Home

Rectificatie van de mededeling in het Publicatieblad in zaak T-263/07 ( PB C 223 van 22.9.2007, blz. 12. )

Rectificatie van de mededeling in het Publicatieblad in zaak T-263/07 ( PB C 223 van 22.9.2007, blz. 12. )

20.10.2007

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 247/46


Rectificatie van de mededeling in het Publicatieblad in zaak T-263/07

(Publicatieblad van de Europese Unie C 223 van 22 september 2007, blz. 12)

(2007/C 247/74)

De mededeling in het Publicatieblad in zaak T-263/07, Estland/Commissie is als volgt te lezen:

„Beroep ingesteld op 16 juli 2007 — Republiek Estland/Commissie

(Zaak T-263/07)

(2007/C 223/17)

Procestaal: Ests

Partijen

Verzoekende partij: Republiek Estland (vertegenwoordiger: L. Uibo)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies

Verzoekster vordert de nietigverklaring van de beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 4 mei 2007 betreffende het nationaal toewijzingsplan voor broeikasgasemissierechten dat door Estland overeenkomstig richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad(1) is meegedeeld.

Middelen en voornaamste argumenten

De beschikking van de Commissie van 4 mei 2007 betreffende het nationaal toewijzingsplan voor broeikasgasemissierechten dat door Estland overeenkomstig richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad is meegedeeld moet op de volgende gronden nietig worden verklaard:

schending van artikel 9, lid 1 en 3, alsmede artikel 11, lid 2, van richtlijn 2003/87/EG en de daarmee verbonden bevoegdheidsoverschrijding;

kennelijke beoordelingsfouten, aangezien de Commissie geen rekening heeft gehouden met voor haar toegankelijke juiste informatie, maar zich heeft gebaseerd op onjuiste veronderstellingen, wat een rechtstreekse en belangrijke invloed heeft gehad op het resultaat van de litigieuze beschikking en de vaststelling van de totale hoeveelheid emissierechten;

schending van artikel 175, lid 2, sub c, EG, aangezien de Commissie op grond van het Verdrag tot oprichting van de EG niet bevoegd is maatregelen te nemen die een aanzienlijke inmenging in de keuze van een lidstaat tussen verschillende energiebronnen en de algemene structuur van zijn energievoorziening vormen;

schending van het beginsel van een zorgvuldige behandeling, aangezien de Commissie bij de vaststelling van de beschikking niet alle relevante omstandigheden van het concrete geval heeft meegewogen en evenmin heeft onderzocht of de aan de vaststelling van haar beschikking mede ten grondslag liggende veronderstellingen juist waren;

schending van de motiveringsplicht.