Home

Zaak C-139/06: Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 1 maart 2007 — Commissie van de Europese Gemeenschappen/Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (Niet-nakoming — Richtlijnen 2002/96/EG en 2003/108/EG — Afval — Elektrische en elektronische apparatuur)

Zaak C-139/06: Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 1 maart 2007 — Commissie van de Europese Gemeenschappen/Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (Niet-nakoming — Richtlijnen 2002/96/EG en 2003/108/EG — Afval — Elektrische en elektronische apparatuur)

28.4.2007

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 95/12


Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 1 maart 2007 — Commissie van de Europese Gemeenschappen/Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland

(Zaak C-139/06)(1)

(Niet-nakoming - Richtlijnen 2002/96/EG en 2003/108/EG - Afval - Elektrische en elektronische apparatuur)

(2007/C 95/20)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen (vertegenwoordigers: M. Konstantinidis en D. Lawunmi, gemachtigden)

Verwerende partij: Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (vertegenwoordiger: V. Jackson, gemachtigde)

Voorwerp

Niet-nakoming — Verzuim om binnen gestelde termijn alle bepalingen vast te stellen die nodig zijn om te voldoen aan richtlijn 2002/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 januari 2003 betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) (PB L 37, blz. 24) en richtlijn 2003/108/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 december 2003 tot wijziging van richtlijn 2002/96/EG (PB L 345, blz. 106)

Dictum

1)

Door niet de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen die nodig zijn om te voldoen aan:

richtlijn 2002/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 januari 2003 betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) en

richtlijn 2003/108/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 december 2003 tot wijziging van richtlijn 2002/96/EG,

is het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland de krachtens deze richtlijnen op hem rustende verplichtingen niet nagekomen.

2)

Het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland wordt verwezen in de kosten.