Home

Zaak C-479/07: Beroep ingesteld op 26 oktober 2007 — Franse Republiek/Raad van de Europese Unie

Zaak C-479/07: Beroep ingesteld op 26 oktober 2007 — Franse Republiek/Raad van de Europese Unie

8.12.2007

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 297/32


Beroep ingesteld op 26 oktober 2007 — Franse Republiek/Raad van de Europese Unie

(Zaak C-479/07)

(2007/C 297/52)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Franse Republiek (vertegenwoordigers: E. Belliard, G. de Bergues en A.-L. During, gemachtigden)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: A. de Gregorio Merino en M.-M Joséphidès, gemachtigden)

Conclusies

verordening (EG) nr. 809/2007 van de Raad van 28 juni 2007 tot wijziging van de verordeningen (EG) nr. 894/97, (EG) nr. 812/2004 en (EG) nr. 2187/2005 met betrekking tot drijfnetten(1) nietig te verklaren;

de Raad van de Europese Unie te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Met haar beroep, ingesteld ter griffie van het Gerecht van eerste aanleg op 10 oktober 2007 (op 5 oktober 2007 bij faxbericht ontvangen) en krachtens de artikelen 51 en 54, tweede alinea, van het Statuut van het Hof verwezen naar het Hof bij beschikking van het Gerecht (Achtste kamer) van 26 oktober 2007, betwist verzoekster de door de Raad in verordening nr. 809/2007 vastgestelde definitie van „drijfnetten” voor zover gestabiliseerde netten als de thonaille tot de drijfnetten worden gerekend. Door deze uitbreiding van het bij de verordeningen nrs. 894/97, 812/2004 en 2187/2005 ingestelde verbod van drijfnetten miskent verordening nr. 809/2007 de motiveringsplicht alsook het evenredigheids- en het non-discriminatiebeginsel.

Volgens verzoeksters eerste middel is de Raad zijn motiveringsplicht niet nagekomen door in de bestreden verordening enerzijds niet aan te geven waarom hij de gestabiliseerde netten tot de drijfnetten meende te moeten rekenen en dus de materiële werkingssfeer van de op dit soort netten toepasselijke beperkingen daartoe uit te breiden, en anderzijds niet de wetenschappelijke en technische adviezen vermelden waarop hij zich voor de vaststelling van deze maatregel heeft gebaseerd.

Volgens verzoeksters tweede middel is het verbod van gestabiliseerde netten als de thonaille kennelijk ongeschikt zowel ten aanzien van het door voormelde verordeningen nagestreefde doel, de ongecontroleerde expansie van de visserij met drijfnetten te beperken, als ten aanzien van het doel bijvangsten te beperken. De thonaille-visserij, die zeer kleinschalig door een gering aantal kleine schepen wordt beoefend, is namelijk een ambachtelijke activiteit op een klein deel van de Middellandse kust zonder risico van ongecontroleerde expansie. Bovendien is de thonaille technisch aangepast om het risico van bijvangsten en met name die van beschermde soorten zoveel mogelijk te beperken.

Ten slotte stelt verzoeksters derde middel schending van het non-discriminatiebeginsel, aangezien de bestreden verordening de thonaille op dezelfde wijze als de drijfnetten behandelt ondanks de verschillen tussen deze twee soorten netten zowel wat de specifieke technische kenmerken van de thonaille als het kleine aantal betrokken schepen en de beperkte schaal van de beoefende visserijactiviteiten betreft.