Home

Zaak C-162/07: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Corte Suprema di Cassazione (Italië) op 26 maart 2007 — Ampliscientifica Srl, Amplifin Spa/Ministero dell'Economia e delle Finanze, Agenzia delle Entrate

Zaak C-162/07: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Corte Suprema di Cassazione (Italië) op 26 maart 2007 — Ampliscientifica Srl, Amplifin Spa/Ministero dell'Economia e delle Finanze, Agenzia delle Entrate

23.6.2007

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 140/10


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Corte Suprema di Cassazione (Italië) op 26 maart 2007 — Ampliscientifica Srl, Amplifin Spa/Ministero dell'Economia e delle Finanze, Agenzia delle Entrate

(Zaak C-162/07)

(2007/C 140/17)

Procestaal: Italiaans

Verwijzende rechter

Corte Suprema di Cassazione

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen: Ampliscientifica Srl, Amplifin Spa

Verwerende partijen: Ministero dell'Economia e delle Finanze, Agenzia delle Entrate

Prejudiciële vragen

1)

Moet artikel 4, lid 4, laatste alinea, van richtlijn 77/388/EEG van de Raad van 17 mei 1977(1) worden uitgelegd als een onvoldoende nauwkeurige regel, die de lidstaten de toepassing van de daarin voorziene regeling toestaat in bijzondere gevallen van economische, financiële of juridische banden tussen verschillende belastingplichtigen, dan wel als een voldoende nauwkeurige regel, die dus verlangt dat de lidstaat, wanneer hij voor de vaststelling van die regeling heeft gekozen, deze toepast in alle gevallen waarin de aldaar omschreven banden bestaan?

2)

Is, ongeacht het antwoord op de vorige vraag, de vaststelling van temporele beperkingen, in de zin dat de band gedurende een relevante periode moet bestaan, als voorwaarde voor de toepassing van de regeling, zonder dat de betrokken belastingplichtige kan aantonen dat er een geldige economische reden voor de vestiging van de band bestaat, een middel dat onevenredig is aan de doelstellingen van de richtlijn en de eerbiediging van het beginsel van het voorkomen van misbruik van recht; is deze regeling in elk geval in strijd met het beginsel van de neutraliteit van de btw?