Home

Geregelde luchtdiensten (helikopter) Værøy–Bodø v.v. — Uitnodiging tot inschrijving

Geregelde luchtdiensten (helikopter) Værøy–Bodø v.v. — Uitnodiging tot inschrijving

26.8.2010

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 230/17


Geregelde luchtdiensten (helikopter) Værøy–Bodø v.v.

Uitnodiging tot inschrijving

2010/C 230/06

1. Inleiding

Noorwegen heeft besloten een nieuwe aanbesteding uit te schrijven voor de exploitatie van geregelde luchtdiensten op de route Værøy–Bodø v.v. voor de periode 1 augustus 2011-31 juli 2014.

Noorwegen heeft besloten met ingang van 1 augustus 2011 de openbare-dienstverplichtingen met betrekking tot de geregelde regionale luchtdiensten op de route Værøy–Bodø v.v., die werden opgelegd overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder a), van Verordening (EEG) nr. 2408/92 van de Raad van 23 juli 1992 betreffende de toegang van communautaire luchtvaartmaatschappijen tot intracommunautaire luchtroutes, te wijzigen(1). De gewijzigde verplichtingen zijn in het Publicatieblad van de Europese Unie C 138 van 5.6.2008 en het EER-supplement nr. 31 van 5.6.2008 bekendgemaakt.

Indien geen enkele luchtvaartmaatschappij het ministerie van Vervoer en Communicatie binnen twee maanden na de uiterste datum voor de indiening van de offertes (zie punt 6) bewijsstukken heeft verschaft dat per 1 augustus 2011 wordt begonnen met geregelde luchtdiensten overeenkomstig de gewijzigde openbare-dienstverplichtingen voor het in punt 2 vermelde vliegroutegebied, zal Noorwegen de in artikel 4, lid 1, onder d), van Verordening (EEG) nr. 2408/92 bedoelde aanbestedingsprocedure instellen en de toegang tot het in punt 2 vermelde vliegroutegebied per 1 augustus 2011 tot één enkele luchtvaartmaatschappij beperken.

Het doel van deze aanbesteding is gegadigden uit te nodigen tot het indienen van offertes op basis waarvan dergelijke exclusieve rechten zullen worden toegekend.

Hieronder zijn de belangrijkste aanbestedingsvoorwaarden aangegeven. Het volledige aanbestedingsdossier kan worden gedownload van http://www.regjeringen.no/en/dep/sd/Documents/Other-documents/Tenders

of kan kosteloos worden aangevraagd op het volgende postadres:

Ministerie van Vervoer en Communicatie

P.O. Box 8010 Dep.

0030 Oslo

NORWAY

Tel. +47 22248353

Fax +47 22245609

Alle gegadigden moeten het aanbestedingsdossier volledig doornemen.

2. Diensten die onder de aanbesteding vallen

De aanbesteding heeft betrekking op de exploitatie van geregelde luchtdiensten van 1 augustus 2011 tot en met 31 juli 2014, in overeenstemming met de in punt 1 vermelde openbare-dienstverplichtingen. Het volgende vliegroutegebied valt onder de aanbesteding:

Værøy–Bodø v.v.

Wanneer een luchtvaartmaatschappij een offerte indient zonder om een compensatie te vragen, zal dit worden opgevat als een verzoek om de route op exclusieve basis, maar zonder compensatie van de Noorse overheid, te exploiteren.

3. Deelneming aan de aanbesteding

De aanbesteding staat open voor alle luchtvaartmaatschappijen die in het bezit zijn van een geldige exploitatievergunning overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2407/92 van de Raad van 23 juli 1992 betreffende de verlening van exploitatievergunningen aan luchtvaartmaatschappijen, of Verordening (EG) nr. 1008/2008 van 24 september 2008.

4. Aanbestedingsprocedure

De aanbesteding valt onder het bepaalde in de punten d) tot en met i) van artikel 4, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2408/92 van de Raad en deel 4 van Noorse Verordening nr. 256 van 15 april 1994 inzake de aanbestedingsprocedures met betrekking tot openbare-dienstverplichtingen met het oog op de tenuitvoerlegging van artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 2408/92 van de Raad.

De gunning geschiedt via een openbare aanbestedingsprocedure.

Het ministerie van Vervoer en Communicatie behoudt zich het recht voor verder te onderhandelen wanneer slechts één offerte binnen de uiterste termijn is ontvangen of wanneer slechts één van de ingediende offertes in aanmerking komt. Deze onderhandelingen dienen in overeenstemming te zijn met de opgelegde openbare-dienstverplichtingen. Bovendien mogen de partijen gedurende deze onderhandelingen geen inhoudelijke wijzigingen aanbrengen in de oorspronkelijke contractvoorwaarden. Indien de verdere onderhandelingen niet tot een aanvaardbare oplossing leiden, behoudt het ministerie van Vervoer en Communicatie zich het recht voor de hele procedure te annuleren. In dat geval kan een nieuwe aanbesteding met nieuwe voorwaarden worden gepubliceerd.

Het ministerie van Vervoer en Communicatie kan, indien geen offertes binnenkomen, op basis van onderhandelingen contracten afsluiten zonder verdere bekendmaking. In dat geval kunnen in het contract echter geen inhoudelijke wijzigingen van de oorspronkelijke openbare-dienstverplichtingen of van de overige contractvoorwaarden worden opgenomen. Het ministerie van Vervoer en Communicatie behoudt zich het recht voor alle offertes te weigeren, indien als gevolg van de aanbestedingsprocedure blijkt dat daarvoor redelijke gronden bestaan.

De offerte is bindend voor de inschrijver totdat de aanbestedingsprocedure is afgerond of de opdracht is gegund.

5. De offerte

De offerte moet worden ingediend overeenkomstig de in deel 5 van de aanbestedingsvoorwaarden gestelde eisen, inclusief de vereisten met betrekking tot de openbare-dienstverplichtingen.

6. Indiening van de offerte

De uiterste termijn voor de indiening van de offertes is 27 september 2010 om 12.00 (plaatselijke tijd). De offertes moeten ten laatste op de uiterste datum voor indiening ervan zijn ontvangen door het ministerie van Vervoer en Communicatie, op het adres dat in punt 1 is vermeld.

De offertes moeten per post of per koerierdienst worden toegezonden aan, dan wel persoonlijk worden afgegeven op het ministerie van Vervoer en Communicatie.

Te laat ingediende offertes worden afgewezen. Offertes die na de uiterste indieningstermijn, maar voor de datum van opening van de offertes worden ontvangen, zullen echter niet worden afgewezen wanneer duidelijk blijkt dat de zending zo vroeg is verzonden dat zij normaliter voor de afsluitingsdatum had moeten zijn ontvangen. Het ontvangstbewijs geldt als bewijs van ontvangst en ontvangsttijdstip.

Alle offertes moeten in 3 (drie) exemplaren worden ingediend.

7. Gunning van de opdracht

7.1.

De opdracht wordt in principe gegund aan de inschrijver die de laagste compensatie vraagt voor de gehele contractperiode van 1 augustus 2011 tot en met 31 juli 2014.

7.2.

Wanneer offertes worden ingediend waarbij niet om een compensatie wordt verzocht, maar uitsluitend exclusieve rechten worden gevraagd overeenkomstig de laatste alinea van punt 2, wordt het contract, ongeacht het bepaalde in punt 7.1, aan die inschrijver gegund.

7.3.

Ingeval de opdracht niet kan worden gegund omdat bepaalde inschrijvers dezelfde compensatie vragen, zal de voorkeur worden gegeven aan de offerte waarin gedurende de gehele contractperiode het hoogste aantal stoelen wordt aangeboden.

8. Contractperiode

Alle contracten lopen voor de periode van 1 augustus 2011 tot en met 31 juli 2014. Het contract kan niet worden opgezegd, behalve in situaties als omschreven in punt 11, dat betrekking heeft op de contractvoorwaarden.

9. Financiële compensatie

De exploitant heeft recht op een financiële compensatie die door het ministerie van Vervoer en Communicatie wordt verleend overeenkomstig de contractvoorwaarden. De compensatie moet voor elk van de drie exploitatiejaren worden aangegeven, en ook voor de gehele contractperiode.

In het eerste exploitatiejaar kan de overeengekomen compensatie niet worden aangepast.

In het tweede en derde exploitatiejaar zal de compensatie worden herberekend op basis van het aanbestedingsbudget dat is aangepast in het licht van de exploitatiekosten en -inkomsten. Deze aanpassingen moeten binnen de grenzen blijven die worden bepaald door het Noorse indexcijfer van de consumptieprijzen voor de periode van twaalf maanden die afloopt op 15 juni van hetzelfde jaar.

Er volgt geen aanpassing van de compensatie wanneer het aantal aangeboden stoelen naar boven of beneden wordt gewijzigd overeenkomstig punt 5.1, tweede alinea, van de contractvoorwaarden.

Het bovenstaande geldt slechts op voorwaarde dat het Noorse parlement (Storting) bij de vaststelling van zijn jaarbegroting de nodige middelen ter dekking van de compensatie beschikbaar stelt aan het ministerie van Vervoer en Communicatie.

De exploitant heeft recht op alle inkomsten uit de exploitatie van de routes. Wanneer die inkomsten hoger blijken te zijn of de kosten lager liggen dan verwacht in de aanbestedingsbegroting, mag de exploitant het saldo houden. Het ministerie van Vervoer en Communicatie is daarentegen niet verplicht negatieve saldo's ten opzichte van de aanbestedingsbegroting te dekken.

Alle openbare heffingen, inclusief luchthavenheffingen, worden betaald door de exploitant.

Het bedrag van de financiële compensatie wordt verlaagd evenredig met het totale aantal vluchten dat om direct aan de maatschappij toe te schrijven redenen wordt geannuleerd, indien dat aantal geannuleerde vluchten in een exploitatiejaar hoger ligt dan 1,5 % van het geplande aantal vluchten overeenkomstig de goedgekeurde dienstregeling.

10. Wijziging van het contract

Wanneer zich in de loop van de contractperiode materiële of onvoorziene wijzigingen voordoen van de aannamen waarop het contract is gebaseerd, mag elk van de partijen om nieuwe onderhandelingen verzoeken met het oog op de herziening van het contract. Een dergelijk verzoek moet uiterlijk drie maanden na de desbetreffende wijziging worden gedaan.

Materiële wijzigingen van de aan de luchtvaartmaatschappij opgelegde openbare heffingen vormen steeds een geldige grond voor heronderhandeling van het contract.

Wanneer nieuwe wet- of regelgevingseisen, dan wel voorschriften van de burgerluchtvaartautoriteit tot gevolg hebben dat een luchthaven op een andere manier moet worden gebruikt dan oorspronkelijk door de luchtvaartmaatschappij was voorzien, trachten de partijen in onderling overleg wijzigingen in het contract aan te brengen die de luchtvaartmaatschappij in staat stellen voor de resterende contractperiode haar activiteiten voort te zetten. Indien de partijen er niet in slagen overeenstemming te bereiken, heeft de luchtvaartmaatschappij recht op een compensatie op grond van de regelgeving op het gebied van sluiting (punt 11), voor zover deze van toepassing is.

11. Opzegging van het contract na contractbreuk of onvoorziene wijziging van belangrijke omstandigheden

Onverminderd de beperkingen ingevolge de faillissementswetgeving kan het ministerie van Vervoer en Communicatie het contract met onmiddellijke ingang opzeggen wanneer de luchtvaartmaatschappij insolvent wordt, een schuldvereffeningsprocedure inleidt, failliet gaat of in een andere situatie verkeert als omschreven in deel 14, nr. 2, van de Noorse Verordening nr. 256 van 15 april 1994 inzake de aanbestedingsprocedures met betrekking tot openbare-dienstverplichtingen.

Het ministerie van Vervoer en Communicatie kan het contract met onmiddellijke ingang opzeggen indien de vergunning van de luchtvaartmaatschappij wordt ingetrokken of niet meer wordt vernieuwd.

Indien de luchtvaartmaatschappij door overmacht of als gevolg van andere factoren waarop zij geen invloed heeft, gedurende meer dan vier van de laatste zes maanden niet in staat is geweest aan haar contractuele verplichtingen te voldoen, kan het contract door beide partijen schriftelijk worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van één maand in acht wordt genomen.

Wanneer het Noorse parlement besluit een luchthaven te sluiten of wanneer een luchthaven is gesloten ten gevolge van een besluit van de burgerluchtvaartautoriteit, komen de normale contractuele verplichtingen van de partijen te vervallen vanaf het moment dat de desbetreffende luchthaven daadwerkelijk is gesloten.

Wanneer de termijn tussen de aankondiging van de sluiting van een luchthaven en de daadwerkelijke sluiting ervan langer is dan een jaar, heeft de luchtvaartmaatschappij geen recht op een compensatie van het financiële verlies dat zij lijdt ten gevolge van de beëindiging van het contract. Wanneer bedoelde termijn korter is dan een jaar, heeft de maatschappij recht op herstel van de financiële situatie waarin zij zich zou bevinden wanneer de normale exploitatie gedurende één jaar vanaf de datum waarop zij in kennis is gesteld van de voorgenomen sluiting zou worden voortgezet, dan wel tot en met 31 juli 2014 wanneer die datum eerder valt.

Bij contractbreuk mag het contract door de andere partij met onmiddellijke ingang worden opgezegd.