Home

Besluit van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA nr. 293/15/COL van 14 juli 2015 houdende goedkeuring van het door IJsland opgestelde nationale programma voor de bestrijding van salmonella bij pluimvee en pluimveeproducten [2016/1421]

Besluit van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA nr. 293/15/COL van 14 juli 2015 houdende goedkeuring van het door IJsland opgestelde nationale programma voor de bestrijding van salmonella bij pluimvee en pluimveeproducten [2016/1421]

DE TOEZICHTHOUDENDE AUTORITEIT VAN DE EVA,

Gezien het besluit bedoeld in punt 8b van deel 7.1 van hoofdstuk I van bijlage I bij de EER-overeenkomst (Verordening (EG) nr. 2160/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 inzake de bestrijding van salmonella en andere specifieke door voedsel overgedragen zoönoseverwekkers(1)),

Gezien het besluit bedoeld in punt 17 van deel 6.1 van hoofdstuk I van bijlage I bij de EER-overeenkomst (Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong(2)),

Gezien het besluit bedoeld in punt 53 van deel 7.2 van hoofdstuk I van bijlage I bij de EER-overeenkomst, Verordening (EU) nr. 200/2010 van de Commissie van 10 maart 2010 ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 2160/2003 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft een doelstelling van de Unie voor het verminderen van de prevalentie van serotypen Salmonella bij volwassen vermeerderingskoppels van Gallus gallus(3)),

Gezien het besluit bedoeld in punt 55 van deel 7.2 van hoofdstuk I van bijlage I bij de EER-overeenkomst (Verordening (EU) nr. 517/2011 van de Commissie van 25 mei 2011 ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 2160/2003 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft een doelstelling van de Unie voor het verminderen van de prevalentie van bepaalde serotypes van salmonella bij legkippen van Gallus gallus en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2160/2003 en Verordening (EU) nr. 200/2010 van de Commissie(4)),

Gezien het besluit bedoeld in punt 57 van deel 7.2 van hoofdstuk I van bijlage I bij de EER-overeenkomst (Verordening (EU) nr. 200/2012 van de Commissie van 8 maart 2012 tot vaststelling van een doelstelling van de Unie voor het terugdringen van Salmonella enteritidis en Salmonella typhimurium bij koppels slachtkuikens, als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 2160/2003 van het Europees Parlement en de Raad(5)),

Gezien het besluit bedoeld in punt 51 van deel 7.2 van hoofdstuk I van bijlage I bij de EER-overeenkomst (Verordening (EU) nr. 1190/2012 van de Commissie van 12 december 2012 tot vaststelling van een doelstelling van de Unie voor het terugdringen van Salmonella enteritidis en Salmonella typhimurium bij koppels kalkoenen, als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 2160/2003 van het Europees Parlement en de Raad(6)), zoals aangepast aan de EER-overeenkomst bij punt 4, onder d), van Protocol 1 bij de EER-overeenkomst en artikel 1, lid 2, en artikel 3 van Protocol nr. 1 bij de Toezichtovereenkomst,

Gezien Besluit nr. 494/13/COL van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA (hierna „de Autoriteit” genoemd) van 11 december 2013 waarbij het voor veterinaire en fytosanitaire aangelegenheden bevoegde lid van het College de bijzondere bevoegdheid wordt verleend om bepaalde besluiten en maatregelen te nemen (document nr. 683826), met name punt 1 hiervan,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Verordening (EG) nr. 2160/2003 heeft tot doel erop toe te zien dat adequate en doeltreffende maatregelen worden getroffen voor de detectie en de bestrijding van salmonella en andere zoönoseverwekkers in alle stadia van productie, verwerking en distributie, in het bijzonder op het niveau van de primaire productie, teneinde de prevalentie ervan en het risico voor de volksgezondheid te verminderen.

  2. Bij Verordening (EU) nr. 200/2010 is een EER-doelstelling vastgesteld voor het verminderen van de prevalentie van alle serotypen salmonella die voor de volksgezondheid van belang zijn bij vermeerderingskoppels van Gallus gallus op het niveau van de primaire productie.

  3. Bij Verordening (EU) nr. 517/2011 is een EER-doelstelling vastgesteld voor het verminderen van de prevalentie van bepaalde serotypen salmonella bij legkippen van Gallus gallus.

  4. Bij Verordening (EU) nr. 200/2012 is een EER-doelstelling vastgesteld voor het terugdringen van Salmonella enteritidis en Salmonella typhimurium bij koppels slachtkuikens.

  5. Bij Verordening (EU) nr. 1190/2012 is een EER-doelstelling vastgesteld voor het terugdringen van Salmonella enteritidis en Salmonella typhimurium bij koppels kalkoenen.

  6. Om de EER-doelstellingen te verwezenlijken moeten de lidstaten nationale programma's voor de bestrijding van salmonella in de betrokken populaties opstellen en bij de Autoriteit indienen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2160/2003.

  7. IJsland heeft zijn nationaal programma voor de bestrijding van salmonella bij pluimvee en pluimveeproducten ingediend. Het bestrijdingsprogramma heeft tot doel de prevalentie van alle salmonellaserovars terug te dringen tot onder 1 % voor alle koppels pluimvee, d.w.z. bij vermeerderingskoppels van Gallus gallus, legkippen van Gallus gallus, koppels slachtkuikens en koppels kalkoenen.

  8. Volgens de Autoriteit moet het door IJsland ingediende programma worden goedgekeurd, aangezien het in overeenstemming is met de betrokken veterinaire wetgeving van de EER, en met name met Verordening (EG) nr. 2160/2003. Volledigheidshalve merkt de Autoriteit op dat IJsland niet de informatie heeft verstrekt die nodig is om te beoordelen of het bestrijdingsprogramma gelijkwaardig is met het voor Finland en Zweden goedgekeurde programma, zoals voorgeschreven in artikel 8 van Verordening (EG) nr. 853/2004.

  9. Bijgevolg heeft de Autoriteit de zaak bij Besluit nr. 209/15/COL voorgelegd aan het Comité Veterinaire en fytosanitaire aangelegenheden van de EVA. Het Comité heeft het voorgestelde besluit houdende goedkeuring van het door IJsland opgestelde nationale programma voor de bestrijding van salmonella bij pluimvee en pluimveeproducten met eenparigheid van stemmen goedgekeurd. De ontwerpmaatregelen zijn derhalve in overeenstemming met het advies van het Comité,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Gedaan te Brussel, 14 juli 2015.

Voor de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA

Helga Jónsdóttir

Lid van het College

Markus Schneider

Waarnemend directeur