Home

Zaak C-192/06: Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 4 oktober 2007 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesverwaltungsgericht — Duitsland) — Matthias Kruck/Landkreis Potsdam-Mittelmark (Landbouwstructuren — Communautaire steunregelingen — Artikel 7, lid 6, van verordening (EEG) nr. 1765/92 — Artikel 9, lid 2, van verordening (EEG) nr. 3887/92 — Braaklegging van gronden — Verlaging van compensatiebedragen)

Zaak C-192/06: Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 4 oktober 2007 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesverwaltungsgericht — Duitsland) — Matthias Kruck/Landkreis Potsdam-Mittelmark (Landbouwstructuren — Communautaire steunregelingen — Artikel 7, lid 6, van verordening (EEG) nr. 1765/92 — Artikel 9, lid 2, van verordening (EEG) nr. 3887/92 — Braaklegging van gronden — Verlaging van compensatiebedragen)

8.12.2007

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 297/11


Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 4 oktober 2007 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesverwaltungsgericht — Duitsland) — Matthias Kruck/Landkreis Potsdam-Mittelmark

(Zaak C-192/06)(1)

(Landbouwstructuren - Communautaire steunregelingen - Artikel 7, lid 6, van verordening (EEG) nr. 1765/92 - Artikel 9, lid 2, van verordening (EEG) nr. 3887/92 - Braaklegging van gronden - Verlaging van compensatiebedragen)

(2007/C 297/16)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Bundesverwaltungsgericht

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Matthias Kruck

Verwerende partij: Landkreis Potsdam-Mittelmark

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Bundesverwaltungsgericht — Uitlegging van artikel 9, leden 2 tot en met 4, van verordening (EEG) nr. 3887/92 van de Commissie van 23 december 1992 houdende uitvoeringsbepalingen inzake het geïntegreerde beheers- en controlesysteem voor bepaalde communautaire steunregelingen (PB L 391, blz. 36), zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 1648/95 van de Commissie van 6 juli 1995 tot wijziging van verordening (EEG) nr. 3887/92 houdende uitvoeringsbepalingen inzake het geïntegreerde beheers- en controlesysteem voor bepaalde communautaire steunregelingen (PB L 156, blz. 27), en van artikel 7, lid 6, tweede en vierde zin, van verordening (EEG) nr. 1765/92 van de Raad van 30 juni 1992 tot instelling van een steunregeling voor producenten van bepaalde akkerbouwgewassen (PB L 181, blz. 12), zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 2989/95 van de Raad van 19 december 1995 houdende wijziging van verordening (EEG) nr. 1765/92 tot instelling van een steunregeling voor producenten van bepaalde akkerbouwgewassen (PB L 312, blz. 5) — Vaststelling van maximaal braakgelegde oppervlakte die recht geeft op compensatiebedragen, op basis van tijdens controle feitelijk geconstateerde bebouwde oppervlakte en niet van die welke in aanvraag voor compensatiebedragen is opgegeven

Dictum

Artikel 9 van verordening (EEG) nr. 3887/92 van de Commissie van 23 december 1992 houdende uitvoeringsbepalingen inzake het geïntegreerde beheers- en controlesysteem voor bepaalde communautaire steunregelingen, zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 1648/95 van de Commissie van 6 juli 1995, moet aldus worden uitgelegd dat de maximale oppervlakte die krachtens artikel 7, lid 6, eerste alinea, tweede en vierde zin, van verordening (EEG) nr. 1765/92 van de Raad van 30 juni 1992 tot instelling van een steunregeling voor producenten van bepaalde akkerbouwgewassen, zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 2989/95 van de Raad van 19 december 1995, in aanmerking komt voor compensatiebedragen voor braaklegging van oppervlakten, op basis van de aangevraagde bebouwde oppervlakte wordt berekend, mits die oppervlakte feitelijk met akkerbouwgewassen is bebouwd en geen oppervlakten omvat die op grond van artikel 9 van verordening nr. 1765/92, zoals gewijzigd bij verordening nr. 2989/95, van compensatiebedragen zijn uitgesloten.