Home

Mededeling van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder a), van het besluit genoemd in punt 64a van bijlage XIII bij de EER-Overeenkomst (Verordening (EEG) nr. 2408/92 van de Raad van 23 juli 1992 betreffende de toegang van communautaire luchtvaartmaatschappijen tot intracommunautaire luchtroutes) — Oplegging van nieuwe openbaredienstverplichtingen met betrekking tot geregelde luchtdiensten op de route Narvik (Framnes) — Bodø v.v.

Mededeling van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder a), van het besluit genoemd in punt 64a van bijlage XIII bij de EER-Overeenkomst (Verordening (EEG) nr. 2408/92 van de Raad van 23 juli 1992 betreffende de toegang van communautaire luchtvaartmaatschappijen tot intracommunautaire luchtroutes) — Oplegging van nieuwe openbaredienstverplichtingen met betrekking tot geregelde luchtdiensten op de route Narvik (Framnes) — Bodø v.v.

7.10.2004

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 248/15


Mededeling van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder a), van het besluit genoemd in punt 64a van bijlage XIII bij de EER-Overeenkomst (Verordening (EEG) nr. 2408/92 van de Raad van 23 juli 1992 betreffende de toegang van communautaire luchtvaartmaatschappijen tot intracommunautaire luchtroutes)

Oplegging van nieuwe openbaredienstverplichtingen met betrekking tot geregelde luchtdiensten op de route Narvik (Framnes) — Bodø v.v.

(2004/C 248/09)

1. INLEIDING

Op grond van artikel 4, lid 1, onder a), van Verordening (EEG) nr. 2408/92 van de Raad van 23 juli 1992 betreffende de toegang van communautaire luchtvaartmaatschappijen tot intracommunautaire luchtroutes heeft Noorwegen besloten vanaf 8 maart 2005 openbaredienstverplichtingen met betrekking tot geregelde luchtdiensten op te leggen op de volgende route:

Narvik (Framnes) — Bodø v.v.

2. DE OPENBAREDIENSTVERPLICHTINGEN OMVATTEN HET VOLGENDE:

2.1. Minimumaantal vluchten, passagierscapaciteit, route en dienstregelingen

De eisen gelden voor de periodes januari tot en met juni en augustus tot en met december. Voor juli gelden er alleen maar eisen met betrekking tot de passagierscapaciteit, waarbij het aantal zitplaatsen niet minder dan 80 % mag zijn van onderstaande minimumniveaus.

Een dagelijkse dienst in beide richtingen is het hele jaar verplicht.

Aantal vluchten

Minimaal drie dagelijkse retourdiensten op maandag tot en met vrijdag en minimaal vier retourdiensten op zaterdag en zondag samen.

Passagierscapaciteit

In beide richtingen moeten op maandag tot en met vrijdag in totaal ten minste 450 zitplaatsen worden aangeboden en op zaterdag en zondag samen ten minste 95 zitplaatsen.

Indien het aantal bezette zitplaatsen gedurende de periode van 1 januari tot en met 30 juni of van 1 augustus tot en met 30 november meer is dan 70 % van het aantal aangeboden zitplaatsen, moet de luchtvaartmaatschappij de passagierscapaciteit uitbreiden overeenkomstig de door het ministerie van Vervoer en Communicatie vastgestelde voorschriften (zie bijlage).

Indien het aantal bezette zitplaatsen gedurende de periode van 1 januari tot en met 30 juni of van 1 augustus tot en met 30 november minder is dan 35 % van het aantal aangeboden zitplaatsen, mag de luchtvaartmaatschappij de passagierscapaciteit verkleinen overeenkomstig de door het ministerie van Vervoer en Communicatie vastgestelde voorschriften (zie bijlage).

Route

De verplichte diensten moeten zonder tussenlanding worden uitgevoerd.

Dienstregeling

Er dient rekening te worden gehouden met de vraag van het publiek naar luchtvervoer.

Daarnaast geldt nog het volgende voor de verplichte vluchten op maandag tot en met vrijdag (plaatselijke tijden):

Eerste aankomst in Bodø uiterlijk om 09.30 uur en laatste vertrek vanuit Bodø ten vroegste om 18.00 uur.

2.2. Vliegtuigcategorie

Voor de verplichte vluchten moeten vliegtuigen worden ingezet die toegelaten zijn voor minimaal 15 passagiers.

De luchtvaartmaatschappijen wordt verzocht in het bijzonder rekening te houden met de technische en operationele omstandigheden op de luchthavens, waaronder de korte start- en landingsbaan in Narvik (Framnes).

Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met:

Luftfartstilsynet (Civil Aviation Authority),

P. O. Box 8050 Dep

N-0031 Oslo,

tel. (47-23) 31 78 00.

2.3. Tarieven

Het maximale basistarief voor een enkele reis (volledig flexibel) in het exploitatiejaar dat aanvangt op 8 maart 2005, mag niet meer bedragen dan 1 112 NOK.

De luchtvaartmaatschappij is verantwoordelijk voor het via ten minste één distributiekanaal beschikbaar stellen van de tickets tegen een prijs die niet hoger is dan het maximale basistarief voor een enkele reis. De luchtvaartmaatschappij is ook verantwoordelijk voor het op de hoogte houden van de klanten van de wijze waarop dergelijke tickets verkrijgbaar zijn.

De luchtvaartmaatschappij dient toe te treden tot binnenlandse overdraagbaarheidsovereenkomsten die op enig moment van kracht zijn, en alle kortingen aan te bieden die op grond van die overeenkomsten verleend moeten worden.

Alle gebruikelijke sociale kortingen moeten worden aangeboden.

2.4. Continuïteit van de diensten

Het aantal vluchten dat wordt geannuleerd om redenen die de luchtvaartmaatschappij rechtstreeks aan te rekenen zijn, mag niet groter zijn dan 1,5 % van het overeenkomstig de goedgekeurde dienstregeling geplande aantal vluchten voor het desbetreffende jaar.

2.5. Samenwerkingsovereenkomsten

Onderstaande voorwaarden zijn van toepassing na het houden van een aanbesteding, welke slechts een enkele luchtvaartmaatschappij toegang biedt tot de routes die vallen onder de openbaredienstverplichtingen:

Tarieven

Alle tarieven voor aansluitende vluchten van/naar andere luchtdiensten dienen bij alle luchtvaartmaatschappijen onder gelijke voorwaarden te worden aangeboden. Uitgezonderd hiervan zijn de tarieven voor aansluitende vluchten van/naar andere door de inschrijver uitgevoerde diensten, op voorwaarde dat het tarief maximaal 40 % van het volledig flexibele tarief bedraagt.

Bonuspunten van programma's voor vaste klanten kunnen op de vluchten noch verdiend noch ingewisseld worden.

Transfervoorwaarden

Alle voorwaarden die de luchtvaartmaatschappij vastgesteld heeft voor de transfer van passagiers van en naar routes van andere maatschappijen, met inbegrip van de aansluittijden en de incheckprocedure (tickets en bagage), moeten objectief en niet-discriminerend zijn.

3. OVERIGE

Onderhavige openbaredienstverplichtingen vervangen de verplichtingen die gepubliceerd zijn in punt 8 in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen (C 112 van 9 mei 2002, blz. 8), voorzover ze betrekking hebben op de geregelde luchtdiensten op de route Narvik (Framnes) — Bodø v.v.

4. INFORMATIE

Nadere informatie is te verkrijgen op het volgende adres:

Ministerie van Vervoer en Communicatie

P O Box 8010 Dep

N-0030 Oslo.

Tel.: (47-22) 24 83 53

Fax: (47-22) 24 56 09

Deze documentatie is ook te vinden op internet: http://www.odin.dep.no/sd/norsk/aktuelt/anbud


BIJLAGE

bij de openbaredienstverplichtingen met betrekking tot geregelde luchtdiensten in Noorwegen

AANPASSING VAN PRODUCTIE/AANTAL AANGEBODEN ZITPLAATSEN — BEPALING INZAKE PRODUCTIEAANPASSING

1. Doel van de bepaling inzake productieaanpassing

De bepaling inzake productieaanpassing moet ervoor zorgen dat de door de exploitant geleverde capaciteit/het aantal aangeboden zitplaatsen aangepast wordt aan veranderingen in de marktvraag.

Telkens wanneer het aantal passagiers aanzienlijk toeneemt en dit aantal de hierna genoemde grenswaarden met betrekking tot het percentage bezette zitplaatsen (de passagiersbeladingsfactor) overschrijdt, moet de exploitant het zitplaatsenaanbod vergroten.

Wanneer het aantal passagiers aanzienlijk afneemt, mag de exploitant het aantal aangeboden zitplaatsen dienovereenkomstig verlagen.

Zie specificatie in punt 3 hieronder.

2. Periodes voor het meten van de passagiersbeladingsfactoren

De perioden gedurende welke de passagiersbeladingsfactoren gecontroleerd en vastgesteld worden, lopen van 1 januari tot en met 30 juni en van 1 augustus tot en met 30 november.

3. Voorwaarden voor het veranderen van de productie/het aantal aangeboden zitplaatsen

3.1. Voorwaarden voor het verhogen van de productie

3.1.1.

De productie/het aantal aangeboden zitplaatsen moet worden verhoogd wanneer de gemiddelde passagiersbeladingsfactor op elke afzonderlijke route die onder de openbaredienstverplichtingen valt, hoger is dan 70 %. Wanneer de gemiddelde passagiersbeladingsfactor op deze routes in een van de onder 2 genoemde periodes meer is dan 70 %, dient de exploitant de productie/het aantal aangeboden zitplaatsen op deze routes met ten minste 10 % te vergroten, en wel uiterlijk vanaf het begin van het volgende IATA-verkeersseizoen. De productie/het aantal aangeboden zitplaatsen dient ten minste zodanig te worden verhoogd dat de gemiddelde passagiersbeladingsfactor 70 % niet overschrijdt.

3.1.2.

Wanneer de productie/het aantal aangeboden zitplaatsen verhoogd wordt zoals hierboven aangegeven, mag de exploitant desgewenst voor de nieuwe productie vliegtuigen gebruiken met een geringere passagierscapaciteit dan in de oorspronkelijke offerte aangegeven.

3.2. Voorwaarden voor productievermindering

3.2.1.

De productie/het aantal aangeboden zitplaatsen mag verlaagd worden wanneer de gemiddelde passagiersbeladingsfactor op elke afzonderlijke route die onder de openbaredienstverplichtingen valt, lager is dan 35 %. Wanneer de gemiddelde passagiersbeladingsfactor op deze routes in een van de onder 2 genoemde perioden minder is dan 35 %, mag de exploitant de productie/het aantal aangeboden zitplaatsen op deze routes met maximaal 25 % verlagen, en wel vanaf de eerste dag na het verstrijken van bovengenoemde periodes.

3.2.2.

Op routes met meer dan twee dagelijkse vluchten in beide richtingen dient de in 3.2.1 bedoelde productievermindering te worden gerealiseerd door het aantal aangeboden vluchten te beperken. Een uitzondering hierop is alleen mogelijk wanneer de exploitant vliegtuigen gebruikt die een grotere passagierscapaciteit hebben dan het minimum zoals gespecificeerd in de desbetreffende oplegging van openbaredienstverplichtingen. De exploitant kan dan kleinere toestellen inzetten, maar de passagierscapaciteit mag dan niet onder het minimum komen zoals gespecificeerd in de desbetreffende oplegging van openbaredienstverplichting.

3.2.3.

Op routes met slechts een of twee dagelijkse vluchten in beide richtingen kan de verlaging van het aantal aangeboden zitplaatsen alleen gerealiseerd worden door vliegtuigen in te zetten die een kleinere passagierscapaciteit hebben dan het minimum zoals gespecificeerd in de desbetreffende oplegging van openbaredienstverplichting.

4. Procedures voor productieveranderingen

4.1.

Het Noorse ministerie van Vervoer en Communicatie is wettelijk verantwoordelijk voor het goedkeuren van dienstregelingen die door de exploitant ingediend worden, alsook van productieveranderingen. Er wordt verwezen naar Rondschrijven N-8/97 van genoemd Noors ministerie (bij het aanbestedingsdossier gevoegd).

4.2.

Indien de productie vergroot moet worden overeenkomstig het bepaalde in 3.1, dienen de exploitant en de desbetreffende provincie(s) als betrokken bestuurlijke instantie(s) nieuwe dienstregelingen overeen te komen teneinde hierin te voorzien.

4.3.

Indien nieuwe productie aangeboden moet worden overeenkomstig het bepaalde in 3.1 en de exploitant en de provincie(s) als betrokken bestuurlijke instantie(s) het niet eens kunnen worden over nieuwe dienstregelingen als bedoeld in 4.2, kan de exploitant het Noorse ministerie van Vervoer en Communicatie ingevolge het bepaalde onder 4.1 om goedkeuring verzoeken van een andere dienstregeling voor de nieuwe productie/het nieuwe aantal aangeboden zitplaatsen. Dit betekent niet dat de exploitant goedkeuring kan aanvragen van een dienstregeling waarin geen rekening gehouden is met de vereiste productie-uitbreiding. Het betrokken ministerie kan dienstregelingen die qua nieuwe productie/nieuw aantal zitplaatsen afwijken van die welke ingevolge 4.2 met de desbetreffende provincie(s) als betrokken bestuurlijke instantie(s) overeengekomen zouden kunnen worden, alleen goedkeuren wanneer daarvoor gewichtige redenen bestaan.

5. Ongewijzigde financiële compensatie bij productieverandering

5.1.

De financiële compensatie voor de exploitant blijft ongewijzigd wanneer de productie vergroot wordt overeenkomstig 3.1.

5.2.

De financiële compensatie voor de exploitant blijft ongewijzigd wanneer de productie verlaagd wordt overeenkomstig 3.2.