Home

Zaak C-255/05: Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 5 juli 2007 — Commissie van de Europese Gemeenschappen/Italiaanse Republiek (Niet-nakoming — Milieueffectbeoordeling van bepaalde projecten — Nuttige toepassing van afvalstoffen — Verwezenlijking van derde lijn van de afvalverbrandingsinstallatie te Brescia — Bekendmaking van vergunningaanvraag — Richtlijnen 75/442/EEG, 85/337/EEG en 2000/76/EG)

Zaak C-255/05: Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 5 juli 2007 — Commissie van de Europese Gemeenschappen/Italiaanse Republiek (Niet-nakoming — Milieueffectbeoordeling van bepaalde projecten — Nuttige toepassing van afvalstoffen — Verwezenlijking van derde lijn van de afvalverbrandingsinstallatie te Brescia — Bekendmaking van vergunningaanvraag — Richtlijnen 75/442/EEG, 85/337/EEG en 2000/76/EG)

25.8.2007

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 199/5


Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 5 juli 2007 — Commissie van de Europese Gemeenschappen/Italiaanse Republiek

(Zaak C-255/05)(1)

(Niet-nakoming - Milieueffectbeoordeling van bepaalde projecten - Nuttige toepassing van afvalstoffen - Verwezenlijking van „derde lijn’ van de afvalverbrandingsinstallatie te Brescia - Bekendmaking van vergunningaanvraag - Richtlijnen 75/442/EEG, 85/337/EEG en 2000/76/EG)

(2007/C 199/07)

Procestaal: Italiaans

Partijen

Verzoekende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen (vertegenwoordigers: M. Konstantinidis, gemachtigde, en F. Louis en A. Capobianco, avocats)

Verwerende partij: Italiaanse Republiek (vertegenwoordigers: I. M. Braguglia, gemachtigde, en M. Fiorilli, avvocato dello Stato)

Interveniënt aan de zijde van verwerende partij: Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (vertegenwoordigers: T. Harris, gemachtigde, en J. Maurici, barrister)

Voorwerp

Niet-nakoming — Schending van artikelen 2, lid 1, en 4, lid 1, van richtlijn 85/337/EEG van de Raad van 27 juni 1985 betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten (PB L 175, blz. 40), zoals gewijzigd bij richtlijn 97/11/EG van 3 maart 1997 (PB L 73, blz. 5) — Schending van artikel 12, lid 1, van richtlijn 2000/76/EG van het Europees Parlement en de Raad van 4 december 2000 betreffende de verbranding van afval (PB L 332, blz. 91) — Zonder beoordeling noch bekendmaking van voorafgaande vergunningaanvraag verleende vergunning — Bouw van een „derde lijn” voor afvalverbranding door ASM di Brescia SpA

Dictum

1)

Door het project voor een „derde lijn” van de verbrandingsinstallatie van ASM Brescia SpA niet vóór het verlenen van de bouwvergunning te onderwerpen aan de milieueffectbeoordelingsprocedure als geregeld in de artikelen 5 tot en met 10 van richtlijn 85/337/EEG van de Raad van 27 juni 1985 betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten, zoals gewijzigd bij richtlijn 97/11/EG van de Raad van 3 maart 1997, is de Italiaanse Republiek de verplichtingen niet nagekomen die op haar rusten krachtens de artikelen 2, lid 1, en 4, lid 1, van deze richtlijn.

2)

Door de melding van de aanvang van de activiteiten van de „derde lijn” van deze verbrandingsinstallatie niet vooraf gedurende een passende periode ter inzage te leggen op een of meer voor het publiek toegankelijke plaatsen, om het publiek in staat te stellen opmerkingen te maken voordat de bevoegde autoriteit een besluit nam, en door de op deze melding betrekking hebbende besluiten en een afschrift van de vergunning evenmin openbaar te maken, is de Italiaanse Republiek de verplichtingen niet nagekomen die op haar rusten krachtens artikel 12, lid 1, van richtlijn 2000/76/EG van het Europees Parlement en de Raad van 4 december 2000 betreffende de verbranding van afval.

3)

De Italiaanse Republiek wordt verwezen in de kosten.

4)

Het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland zal zijn eigen kosten dragen.