2003/197/: Besluit van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA nr. 197/03/COL van 5 november 2003 houdende de negenendertigste wijziging van de formele en materiële regels op het gebied van staatssteun door invoeging van een nieuw hoofdstuk 34: Bij de terugvordering van onrechtmatig verleende steun toe te passen referentie- en disconteringspercentages en rentevoeten
2003/197/: Besluit van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA nr. 197/03/COL van 5 november 2003 houdende de negenendertigste wijziging van de formele en materiële regels op het gebied van staatssteun door invoeging van een nieuw hoofdstuk 34: Bij de terugvordering van onrechtmatig verleende steun toe te passen referentie- en disconteringspercentages en rentevoeten
DE TOEZICHTHOUDENDE AUTORITEIT VAN DE EVA,
GELET op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte(1), en met name op de artikelen 61 tot en met 63 en protocol 26,
GELET op de Overeenkomst tussen de EVA-staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie(2), en met name op artikel 24, artikel 5, lid 2, onder b), en deel I, artikel 1, van Protocol 3(3),
OVERWEGENDE dat ingevolge artikel 24 van de Toezichtovereenkomst de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA uitvoering geeft aan de bepalingen van de EER-Overeenkomst inzake staatssteun,
OVERWEGENDE dat de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA ingevolge artikel 5, lid 2, onder b), van de Toezichtovereenkomst kennisgevingen en richtsnoeren doet uitgaan over aangelegenheden die in de EER-Overeenkomst worden behandeld, indien die Overeenkomst of de Toezichtovereenkomst zulks uitdrukkelijk voorschrijft, of indien de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA dit nodig acht,
WIJZENDE OP de formele en materiële regels op het gebied van overheidssteun(4) die op 19 januari 1994 door de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA werden vastgesteld(5),
OVERWEGENDE dat de Europese Commissie op 8 mei 2003 een nieuwe mededeling heeft bekendgemaakt betreffende de toe te passen rentepercentages bij de terugvordering van onrechtmatig verleende steun(6),
OVERWEGENDE dat deze mededeling tevens voor de Europese Economische Ruimte relevant is,
OVERWEGENDE dat een uniforme toepassing van de EER-regels inzake overheidssteun in de gehele Europese Economische Ruimte dient te worden gewaarborgd,
OVERWEGENDE dat de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA ingevolge punt II onder de titel „ALGEMEEN” aan het einde van bijlage XV bij de EER-Overeenkomst, na overleg met de Commissie van de Europese Gemeenschappen, besluiten dient vast te stellen die overeenstemmen met de besluiten van de Europese Commissie,
OVERWEGENDE dat het vroegere hoofdstuk 33.2 van de Richtsnoeren inzake overheidssteun betreffende het referentiepercentage ook betrekking heeft op rentevoeten en daarom in hetzelfde hoofdstuk moet worden opgenomen als de voorschriften betreffende de rentevoeten voor de terugvordering van onrechtmatig verleende steun,
NA overleg met de Europese Commissie,
OVERWEGENDE dat de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA op 20 juni 2003 op een multilaterale bijeenkomst met de EVA-staten over de kwestie heeft beraadslaagd,
BESLUIT:
Gedaan te Brussel, 5 november 2003.
Voor de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA
Einar M. Bull
Voorzitter
Hannes Hafstein
Lid van het College
BIJLAGE
„34. BIJ DE TERUGVORDERING VAN ONRECHTMATIG VERLEENDE STEUN TOE TE PASSEN REFERENTIE- EN DISCONTERINGSPERCENTAGES EN RENTEVOETEN
34.1. REFERENTIEPERCENTAGES VOOR RENTE(1)
Voor de uitoefening van het toezicht op de overheidssteun overeenkomstig de EER-Overeenkomst gebruikt de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA verschillende parameters, onder meer referentie- en disconteringspercentages.
Deze percentages worden gebruikt om het subsidie-equivalent van in meerdere tranches uitgekeerde steun te bepalen en om het staatssteunelement dat in regelingen voor gesubsidieerde leningen aanwezig is, te berekenen. Zij worden ook toegepast in het kader van de de minimis-regel en in verband met de terugbetaling van onrechtmatige steun.
De referentiepercentages worden geacht overeen te komen met de gemiddelde stand van de rente in de EVA-staten die partij zijn bij de EER-Overeenkomst, voor leningen met een middellange tot lange looptijd (vijf tot tien jaar), waarvoor gewone zekerheden zijn gesteld.
Sinds 1 april 2000 worden de referentiepercentages als volgt berekend:
het indicatieve rentepercentage wordt gedefinieerd als het rendement op vijfjaars staatsobligaties, in de betrokken valuta, vermeerderd met een opslag van 25 basispunten;
het referentiepercentage wordt gelijk gesteld aan het gemiddelde van de indicatieve rentepercentages in de voorgaande maanden september, oktober en november;
vanaf 2001 wordt het referentiepercentage met ingang van 1 januari vastgelegd;
in de loop van het jaar wordt het referentiepercentage aangepast, indien het meer dan 15 % afwijkt van het gemiddelde van de indicatieve percentages die in de drie laatste maanden waarover het percentage bekend is, werden geregistreerd.
VOORTS ZIJ ER OP GEWEZEN DAT:
het aldus vastgestelde referentiepercentage een minimumpercentage is, dat in omstandigheden met bijzondere risico’s (zoals een onderneming in moeilijkheden of bij afwezigheid van de gebruikelijke zekerheden die banken verlangen) kan worden verhoogd;
de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA zich de mogelijkheid voorbehoudt, als zulks voor het onderzoek van bepaalde zaken noodzakelijk is, een basis-rentetarief voor leningen met een kortere looptijd (bij voorbeeld éénjaars LIBOR) of een langere looptijd (bij voorbeeld de tienjaars obligatierente) te hanteren in plaats van het rendement op vijfjaars staatsobligaties.
De referentiepercentages worden door de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA via internet bekendgemaakt op het volgende adres: www.eftasurv.int.
34.2 BIJ DE TERUGVORDERING VAN ONRECHTMATIG VERLEENDE STEUN TOE TE PASSEN RENTEPERCENTAGES(2)
Deel II, artikel 14, van Protocol 3 van de Toezichtovereenkomst bepaalt dat indien negatieve beschikkingen worden gegeven in gevallen van onrechtmatige steun, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA beschikt dat de betrokken EVA-staat alle nodige maatregelen dient te nemen om de steun van de begunstigde terug te vorderen. De terug te vorderen steun omvat rente tegen een door de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA vastgesteld passend percentage. De rente is betaalbaar vanaf de datum waarop de onrechtmatige steun voor de begunstigde beschikbaar was tot de datum van daadwerkelijke terugbetaling van de steun.
In een brief aan de EU-lidstaten van 22 februari 1995 stelde de Europese Commissie zich op het standpunt dat de marktrente een betere maatstaf is dan de wettelijke rente voor de berekening van de onterecht door de begunstigde van onrechtmatige steun verkregen voordelen met het oog op het herstel van de status quo ante. Zij stelde er de EU-lidstaten derhalve van in kennis dat zij in haar beschikkingen waarbij de terugvordering van onrechtmatig verleende steun verplicht wordt gesteld, het voor de berekening van het netto subsidie-equivalent in het kader van regionale steun gebruikte referentiepercentage zal hanteren als grondslag voor de marktrentevoet. De Europese Commissie heeft bijgevolg reeds verscheidene jaren de gewoonte in haar terugvorderingsbeschikkingen een clausule op te nemen die voorschrijft dat de rente moet worden vastgesteld op basis van het referentiepercentage voor de berekening van het netto subsidie-equivalent bij regionale steun. Op 9 september 1997 heeft de Europese Commissie een mededeling aangenomen waarin zij nadere gegevens meedeelt betreffende de referentiepercentages die worden gebruikt voor de berekening van de terugbetaling van onrechtmatige steun en voor andere doelen(3). Deze zijn door de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA gedeeltelijk opgenomen in de Richtsnoeren inzake overheidssteun (zie het huidige hoofdstuk 34.1)(4). De vraag is gerezen of dit rentepercentage op enkelvoudige dan wel op samengestelde basis dient te worden toegepast(5).
Overeenkomstig een groot aantal uitspraken van de communautaire rechterlijke instanties(6) is terugvordering het logische gevolg van de onrechtmatigheid van de steun. Doel van de terugvordering is het herstellen van de situatie die voordien bestond. Met de terugbetaling van de steun ziet de begunstigde af van het onterechte voordeel dat hij heeft genoten ten opzichte van zijn concurrenten op de markt en worden de vóór de betaling van de steun heersende concurrentieverhoudingen hersteld. Op de markt is het gebruikelijk enkelvoudige interest te berekenen wanneer de begunstigde van de financiële middelen niet vóór het verstrijken van de beschouwde periode over het rentebedrag kan beschikken, bijvoorbeeld wanneer de rente pas aan het einde van de periode wordt uitbetaald. Samengestelde interest daarentegen wordt gewoonlijk berekend indien mag worden aangenomen dat het rentebedrag elk jaar (of elke periode) aan de begunstigde wordt uitbetaald en dus telkens bij het initiële kapitaalbedrag wordt gevoegd. In het laatste geval verdient de begunstigde ook rente op de voor elke periode uitbetaalde rente.
In de praktijk kunnen het soort steun dat is verleend en de situatie waarin de individuele begunstigden verkeren, verschillen. Indien de steun resulteert in overcompensatie, dan kan het daaruit voor de onderneming voortvloeiende voordeel worden gelijkgesteld met een deposito, dat normaal gesproken samengestelde interest opbrengt. Indien de steun de vorm aanneemt van investeringssteun voor bepaalde subsidiabele kosten, dan kan de steun in de plaats gekomen zijn van een alternatieve financieringsbron, die normaliter eveneens tegen marktrente berekende samengestelde interest oplevert. Indien het gaat om exploitatiesteun, dan heeft deze steun directe gevolgen voor de resultatenrekening en dus voor de balans, hetgeen leidt tot de beschikbaarheid van financiële middelen voor het vormen van een deposito. Ondanks de verscheidenheid aan mogelijke situaties lijkt het er derhalve op dat de verlening van onrechtmatige steun tot gevolg heeft dat aan de begunstigde financiële middelen worden verstrekt op soortgelijke voorwaarden als die welke gelden voor een renteloze lening op middellange termijn. Het lijkt dan ook aangewezen dat samengestelde interest in rekening wordt gebracht om ervoor te zorgen dat de financiële voordelen die uit een dergelijke situatie voortvloeien, volledig worden geneutraliseerd.
De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA stelt de EVA-staten en de belanghebbenden er bijgevolg van in kennis dat zij in al haar toekomstige beschikkingen waarbij de terugvordering van onrechtmatig verleende steun verplicht wordt gesteld, het referentiepercentage voor de berekening van het netto subsidie-equivalent bij regionale steun op samengestelde basis zal toepassen. Conform de gangbare marktpraktijken zal de berekening van de samengestelde interest op jaarbasis geschieden. De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA verwacht ook van de EVA-staten dat zij bij de uitvoering van hangende terugvorderingsbeschikkingen samengestelde interest in rekening brengen, tenzij zulks zou indruisen tegen een algemeen beginsel van het EER-recht.”