Arrest van het Hof van 1 februari 2008 in zaak E-4/07 Jón Gunnar Þorkelsson tegen Gildi-lífeyrissjóður (Gildi Pensioenfonds) (Recht op invaliditeitspensioen — Vrij verkeer van werknemers — Verordening (EEG) nr. 1408/71 — Verordening (EEG) nr. 574/72)
Arrest van het Hof van 1 februari 2008 in zaak E-4/07 Jón Gunnar Þorkelsson tegen Gildi-lífeyrissjóður (Gildi Pensioenfonds) (Recht op invaliditeitspensioen — Vrij verkeer van werknemers — Verordening (EEG) nr. 1408/71 — Verordening (EEG) nr. 574/72)
29.1.2009 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 23/13 |
ARREST VAN HET HOF
van 1 februari 2008
in zaak E-4/07 Jón Gunnar Þorkelsson tegen Gildi-lífeyrissjóður (Gildi Pensioenfonds)
(Recht op invaliditeitspensioen — Vrij verkeer van werknemers — Verordening (EEG) nr. 1408/71 — Verordening (EEG) nr. 574/72)
(2009/C 23/10)
In zaak E-4/07 tussen Jón Gunnar Þorkelsson en Gildi-lífeyrissjóður (Gildi Pensioenfonds) — verzoek aan het Hof van Héraðsdómur Reykjavíkur (Districtsrechtbank Reykjavik), IJsland, betreffende de regels inzake het vrije verkeer van werknemers binnen de EER, heeft het Hof, samengesteld uit Carl Baudenbacher, voorzitter, Henrik Bull, rechter-rapporteur, en Thorgeir Örlygsson, rechter, op 1 februari 2008 uitspraak gedaan, waarvan het dictum als volgt luidt:
1. | het begrip „sociale zekerheid” in de zin van artikel 29 van de EER-Overeenkomst en Verordening (EEG) nr. 1408/71 omvat het recht op een invaliditeitsuitkering dat ontstaat uit pensioenstelsels als het stelsel dat in de hoofdprocedure aan de orde is, met inbegrip van op geëxtrapoleerde rechten gebaseerde pensioenen; |
2. | het is niet verenigbaar met artikel 45, lid 5, van Verordening (EEG) nr. 1408/71 om het recht op een invaliditeitsuitkering gebaseerd op geëxtrapoleerde rechten als die welke in de hoofdprocedure aan de orde zijn, afhankelijk te stellen van de voorwaarde dat een aangeslotene bij een pensioenfonds gedurende een bepaalde periode voorafgaand aan de datum van het ongeval bijdragen heeft betaald aan een fonds dat tot een bepaalde groep fondsen behoort, en daarbij die bijdragen uit te sluiten die aan de socialezekerheidsstelsels van andere EER-staten zijn betaald in verband met werkzaamheden daar; |
3. | krachtens Verordening (EEG) nr. 574/72 moeten belanghebbenden hun aanvraag om een uitkering indienen in de staat waar zij op het ogenblik van hun ongeval woonden en socialezekerheidsrechten hadden opgebouwd. Het indienen van een aanvraag bij de bevoegde instantie van een andere EER-staat doet niet af aan het recht op een uitkering krachtens Verordening (EEG) nr. 1408/71. Het is hoe dan ook aan elke betrokken instantie om definitief te besluiten of zij de aanvrager al dan niet de van haar verlangde uitkering toekent. |