Oproep tot het indienen van voorstellen — EACEA/35/08 voor de tenuitvoerlegging van het onderdeel externe samenwerking van Erasmus Mundus in het academisch jaar 2009-2010 — Het communautaire actieprogramma voor de bevordering van samenwerking tussen instellingen voor hoger onderwijs en de uitwisseling van studenten, onderzoekers en universiteitsmedewerkers uit EU-lidstaten en derde landen

23.12.2008

Publicatieblad van de Europese Unie

C 328/24

OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN — EACEA/35/08

voor de tenuitvoerlegging van het onderdeel externe samenwerking van Erasmus Mundus in het academisch jaar 2009-2010

Het communautaire actieprogramma voor de bevordering van samenwerking tussen instellingen voor hoger onderwijs en de uitwisseling van studenten, onderzoekers en universiteitsmedewerkers uit EU-lidstaten en derde landen

(2008/C 328/07)

1. DOELSTELLINGEN EN BESCHRIJVING

Het onderdeel externe samenwerking van Erasmus Mundus heeft tot doel een wederzijdse verrijking te realiseren en een beter begrip tot stand te brengen tussen de Europese Unie en derde landen. Het is opgezet om de institutionele samenwerking tussen de Europese Unie en derde landen op het gebied van het hoger onderwijs te stimuleren door middel van een mobiliteitsprogramma dat is gericht op uitwisselingen van studenten en universiteitsmedewerkers voor studie, onderwijs, opleiding en onderzoek.

Houdt er rekening mee dat dit de derde oproep is tot het indienen van voorstellen voor het onderdeel externe samenwerking van Erasmus Mundus (EM External Cooperation Window — ECW) en dat EM ECW wordt geïntegreerd als Actie II-„partnerschappen” in het kader van het nieuwe Erasmus Mundus II-programma, dat is gericht op de bevordering van de institutionele samenwerking en de mobiliteit.

2. IN AANMERKING KOMENDE GEGADIGDEN EN LANDEN

Gegadigden moeten universiteiten of Europese instellingen voor hoger onderwijs zijn die een partnerschap vertegenwoordigen van ten hoogste 20 partnerinstellingen.

Het partnerschap dient te bestaan uit Europese instellingen voor hoger onderwijs die reeds vóór de publicatiedatum van deze oproep in het bezit waren van een Erasmus University Charter, en instellingen voor hoger onderwijs uit derde landen die zijn erkend en geaccrediteerd door de nationale autoriteiten.

De activiteiten moeten plaatsvinden in één van de in het kader van deze oproep in aanmerking komende landen. Er zijn drie groepen in aanmerking komende landen/regio's:

—	de 27 lidstaten van de Europese Unie;

—	kandidaat-lidstaten van de EU (Kroatië en Turkije) en EER-landen (IJsland, Liechtenstein en Noorwegen);

—	de volgende derde landen en geografische regio's:

Argentinië, Brazilië, China, Rusland, India, de regio Azië, de Centraal-Aziatische republieken, de regio Latijns-Amerika, de regio Midden-Oosten, het zuidelijke en oostelijke nabuurschapsgebied en de Westelijke Balkanregio.

3. IN AANMERKING KOMENDE ACTIVITEITEN

De EG-subsidies zullen bijdragen aan de financiering van institutionele partnerschappen van instellingen voor hoger onderwijs uit Europa en derde landen met het oog op de volgende soorten activiteiten:

—	de organisatie van de individuele mobiliteit van studenten uit het hoger onderwijs en universiteitsmedewerkers; en

—

de tenuitvoerlegging van de individuele mobiliteit. De soorten mobiliteit en onderwijs die in het kader van deze oproep voor financiering in aanmerking komen zijn:

—	studenten: mobiliteitsmogelijkheden op bachelor-, master-, doctoraats- en postdoctoraal niveau;

—	universiteitsmedewerkers: uitwisseling ten behoeve van onderwijs, praktische opleiding en onderzoek.

De geplande looptijd van een project mag niet langer zijn dan 48 maanden.

In aanmerking komende activiteiten, met inbegrip van voorbereidende activiteiten kunnen op 15 juli 2009 van start gaan op voorwaarde dat de contracten zijn getekend. De activiteiten moeten allemaal voor 15 juli 2013 zijn afgerond.

Behalve in het geval van een naar behoren gerechtvaardigde overmacht en onder voorbehoud van voorafgaande machtiging door het Agentschap, moet iedere individuele mobiliteit uiterlijk 1 september 2010 van start gaan.

4. GUNNINGSCRITERIA

De gunningscriteria maken het mogelijk de kwaliteit van de ingediende voorstellen te beoordelen in relatie tot de doelstellingen en gestelde prioriteiten, zodat subsidies aan acties kunnen worden toegekend die de algehele doelmatigheid van de oproep tot het indienen van voorstellen zo groot mogelijk maken.

De aanvragen worden aan de volgende gunningscriteria getoetst en op een schaal van 100 gerangschikt:

—	operationele capaciteit en deskundigheid van de aanvrager en partners (weging: 10 van de 100);

—	relevantie van de activiteiten met het doel van de oproep tot het indienen van voorstellen (weging: 25 van de 100);

—	methodologie voor het beheer van het partnerschap en de uitvoering van de mobiliteitsactiviteiten (weging: 50 van de 100);

—	duurzaamheid (weging: 15 van de 100).

5. BESCHIKBARE BEGROTING

Het totale indicatieve bedrag dat in het kader van deze oproep tot het indienen van voorstellen beschikbaar wordt gesteld is 163,500 mln EUR voor de volgende geografische regio's en landen:

Geografische regio's	Samenwerkingsinstrument	Indicatief totaalbedrag	Aantal naar verwachting te financieren projecten
Zuidelijk Middellandse Zeegebied, Oost-Europa en Rusland	ENPI	29 mln EUR	8
Jemen, Iran en Irak	DCI	3 mln EUR	1
Centraal-Aziatische republieken	DCI	5 mln EUR	2
Westelijke Balkan	IPA	8,5 mln EUR	2
Regio Azië
Regionale Azië	DCI	20 mln EUR	4
India	DCI	19 mln EUR	4
China	DCI	26 mln EUR	5
Regio Latijns-Amerika
Brazilië	DCI	9,3 mln EUR	3
Argentinië	DCI	2,1 mln EUR	1
Regionale Latijns-Amerika	DCI	41,6 mln EUR	13

6. TERMIJN

De uiterste datum voor de indiening van de aanvragen is uiterlijk 13 maart 2009. De voorstellen moeten naar het volgende adres worden gezonden:

Education, Audiovisual and Culture Executive Agency

Call for proposals „Erasmus Mundus — External Cooperation Window 08”

Unit P4

Bourgetlaan 1 (BOUR 00/37)

B-1140 Brussel

Een elektronische versie van de aanvraag, samen met de bewijsstukken moet naar het volgende e-mailadres worden gezonden:

EACEA-EM-EXTCOOP@ec.europa.eu

Alleen voorstellen die met behulp van het juiste aanvraagformulier zijn ingediend, volledig zijn ingevuld, zijn voorzien van een stempel en gecertificeerd door de wettelijke vertegenwoordiger van de aanvragende Europese instelling voor hoger onderwijs zullen worden aanvaard.

7. NADERE INFORMATIE

De richtsnoeren voor het toekennen van aanvragen en het relevante aanvraagformulier, zijn te vinden op de volgende website:

http://eacea.ec.europa.eu/extcoop/call/index.htm

De aanvragen moeten met behulp van het daartoe bestemde formulier worden ingediend en alle vereiste bijlagen bevatten.