Oproep tot het indienen van voorstellen Steun voor voorlichtingsmaatregelen op het gebied van het gemeenschappelijk landbouwbeleid voor 2021 2021/C 16/05
Oproep tot het indienen van voorstellen Steun voor voorlichtingsmaatregelen op het gebied van het gemeenschappelijk landbouwbeleid voor 2021 2021/C 16/05
15.1.2021 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 16/5 |
OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN
Steun voor voorlichtingsmaatregelen op het gebied van het gemeenschappelijk landbouwbeleid voor 2021
(2021/C 16/05)
Inhoudsopgave
Bladzijde
0. | Inleiding | 6 |
1. | Achtergrond | 6 |
2. | Doelstellingen — thema’s & prioriteiten — doelpubliek | 6 |
3. | Tijdschema & beschikbaar budget | 6 |
4. | Ontvankelijkheidsvoorwaarden | 8 |
5. | Subsidiabiliteitsvoorwaarden | 8 |
6. | Toekenningscriteria | 10 |
7. | Andere voorwaarden | 10 |
8. | Evaluatie- & toekenningsprocedure | 13 |
9. | Juridische & financiële opzet van de subsidies | 14 |
10. | Hoe een aanvraag indienen? | 15 |
0. Inleiding
Dit is een EU-oproep tot het indienen van voorstellen op het beleidsterrein “Landbouw en Plattelandsontwikkeling” in het kader van het programma van voorlichtingsmaatregelen op het gebied van het gemeenschappelijk landbouwbeleid.
U wordt verzocht de documentatie bij deze oproep zorgvuldig te lezen. Het betreft deze oproep tot het indienen van voorstellen en de gids voor aanvragers. In deze documenten worden verduidelijkingen verschaft en antwoorden gegeven op mogelijke vragen die bij de voorbereiding van uw aanvraag kunnen rijzen:
— | De oproep tot het indienen van voorstellen bevat een beschrijving van:
|
— | De gids voor aanvragers bevat:
|
1. Achtergrond
Het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) is een van de belangrijkste beleidsterreinen van de EU. Het is een partnerschap tussen landbouw en samenleving en tussen Europa en de Europese landbouwers. Het gaat om een gemeenschappelijk beleid voor alle landen en burgers van de EU dat hun op diverse wijzen voordeel oplevert.
Het GLB ondersteunt landbouwers, verbetert de landbouwproductie, houdt plattelandsgebieden en landschappen in stand, houdt de plattelandseconomie leefbaar en helpt tevens klimaatverandering aanpakken en natuurlijke hulpbronnen duurzaam beheren.
Het programma van voorlichtingsmaatregelen op het gebied van het gemeenschappelijk landbouwbeleid ondersteunt het GLB door maatregelen te financieren die voorlichting daarover verschaffen.
2. Doelstellingen — thema’s & prioriteiten — doelpubliek
Doelstellingen
Het algemene doel van de oproep is bouwen aan vertrouwen binnen de EU en bij de burger, zowel binnen als buiten de landbouwgemeenschap. Het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) is een beleid voor alle EU-burgers en de baten ervan voor de burger moeten duidelijk worden aangetoond.
De hoofdthema's en -boodschappen moeten volledig stroken met de door de Commissie gestelde wettelijke eis om voorlichtingsmaatregelen op het gebied van het GLB uit te voeren in de zin van artikel 45 van Verordening (EU) nr. 1306/2013.
De ingediende voorstellen moeten zowel binnen als buiten de Unie coherente, objectieve en uitgebreide voorlichting verschaffen die erop gericht is een nauwkeurig en volledig beeld van het GLB te schetsen.
De nadruk moet hierbij liggen op het bestrijden van misvattingen en desinformatie over Europese landbouw en het GLB. Daarbij moet worden gebruikgemaakt van met gegevens gestaafde feiten om het publiek er beter van bewust te maken hoe nuttig EU-steun via het GLB is voor landbouw en plattelandsontwikkeling.
Thema’s
Het GLB speelt een sleutelrol bij de ondersteuning van de landbouwsector en de plattelandsgebieden in de EU. Met het GLB wordt gestreefd naar een landbouw die duurzaam is vanuit economisch, maatschappelijk en ecologisch oogpunt.
De voorstellen voor voorlichtingsmaatregelen moeten illustreren hoe het toekomstige GLB, zoals met name uiteengezet in het voorstel voor een verordening inzake de strategische GLB-plannen (1), zal bijdragen tot de verwezenlijking van de politieke prioriteiten van de Commissie, in het bijzonder de Europese Green Deal (2). In het kader van de Europese Green Deal heeft de Commissie de “van boer tot bord”-strategie (3) en de biodiversiteitsstrategie (4) voor 2030 aangenomen, die allebei betrekking hebben op de landbouw en op plattelandsgebieden.
De “van boer tot bord”-strategie zal het pad effenen voor de transitie naar een duurzaam voedselsysteem in de EU. Dankzij deze transitie zal de voedselzekerheid worden gewaarborgd, de milieu- en klimaatvoetafdruk van het voedselsysteem in de EU kleiner worden en de veerkracht ervan groter worden, waardoor de gezondheid van de burgers wordt beschermd en de bestaanszekerheid van economische actoren wordt gewaarborgd. In het kader van de strategie zijn concrete streefdoelen vastgesteld om het voedselsysteem in de EU te transformeren en zijn ambitieuze maatregelen voorgesteld om ervoor te zorgen dat de gezonde optie ook de gemakkelijkste optie is voor de EU-burgers. Een van die maatregelen is betere etikettering om tegemoet te komen aan de behoefte aan informatie inzake gezonde en duurzame levensmiddelen bij de consument. De biodiversiteitsstrategie, op het gebied van landbouwpraktijken, bevordert de toepassing van agro-ecologische praktijken en beoogt het aandeel landbouwgrond waarop biologische landbouw wordt toegepast, te vergroten.
Het toekomstige GLB zal een belangrijk instrument zijn voor het beheer van de transitie naar duurzame voedselproductiesystemen en voor het opvoeren van de inspanningen van Europese landbouwers om bij te dragen aan de klimaatdoelstellingen van de EU en om het milieu te beschermen. Ook zal het een grote rol spelen voor het halen van de doelen van de “van boer tot bord”-strategie en de biodiversiteitsstrategie.
Doelpubliek
Het doelpubliek voor de thema’s is het brede publiek (vooral jonge mensen in stedelijke gebieden) en/of landbouwers en andere partijen die in plattelandsgebieden actief zijn.
Meer in het bijzonder:
— | voor schoolkinderen, onderwijzend personeel en universiteitsstudenten: er moet een innovatieve aanpak worden gevolgd om jonge mensen te bereiken en hen bewust te maken van het GLB en van de bijdrage die het GLB levert op tal van gebieden, zoals klimaatverandering, voeding, gezond en kwalitatief goed eten als levensstijlkeuze — ook in verband met de EU-schoolregeling voor melk, groenten en fruit (5) en de oproep van Tartu (6); |
— | voor belanghebbenden: zij moeten bewuster worden gemaakt van de mate waarin het GLB bijdraagt aan de ondersteuning van een duurzame landbouw. |
3. Tijdschema & beschikbaar budget
Tijdschema
Tijdpad (gepland) | |
Bekendmaking: | 30.10.2020 |
Begindatum voor het indienen van voorstellen: | 3.11.2020 |
Uiterste datum voor het indienen van voorstellen: | 21.1.2021-17.00 uur (MET) |
Evaluatieperiode: | 3.2.2021 t/m 22.3.2021 |
Informatie over evaluatieresultaten: | april 2021 |
Ondertekening van de subsidieovereenkomst: | juni/juli 2021 |
Aanvangsdatum: | juni/juli 2021 |
Budget
Het totale beschikbare budget voor de oproep bedraagt 4 000 000 EUR.
Aangenomen wordt dat de toegekende subsidies zullen variëren van 75 000 EUR tot 500 000 EUR.
De beschikbaarheid van het budget voor de oproep blijft afhankelijk van de vaststelling van de begroting 2021 door de begrotingsautoriteit.
We behouden ons het recht voor niet alle beschikbare middelen toe te wijzen in het licht van de ontvangen aanvragen en de evaluatieresultaten.
4. Ontvankelijkheidsvoorwaarden
Ontvankelijkheid
De aanvragen moeten vóór het verstrijken van de termijn van de oproep worden ingediend (zie punt 3 van het tijdschema).
De aanvragen moeten elektronisch worden ingediend via het elektronische indieningssysteem van het portaal (toegankelijk via de pagina betreffende het onderwerp van de oproep in Search Funding & Tenders). Indiening op papier is niet meer mogelijk.
De aanvragen (met inbegrip van de bijlagen en ondersteunende documenten) moeten worden ingediend met behulp van de formulieren van het elektronische indieningssysteem (niet de documenten die op de pagina betreffende het onderwerp van de oproep beschikbaar zijn — deze dienen louter ter informatie).
Uw aanvraag moet leesbaar, toegankelijk en afdrukbaar zijn en moet tevens alle gevraagde informatie en alle vereiste bijlagen en ondersteunende documenten bevatten (zie punt 10).
5. Subsidiabiliteitsvoorwaarden
Deelnemers
De in het kader van deze oproep ondersteunde acties zijn acties met één begunstigde. Dit betekent dat er slechts één juridische entiteit een subsidie mag aanvragen.
De aanvrager moet een juridische entiteit zijn die is gevestigd in een EU-lidstaat (met inbegrip van landen en gebieden overzee (LGO)).
Entiteiten die volgens de toepasselijke nationale wetgeving geen rechtspersoonlijkheid bezitten, mogen deelnemen mits hun vertegenwoordigers bevoegd zijn namens de entiteit juridische verbintenissen aan te gaan en zij garanties voor de bescherming van de financiële belangen van de EU bieden die gelijkwaardig zijn aan de door rechtspersonen geboden garanties.
Natuurlijke personen komen niet in aanmerking.
Om hun subsidiabiliteit te bewijzen, moeten alle aanvragers zich — vóór het verstrijken van de termijn van de oproep — in het deelnemersregister inschrijven. Later zal hun worden gevraagd alle nodige documenten te uploaden waaruit hun juridische status en herkomst blijkt.
Gelieerde derden (verbonden entiteiten (7)) zijn toegestaan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan.
Juridische entiteiten die met de aanvrager een juridische of financiële band hebben die niet beperkt blijft tot de voorlichtingsmaatregel noch tot stand is gebracht met als enige doel de uitvoering van de maatregel (zoals leden van netwerken, federaties, vakverenigingen), mogen als met de aanvrager verbonden entiteiten aan de voorlichtingsmaatregel deelnemen en mogen subsidiabele kosten declareren.
Om het bestaan van een juridische en een financiële band na te gaan, moet rekening worden gehouden met drie elementen:
i) | zeggenschap, als gedefinieerd in Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en van de Raad van 26 juni 2013 betreffende de jaarlijkse financiële overzichten, geconsolideerde financiële overzichten en aanverwante verslagen van bepaalde ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad. |
Met de begunstigde verbonden entiteiten zijn onder meer:
— | entiteiten waarover de begunstigde direct of indirect zeggenschap heeft (dochterondernemingen of filialen van het eerste niveau). Het kan ook gaan om entiteiten waarover de zeggenschap wordt uitgeoefend door een entiteit waarover de begunstigde zeggenschap heeft (kleindochterondernemingen of filialen van het tweede niveau). Dit geldt eveneens voor verdere niveaus van zeggenschap; |
— | entiteiten die direct of indirect zeggenschap over de begunstigde hebben (moederondernemingen). Zo kan het ook gaan om entiteiten die zeggenschap hebben over een entiteit die zeggenschap heeft over de begunstigde; |
— | entiteiten die onder dezelfde directe of indirecte zeggenschap staan als de begunstigde (zusterondernemingen). |
Zeggenschap dient op het bezit van een meerderheid van de stemrechten te berusten, maar er kan ook zeggenschap bestaan die op overeenkomsten met medeaandeelhouders of met vennoten van de onderneming berust. In sommige gevallen kan er daadwerkelijke uitoefening van zeggenschap zijn hoewel de moederonderneming geen of een minderheid van de aandelen in de dochteronderneming in bezit heeft. De lidstaten hebben het recht voor te schrijven dat ondernemingen waarover geen zeggenschap wordt uitgeoefend maar die onder centrale leiding staan of een gemeenschappelijk bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan hebben, in geconsolideerde financiële overzichten worden opgenomen;
ii) | lidmaatschap, d.w.z. de begunstigde is juridisch gedefinieerd als bijv. een netwerk, federatie of vereniging waarin ook de voorgestelde verbonden entiteiten deelnemen, of de begunstigde neemt deel in dezelfde entiteit (bijv. netwerk, federatie, vereniging) als de voorgestelde verbonden entiteiten; |
iii) | specifieke gevallen: overheidsinstanties en overheidsbedrijven. |
Overheidsbedrijven en overheidsinstanties (entiteiten die als dusdanig zijn opgericht volgens nationaal, Europees of internationaal recht) worden niet altijd als verbonden entiteiten beschouwd (bijv. openbare universiteiten of onderzoekscentra).
In het publieke domein wordt onder het begrip “verbonden” het volgende verstaan:
— | in het geval van een gedecentraliseerd bestuur (bijv. nationale, regionale of lokale ministeries, in het geval van afzonderlijke juridische entiteiten) kunnen de verschillende niveaus van de bestuurlijke structuur worden beschouwd als zijnde verbonden met de staat; |
— | een overheidsinstantie die met een bestuurlijk doel door een overheid is opgericht en die onder toezicht van die overheid staat. Deze voorwaarde moet worden geverifieerd aan de hand van de statuten of andere handelingen tot oprichting van de overheidsinstantie. Dat betekent niet noodzakelijk dat de overheidsinstantie geheel of gedeeltelijk wordt gefinancierd uit de overheidsbegroting (bijv. nationale scholen die met de staat verbonden zijn). |
De volgende entiteiten zijn niet met de begunstigde verbonden:
— | entiteiten die een aanbestedingscontract of uitbestedingscontract met de begunstigde hebben gesloten en die voor de begunstigde optreden als concessiehouders of delegatiehouders voor overheidsdiensten; |
— | entiteiten die financiële steun van de begunstigde ontvangen; |
— | entiteiten die op regelmatige basis met de begunstigde samenwerken op grond van een memorandum van overeenstemming of die bepaalde activa delen; |
— | entiteiten die in het kader van de subsidieovereenkomst een consortiumovereenkomst hebben getekend; |
— | entiteiten die een franchiseovereenkomst hebben getekend waarbij geen juridische of financiële band tot stand is gebracht; |
— | entiteiten die een samenwerkingsovereenkomst voor twinningprojecten hebben getekend. |
Aanvragers met entiteiten die met hen verbonden zijn en aan de voorlichtingsmaatregel deelnemen, moeten in hun aanvraag:
— | dergelijke verbonden entiteiten vermelden in het formulier; |
— | de schriftelijke instemming van deze verbonden entiteiten opnemen; |
— | de bewijsstukken opnemen aan de hand waarvan kan worden nagegaan of deze entiteiten voldoen aan de subsidiabiliteitscriteria en de niet-uitsluitingscriteria. |
Uit leden bestaande entiteiten mogen deelnemen als “enige begunstigden” of als “begunstigden zonder rechtspersoonlijkheid” (8). Indien de actie in de praktijk door de leden wordt uitgevoerd, moeten zij echter ook deelnemen (als gelieerde derden, anders zijn hun kosten niet subsidiabel).
Activiteiten
De subsidiabele activiteiten zijn die welke in punt 2 zijn vermeld.
De voorlichtingsmaatregelen moeten een of meer van de volgende activiteiten omvatten:
— | productie en distributie van multimedia- of audiovisueel materiaal; |
— | webcampagnes en campagnes via sociale media; |
— | mediaevenementen; |
— | conferenties, seminars, workshops en studies over onderwerpen in verband met het GLB. |
De volgende activiteiten zijn niet subsidiabel:
— | wettelijk opgelegde maatregelen; |
— | algemene of statutaire vergaderingen; |
— | financiële steun aan derden. |
Geografisch toepassingsgebied
De voorlichtingsmaatregelen moeten worden uitgevoerd:
— | in een EU-lidstaat (op multiregionaal of nationaal niveau), of |
— | in twee of meer lidstaten (op EU-niveau). |
Duur
De projectduur mag niet langer zijn dan twaalf maanden.
6. Toekenningscriteria
Ontvankelijke en subsidiabele aanvragen worden geëvalueerd en gerangschikt op basis van de volgende toekenningscriteria:
1. | relevantie: voorafgaande analyse van de behoeften en de specifieke, meetbare, haalbare en relevante doelstelling en het innoverende karakter (20 punten; minimaal 10 punten vereist); |
2. | doeltreffendheid: thema's, boodschappen en doelpubliek, gedetailleerd programma, tijdschema en methode voor de evaluatie achteraf (35 punten; minimaal 17,5 punten vereist); |
3. | efficiëntie: kosteneffectiviteit uit het oogpunt van de voorgestelde middelen (25 punten; minimaal 12,5 punten vereist); |
4. | kwaliteit van het projectbeheer: de kwaliteit van de procedures, de taakverdeling met het oog op de uitvoering van de verschillende activiteiten in het kader van de voorgestelde maatregel (20 punten; minimaal 10 punten vereist).
|
Voor de kwaliteit van het voorstel worden maximaal 100 punten toegekend. Het voorstel moet in totaal minimaal 50 punten halen, met een score van ten minste 50 % per criterium.
Voorstellen die de afzonderlijke drempels EN de totale drempel halen, komen voor financiering in aanmerking — binnen de limieten van het voor de oproep beschikbare budget.
Andere voorstellen worden niet in aanmerking genomen.
De evaluatieprocedure wordt nader toegelicht in punt 8.
7. Andere voorwaarden
Financiële draagkracht
Aanvragers moeten in hun eigen structuur over stabiele en toereikende middelen beschikken om het project met succes te kunnen uitvoeren en hun bijdrage te kunnen leveren. Organisaties die aan verschillende projecten deelnemen, moeten over voldoende interne operationele capaciteit beschikken om verschillende projecten te kunnen uitvoeren. De financiële draagkracht zal worden gecontroleerd aan de hand van de documenten die u zal worden verzocht te uploaden naar het deelnemersregister (winst-en-verliesrekening en balans voor de laatste twee afgesloten boekjaren of, voor nieuw opgerichte entiteiten, eventueel het bedrijfsplan; voor aanvragers die om meer dan 100 000 EUR verzoeken: een auditverslag dat door een erkende externe controleur is opgesteld en waarin de rekeningen van het laatste afgesloten boekjaar worden gecertificeerd).
Indien nodig, kan dit ook worden gedaan voor gelieerde derden.
In de analyse wordt rekening gehouden met elementen zoals de afhankelijkheid van EU-financiering en het tekort en de inkomsten tijdens de afgelopen jaren.
Dit zal normaal gesproken worden gedaan voor alle aanvragers, behalve:
— | publiekrechtelijke lichamen (entiteiten die als publiekrechtelijk lichaam naar nationaal recht zijn opgericht, met inbegrip van lokale, regionale of nationale instanties) of internationale organisaties; |
— | indien het individuele gevraagde subsidiebedrag niet meer dan 60 000 EUR beloopt (subsidie van een laag bedrag). |
Indien uw financiële draagkracht onbevredigend wordt geacht, kan om verdere informatie worden verzocht, en indien deze onbevredigend wordt bevonden, kan de hele aanvraag worden afgewezen.
Voor meer informatie, zie “Regels betreffende validering juridische entiteit, AVE-aanstelling en beoordeling financiële draagkracht”.
Operationele capaciteit
Aanvragers moeten over voldoende intern personeel (9) en over de nodige kennis en kwalificaties beschikken om het project met succes te kunnen uitvoeren (zij moeten onder meer voldoende ervaring hebben met transnationale of EU-projecten van vergelijkbare omvang).
Deze capaciteit wordt beoordeeld op basis van de ervaring van de aanvragers en hun intern personeel.
De aanvragers moeten dit alles aantonen aan de hand van de volgende informatie in de template voor het voorstel (deel B):
— | algemene profielen (kwalificaties en ervaring) van de interne personeelsleden die verantwoordelijk zijn voor het beheer en de uitvoering van het project; |
— | de activiteitenverslagen van de organisatie van het voorgaande jaar; |
— | een lijst van door de EU gefinancierde acties/projecten van de afgelopen vier jaar. |
Er kan om aanvullende ondersteunende documenten worden verzocht indien zulks noodzakelijk is om de operationele capaciteit van een aanvrager te bevestigen.
Publiekrechtelijke lichamen, organisaties van lidstaten en internationale organisaties zijn van de controle van de operationele capaciteit vrijgesteld.
Uitsluiting(10)
Aanvragers aan wie een bestuursrechtelijke sanctie van de EU is opgelegd (d.w.z. een uitsluitingsbesluit of een beslissing houdende een geldelijke sanctie) (11), of die zich in een of meer van de volgende situaties (12) bevinden, zijn van EU-subsidies uitgesloten en kunnen derhalve niet deelnemen:
— | zij zijn failliet, zij zijn onderworpen aan insolventie of liquidatieprocedures, hun activa worden beheerd door een curator of een gerecht, zij hebben een regeling met schudeisers getroffen, hun bedrijfsactiviteiten zijn geschorst of er lopen tegen hen vergelijkbare procedures (met inbegrip van procedures voor personen die onbeperkt aansprakelijk zijn voor de schulden van de aanvrager); |
— | zij komen hun verplichtingen tot betaling van belastingen of socialezekerheidsbijdragen niet na (ook als dit geldt voor personen die onbeperkt aansprakelijk zijn voor de schulden van de aanvrager); |
— | zij zijn schuldig aan een ernstige beroepsfout (13) (ook als dit geldt voor personen met vertegenwoordigings-, beslissings- of controlebevoegdheid, uiteindelijke begunstigden of natuurlijke personen die van essentieel belang zijn voor de toekenning/implementatie van de subsidie); |
— | zij hebben zich schuldig gemaakt aan fraude, corruptie, banden met een criminele organisatie, witwassen van geld, terroristische misdrijven (met inbegrip van terrorismefinanciering), kinderarbeid of mensensmokkel (ook als dit geldt voor personen met vertegenwoordigings-, beslissings- of controlebevoegdheid, uiteindelijke begunstigden of natuurlijke personen die van essentieel belang zijn voor de toekenning/implementatie van de subsidie); |
— | zij zijn aanzienlijk tekortgeschoten in de nakoming van belangrijke verplichtingen uit hoofde van een EU-uitbestedingscontract, -subsidieovereenkomst of -subsidiebesluit (ook als dit geldt voor personen met vertegenwoordigings-, beslissings- of controlebevoegdheid, uiteindelijke begunstigden of natuurlijke personen die van essentieel belang zijn voor de toekenning/implementatie van de subsidie); |
— | zij zijn schuldig aan onregelmatigheden in de zin van artikel 1, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2988/95 (ook als dit geldt voor personen met vertegenwoordigings-, beslissings- of controlebevoegdheid, uiteindelijke begunstigden of natuurlijke personen die van essentieel belang zijn voor de toekenning/implementatie van de subsidie); |
— | zij zijn in een andere jurisdictie opgericht met de bedoeling fiscale, sociale of enige andere wettelijke verplichtingen in het land van herkomst te omzeilen of zij hebben een andere entiteit opgericht met dit doel voor ogen (ook als dit geldt voor personen met vertegenwoordigings-, beslissings- of controlebevoegdheid, uiteindelijke begunstigden of natuurlijke personen die van essentieel belang zijn voor de toekenning/implementatie van de subsidie). |
Aanvragers zullen ook worden geweigerd als tijdens de procedure voor toekenning van subsidies blijkt dat zij (14):
— | valse verklaringen hebben afgelegd in de informatie die wordt verlangd als voorwaarde voor deelname aan de procedure voor toekenning van subsidies of die informatie niet hebben verstrekt; |
— | voorheen waren betrokken bij het opstellen van documenten voor de toekenning van subsidies, indien zulks leidt tot vervalsing van de mededinging die niet op een andere wijze kan worden verholpen (belangenconflict). |
BELANGRIJK
|
8. Evaluatie- & toekenningsprocedure
Voor deze oproep geldt de normale indienings- en evaluatieprocedure (eenfasige indieningsprocedure + evaluatie in één stap).
Aanvragen worden getoetst op vormvereisten (ontvankelijkheid en subsidiabiliteit) en door een evaluatiecommissie geëvalueerd op basis van de operationele capaciteit en de toekenningscriteria, waarna zij volgens hun kwaliteitsscore in een ranglijst worden opgenomen.
Aanvragers aan wie geen subsidie is toegekend, worden op de hoogte gebracht van hun evaluatieresultaat (zie tijdschema in punt 3).
Succesvolle aanvragers worden uitgenodigd voor een subsidievoorbereiding.
BELANGRIJK
|
9. Juridische & financiële opzet van de subsidies
Indien uw project voor financiering wordt geselecteerd, zal u worden gevraagd een subsidieovereenkomst te ondertekenen (beschikbaar op Reference Documents van het portaal) via een IT-instrument van de Europese Commissie.
In deze subsidieovereenkomst zijn het kader voor de toekenning van uw subsidie en de daaraan verbonden algemene voorwaarden vastgelegd. De overeenkomst bevat met name bepalingen inzake te behalen resultaten, verslaglegging en wijze van betaling.
Aanvangsdatum & duur van het project
De aanvangsdatum en duur van het project worden vastgesteld in uw subsidieovereenkomst (artikel 3). De aanvangsdatum valt gewoonlijk na de ondertekening van de subsidieovereenkomst. In uitzonderlijke gevallen kan op naar behoren gemotiveerde gronden een retroactieve aanvangsdatum worden toegestaan, maar de aanvangsdatum kan nooit vroeger vallen dan de indieningsdatum van het voorstel.
Projectduur: twaalf maanden.
Maximaal subsidiebedrag, vergoeding van subsidiabele kosten & financieringspercentage
Alle subsidieparameters (maximaal subsidiebedrag, financieringspercentage, totale subsidiabele kosten enz.) worden vastgesteld in uw subsidieovereenkomst (artikel 5).
Toegekende subsidie: tussen 75 000 EUR en 500 000 EUR per voorstel (zie punt 3).
De subsidie is een vergoeding voor werkelijke kosten. Dit betekent dat ENKEL bepaalde soorten kosten (subsidiabele kosten) en ENKEL de werkelijk voor uw project gemaakte kosten zullen worden vergoed (NIET de begrote kosten).
De kosten zullen worden vergoed tegen het in de subsidieovereenkomst vastgestelde financieringspercentage (60 %).
EU-subsidies mogen GEEN winst opleveren. Als er toch sprake is van winst (d.w.z. ontvangsten + EU-subsidie overtreffen kosten), dan wordt deze in mindering gebracht op uw definitieve subsidiebedrag.
Het door u ontvangen definitieve subsidiebedrag zal bijgevolg afhangen van verschillende criteria (werkelijk gemaakte kosten en projectontvangsten, subsidiabiliteit, naleving van alle regels van de subsidieovereenkomst enz.).
Regels inzake subsidiabiliteit van kosten
Voor de regels inzake subsidiabiliteit van kosten, zie de modelsubsidieovereenkomst (artikel 6) en de gids voor aanvragers.
Voor deze oproep geldende speciale regels inzake subsidiabiliteit van kosten:
— | vast forfaitair percentage van 7 % voor indirecte kosten; |
— | afschrijvingskosten van materieel; |
— | de projectactiviteiten moeten plaatsvinden in een van de in aanmerking komende landen; |
— | financiële steun aan derden is niet toegestaan; |
— | uitbesteding van actietaken is aan speciale regels onderworpen en moet eerst door ons worden goedgekeurd (ofwel als onderdeel van uw voorstel, ofwel in het eindverslag); |
— | bijdragen in natura tegen betaling zijn toegestaan (bijdragen in natura die gratis worden verstrekt, zijn niet verboden maar zijn kostenneutraal, wat betekent dat zij niet als kosten kunnen worden gedeclareerd en niet als ontvangsten worden meegeteld); |
— | btw — er zij op gewezen dat er sinds 2013 nieuwe regels van toepassing zijn voor publiekrechtelijke entiteiten (btw die is betaald door begunstigden die als overheidsinstantie handelende publiekrechtelijke lichamen zijn, is NIET subsidiabel); |
— | kosten voor de inleidende vergadering (zie punt 10) zijn subsidiabel als reiskosten (twee personen, retourticket naar Brussel, verblijf voor één nacht), mits de vergadering plaatsvindt na de in de subsidieovereenkomst vastgestelde aanvangsdatum van het project. |
Regels inzake verslaglegging & wijze van betaling
De regels inzake verslaglegging en wijze van betaling worden vastgelegd in de subsidieovereenkomst (artikelen 15 en 16).
Er wordt niet voorzien in voorfinanciering, noch in tussentijdse betalingen.
Aan het einde van het project zal u worden gevraagd een technisch en financieel verslag in te dienen, dat zal worden gebruikt voor de berekening van het definitieve subsidiebedrag.
Resultaten
De standaardresultaten worden vermeld in de subsidieovereenkomst (artikel 14). De projectspecifieke resultaten worden opgenomen in bijlage 1 bij de subsidieovereenkomst.
Standaardresultaten voor deze oproep: maandelijkse activiteitenverslagen.
Garantie voor voorfinancieringen
Niet van toepassing.
Bijzondere bepalingen
Regels inzake intellectuele-eigendomsrechten (IPR): zie modelsubsidieovereenkomst (artikel 19).
Promotie & zichtbaarheid van EU-financiering: zie modelsubsidieovereenkomst (artikel 22).
Afwijzing van kosten, verlaging van het subsidiebedrag, terugvordering, opschorting & beëindiging
De subsidieovereenkomst (hoofdstuk 6) voorziet in maatregelen die kunnen worden genomen in geval van contractbreuk (en andere wetsovertredingen).
Aansprakelijkheidsregeling voor terugvorderingen
Niet van toepassing (actie met één begunstigde).
10. Hoe een aanvraag indienen?
Alle aanvragen moeten elektronisch worden ingediend via het elektronische indieningssysteem van het portaal (toegankelijk via de pagina betreffende het onderwerp van de oproep in Search Funding & Tenders). Indiening op papier is niet meer mogelijk.
De aanvraag bestaat uit drie delen:
— | deel A (direct online in te vullen): bevat administratieve informatie over de aanvragende organisaties en het samengevatte budget van het voorstel; |
— | deel B (in te vullen als wordtemplate en te uploaden als PDF-bestand): bevat de beschrijving van de actie en heeft betrekking op de technische inhoud van het voorstel; |
— | bijlagen & ondersteunende documenten (te uploaden als PDF-bestanden). |
Verplichte bijlagen & ondersteunende documenten (direct beschikbaar in het indieningssysteem) voor deze oproep:
— | gedetailleerde begrotingstabel; |
— | cv’s van het kernteam van het project; |
— | activiteitenverslag van het voorgaande jaar. |
Het indieningsproces wordt uitgelegd in de onlinehandleiding (die ook gedetailleerde instructies voor het IT-instrument bevat).
Contactgegevens
Voor vragen in verband met het elektronische indieningssysteem kunt u terecht bij de IT-helpdesk.
Niet-IT-gerelateerde vragen dienen naar het volgende e-mailadres te worden gezonden: agri-grants@ec.europa.eu
Gelieve duidelijk melding te maken van de referentie van de oproep tot het indienen van voorstellen en van het onderwerp waarmee uw vraag verband houdt (zie het voorblad van deze oproep tot het indienen van voorstellen).
BELANGRIJK
|
(1) COM(2018) 392 final; factsheet: “How the future CAP will contribute to the EU Green Deal”, SWD(2020) 93 final.
(2) COM(2019) 640 final.
(3) COM(2020) 381 final.
(4) COM(2020) 380 final.
(5) Verordening (EU) 2016/791 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1308/2013 en (EU) nr. 1306/2013 wat betreft de steunregeling voor de verstrekking van groenten, fruit, bananen en melk in onderwijsinstellingen.
(6) De oproep van Tartu is erop gericht gezondere levensstijlen voor Europese burgers van alle leeftijden te bevorderen en te ondersteunen. Daarbij wordt bijzondere nadruk gelegd op de jongere generatie: als kinderen gezonde gewoontes aanleren, is de kans immers groter dat zij deze in hun latere leven volhouden.
(7) Zie artikel 187 van het Financieel Reglement van de EU (Verordening (EU, Euratom) 2018/1046).
(8) Voor de definities, zie artikel 187, lid 2, en artikel 197, lid 2, onder c), van het Financieel Reglement van de EU (Verordening (EU, Euratom) 2018/1046).
(9) Uitsluitend personeel in loondienst of interne consultants.
(10) Zie artikel 136, lid 1, van het Financieel Reglement van de EU (Verordening (EU, Euratom) 2018/1046).
(11) Zie artikel 136, lid 1, van het Financieel Reglement van de EU (Verordening (EU, Euratom) 2018/1046).
(12) Zie artikel 136, lid 1, en artikel 141, lid 1, van het Financieel Reglement van de EU (Verordening (EU, Euratom) 2018/1046).
(13) Beroepsfouten zijn onder meer: overtreden van de ethische beroepsnormen, vertonen van onrechtmatig gedrag dat de professionele geloofwaardigheid aantast, afleggen van valse verklaringen/onjuist weergeven van informatie, deelnemen aan een kartel of een andere overeenkomst met als doel de mededinging te vervalsen, schenden van intellectuele-eigendomsrechten en pogen de besluitvorming te beïnvloeden of van overheidsinstanties vertrouwelijke informatie te verkrijgen die onrechtmatige voordelen kan opleveren.
(14) Zie artikel 141, lid 1, van het Financieel Reglement van de EU (Verordening (EU, Euratom) 2018/1046).