 176 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie van 23 december 2002 — laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1248/2006 van 7 augustus 2006 — tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van het Financieel Reglement, geldt de controle van de financiële draagkracht niet voor overheidsinstellingen.

Wanneer in het voorstel een bedrag van meer dan 500 000 EUR per dienstverlenende organisatie aan de Commissie wordt gevraagd, moet een accountantsverslag over de jaarrekening worden ingediend voordat de KPO wordt gesloten. Voor consortia geldt de drempel voor het indienen van een accountantsverslag voor de individuele dienstverlenende organisaties en niet voor het consortium.

Technische bekwaamheid

Voor de beoordeling van hun technische bekwaamheid moeten de aanvragers aantonen dat zij de operationele capaciteit (technische en beheerscapaciteit) hebben om het project tot een goed einde te brengen en aantonen dat zij in staat zijn grootschalige activiteiten te beheren waarvan de omvang overeenkomt met die van het in het voorstel beschreven project. Vooral het team dat verantwoordelijk is voor het project moet over passende beroepskwalificaties en ervaring beschikken.

De lijst van criteria aan de hand waarvan de technische bekwaamheid zal worden beoordeeld, is beschikbaar in het aanvraagdossier.

De aanvragers moeten rechtstreeks verantwoordelijk zijn voor de voorbereiding en het beheer van het project, en mogen niet optreden als tussenpersoon. Zij moeten informatie verstrekken over hoe zij de dienst kunnen verlenen. Daarnaast moeten zij aantonen dat zij ervaring hebben met de samenwerking met andere partijen, met transnationale projecten en met de gevraagde dienstverlening.

10. Toekenning

De kwaliteit van de voorstellen, inclusief het voorgestelde budget, zal worden beoordeeld aan de hand van de volgende toekenningscriteria:

1.

Relevantie

/30

2.

Kwaliteit

/30

3.

Invloed

/15

4.

Zichtbaarheid

/10

5.

Budget en kosteneffectiviteit

/15

Maximale totale score

/100

Als in totaal minder dan 70 punten worden behaald of voor een van de vijf criteria hierboven minder dan 50 % van de punten wordt behaald, wordt het voorstel niet verder beoordeeld.

De volledige selectie- en beoordelingsprocedure wordt beschreven in deel VIII van het aanvraagdossier.

Geplande maand voor de afsluiting van de toekenningsprocedure (ter indicatie): augustus 2007.

Er wordt op gewezen dat de partners, indien hun voorstel wordt geselecteerd, de Commissie overeenkomstig artikel II.5.2 van de ontwerpsubsidieovereenkomst de toestemming geven om de volgende informatie te publiceren in om het even welke vorm en met om het even welk middel, inclusief via internet:

naam en adres van de coördinator en partners

het voorwerp en het doel van de subsidie,

het toegekende bedrag en het aandeel van de subsidie in de totale kosten van de actie.

11. Indiening van voorstellen

Het voorstel moet worden opgesteld aan de hand van het specifieke aanvraagdossier voor deze oproep.

Het aanvraagdossier kan worden gedownload via de website van de KCI-oproep, op het adres http://ec.europa.eu/enterprise/funding/cip/index.htm

De voorstellen moeten in elektronische vorm worden ingediend. Het aanvraagdossier bevat een gebruikershandleiding.

Het Electronic Proposal Submission Tool (EPSS — Instrument voor elektronische indiening van voorstellen) is beschikbaar via de bovenvermelde website.

Rappel: te laat ingediende voorstellen worden van de toekenningsprocedure uitgesloten.

Belangrijkste documenten die bij het aanvraagdossier moeten worden gevoegd: volledig voorstel en beschrijving van het project/de actie. Juridische documenten: officieel registratiebewijs, oprichtingsakte/statuten, lijst van leden van de directie/raad van bestuur (naam en voornaam, titel of functie in de aanvragende organisatie), organisatieschema, reglement van orde. Bewijs van technische bekwaamheid: curriculum vitae van de personen die de taken in verband met de te subsidiëren actie zullen uitvoeren. Financiële draagkracht: jaarrekening (gecontroleerd door een accountant, indien van toepassing) voor de laatste twee boekjaren (of jaarlijkse begroting voor een publiek orgaan). Idem voor partners.

12. Gelijke kansen

De Europese Gemeenschap heeft tot taak de gelijkheid van vrouwen en mannen te bevorderen en streeft in al haar activiteiten naar de opheffing van ongelijkheden tussen vrouwen en mannen (artikelen 2 en 3 van het EG-Verdrag). In deze context worden vrouwen in het bijzonder aangemoedigd om actief deel te nemen aan de indiening van voorstellen.


http://ec.europa.eu/comm/eurostat/ramon/nuts