Oproep tot het indienen van voorstellen — EACEA/41/10 voor de tenuitvoerlegging van Erasmus Mundus 2009-2013
Oproep tot het indienen van voorstellen — EACEA/41/10 voor de tenuitvoerlegging van Erasmus Mundus 2009-2013
16.12.2010 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 341/40 |
Oproep tot het indienen van voorstellen — EACEA/41/10 voor de tenuitvoerlegging van Erasmus Mundus 2009-2013
2010/C 341/10
Actie 1 — Gezamenlijke programma’s
Actie 2 — Partnerschappen
Actie 3 — Bevordering van het hoger onderwijs in Europa
PROGRAMMADOELSTELLINGEN
Het Erasmus Mundusprogramma heeft als algemeen doel de kwaliteit van het hoger onderwijs in Europa te bevorderen, de loopbaanperspectieven van studenten te verbeteren en het interculturele begrip te bevorderen door samenwerking met derde landen in overeenstemming met de EU-doelstellingen voor extern beleid teneinde bij te dragen tot een duurzame ontwikkeling van derde landen op het gebied van hoger onderwijs.
De specifieke doelstellingen van het programma zijn:
— | bevorderen van de gestructureerde samenwerking tussen instellingen voor hoger onderwijs en het aanbieden van hoger onderwijs van betere kwaliteit met een duidelijke Europese toegevoegde waarde, die zowel binnen als buiten de Europese Unie aantrekkelijk is, met de bedoeling expertisecentra te creëren; |
— | bijdragen aan de wederzijdse verrijking van samenlevingen door de kwalificaties van mannen en vrouwen uit te breiden, zodat zij over geschikte vaardigheden beschikken, vooral met het oog op de arbeidsmarkt, en ruimdenkend zijn en internationale ervaring hebben opgedaan, door de mobiliteit te bevorderen van de meest getalenteerde studenten en universiteitsmedewerkers uit derde landen om in de Europese Unie kwalificaties en/of ervaring te verwerven enerzijds en van de meest getalenteerde Europese studenten en universiteitsmedewerkers om in derde landen kwalificaties en/of ervaring te verwerven anderzijds; |
— | bijdragen aan de ontwikkeling van het menselijke potentieel en het vermogen tot internationale samenwerking van instellingen voor hoger onderwijs in derde landen, door het bevorderen van de mobiliteit tussen de Europese Unie en derde landen; |
— | de toegankelijkheid, het profiel en de zichtbaarheid van het Europese hoger onderwijs in de wereld verbeteren en de aantrekkingskracht ervan verhogen voor onderdanen van derde landen en burgers van de Unie. |
De programmagids van Erasmus Mundus en de bijbehorende aanvraagformulieren voor de drie acties zijn beschikbaar op het volgende adres:
http://eacea.ec.europa.eu/erasmus_mundus/funding/higher_education_institutions_en.php
A. Actie 1 — Gezamenlijke Programma’s van Erasmus Mundus
Met deze actie wordt getracht de samenwerking tussen instellingen voor hoger onderwijs en de wetenschappelijke staf in Europa en derde landen aan te moedigen, zodat er toonaangevende wetenschappelijke centra met hooggeschoold personeel tot stand kunnen komen. De actie bestaat uit twee onderdelen:
— | Actie 1A — Erasmus Mundusmasteropleidingen (EMMC’s); en |
— | Actie 1B — Erasmus Mundus Gezamenlijke Doctoraatsprogramma’s (EMJD’s); |
die tot doel hebben steun te bieden aan postdoctoraalprogramma’s van uitmuntende academische kwaliteit, ontwikkeld door consortia van Europese universiteiten en, indien van toepassing, universiteiten in derde landen, die zouden kunnen bijdragen tot grotere zichtbaarheid en aantrekkelijkheid van het hoger onderwijs in Europa. Dergelijke gezamenlijke programma’s moeten de mobiliteit tussen de universiteiten die deelnemen in de consortia vergroten en leiden tot de toekenning van erkende gezamenlijke, dubbele of meervoudige graden.
A.1. Subsidiabele deelnemers en samenstelling van consortia
De voorwaarden voor subsidiabele deelnemers en de consortiumsamenstelling worden nader gespecificeerd in de programmagids in rubriek 4.2.1 voor actie 1A en in rubriek 5.2.1 voor actie 1B.
A.2. Subsidiabele activiteiten
De subsidiabele activiteiten worden nader gespecificeerd in de programmagids in rubriek 4.2.2 voor actie 1A en in rubriek 5.2.2 voor actie 1B. Voor deze oproep zijn geen prioriteiten voor bepaalde thema’s vastgesteld.
A.3. Gunningscriteria
Aanvragen voor actie 1A en 1B worden aan de onderstaande toekenningscriteria getoetst.
— | Actie 1A — Erasmus Mundusmasteropleidingen (EMMC’s)
|
— | Actie 1B — Erasmus Mundus Gezamenlijke Doctoraatsprogramma’s (EMJD’s);
|
A.4. Begroting
Deze oproep tot het indienen van voorstellen heeft geen rechtstreekse gevolgen voor de begroting van 2011. De oproep beoogt de selectie:
— | voor actie 1A (EMMC’s): ongeveer 10 nieuwe aanvragen en maximaal 22 aanvragen voor verlenging; |
— | voor actie 1B (EMJD’s): ongeveer 10 nieuwe aanvragen. |
Voor elke geselecteerde aanvraag zal in de zomer van 2011 een kaderpartnerschapsovereenkomst voor de duur van vijf jaar worden afgesloten. Voor deze kaderovereenkomsten zullen jaarlijks, vanaf het academisch jaar 2012/2013, specifieke subsidieovereenkomsten worden toegekend, die enerzijds financiële steun behelzen aan de consortia die de gezamenlijke programma’s uitvoeren, en anderzijds een jaarlijks bepaald aantal individuele studiebeurzen aan masterstudenten, doctoraatskandidaten en wetenschappers uit de EU en uit derde landen.
A.5. Uiterste datum indiening
De uiterste datum voor het indienen van voorstellen voor actie 1A Erasmus Mundusmasteropleidingen (EMMC’s) en voor actie 1B Erasmus Mundus Gezamenlijke Doctoraatsprogramma’s (EMJD’s) is vastgesteld op 29 april 2011 om 12.00 uur, centraal Europese tijd.
Het Uitvoerend Agentschap heeft een systeem opgezet waarmee aanvragen langs elektronische weg kunnen worden ingediend. Voor deze oproep tot het indienen van voorstellen moeten gegadigden hun aanvraag indienen via een elektronisch formulier dat vanaf februari 2011 beschikbaar is.
Het ingevulde elektronische formulier (met inbegrip van de bijbehorende bijlagen) geldt als definitieve aanvraag.
Alleen aanvragen die vóór de sluitingsdatum zijn ingediend en die in overeenstemming zijn met de op de relevante aanvraagformulieren aangegeven vereisten zullen worden aanvaard. Aanvragen die uitsluitend op papier, per fax of rechtstreeks via e-mail worden ingediend, worden niet in behandeling genomen.
Teneinde deskundigen met de juiste academische en onderzoeksexpertise te kunnen identificeren, wordt aanvragers voor actie 1A (Erasmus Mundusmasteropleidingen — EMMC’s) en 1B (Erasmus Mundus Gezamenlijke Doctoraatsprogramma’s — EMJD’s) verzocht een korte beschrijving van hun gezamenlijke programma in te dienen (maximum één bladzijde, met vermelding van de titel, de desbetreffende onderwijs/onderzoeksgebieden, de belangrijkste partners en een korte samenvatting van de programmastructuur en de hoofdkenmerken ervan), bij voorkeur één maand vóór de hierboven genoemde uiterste datum (d.w.z. uiterlijk op 31 maart 2011). Een model van dit samenvattingsformulier met informatie over de indieningsprocedure kan op het volgende adres worden gedownload:
http://eacea.ec.europa.eu/erasmus_mundus/funding/higher_education_institutions_en.php
B. Actie 2 — Erasmus Mundus Partnerschappen
Deze actie heeft tot doel een gestructureerde samenwerking tussen instellingen voor hoger onderwijs in Europa en derde landen te bevorderen door op alle studieniveaus de mobiliteit te stimuleren van studenten (bachelor en master), doctoraatskandidaten, onderzoekers en academische en administratieve medewerkers (regio’s en partijen omvatten niet noodzakelijk alle soorten mobiliteit).
Actie 2 — Erasmus Mundus Partnerschappen (EMA2) is opgesplitst in twee delen:
— | Erasmus Mundus Actie 2 — DEEL 1 — Partnerschappen met landen die onder het ENPI, DCI, EOF en IPA vallen(1) (het vroegere onderdeel Externe Samenwerking); |
— | Erasmus Mundus Actie 2 — DEEL 2 — Partnerschappen met landen en gebieden die onder het instrument voor geïndustrialiseerde landen (ICI) vallen. |
B.1. Subsidiabele deelnemers en landen en partnerschapsamenstelling
De voorwaarden voor de subsidiabele deelnemers en de partnerschapsamenstelling worden nader gespecificeerd in de programmagids in rubriek 6.1.2.a voor EMA2-DEEL 1 en in rubriek 6.2.2.a voor EMA2-DEEL 2 alsook in de richtsnoeren voor de oproep tot het indienen van voorstellen EACEA 41/10 in rubriek 5.3.1 voor EMA2-DEEL 1 en in rubriek 5.3.2 voor EMA2-DEEL 2.
B.2. Subsidiabele activiteiten
De subsidiabele activiteiten worden nader gespecificeerd in de programmagids van Erasmus Mundus 2009-2013 in rubriek 6.1.2.b voor EMA2-DEEL 1 en in rubriek 6.2.2.b voor EMA2-DEEL 2 alsook in de richtsnoeren voor de oproep tot het indienen van voorstellen EACEA 41/10 in rubriek 5.3.1 voor EMA2-DEEL 1 en in rubriek 5.3.2 voor EMA2-DEEL 2.
B.3. Gunningscriteria
Aanvragen in het kader van EMA2-DEEL 1 worden aan de volgende toekenningscriteria getoetst:
Criteria | Weging | ||
| 25 % | ||
| 65 % | ||
| 20 % | ||
| 25 % | ||
| 20 % | ||
| 10 % | ||
Totaal | 100 % |
Aanvragen in het kader van EMA2-DEEL 2 worden aan de volgende toekenningscriteria getoetst:
Criteria | Weging | ||
| 25 % | ||
| 25 % | ||
| 50 % | ||
| 15 % | ||
| 20 % | ||
| 15 % | ||
Totaal | 100 % |
B.4. Begroting(2)
Het algehele bedrag dat onder deze oproep tot het indienen van voorstellen beschikbaar is gemaakt, bedraagt ongeveer 95,6 miljoen EUR. Gestreefd wordt naar een mobiliteitsstroom van minimaal 3 265 personen.
Het bedrag dat voor EMA2-DEEL 1 beschikbaar is gemaakt, bedraagt 89,3 miljoen EUR. Gestreefd wordt naar een mobiliteitsstroom van minimaal 3 125 personen.
Het bedrag dat voor EMA2-DEEL 2 beschikbaar is gemaakt, bedraagt 6,3 miljoen EUR. Gestreefd wordt naar een mobiliteitsstroom van minimaal 140 personen.
B.5. Uiterste datum indiening
De uiterste datum van indiening is voor Erasmus Mundus Actie 2 — Partnerschappen vastgesteld op 29 april 2011 (datum poststempel).
Subsidieaanvragen moeten per aangetekend schrijven naar het volgende adres worden gezonden:
Uitvoerend Agentschap Onderwijs, audiovisuele media en cultuur |
Call for proposals EACEA/41/10 — Action 2 |
t.a.v. de heer Joachim Fronia |
BOUR 02/29 |
Bourgetlaan 1 |
1040 Brussel |
BELGIË |
Alleen aanvragen die vóór de sluitingsdatum zijn ingediend en die in overeenstemming zijn met de op het aanvraagformulier aangegeven vereisten zullen worden aanvaard. Aanvragen die uitsluitend per fax of e-mail worden ingediend, worden niet in behandeling genomen.
Indien een aanvrager meerdere verschillende aanvragen indient, moet elke aanvraag in een afzonderlijke omslag verzonden worden.
C. Actie 3 — Bevordering van het hoger onderwijs in Europa
Deze actie heeft tot doel het hoger onderwijs in Europa te bevorderen via maatregelen die de aantrekkelijkheid, het profiel, het imago, de zichtbaarheid en de toegankelijkheid ervan verbeteren. Actie 3 ondersteunt transnationale initiatieven, studies, projecten, evenementen en andere activiteiten die verband houden met de internationale dimensie van alle aspecten van het hoger onderwijs. Dit betreft promotie, toegankelijkheid, kwaliteitsborging, de erkenning van studiepunten, de erkenning van Europese kwalificaties elders in de wereld en de onderlinge erkenning van kwalificaties met derde landen, leerplanontwikkeling, mobiliteit, de kwaliteit van de diensten, enz.
De activiteiten kunnen diverse vormen hebben (conferenties, seminars, workshops, studies, analysen, proefprojecten, prijzen, internationale netwerken, de productie van materiaal voor publicatie, de ontwikkeling van ICT-instrumenten, enz.) en overal ter wereld plaatsvinden.
C.1. Subsidiabele deelnemers en samenstelling van consortia
De voorwaarden voor subsidiabele deelnemers en de consortiumsamenstelling worden nader gespecificeerd in de programmagids in rubriek 7.2.1.
C.2. Subsidiabele activiteiten
De subsidiabele activiteiten worden nader gespecificeerd in de programmagids in rubriek 7.2.2.
Ten behoeve van deze oproep tot het indienen van voorstellen zouden projecten een van de volgende prioriteiten moeten nastreven:
— | bevordering van het Europese hoger onderwijs in bepaalde geografische gebieden (gebieden die tot nu toe minder sterk vertegenwoordigd waren in Erasmus Mundusprojecten, zoals Afrika en de geïndustrialiseerde landen, krijgen voorrang); |
— | verbetering van de diensten voor internationale studenten en doctoraatskandidaten; |
— | gestalte geven aan de internationale dimensie van kwaliteitsborging; |
— | versterking van de banden van het Europees hoger onderwijs met wetenschappelijk onderzoek; |
— | bevordering van Europese studiemogelijkheden voor doctoraatskandidaten; |
— | bevordering van het Erasmus Mundusprogramma ten aanzien van Europese studenten. |
Projecten die de volgende activiteiten behelzen, worden niet gefinancierd:
activiteiten die ten uitvoer worden gelegd in het kader van de internationalisering van de Thematische Netwerken van ERASMUS.
C.3. Gunningscriteria
Aanvragen voor actie 3 worden aan de volgende toekenningscriteria getoetst:
Criteria | Weging | ||
| 25 % | ||
| 25 % | ||
| 15 % | ||
| 15 % | ||
| 20 % | ||
Totaal | 100 % |
C.4. Begroting(3)
Deze oproep tot het indienen van voorstellen beoogt de selectie van een vijftal projecten. Het totale budget dat voor de medefinanciering van projecten in het kader van deze oproep tot het indienen van voorstellen is uitgetrokken, beloopt 1,3 miljoen EUR. De hoogte van de toegekende subsidies zal aanzienlijk variëren naargelang de omvang van de geselecteerde projecten (gewoonlijk tussen de 100 000 en 350 000 EUR). De financiële bijdrage van het Agentschap bedraagt maximaal 75 % van de totale subsidiabele kosten.
C.5. Uiterste datum indiening
De uiterste datum voor het indienen van projectvoorstellen in het kader van actie 3 van Erasmus Mundus om het hoger onderwijs in Europa aantrekkelijker te maken, is vastgesteld op 29 april 2011.
Subsidieaanvragen moeten per aangetekend schrijven naar het volgende adres worden gezonden:
Uitvoerend Agentschap Onderwijs, audiovisuele media en cultuur |
Call for proposals EACEA/41/10 — Action 3 |
t.a.v. de heer Joachim Fronia |
BOUR 02/29 |
Bourgetlaan 1 |
1040 Brussel |
BELGIË |
Alleen aanvragen die vóór de sluitingsdatum zijn ingediend in overeenstemming met de op het aanvraagformulier aangegeven vereisten zullen worden aanvaard. Aanvragen die uitsluitend per fax of e-mail worden ingediend, worden niet in behandeling genomen.
ENPI | — | Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument. |
DCI | — | Financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking. |
IPA | — | Instrument voor pretoetredingssteun. |
EOF | — | Het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) is het voornaamste instrument voor het verlenen van Gemeenschapshulp aan ontwikkelingssamenwerking in het kader van de Overeenkomst van Cotonou: de „Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds”. |