Home

Besluit van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA nr. 139/16/COL van 28 juni 2016 tot machtiging van Noorwegen om af te wijken van Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot bepalingen inzake de vliegtijdbeperking voor de luchtvaartmaatschappij Widerøes Flyselskap AS [2016/2014]

Besluit van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA nr. 139/16/COL van 28 juni 2016 tot machtiging van Noorwegen om af te wijken van Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot bepalingen inzake de vliegtijdbeperking voor de luchtvaartmaatschappij Widerøes Flyselskap AS [2016/2014]

17.11.2016

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 310/87


BESLUIT VAN DE TOEZICHTHOUDENDE AUTORITEIT VAN DE EVA

Nr. 139/16/COL

van 28 juni 2016

tot machtiging van Noorwegen om af te wijken van Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot bepalingen inzake de vliegtijdbeperking voor de luchtvaartmaatschappij Widerøes Flyselskap AS [2016/2014]

DE TOEZICHTHOUDENDE AUTORITEIT VAN DE EVA,

Gezien de handeling waarnaar wordt verwezen in punt 66n van bijlage XIII bij de EER-overeenkomst,Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 20 februari 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart, houdende intrekking van Richtlijn 91/670/EEG, Verordening (EG) nr. 1592/2002 en Richtlijn 2004/36/EG(1), zoals gewijzigd (hierna „de handeling” genoemd),als aangepast aan de EER-overeenkomst bij Protocol 1 daarbij, en met name artikel 14, lid 7, van de handeling,

Gezien het advies van het Comité vervoer van de EVA, uitgebracht op 10 juni 2016,

Gezien Besluit 103/13/COL van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA (hierna „de Autoriteit” genoemd) van 13 maart 2013 waarbij het voor vervoer bevoegde lid van het College de bevoegdheid wordt verleend bepaalde besluiten en maatregelen te nemen (doc. nr. 578349).

Overwegende hetgeen volgt:

Noorwegen heeft de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA en het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (hierna „het Agentschap” genoemd) in kennis gesteld van zijn voornemen om de luchtvaartmaatschappij „Widerøes Flyselskap AS” toe te staan af te wijken van de bepalingen van ORO.FTL.210, onder a), van bijlage III van Verordening (EU) nr. 965/2012 van de Commissie(2), met betrekking tot het maximumaantal diensturen waarvoor een bemanningslid kan worden aangewezen gedurende 7, 14 en 28 opeenvolgende dagen, door de goedkeuring van een individueel vliegtijdspecificatieschema voor de luchtvaartmaatschappij.

Het voorgestelde schema van de luchtvaartmaatschappij is als volgt omschreven:

De dienstperioden waarvoor een bemanningslid kan worden aangewezen, bedragen in totaal niet meer dan:

(1)

70 diensturen, die mogen worden verdeeld over zeven opeenvolgende dagen gedurende een periode van 14 opeenvolgende dagen (in plaats van 60 diensturen);

(2)

90 diensturen gedurende 14 opeenvolgende dagen (in plaats van 110 diensturen);

(3)

180 diensturen gedurende 28 opeenvolgende dagen (in plaats van 190 diensturen), zo gelijkmatig als praktisch mogelijk is over deze volledige periode gespreid.

Het door de luchtvaartmaatschappij voorgestelde dienstrooster (7 werkdagen/7 rustdagen) voor piloten en cabinepersoneel vloeit voort uit haar activiteiten op routes naar of vanaf regionale luchthavens in Noorwegen en het feit dat haar bemanningsleden vanuit hun woonplaats naar hun standplaats pendelen.

De Autoriteit concludeert op basis van de beoordeling van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart dat de afwijking een veiligheidsniveau kan bieden dat gelijkwaardig is aan het niveau dat wordt bereikt door toepassing van ORO.FLT.210, onder a), van bijlage III van Verordening (EU) nr. 965/2012, mits aan de voorwaarden van de bijlage wordt voldaan, in aanvulling op mitigatiemaatregelen die de luchtvaartmaatschappij heeft voorgesteld en die zijn vermeld in de brief van Noorwegen van 9 december 2015.

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité vervoer van de EVA,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Noorwegen kan goedkeuring verlenen voor een afwijking van ORO.FTL.210, onder a), van bijlage III bij Verordening (EU) nr. 965/2012, waarbij de luchtvaartmaatschappij „Widerøes Flyselskap AS” toestemming wordt gegeven het volgende individuele vliegtijdspecificatieschema toe te passen:

De dienstperioden waarvoor een bemanningslid kan worden aangewezen, bedragen in totaal niet meer dan:

i)

70 diensturen, die mogen worden verdeeld over zeven opeenvolgende dagen gedurende een periode van 14 opeenvolgende dagen;

ii)

90 diensturen gedurende 14 opeenvolgende dagen, en

iii)

180 diensturen gedurende 28 opeenvolgende dagen, zo gelijkmatig als praktisch mogelijk is over deze volledige periode gespreid,

mits aan de voorwaarden van de bijlage is voldaan en de mitigatiemaatregelen zijn genomen die Noorwegen in zijn kennisgeving van 9 december 2015 heeft beschreven.

Artikel 2

Alle EVA-staten mogen dezelfde, in artikel 1 bedoelde maatregelen, die worden beschreven in de bijlage bij dit besluit, toepassen, mits daarbij de verplichting tot kennisgeving als bedoeld in artikel 14, lid 6, van de handeling in acht wordt genomen.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot Noorwegen. Alleen de Engelse taal is authentiek.

Artikel 4

Dit besluit wordt ter kennis gebracht aan Noorwegen, IJsland en Liechtenstein.

Gedaan te Brussel, 28 juni 2016.

Voor de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA

Helga JÓNSDÓTTIR

Lid van het College

Carsten ZATSCHLER

Directeur



BIJLAGE

VOORWAARDEN VOOR DE TOEPASSING VAN DE AFWIJKING

i)

De luchtvaartmaatschappij voert haar activiteiten uit in het kader van Vermoeidheidsrisicobeheer („FRM”) in overeenstemming met ORO.FTL.120 van bijlage III bij Verordening (EU) nr. 965/2012, en ziet voortdurend toe op de doeltreffendheid van de voorgestelde mitigatiemaatregelen. Het FRM dient uiterlijk op 1 januari 2017 te worden goedgekeurd door de Noorse burgerluchtvaartautoriteit.

ii)

De luchtvaartmaatschappij dient ervoor te zorgen dat de mijlpalen worden bereikt van haar plan voor de uitvoering van het FRM, zoals voorgelegd aan de Noorse bBurgerluchtvaartautoriteit in haar verzoek tot afwijking.

iii)

De luchtvaartmaatschappij dient de Noorse burgerluchtvaartautoriteit gegevens te verstrekken die zijn gebaseerd op de verificatie van de aan haar aangepaste elementen van haar vliegtijdspecificatieschema (bv. tijdstip van aanmelding en dienst na vlucht), met name wanneer deze gevolgen hebben voor de beschikbare rusttijd.

iv)

De luchtvaartmaatschappij dient in haar reactieve FRM-processen vluchtgegevenscontrole („FDM”) en event-trendcontrole te integreren als incentive voor nader onderzoek.

v)

De luchtvaartmaatschappij dient binnen de eerste 24 maanden na de goedkeuring van de afwijking aan te tonen dat haar systeem voor vermoeidheidsrapportage evolueert naar een meer proactieve fase. Mijlpalen inzake de evaluatie van het systeem voor vermoeidheidsrapportage zijn opgenomen in het uitgebreide toezichtsprogramma van de luchtvaartmaatschappij.

vi)

De Noorse burgerluchtvaartautoriteit dient tijdens de eerste 24 maanden van de afwijking nauwlettend en voortdurend in de gaten te houden hoe via het proces van de luchtvaartmaatschappij om de veiligheidsprestaties van het FRM te waarborgen, potentiële vermoeidheidsrisico's worden herkend en gemitigeerd. Daarna dient de doeltreffendheid van het FRM-systeem van de luchtvaartmaatschappij te worden gecontroleerd door de Noorse burgerluchtvaartautoriteit als onderdeel van haar permanente toezichtsactiviteiten.

vii)

De Noorse burgerluchtvaartautoriteit dient ervoor te zorgen dat er binnen de eerste 24 maanden na de toestemming voor de afwijking een onafhankelijke evenredige wetenschappelijke evaluatie plaatsvindt van de gevolgen van die afwijking. Zij dient gegevens over de vermoeidheid van het cabine- en cockpitpersoneel te analyseren, met inbegrip van objectieve gegevens uit ten minste twee bronnen (bijvoorbeeld een test inzake psychomotorische waakzaamheid (PVT), actigrafie), teneinde de doeltreffendheid te controleren van de voorgestelde mitigatiemaatregelen, waarbij het ten minste moet gaan om:

uit een groot aantal sectoren afkomstige gegevens over de effecten van cumulatieve vermoeidheid ten gevolge van hoge werkbelasting, en

gegevens over het effect van het gebruik van overuren op cumulatieve vermoeidheid teneinde bewijsmateriaal te verkrijgen ter bepaling van een bindende grenswaarde voor het gebruik van overuren.

Deze evaluatie dient de effecten te beoordelen van minstens vier opeenvolgende blokken van diensttijd- en rusttijdcycli tijdens operationele piekperiodes die onder de afwijking vallen, en rekening te houden met de bevindingen van het FRM-systeem van de luchtvaartmaatschappij, alsmede met alle op dat tijdstip beschikbare wetenschappelijke gegevens en het op dat tijdstip bestaande regelgevend kader.

viii)

Uiterlijk twee jaar na de toepassing van de afwijking dient aan de Autoriteit en het Agentschap verslag te worden uitgebracht over de gevolgen van de toegestane afwijking, vergezeld van de in punt vii) bedoelde evaluatie.

ix)

De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA dient, daarin bijgestaan door het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart, de toegestane afwijking te evalueren in het licht van bovengenoemd verslag en behoudt zich het recht voor de afwijking te wijzigen, op te schorten of in te trekken, indien zij zulks dienstig acht in het licht van de in dat stadium beschikbare gegevens.