Home

Zaak T-45/01: Arrest van het Gerecht van eerste aanleg van 12 juli 2007 — Sanders e.a./Commissie ( Personeel tewerkgesteld in gemeenschappelijke onderneming JET — Toepassing van ander rechtsstatuut dan dat van tijdelijke functionarissen — Vergoeding van materiële schade )

Zaak T-45/01: Arrest van het Gerecht van eerste aanleg van 12 juli 2007 — Sanders e.a./Commissie ( Personeel tewerkgesteld in gemeenschappelijke onderneming JET — Toepassing van ander rechtsstatuut dan dat van tijdelijke functionarissen — Vergoeding van materiële schade )

25.8.2007

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 199/26


Arrest van het Gerecht van eerste aanleg van 12 juli 2007 — Sanders e.a./Commissie

(Zaak T-45/01)(1)

(„Personeel tewerkgesteld in gemeenschappelijke onderneming JET - Toepassing van ander rechtsstatuut dan dat van tijdelijke functionarissen - Vergoeding van materiële schade’)

(2007/C 199/47)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partijen: Stephen G. Sanders (Oxon, Verenigd Koninkrijk) en de 94 andere verzoekers wier naam is opgenomen in de bijlage bij het arrest (vertegenwoordigers: aanvankelijk P. Roth, QC, I. Hutton, E. Mitrophanous en A. Howard, barristers, vervolgens P. Roth, I. Hutton en B. Lask, barristers)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen (vertegenwoordiger: J. Curall, gemachtigde)

Interveniënt aan de zijde van verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: aanvankelijk J.-P. Hix en A. Pilette, vervolgens J.-P. Hix en B. Driessen, gemachtigden)

Voorwerp

Vaststelling, naar aanleiding van het arrest van het Gerecht van 5 oktober 2004, Sanders e.a./Commissie (T-45/01, Jurispr. blz. II-3315), van het bedrag van de vergoeding die verschuldigd is wegens de financiële schade die elk van de verzoekers heeft geleden doordat hij voor de uitoefening van zijn activiteit in de gemeenschappelijke onderneming Joint European Torus (JET) niet als tijdelijk functionaris van de Europese Gemeenschappen is aangeworven

Dictum

1)

De Commissie wordt veroordeeld tot betaling aan elke verzoeker van een vergoeding overeenkomende met het bedrag dat voor elk van hen in kolom 6 van bijlage 3 bij dit arrest is opgenomen.

2)

Dit bedrag zal rente dragen tegen een tarief van 5,25 % vanaf 31 december 1999 tot de dag van daadwerkelijke betaling.

3)

De Commissie zal haar eigen kosten dragen alsmede de kosten die verzoekers voor de gehele procedure voor het Gerecht hebben gemaakt.

4)

De Raad zal zijn eigen kosten dragen.