Zaak C-492/04: Beschikking van het Hof (Vierde kamer) van 10 mei 2007 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Finanzgericht Baden-Württemberg — Duitsland) — Lasertec Gesellschaft für Stanzformen mbH/Finanzamt Emmendingen (Artikel 104, lid 3, eerste alinea, van het Reglement voor de procesvoering — Vrij verkeer van kapitaal — Vrijheid van vestiging — Fiscale bepalingen — Vennootschapsbelasting — Kredietovereenkomst tussen vennootschappen — Ingezeten kredietnemer — In derde land gevestigde kredietgever-aandeelhouder — Begrip aanmerkelijk belang — Betaling van kredietrente — Kwalificatie — Verkapte winstuitkering)
Zaak C-492/04: Beschikking van het Hof (Vierde kamer) van 10 mei 2007 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Finanzgericht Baden-Württemberg — Duitsland) — Lasertec Gesellschaft für Stanzformen mbH/Finanzamt Emmendingen (Artikel 104, lid 3, eerste alinea, van het Reglement voor de procesvoering — Vrij verkeer van kapitaal — Vrijheid van vestiging — Fiscale bepalingen — Vennootschapsbelasting — Kredietovereenkomst tussen vennootschappen — Ingezeten kredietnemer — In derde land gevestigde kredietgever-aandeelhouder — Begrip aanmerkelijk belang — Betaling van kredietrente — Kwalificatie — Verkapte winstuitkering)
7.7.2007 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 155/7 |
Beschikking van het Hof (Vierde kamer) van 10 mei 2007 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Finanzgericht Baden-Württemberg — Duitsland) — Lasertec Gesellschaft für Stanzformen mbH/Finanzamt Emmendingen
(Zaak C-492/04)(1)
(Artikel 104, lid 3, eerste alinea, van het Reglement voor de procesvoering - Vrij verkeer van kapitaal - Vrijheid van vestiging - Fiscale bepalingen - Vennootschapsbelasting - Kredietovereenkomst tussen vennootschappen - Ingezeten kredietnemer - In derde land gevestigde kredietgever-aandeelhouder - Begrip „aanmerkelijk belang’ - Betaling van kredietrente - Kwalificatie - Verkapte winstuitkering)
(2007/C 155/11)
Procestaal: Duits
Verwijzende rechter
Finanzgericht Baden-Württemberg
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Lasertec Gesellschaft für Stanzformen mbH
Verwerende partij: Finanzamt Emmendingen
Voorwerp
Verzoek om een prejudiciële beslissing — Finanzgericht Baden-Württemberg — Uitlegging van de artikelen 56, lid 1, EG, 57, lid 1, EG en 58 EG — Nationale fiscale wetgeving — Belasting over winsten van vennootschappen — Belasten als verkapte winstuitkeringen van door nationale vennootschap betaalde rente voor vergoeding van kapitaal dat is geleend van in derde land gevestigde vennootschap die tevens aandeelhouder is
Dictum
Een nationale maatregel op grond waarvan de kredietrente die een ingezeten kapitaalvennootschap heeft betaald aan een niet-ingezeten aandeelhouder met een aanmerkelijk belang in het kapitaal van die vennootschap, onder bepaalde voorwaarden wordt beschouwd als verkapte winstuitkering waarvoor de binnenlandse kredietgever belastbaar is, maakt hoofdzakelijk inbreuk op de uitoefening van de vrijheid van vestiging in de zin van de artikelen 43 EG en volgende. Op die bepalingen kan geen beroep worden gedaan in een situatie waarbij een vennootschap van een derde land betrokken is.