Oproep tot het indienen van voorstellen — EACEA/45/2019 Erasmus+-programma, kernactie 3 — Steun voor beleidshervorming Samenwerking met maatschappelijke organisaties in jeugdzaken2019/C 333/04
Oproep tot het indienen van voorstellen — EACEA/45/2019 Erasmus+-programma, kernactie 3 — Steun voor beleidshervorming Samenwerking met maatschappelijke organisaties in jeugdzaken2019/C 333/04
4.10.2019 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 333/11 |
Oproep tot het indienen van voorstellen — EACEA/45/2019
Erasmus+-programma, kernactie 3 — Steun voor beleidshervorming
Samenwerking met maatschappelijke organisaties in jeugdzaken
(2019/C 333/04)
INLEIDING
Voor het verwezenlijken van de beginselen van deelneming van jongeren aan het democratisch leven zoals vastgelegd in artikel 165 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en de EU-strategie voor jongeren (1) is het essentieel om samen te werken met maatschappelijke organisaties in jeugdzaken (2) .
Een dergelijke samenwerking draagt bij tot het creëren van een breed gedragen gevoel van verantwoordelijkheid ten aanzien van EU-acties en -beleidsmaatregelen voor jongeren, waarbij rekening wordt gehouden met de ideeën en zorgen van maatschappelijke jongerenorganisaties op alle niveaus.
Zij is van vitaal belang om te waarborgen dat belanghebbenden uit het maatschappelijk middenveld voor jongeren actief worden betrokken, om hun deelname aan het Erasmus+-programma, het Europees Solidariteitskorps en andere Europese programma’s te bevorderen en om beleid, programmaresultaten en goede praktijken onder jongeren en belanghebbenden actief op het gebied van jongeren via hun uitgebreide netwerken te verspreiden.
1. DOELEN EN DOELSTELLINGEN
Het doel van deze oproep tot het indienen van voorstellen is structurele steun te verlenen in de vorm van exploitatiesubsidies aan Europese niet-gouvernementele organisaties (Engo’s) en EU-brede netwerken die actief zijn op het gebied van jongeren en de volgende algemene doelstellingen nastreven:
— | meer bekendheid geven aan de EU-strategie voor jongeren (3) voor de periode 2019-2027, met inbegrip van de Europese jongerendoelstellingen; |
— | acties ontwikkelen, bevorderen en ondersteunen om jongeren te betrekken, te verbinden en te versterken in de geest van de EU-strategie voor jongeren; |
— | meer bekendheid geven en de participatie van jongeren vergroten in EU-jongerenacties, met inbegrip van Erasmus+, het Europees Solidariteitskorps en Discover EU; |
— | de betrokkenheid van maatschappelijke jongerenorganisaties en hun samenwerking met overheden voor de uitvoering van beleidsmaatregelen op voor jongeren relevante gebieden vergroten; |
— | de deelname van belanghebbenden actief op het gebied van jongeren bevorderen, onder meer door voort te bouwen op het potentieel van digitale communicatie naast andere vormen van participatie; |
— | de betrokkenheid van maatschappelijke jongerenorganisaties bevorderen bij de verspreiding van de acties van het beleid en het programma, waaronder resultaten en goede praktijken onder hun leden en ook buiten die kring. |
Deze doelen moeten duidelijk worden opgenomen in de werkplannen, activiteiten en de te leveren prestaties van de aanvragende organisaties.
Van de jongerenorganisaties die in het kader van deze oproep steun ontvangen, wordt bovendien verwacht dat zij activiteiten uitvoeren waarmee wordt beoogd:
— | bij te dragen aan de verwezenlijking van de Europese jongerendoelstellingen zoals gehecht aan de EU-strategie voor jongeren; |
— | de leidende richtsnoeren voor de EU-strategie voor jongeren te volgen en in dit verband het volgende te bevorderen:
|
— | de ontwikkeling van competenties en vaardigheden via niet-formeel en informeel leren, jongerenorganisaties en jeugdwerk te stimuleren; digitale geletterdheid, intercultureel leren, kritisch denken, eerbied voor diversiteit, alsmede de waarden solidariteit, gelijke kansen en mensenrechten te bevorderen onder jongeren in Europa; |
— | bij te dragen aan relevante EU-beleidsinitiatieven die verder gaan dan jeugdbeleid en betrekking hebben op gebieden die voor jongeren belangrijk zijn, zoals burgerschap, onderwijs, cultuur, sport, werkgelegenheid en sociale inclusie. |
Alle bovengenoemde activiteiten moeten ertoe bijdragen dat de handreiking naar jongeren wordt verbreed, zodat een diversiteit aan stemmen wordt gewaarborgd en jongeren binnen en buiten de jongerenorganisaties en kansarme jongeren worden bereikt, met gebruikmaking van verschillende traditionele en digitale kanalen.
2. SUBSIDIABILITEIT
2.1. In aanmerking komende aanvragers
De oproep staat open voor twee categorieën: Europese niet-gouvernementele organisaties (Engo’s) en EU-brede netwerken (informele netwerken), beide actief op het gebied van jongeren.
In het kader van samenwerking met maatschappelijke organisaties op het gebied van jongeren zijn de volgende omschrijvingen van toepassing:
Categorie 1: Een Europese niet-gouvernementele organisatie (Engo) moet:
|
Categorie 2: Een EU-breed netwerk (informeel netwerk) moet:
|
2.2. In aanmerking komende landen
Om in aanmerking te komen voor subsidie moeten aanvragers rechtspersonen zijn en in een van onderstaande landen zijn gevestigd:
— | EU-lidstaten: België, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Kroatië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië, Verenigd Koninkrijk, Zweden;
|
— | de landen van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA) die lid zijn van de Europese Economische Ruimte (EER): IJsland, Liechtenstein, Noorwegen; |
— | de kandidaat-lidstaten waarvoor een pretoetredingsstrategie bestaat overeenkomstig de algemene beginselen en voorwaarden zoals bepaald in de kaderovereenkomsten die met deze landen zijn gesloten voor hun deelname aan EU-programma’s: Noord-Macedonië, de Republiek Servië en Turkije. |
3. ACTIVITEITEN
De aanvragende entiteiten moeten een consistent werkplan indienen met daarin door jongeren geleide activiteiten zonder winstoogmerk die aansluiten op de verwezenlijking van de doelstellingen van de oproep.
Het gaat daarbij met name om het volgende:
— | niet-formele en informele leer- en activiteitenprogramma’s gericht op jongeren en jeugdwerkers; |
— | activiteiten voor de ontwikkeling van kwaliteit, innovatie en erkenning van jeugdwerk; |
— | activiteiten voor de ontwikkeling en bevordering van validatie- en erkennings- en transparantie-instrumenten op jongerengebied; |
— | seminars, bijeenkomsten, workshops, raadplegingen, debatten onder jongeren over jeugdbeleid en/of Europese vraagstukken; |
— | raadplegingen van jongeren, die als input worden gebruikt voor de EU-jongerendialoog (4); |
— | activiteiten die de actieve participatie van jongeren in het democratisch bestel bevorderen, zoals het stimuleren van inclusie in de besluitvorming, jongerenvertegenwoordiging, het bevorderen van nieuwe en alternatieve vormen van participatie of de ontwikkeling van burgerschapscompetenties; |
— | activiteiten ter bevordering van solidariteitsactiviteiten onder jongeren in Europa; |
— | activiteiten die solidariteit, tolerantie en intercultureel leren en begrip in Europa bevorderen; |
— | media- en communicatieactiviteiten en -instrumenten betreffende jongeren en Europese vraagstukken. |
Als leidend beginsel moeten de aanvragende entiteiten strategieën nastreven om door te dringen tot gewone jongeren met uiteenlopende achtergronden, zodat een groeiend aantal jongeren aan de basis kan worden bereikt.
Nationale Erasmus+-agentschappen noch organisaties met een ledental dat grotendeels uit nationale Erasmus+-agentschappen bestaat (minstens 2/3), komen in aanmerking in het kader van deze oproep.
4. BESCHIKBARE BEGROTING
Deze oproep tot het indienen van voorstellen biedt de gelegenheid om jaarlijkse exploitatiesubsidies aan te vragen (5).
Jaarlijkse exploitatiesubsidies zijn gericht op samenwerking voor de korte termijn op Europees niveau. Aanvragen dienen een gedetailleerd werkprogramma voor twaalf maanden (jaarprogramma) voor 2020 te bevatten, voorzien van de informatie die nodig is voor het berekenen van de subsidie.
5. TOEKENNINGSCRITERIA
De kwaliteit van subsidiabele aanvragen wordt op grond van de volgende criteria beoordeeld:
— | relevantie (maximaal 30 punten); |
— | kwaliteit van opzet en uitvoering van het werkplan (maximaal 20 punten); |
— | profiel, aantal deelnemers en diversiteit van hun achtergrond, alsook aantal landen waarop de activiteiten betrekking hebben (maximaal 30 punten); |
— | effect, verspreiding en duurzaamheid (maximaal 20 punten). |
6. INDIENING VAN AANVRAGEN
De subsidieaanvragen moeten worden ingediend met behulp van een online aanvraagformulier (eForm).
Dit formulier is beschikbaar in het Engels, het Frans en het Duits op het volgende internetadres:
http://eacea.ec.europa.eu/erasmus-plus/funding_en
en moet naar behoren worden ingevuld in een van de officiële talen van de EU.
Het volledig ingevulde elektronische formulier moet uiterlijk op 19 november 2019 om 17.00 uur (Belgische tijd) online zijn ingediend, samen met de relevante bijlagen (6):
Verplichte aanvullende bijlagen (7) moeten uiterlijk op dezelfde datum per e-mail naar het Agentschap worden gestuurd.
7. AANVULLENDE INFORMATIE
De aanvragen moeten voldoen aan de bepalingen van de richtsnoeren voor aanvragers — Oproep tot het indienen van voorstellen EACEA/45/2019, beschikbaar op het volgende internetadres: https://eacea.ec.europa.eu/erasmus-plus/funding_en