Home

Zaak C-195/06: Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 18 oktober 2007 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Bundeskommunikationssenat — Oostenrijk) — Kommunikationsbehörde Austria (KommAustria)/Österreichischer Rundfunk (ORF) (Vrij verrichten van diensten — Televisieomroepactiviteiten — Richtlijnen 89/552/EEG en 97/36/EG — Begrippen telewinkelen  en televisiereclame — Spel waaraan prijs verbonden is)

Zaak C-195/06: Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 18 oktober 2007 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Bundeskommunikationssenat — Oostenrijk) — Kommunikationsbehörde Austria (KommAustria)/Österreichischer Rundfunk (ORF) (Vrij verrichten van diensten — Televisieomroepactiviteiten — Richtlijnen 89/552/EEG en 97/36/EG — Begrippen telewinkelen  en televisiereclame — Spel waaraan prijs verbonden is)

22.12.2007

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 315/15


Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 18 oktober 2007 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Bundeskommunikationssenat — Oostenrijk) — Kommunikationsbehörde Austria (KommAustria)/Österreichischer Rundfunk (ORF)

(Zaak C-195/06)(1)

(Vrij verrichten van diensten - Televisieomroepactiviteiten - Richtlijnen 89/552/EEG en 97/36/EG - Begrippen „telewinkelen’ en „televisiereclame’ - Spel waaraan prijs verbonden is)

(2007/C 315/24)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Bundeskommunikationssenat

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Kommunikationsbehörde Austria (KommAustria)

Verwerende partij: Österreichischer Rundfunk (ORF)

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Bundeskommunikationssenat — Uitlegging van artikel 1, sub c en f, van richtlijn 89/552/EEG van de Raad van 3 oktober 1989 betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake de uitoefening van televisie-omroepactiviteiten (PB L 298, blz. 23), zoals gewijzigd bij richtlijn 97/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 juni 1997 (PB L 202, blz. 60) — Televisie-uitzending waarin toeschouwers mogelijkheid wordt geboden om door het kiezen van een betaalnummer aan een kansspel deel te nemen — Begrippen „televisiereclame” en „telewinkelen”

Dictum

Artikel 1 van richtlijn 89/552/EEG van de Raad van 3 oktober 1989 betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake de uitoefening van televisieomroepactiviteiten, zoals gewijzigd bij richtlijn 97/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 juni 1997, moet aldus worden uitgelegd dat bij een uitzending of een onderdeel van een uitzending waarin een omroeporganisatie de kijkers de mogelijkheid biedt om door het rechtstreeks kiezen van een betaalnummer en dus tegen betaling deel te nemen aan een spel waaraan een prijs verbonden is, sprake is van

telewinkelen in de zin van artikel 1, sub f, indien in die uitzending of dat onderdeel van de uitzending werkelijk diensten worden aangeboden, rekening houdend met het doel van de uitzending waarin het spel plaatsvindt, met het belang van het spel binnen de uitzending in termen van tijd en gehoopte economische resultaten in vergelijking met die welke van die uitzending in haar geheel worden verwacht, en met de soort vragen die aan de kandidaten worden gesteld;

televisiereclame in de zin van artikel 1, sub c, indien dat spel, wegens het doel en de inhoud ervan en wegens de omstandigheden waarin de te winnen prijzen worden voorgesteld, bestaat in een boodschap die de kijkers beoogt aan te zetten tot het verkrijgen van de als te winnen prijzen voorgestelde goederen en diensten, of die beoogt de verdiensten van de programma's van de betrokken organisatie indirect in de vorm van zelfpromotie te bevorderen.