Home

Zaak T-322/06: Beroep ingesteld op 21 november 2006 — Espinosa Labella e.a./Commissie

Zaak T-322/06: Beroep ingesteld op 21 november 2006 — Espinosa Labella e.a./Commissie

30.12.2006

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 326/72


Beroep ingesteld op 21 november 2006 — Espinosa Labella e.a./Commissie

(Zaak T-322/06)

(2006/C 326/149)

Procestaal: Spaans

Partijen

Verzoekende partij: Manuel Espinosa Labella e.a. (Almería, Spanje) (vertegenwoordiger: J. Rovira, advocaat)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies van verzoekende partijen

nietig te verklaren de opneming van GCB ES 166 0014 „Artos de El Ejido” in de beschikking van de Commissie over de Mediterrane Regio en de doorhaling van dit GCB te gelasten op de in deze beschikking opgenomen lijst van „gebieden van communautair belang”;

subsidiair, nietig te verklaren de opneming van de percelen die gelegen zijn in de gemeente El Ejido ten noorden van Santa María del Águila in bovengenoemd GCB, of, wat op hetzelfde neerkomt, nietig te verklaren de opneming van de landbouwbedrijven die gelegen zijn tussen de serres ten noorden van Santa María del Águila en het GCB „Artos de El Ejido”;

de Commissie te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Het onderhavige beroep is gericht tegen de beschikking van de Commissie van 19 juli 2006 tot vaststelling, op grond van richtlijn 92/43/EEG van de Raad, van de lijst van gebieden van communautair belang voor de mediterrane biogeografische regio(1) voor zover daarbij ES611 0014 „Artos de El Ejido” in zijn geheel tot Gebied van Communautair Belang wordt verklaard of, subsidiair, voor zover bepaalde, aan de verzoekers toebehorende boerderijen in deze lijst zijn opgenomen.

Tot staving van hun vorderingen voeren verzoekers de volgende argumenten aan:

verweerster heeft, in strijd met artikel 4 van richtlijn 94/43/EG, het voorstel van het Koninkrijk Spanje om „Artos de El Ejido” in de lijst van gebieden van communautair belang voor de mediterrane biogeografische regio op te nemen, niet naar behoren beoordeeld. Verzoekers betogen in dit verband dat zij zich vanaf het ogenblik dat zij op de hoogte waren van dit voorstel, herhaaldelijk tot de verantwoordelijken van de DG Milieuzaken van de Commissie hebben gericht, waarbij zij het volgende hebben aangevoerd:

de grote mate van „anthropisatie” (invloed van de mens op het landschap) van het betrokken gebied, waardoor het geen geschikte habitat is voor in het wild levende (dier)soorten;

het ontbreken van afbakening van het gebied dat zij tot GCB wilde verklaren, subsidiair de ontoereikende afbakening ervan aan de hand van de grenzen van de particuliere eigendommen en niet aan de hand van de natuurlijke eigenschappen van het terrein;

het ontbreken van wetenschappelijke basis voor de bescherming van bepaalde soorten op landbouwbedrijven in gebieden waar aan industriële of intensieve landbouw in broeikassen wordt gedaan.

In het geval van dit GCB is de betrokken gebied niet juist gekozen aangezien de nationale administratie niet de volledige wetenschappelijke steun heeft geboden waartoe zij verplicht was. Als de Spaanse administratie dat niet deed, had de Commissie het moeten eisen. In dit opzicht dient te worden beklemtoond dat de motivering van de handeling waarbij een gebied beschermenswaardig wordt verklaard, op serieuze wetenschappelijke gronden moet berusten, waarbij aan alle criteria van bijlage III van genoemde richtlijn moet zijn voldaan.

Door te aanvaarden dat er in de procedure van opneming van „Artos de El Ejido” in de lijst van GCB's geen hoorzitting heeft plaatsgevonden en door de brieven van verzoekers niet te beantwoorden, heeft verweerster de wezenlijke procedureregels geschonden met een kennelijke schending van de rechten van de verdediging als gevolg.