Home

Uitnodiging tot het indienen van voorstellen 2012 voor werkzaamheden onder contract in het kader van het meerjarenprogramma van de Gemeenschap betreffende de bescherming van kinderen die het internet en andere communicatietechnologieën gebruiken ( Veiliger internet ) Voor de EER relevante tekst

Uitnodiging tot het indienen van voorstellen 2012 voor werkzaamheden onder contract in het kader van het meerjarenprogramma van de Gemeenschap betreffende de bescherming van kinderen die het internet en andere communicatietechnologieën gebruiken ( Veiliger internet ) Voor de EER relevante tekst

1.2.2012

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 27/5


Uitnodiging tot het indienen van voorstellen 2012 voor werkzaamheden onder contract in het kader van het meerjarenprogramma van de Gemeenschap betreffende de bescherming van kinderen die het internet en andere communicatietechnologieën gebruiken (Veiliger internet)

(Voor de EER relevante tekst)

2012/C 27/04

1. Overeenkomstig Besluit nr. 2008/1351/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 tot vaststelling van een meerjarenprogramma van de Gemeenschap betreffende de bescherming van kinderen die het internet en andere communicatietechnologieën gebruiken(1) (Veiliger internet) wacht de Europese Commissie voorstellen in voor in het kader van het programma te financieren werkzaamheden.

Veiliger internet is op vier actiepunten gebaseerd:

a)

zorgen voor bewustmaking van het publiek;

b)

bestrijden van illegale online-inhoud en aanpak van schadelijk onlinegedrag;

c)

bevorderen van een veiligere onlineomgeving;

d)

aanleggen van een kennisbasis.

Het programma is de opvolger van het programma „Safer Internet plus” (2005-2008).

2. Overeenkomstig artikel 3 van het besluit van het Europees Parlement en de Raad is door de Europese Commissie een werkprogramma(2) opgesteld dat als basis voor de uitvoering van het programma in 2012 moet dienen. Het werkprogramma bevat nadere informatie over de doelstellingen, de prioriteiten, de indicatieve begroting en de verschillende soorten acties waarnaar in deze uitnodiging wordt verwezen, alsmede de regels waaraan moet worden voldaan om deel te nemen.

3. In de gids voor indieners van voorstellen(3) wordt informatie verstrekt over het opstellen en indienen van voorstellen, alsmede over de beoordelingsprocedure.

Deze documenten kunnen, samen met het werkprogramma en andere voor deze uitnodiging relevante informatie, bij de Europese Commissie worden aangevraagd op het volgende adres:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Informatiemaatschappij en Media

Veiliger internet

Kamer EUFO 1174

Rue Alcide de Gasperi

2920 Luxembourg

LUXEMBOURG

Fax +352 4301-34079

E-mail: saferinternet@ec.europa.eu

Internet: http://ec.europa.eu/saferinternet

4. Voor de hieronder beschreven onderdelen van de uitnodiging kunnen voorstellen worden ingediend. Wie voor meer dan één onderdeel van de uitnodiging voorstellen wil indienen, moet voor elk onderdeel een apart voorstel indienen.

5. Voor deze aanbesteding is een indicatieve totale begroting voor de EU-bijdrage van 13 422 200 euro beschikbaar voor 2012(4).

Subsidies voor voorstellen die in reactie op deze uitnodiging zijn ingediend, worden verstrekt via subsidieovereenkomsten.

Op basis van de evaluatie van de voorstellen zal een lijst van te financieren voorstellen worden opgesteld. Deze lijst kan worden aangevuld met een reservelijst, waarop voorstellen van voldoende kwaliteit staan en die eventueel in aanmerking komen voor financiering wanneer er middelen beschikbaar zijn.

6. De uitnodiging tot het indienen van voorstellen in het kader van dit werkprogramma staat open voor alle in de lidstaten gevestigde rechtspersonen. De uitnodiging staat eveneens open voor rechtspersonen die gevestigd zijn in EVA-staten welke partij zijn bij de EER-Overeenkomst (Noorwegen, IJsland en Liechtenstein).

Zij staat ook open voor rechtspersonen die gevestigd zijn in andere landen welke onder de voorwaarden van artikel 2 van het programmabesluit(5) vallen, mits een bilaterale overeenkomst wordt ondertekend. Indien door rechtspersonen uit deze landen ingediende voorstellen voor financiering worden geselecteerd, wordt pas een subsidieovereenkomst ondertekend wanneer voor het betrokken land de nodige stappen zijn gezet om aan het programma deel te nemen door ondertekening van een bilaterale overeenkomst. Actuele informatie over welke landen deel uitmaken van het programma is beschikbaar op de programmawebsite op http://ec.europa.eu/saferinternet

Rechtspersonen die in andere niet-EU-landen zijn gevestigd dan de hierboven bedoelde landen, alsmede internationale organisaties, kunnen op eigen kosten aan alle projecten deelnemen.

Bij wijze van uitzondering komt Interpol in aanmerking voor financiering uit hoofde van actie 2.1 van deze uitnodiging tot het indienen van voorstellen, omdat dit overeenkomstig de voorwaarden van Bijlage III van het besluit tot vaststelling van het programma voor een veiliger internet, in het kader van het werkprogramma voor 2012 als prioriteit is vastgesteld voor samenwerking op het gebied van de bestrijding van illegale inhoud.

In Rusland gevestigde rechtspersonen mogen aan actie 1.1 (Centra voor een Veiliger internet) van deze uitnodiging tot het indienen van voorstellen deelnemen onder de in het werkprogramma vastgestelde voorwaarden. Rechtspersonen uit Rusland kunnen, onder dezelfde voorwaarden als rechtspersonen die in de lidstaten zijn gevestigd, tevens deelnemen aan bepaalde gerichte projecten, thematische netwerken en projecten kennisuitbreiding (doch niet als coördinator van dergelijke projecten).

DEEL 1

ONDERDELEN VAN DE UITNODIGING

Actiepunten 1 en 2: EUROPEES NETWERK VAN CENTRA VOOR EEN VEILIGER INTERNET(6)

7. Actie 1.1: GEÏNTEGREERD NETWERK: CENTRA VOOR EEN VEILIGER INTERNET

Het programma ondersteunt de oprichting van Centra voor een Veiliger internet in Europa. Doel van die centra is activiteiten te coördineren en een aantal verschillende belanghebbenden samen te brengen om acties te ondernemen en kennisoverdracht te vergemakkelijken.

Alle Centra voor een Veiliger internet zullen voorlichtingsmateriaal ontwikkelen en campagnes en voorlichtingsbijeenkomsten organiseren op het gebied van de bewustmaking van kinderen en jongeren, ouders, zorgverleners, maatschappelijk werkers en leraren om kinderen en jongeren in staat te stellen op verantwoorde wijze gebruik te maken van onlinetechnologieën.

De voorlichtingsactiviteiten zullen gericht zijn op zaken die verband houden met schadelijke inhoud, schadelijk contact en schadelijk gedrag zoals gedefinieerd in deel 3.1.3 van het werkprogramma voor 2012. Ook zal aandacht worden besteed aan de mogelijkheden en risico's van diensten die gebruik maken van nieuwe distributievormen, zoals peer-to-peer-diensten, breedbandvideo, instant messaging, chatrooms en sociale netwerksites, en de toegang tot webinhoud en interactieve informatie en communicatie, die alle samenhangen met het feit dat kinderen snel gebruik zijn gaan maken van het internet, mobiele telefoons en spelcomputers. Bij de acties wordt een verband gelegd met aanverwante onderwerpen op het gebied van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en persoonsgegevens, consumentenbescherming, informatie- en netwerkbeveiliging (virussen, spam).

Bovendien moeten de Centra voor een Veiliger internet ook het volgende bieden: a) telefonische meldpunten waar het publiek illegale webinhoud kan melden en/of b) hulplijnen waar ouders en kinderen advies kunnen krijgen over hoe ze kunnen omgaan met schadelijke contacten („grooming”), schadelijk gedrag (cyberpesten), ongewenste webinhoud en vervelende of angstaanjagende ervaringen waarmee kinderen bij het gebruik van onlinetechnologieën in aanraking komen.

De taken van de Centra voor een Veiliger internet zijn in het werkprogramma nader omschreven.

Dit onderdeel van de uitnodiging (actie 1.1: GEÏNTEGREERD NETWERK: CENTRA VOOR EEN VEILIGER INTERNET) staat alleen open voor voorstellen voor de oprichting van een Centrum voor een Veiliger internet in de volgende landen: Cyprus, Tsjechië, Denemarken, Estland, Frankrijk, Griekenland, IJsland, Italië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Nederland, Malta, Portugal, Slowakije, Zweden, Verenigd Koninkrijk en Rusland(7).

De uitnodiging tot het indienen van voorstellen staat tevens open voor landen die een bilaterale overeenkomst hebben ondertekend of waarmee onderhandelingen zijn gestart.

Financiering tot 50 % van de subsidiabele kosten (te verhogen tot 75 % voor overheidsinstanties, mkb-bedrijven en non-profitorganisaties).

Actiepunt 2: BESTRIJDING VAN ILLEGALE ONLINE-INHOUD EN SCHADELIJK ONLINEGEDRAG

8. Actie 2.1: GERICHT PROJECT: VERBETEREN VAN DE IDENTIFICATIE EN ANALYSE VAN KINDERPORNO DOOR RECHTSHANDHAVINGSINSTANTIES

In het kader van het programma worden voorstellen ingewacht voor één gericht project dat beoogt

a)

de bestaande internationale databank betreffende seksuele uitbuiting van kinderen (op beelden) aan te vullen door de oprichting van een internationale databank betreffende kinderporno met videobeelden en deze te ontwikkelen (gebied 1);

b)

een reeks zoekmachines op te zetten (voor het volgen van inhoud) die geschikt zijn voor de verschillende protocollen van Peer2Peer-netwerken en de oprichting van een internationale Peer2Peer-databank; gebruik te maken van deze machines door de EU-lidstaten en andere landen aan te sluiten (gebied 2);

c)

een proef te ontwikkelen waarmee een betrouwbare hashcode kan worden getest; een fingerprint-reeks te ontwikkelen waarmee het opnieuw uploaden van geïdentificeerd kinderpornomateriaal kan worden voorkomen (gebied 3).

Financiering tot 50 % van de subsidiabele kosten (te verhogen tot 75 % voor overheidsinstanties, mkb-bedrijven/kmo's en non-profitorganisaties).

Actiepunt 3: BEVORDERING VAN EEN VEILIGER ONLINEOMGEVING

9. Actie 3.1: THEMATISCH NETWERK: POSITIEVE ONLINE-ERVARINGEN VOOR JONGE KINDEREN BEVORDEREN

In het kader van het programma moet een thematisch netwerk worden opgezet dat positieve online-ervaringen voor jonge kinderen moet bevorderen en de volgende taken krijgt:

a)

het uitwisselen van goede praktijken, de aanpak van vraagstukken en problemen bij het aanbieden van inhoud aan jonge kinderen, met inbegrip van het bedrijfsmodel en het formuleren van aanbevelingen om de productie en verspreiding van positieve inhoud in heel Europa te verbeteren (met inbegrip van lokalisatie). Deze activiteit zal een discussieforum inhouden waar producenten en aanbieders kunnen samenkomen om online de dialoog aan te gaan over online-inhoud voor kinderen;

b)

het bespreken van de haalbaarheid van en de eisen in verband met een veilige browser voor kinderen/het opstellen van witte lijsten met inbegrip van suggesties voor toezicht op websites voor kinderen en systemen om deze te beoordelen. Bij de eisen moet ook rekening worden gehouden met de toegankelijkheidsbehoeften van kinderen met een handicap. Nieuwe of verbeterde technische oplossingen op dit gebied vallen evenwel niet onder dit thematische netwerk maar worden onderzocht in het kader van een project voor kennisuitbreiding (zie punt 6.2 van het werkprogramma);

c)

het formuleren van voorstellen voor de invoering van een wedstrijd op Europese schaal;

d)

het opstellen van een verslag waarin een overzicht wordt gegeven van de markt voor positieve inhoud voor kinderen in Europa.

Financiering tot 100 % van een beperkt aantal subsidiabele kosten voor thematische netwerken (rechtstreekse kosten voor de coördinatie en de opzet van het netwerk).

Actiepunt 4: AANLEGGEN VAN EEN KENNISBASIS

10.1. Actie 4.1: PROJECT KENNISUITBREIDING: DE IMPACT VAN DE CONVERGENTIE VAN TECHNOLOGIE OP JONGE KINDEREN

Er worden voorstellen ingewacht met betrekking tot een kennisuitbreidingsproject om via een kwantitatieve en kwalitatieve methode na te gaan op welke wijze de veranderende voorwaarden inzake toegang en gebruik (mobiele apparatuur) grotere of kleinere risico's voor de veiligheid van kinderen met zich brengen.

Projecten voor kennisuitbreiding worden gefinancierd tot 100 % van de subsidiabele kosten (zoals vastgesteld in de modelsubsidieovereenkomst), maar de indirecte kosten (algemene kosten) worden niet gesubsidieerd.

10.2. Actie 4.2: PROJECT KENNISUITBREIDING: HET IN KAART BRENGEN VAN KINDVRIENDELIJKE ZOEKMACHINES EN BROWSERS

Er worden voorstellen ingewacht met betrekking tot een kennisuitbreidingsproject om na te gaan welke technische bekwaamheid nodig is om inhoud te vinden die geschikt is voor kinderen en deze beschikbaar te stellen via kindvriendelijke zoekmachines/browsers.

Projecten voor kennisuitbreiding worden gefinancierd tot 100 % van de subsidiabele kosten (zoals vastgesteld in de modelsubsidieovereenkomst), maar de indirecte kosten (algemene kosten) worden niet gesubsidieerd.

DEEL 2

BEOORDELINGSCRITERIA

De voorstellen worden beoordeeld op basis van de beginselen van transparantie en gelijke behandeling. Dit gebeurt door de Commissie, die daarbij gesteund wordt door externe deskundigen. Elk ingediend voorstel zal worden beoordeeld aan de hand van de beoordelingscriteria die zijn ingedeeld in drie categorieën: ontvankelijkheidscriteria, gunningscriteria en selectiecriteria. Alleen voorstellen die voldoen aan de ontvankelijkheidscriteria, worden verder geëvalueerd. Hieronder worden deze criteria uiteengezet.

11. Evaluatiecriteria

Bij ontvangst worden alle voorstellen en aanvragen getoetst aan de ontvankelijkheidscriteria, waarbij wordt nagegaan of de voorstellen voldoen aan alle eisen van de uitnodiging en de indieningsprocedure.

De volgende toetsing zal plaatsvinden:

de Commissie moet het voorstel uiterlijk op de datum en het tijdstip die in de uitnodiging zijn vermeld, hebben ontvangen;

volledigheid van het voorstel. Voorstellen die in grote mate onvolledig zijn, wat inhoudt dat de formulieren onvoldoende informatie bevatten om de partners te kunnen identificeren, zich een idee te vormen over hun rechtsvorm en het bereik van het voorgestelde project te beoordelen, worden niet in aanmerking genomen.

Verder moeten de indieners verklaren dat zij zich niet in een van de in het werkprogramma genoemde situaties bevinden die hen van deelneming zouden uitsluiten.

12. Gunningscriteria

Om de relatieve verdiensten van de ontvangen voorstellen te kunnen beoordelen, wordt op ieder middel om het programma uit te voeren (geïntegreerde netwerken, gerichte en kennisuitbreidingsprojecten en thematische netwerken) een specifieke reeks gunningscriteria toegepast, aan elk waarvan een specifiek gewicht wordt toegekend. De beschrijving van deze gunningscriteria wordt in het Safer Internet 2012 Work Programme2 (werkprogramma voor een Veiliger internet 2009) gepresenteerd.

13. Selectiecriteria

Op grond van de selectiecriteria wordt onderzocht of de indieners over voldoende financiële middelen beschikken om het project te kunnen medefinancieren alsmede over voldoende professionele deskundigheid en kwalificaties om de werkzaamheden tot een goed einde te kunnen brengen.

De selectiecriteria worden toegepast op basis van de in het voorstel verstrekte informatie. Indien daaruit blijkt dat de financiële capaciteit of de professionele competentie zwak is, kunnen compenserende acties, zoals financiële garanties of andere maatregelen, noodzakelijk zijn. Geselecteerde voorstellen waarover verder onderhandeld wordt, worden onderworpen aan een formele juridische en financiële validatie die verplicht voorafgaat aan de sluiting van een subsidieovereenkomst.

Een beschrijving van deze selectiecriteria is gegeven in het Safer Internet 2012 Work Programme (werkprogramma voor een Veiliger internet 2011).

DEEL 3

ADMINISTRATIEVE BIJZONDERHEDEN EN UITERSTE TERMIJN VOOR INDIENING

14. Voorstellen moeten worden opgesteld met gebruikmaking van de formulieren uit de gids voor indieners van voorstellen, en op papier naar de Commissie worden opgestuurd in één (1) origineel en vijf (5) kopieën, vergezeld van een elektronische kopie op cd-rom, naar het volgende adres:

Europese Commissie

Directoraat generaal Informatiemaatschappij en Media

Veiliger internet

Kamer EUFO 1174

Rue Alcide de Gasperi

2920 Luxembourg

LUXEMBOURG

15. Uiterste termijn voor de ontvangst van alle voorstellen: 29 maart 2012 om 17u00 (plaatselijke tijd Luxemburg).

Voorstellen die na de uiterste termijn worden ontvangen of per fax of e-mail worden ingediend, worden niet in behandeling genomen.

16. Indicatief tijdschema voor de beoordeling en de selectie: de beoordeling heeft plaats binnen twee maanden na het verstrijken van de uiterste indieningstermijn. Na de beoordeling zullen de indieners op de hoogte worden gebracht van de resultaten van hun aanvraag. Bij het vaststellen van de startdatum van projecten moet eventueel rekening worden gehouden met bestaande subsidieovereenkomsten om overlapping van activiteiten te voorkomen en in voorkomend geval tevens te zorgen voor continuïteit van activiteiten(8). Om de continuïteit van bepaalde activiteiten verder te waarborgen, kunnen aanvragers om een startdatum voor het project verzoeken die niet eerder mag zijn dan de datum waarop zij het project hebben ingediend. De Commissie kan naar eigen goeddunken akkoord gaan met een startdatum die voorafgaat aan de ondertekening van de subsidieovereenkomst indien dit gerechtvaardigd is.

17. Gelieve in alle correspondentie over deze uitnodiging (bijv. bij het inwinnen van inlichtingen of het indienen van voorstellen) de identificatiecode van het betrokken onderdeel van de uitnodiging te vermelden.

Met het indienen van een voorstel aanvaarden de aanvragers de procedures en voorwaarden die in deze uitnodiging en in de documenten waarnaar deze uitnodiging verwijst zijn beschreven.

Alle door de Europese Commissie ontvangen voorstellen worden strikt vertrouwelijk behandeld.

De Europese Gemeenschap voert een beleid van gelijke kansen en in dit verband worden in het bijzonder vrouwen aangemoedigd om voorstellen in te dienen of hierbij betrokken te zijn.