Kennisgeving van aanwerving Nr. CDR/SG/AD 16/15/13 betreffende de functie van secretaris-generaal (m/v) bij het secretariaat-generaal van het Comité van de Regio's (aanstellingsrang AD 16/3) — Bekendmaking krachtens de artikelen 2, onder a), en 8 van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie (RAP)
Kennisgeving van aanwerving Nr. CDR/SG/AD 16/15/13 betreffende de functie van secretaris-generaal (m/v) bij het secretariaat-generaal van het Comité van de Regio's (aanstellingsrang AD 16/3) — Bekendmaking krachtens de artikelen 2, onder a), en 8 van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie (RAP)
9.7.2013 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | CA 196/1 |
KENNISGEVING VAN AANWERVING Nr. CDR/SG/AD 16/15/13
betreffende de functie van
SECRETARIS-GENERAAL (M/V)
bij het secretariaat-generaal van het Comité van de Regio's
(aanstellingsrang AD 16/3)
Bekendmaking krachtens de artikelen 2, onder a), en 8 van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie (RAP)
(2013/C 196 A/01)
1. INLEIDING
De secretaris-generaal(1) van het Comité van de Regio's (CvdR) vervult zijn functie onder het gezag van de voorzitter, die optreedt als vertegenwoordiger van het bureau. Hij draagt zorg voor de uitvoering van de besluiten die het bureau en de voorzitter nemen overeenkomstig het reglement van orde van het CvdR en het bestaande rechtskader. Hij heeft met name tot taak om het secretariaat-generaal van het CvdR (dat een personeelsbestand van ca. 550 mensen en een jaarlijks budget van ongeveer 90 miljoen EUR heeft) zodanig te organiseren en te managen dat dit het CvdR en zijn verschillende organen, alsook zijn leden, efficiënt kan bijstaan bij de uitoefening van hun werkzaamheden.
2. FUNCTIEOMSCHRIJVING
Het CvdR is de EU-assemblee van regionale en lokale afgevaardigden. Het is een adviesorgaan dat in 1994 is opgericht en bestaat uit 353 leden(2) die in een regionaal of lokaal lichaam zijn gekozen of politiek verantwoording schuldig zijn aan een gekozen vergadering. De leden van het CvdR:
— | kennen het dagelijkse reilen en zeilen van hun stad of regio omdat ze er wonen en werken; |
— | weten wat er bij de burgers leeft; |
— | fungeren in het Europese besluitvormings- en wetgevingsproces als spreekbuis van hun electoraat en houden hun medeburgers op de hoogte van de ontwikkelingen in de EU. |
Het CvdR moet gedurende het wetgevingsproces, waaraan het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie deelnemen, over de volgende beleidsterreinen worden geraadpleegd: vervoer, werkgelegenheid, sociaal beleid, Europees Sociaal Fonds, onderwijs, beroepsopleiding, jeugd en sport, cultuur, volksgezondheid, trans-Europese netwerken, economische, sociale en territoriale samenhang, structuurfondsen, milieu en energie.
Ook is het CvdR de hoeder van het subsidiariteitsbeginsel. Sinds het Verdrag van Lissabon kan het bij het Hof van Justitie van de Europese Unie beroep instellen als het van mening is dat dit beginsel niet in acht is genomen.
Door middel van communicatieactiviteiten op lokaal en regionaal niveau en contactfora tussen regio's, ook ten behoeve van het bedrijfsleven, streeft het CvdR er tevens naar om een brug tussen Europa en zijn burgers te slaan.
Ten slotte voert het een actief beleid gericht op samenwerking met de overige Europese instellingen.
Bij de uitoefening van zijn administratieve taken wordt de secretaris-generaal er met name mee belast om:
— | de voorzitter te ondersteunen bij de voorbereiding van bureauvergaderingen en plenaire zittingen, de naleving van procedures en de correcte uitvoering van besluiten die krachtens het reglement van orde van het CvdR worden genomen; |
— | de voorzitter te ondersteunen bij de behartiging van de belangen van het CvdR in de betrekkingen met andere Europese instellingen en instanties en op internationaal niveau; |
— | het bureau voorstellen te doen teneinde ervoor te zorgen dat het secretariaat-generaal het CvdR, zijn verschillende organen en zijn leden bij de uitvoering van hun taken efficiënt kan ondersteunen; |
— | met adviserende stem deel te nemen aan de vergaderingen van het bureau; |
— | de jaarplanning en de meerjarenplanning van de CvdR-werkzaamheden voor te bereiden; |
— | erop toe te zien dat de gezamenlijke diensten van het CvdR en het Europees Economisch en Sociaal Comité conform de samenwerkingsovereenkomst tussen deze beide comités naar behoren functioneren; |
— | de bevoegdheden uit te oefenen die in het ambtenarenstatuut en het reglement van orde van het CvdR aan hem zijn toegekend in zijn hoedanigheid van het tot aanstelling bevoegde gezag (TABG) en het tot aangaan van arbeidsovereenkomsten bevoegde gezag (GBAA); |
— | de raming van de ontvangsten en uitgaven van het CvdR op te stellen en de begroting van het CvdR uit te voeren overeenkomstig de hem toegekende bevoegdheden; |
— | toe te zien op een optimaal gebruik van de personele en financiële middelen die de begrotingsautoriteit aan het CvdR heeft toegewezen. |
3. TOELATINGSVOORWAARDEN
De selectieprocedure staat open voor alle kandidaten die op de uiterste datum voor de indiening van sollicitaties aan de onderstaande voorwaarden voldoen:
— | onderdaan zijn van een lidstaat van de Europese Unie; |
— | in het genot zijn van de burgerrechten en in zedelijk opzicht de waarborgen bieden die voor de uitoefening van de functie vereist zijn; |
— | hebben voldaan aan de wettelijke verplichtingen inzake de militaire dienstplicht; |
— | de pensioengerechtigde leeftijd, die voor ambtenaren en andere personeelsleden van de Europese Unie is vastgesteld op het eind van de maand waarin de betrokkene 65 jaar wordt, nog niet hebben bereikt, en niet bereiken voor het einde van de vastgelegde ambtstermijn (d.i. 31 maart 2019); |
— | lichamelijk geschikt zijn voor de uitoefening van de taken, hetgeen door de raadgevend arts van het CvdR zal worden beoordeeld tijdens een medisch onderzoek in het kader van de aanstelling van de gekozen kandidaat; |
— | beschikken over een opleidingsniveau dat overeenstemt met een voltooide universitaire studie, afgesloten met een diploma, wanneer de normale duur van deze studie vier jaar of meer bedraagt, of beschikken over een opleidingsniveau dat overeenstemt met een voltooide universitaire studie, afgesloten met een diploma, en passende beroepservaring van ten minste één jaar wanneer de normale duur van deze studie ten minste drie jaar bedraagt; |
— | na het behalen van het bovenbedoelde diploma minstens 15 jaar beroepservaring hebben opgedaan die verband houdt met de uit te oefenen taken. Wanneer de normale universitaire studieduur drie jaar bedraagt, wordt het jaar beroepservaring dat vereist is ter aanvulling op deze studie beschouwd als een integrerend onderdeel van de opleiding; het mag derhalve niet worden meegerekend in het vereiste aantal jaren beroepservaring; |
— | grondige kennis bezitten van een officiële taal van de Europese Unie als hoofdtaal en behoorlijke kennis van een andere officiële taal van de Europese Unie; |
— | om dienstredenen op zijn minst een behoorlijke kennis bezitten van het Engels of het Frans. Gelet op de uit te oefenen taken is een op zijn minst behoorlijke kennis van het Engels of het Frans geboden. Dit vloeit voort uit een afweging tussen enerzijds de noodzaak een persoon aan te stellen die uit het oogpunt van bekwaamheid, prestatievermogen en onkreukbaarheid aan de hoogste eisen voldoet, en anderzijds het dienstbelang, dat een kandidaat vereist die onmiddellijk operationeel is en in staat is in het kader van zijn dagelijkse werkzaamheden binnen de instelling efficiënt te communiceren in een van de talen die door de ambtenaren en andere personeelsleden van de Unie het meest als interne voertaal wordt gebruikt. Het testen van de talenkennis van de kandidaten in het kader van de aanwervingsprocedure is daarom een proportioneel instrument om na te gaan of zij aan de hoogste eisen voldoen voor de uitoefening van de functie van secretaris-generaal binnen de werkomgeving van het CvdR. Kandidaten die een van beide voornoemde talen als hoofdtaal hebben, zullen zich tijdens de mondelinge test tevens behoorlijk moeten kunnen uitdrukken in een andere officiële taal, aangezien die verplicht een andere taal moet zijn dan de hoofdtaal. Daarnaast is het vermogen om efficiënt te communiceren in nog andere officiële talen van de Europese Unie een pluspunt; |
— | sollicitanten moeten in de verklaring op erewoord (zie onderstaand punt 6.1) aangeven dat ze aan de taaleisen voldoen. Dit zal tijdens het sollicitatiegesprek worden nagegaan. |
4. PRESELECTIECRITERIA (op basis van het dossier)
4.1. | De kandidaten worden voorgeselecteerd door hun beroepservaring aan de hand hun dossiers met elkaar te vergelijken. |
De voorkeur zal uitgaan naar kandidaten die beschikken over:
4.1.1. | leidinggevende capaciteiten
|
4.1.2. | onderhandelings- en communicatieve vaardigheden
|
4.1.3. | kennis die verband houdt met de uit te oefenen taken
|
4.2. | Bij de voorselectie van de kandidaten wordt ook gekeken in hoeverre zij gemotiveerd zijn om de functie van secretaris-generaal uit te oefenen, en wat hun visie is op de uitdagingen waarmee een instelling als het CvdR te maken krijgt, op basis van hetgeen zij hierover in hun motivatiebrieven uiteenzetten. |
5. SELECTIECRITERIA (sollicitatiegesprek)
De selectie vindt plaats naar aanleiding van sollicitatiegesprekken, waarbij het panel (zie onderstaand punt 6) de in deze fase overgebleven kandidaten een aantal gelijksoortige vragen zal stellen om hen met elkaar te vergelijken.
Die vragen zullen specifiek betrekking hebben op:
— | het vermogen van de kandidaten om vernieuwende strategieën vast te stellen en uit te voeren, om toekomstige doelstellingen voor het CvdR te definiëren en om de te behalen resultaten toe te lichten en daarover te rapporteren; |
— | hun bekwaamheid om de belangen van het CvdR op Europees en internationaal niveau te behartigen. |
Tijdens de sollicitatiegesprekken zal het panel in het bijzonder de managementcapaciteiten, de communicatievaardigheden en de toegankelijkheid van de kandidaten beoordelen en erop letten of zij blijk geven van een open houding, gevoel voor onderhandelingen en een brede belangstelling.
Tijdens deze gesprekken wordt tevens beoordeeld of de kandidaten beschikken over de talenkennis die voor de uitoefening van de functie van secretaris-generaal van het CvdR is vereist, en met name over behoorlijke kennis van het Engels of het Frans.
Het vermogen om efficiënt te communiceren in andere officiële talen van de Europese Unie is een pluspunt.
6. VERLOOP VAN DE PROCEDURE
6.1. Indiening van de sollicitatiedossiers
Sollicitatiedossiers moeten per e-mail in pdf-formaat worden gestuurd naar: vacancysg@cor.europa.eu.
Kandidaten met een handicap die het hun onmogelijk maakt om elektronisch te solliciteren, mogen hun sollicitatie per aangetekende post met ontvangstbevestiging sturen naar: Comité van de Regio's, t.a.v. de voorzitter, Belliardstraat 101, 1040 Brussel, BELGIË, met de volgende vermelding: „Confidentiel — avis de recrutement — à ne pas ouvrir par le service courrier”, uiterlijk op de in punt 6.2 hieronder vermelde datum, waarbij het poststempel geldt als bewijs. Alle verdere correspondentie tussen het CvdR en deze kandidaten geschiedt per post. In dit geval moeten de kandidaten bij hun sollicitatie een door een bevoegde instantie afgegeven certificaat voegen waarin hun handicap wordt erkend. Tevens worden zij verzocht op een apart blad te vermelden welke voorzieningen zij nodig achten om hun deelname aan de aanwervingsprocedure te vergemakkelijken.
Het sollicitatiedossier dient als onderwerp het kenmerk van de kennisgeving van aanwerving te vermelden en moet het volgende bevatten:
— | een gedateerde en ondertekende motivatiebrief (maximum 5 bladzijden); |
— | een actueel curriculum vitae (Europass-formaat); |
— | het curriculum vitae en de motivatiebrief moeten in het Engels of het Frans zijn opgesteld(3); |
— | een gedateerde en ondertekende verklaring op erewoord (formulier in bijlage 1) waarin wordt aangegeven dat voldaan wordt aan de hierboven in punt 3 vermelde toelatingsvoorwaarden; |
— | de gedateerde en ondertekende checklist van bijlage 2; |
— | een kopie van een officieel identiteitsdocument van de kandidaat; |
— | een kopie van het diploma dat voor de rang vereist is (zie punt 3 hierboven); |
— | kopieën van bewijsstukken waaruit blijkt dat de kandidaat over de vereiste beroepservaring beschikt, overeenkomstig de in punt 3 genoemde voorwaarden. In de bewijsstukken moet de duur van de beklede functies duidelijk staan aangegeven en moet zo mogelijk ook het verantwoordelijkheidsniveau worden vermeld. |
Bij de samenstelling van het sollicitatiedossier is het niet nodig dat de kopieën worden gewaarmerkt als zijnde in overeenstemming met het origineel.
Sollicitatiedossiers die onvolledig zijn, te laat worden ingediend of niet in overeenstemming zijn met de onderhavige indieningsvoorschriften worden niet in aanmerking genomen.
6.2. Uiterste termijn voor het indienen van de sollicitatiedossiers: 19 augustus 2013 om 12 uur 's middags (Belgische tijd).
De kandidaten krijgen via e-mail een ontvangstbevestiging van hun sollicitatiedossier. Voor de kandidaten die hun sollicitatiedossiers per aangetekende post met ontvangstbevestiging hebben verstuurd op grond van de in punt 6.1 hierboven genoemde mogelijkheid, vormt deze ontvangstbevestiging de bevestiging dat hun sollicitatiedossier is ontvangen.
6.3. Behandeling van de sollicitatiedossiers, preselectie en selectie
De sollicitatiedossiers worden beoordeeld door een panel bestaande uit de voorzitter, de eerste vicevoorzitter en de voorzitters (of hun vertegenwoordigers) van de fracties van het CvdR. Het panel wordt voorgezeten door de CvdR-voorzitter en administratief bijgestaan door de secretaris-generaal.
De procedure bestaat uit de volgende vier stappen:
6.3.1. | aan de hand van de verklaring op erewoord, het cv en de kopieën van de bewijsstukken die in punt 6.1 van deze kennisgeving van aanwerving worden genoemd, gaat het panel na of aan de toelatingsvoorwaarden wordt voldaan. De criteria waaraan de sollicitaties in deze fase van de procedure worden getoetst, staan vermeld in punt 3; |
6.3.2. | van de kandidaten die na afloop van de in het vorige punt beschreven fase overblijven, maakt het panel vervolgens een voorselectie. Dat gebeurt op basis van hun sollicitatiedossiers. De kandidaten die het best voldoen aan de criteria uit punt 4 van deze kennisgeving van aanwerving worden opgenomen op een zogeheten shortlist, die ten hoogste vijf namen zal bevatten. Met het oog op deze preselectie op basis van de dossiers dienen de kandidaten in hun motivatiebrief duidelijk aan te geven welke aspecten van hun cv aansluiten bij de functie, wat hun motivering is en wat hun visie is op de uitdagingen waarmee een instelling als het CvdR te maken krijgt. De op de shortlist voorkomende kandidaten worden vervolgens uitgenodigd voor een beoordeling in een assessment centre, waarvan programma en werkwijze te zijner tijd zullen worden meegedeeld. Deze beoordeling strekt ertoe om de managementvaardigheden van de kandidaten te evalueren (informatiebeheer, taakuitvoering, personeelsmanagement, persoonlijke omgang met mensen en het vermogen om doelstellingen te verwezenlijken). Deze beoordeling vormt een niet-bindend advies voor het panel en is bedoeld om het panel meer inzicht in de capaciteiten van de kandidaten te geven met het oog op de sollicitatiegesprekken; |
6.3.3. | de op de shortlist voorkomende kandidaten worden uitgenodigd voor sollicitatiegesprekken met het panel, die zullen worden gevoerd overeenkomstig punt 5 hierboven. Tijdens hun sollicitatiegesprek dienen de kandidaten een identiteitskaart te overleggen, alsook het origineel van hun diploma en van de bewijsstukken ter staving van hun beroepservaring; |
6.3.4. | na deze gesprekken draagt de voorzitter de kandidaat die als meest geschikt is beoordeeld om de functie van secretaris-generaal van het CvdR uit te oefenen, aan het bureau voor. Het bureau kan de door de voorzitter van het CvdR voorgedragen kandidaat desgewenst horen. |
Overeenkomstig artikel 68 van het reglement van orde van het CvdR vereist de aanstelling van de secretaris-generaal de instemming van het bureau tijdens een vergadering achter gesloten deuren, waarbij aan een specifiek quorum moet worden voldaan.
Geeft het bureau deze instemming, dan draagt het de voorzitter op om de aanstellingsovereenkomst met de gekozen kandidaat te ondertekenen.
De kandidaten wordt erop gewezen dat de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement formeel een voorstel tot wijziging van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie en van de RAP heeft toegezonden. Aan de gekozen kandidaat zou daarom een aanstellingsovereenkomst kunnen worden voorgesteld die is gebaseerd op statutaire bepalingen die wellicht vóór zijn indiensttreding worden goedgekeurd.
7. AANSTELLINGSVOORWAARDEN
De gekozen kandidaat zal een vijfjarige arbeidsovereenkomst krijgen als tijdelijk functionaris (artikel 2, onder a), van de RAP) met rang AD 16/3. De geplande aanstellingsdatum is 1 april 2014.
Hij zal een proefperiode van zes maanden moeten doorlopen.
Uiterlijk één maand voor hij daadwerkelijk in dienst treedt, moet hij de originele documenten overleggen waarmee kan worden geverifieerd of aan de toelatingsvoorwaarden is voldaan.
Onverminderd het bovenstaande zal de gekozen kandidaat bovendien worden verzocht te beloven dat hij bepaalde beroepsregels in acht zal nemen. De aandacht van de kandidaten wordt gevestigd op de door het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie opgelegde beperkingen inzake externe activiteiten, mandaten of belangenconflicten (artikelen 11, 11 bis, 12 ter, 13 en 15 van het Statuut), die krachtens artikel 11 van de RAP ook voor tijdelijke functionarissen gelden.
Om onafhankelijkheid te waarborgen, mag de kandidaat uiterlijk op de datum van indiensttreding geen beroepsmatige verplichtingen meer hebben. Hij dient de daarvoor nodige administratieve stappen te nemen.
Is de kandidaat een ambtenaar of ander personeelslid van de Europese Unie, dan dient hij ofwel ontslag te nemen uit zijn huidige functie, ofwel verlof om redenen van persoonlijke aard (CCP) op te nemen.
8. OPMERKINGEN
Deze functie zal afhankelijk van de beschikbare begrotingsruimte worden bezet.
Het CvdR ziet erop toe dat de persoonsgegevens van de sollicitanten worden verwerkt met volledige inachtneming van Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens.
Als werkgever voert het CvdR een gelijkekansenbeleid waarbij iedere discriminatie is uitgesloten.
BIJLAGE 1
BIJLAGE 2