De materiële regels op het gebied van staatssteun worden gewijzigd door de invoering van herziene richtsnoeren over kortlopende exportkredietverzekering. De richtsnoeren zijn aan dit besluit gehecht en maken er integrerend deel van uit.
Besluit van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA Nr. 293/21/COL van 16 december 2021 tot wijziging van de procedurele en materiële regels op het gebied van staatssteun door de invoering van herziene richtsnoeren over kortlopende exportkredietverzekering [2022/1048]
Besluit van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA Nr. 293/21/COL van 16 december 2021 tot wijziging van de procedurele en materiële regels op het gebied van staatssteun door de invoering van herziene richtsnoeren over kortlopende exportkredietverzekering [2022/1048]
DE TOEZICHTHOUDENDE AUTORITEIT VAN DE EVA (“DE AUTORITEIT”),
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (“de EER-overeenkomst”), en met name de artikelen 61, 62 en 63 en Protocol 26,
Gezien de Overeenkomst tussen de EVA-staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie (“de toezichtovereenkomst”), en met name artikel 24 en artikel 5, lid 2, punt b),
Overwegende hetgeen volgt:
Overeenkomstig artikel 24 van de toezichtovereenkomst past de Autoriteit de bepalingen van de EER-overeenkomst op het gebied van de steunmaatregelen van de staten toe.
Overeenkomstig artikel 5, lid 2, punt b), van de toezichtovereenkomst doet de Autoriteit kennisgevingen of richtsnoeren uitgaan betreffende de in de EER-overeenkomst behandelde aangelegenheden indien die overeenkomst of de toezichtovereenkomst zulks uitdrukkelijk voorschrijft of indien de Autoriteit dit nodig acht.
Op 6 december 2021 heeft de Europese Commissie een mededeling vastgesteld inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op kortlopende exportkredietverzekering (de “richtsnoeren”)(1).
De richtsnoeren zijn ook relevant voor de Europese Economische Ruimte (“EER”).
Overeenkomstig de homogeniteitsdoelstelling die in artikel 1 van de EER-overeenkomst is vastgesteld, moet een eenvormige toepassing van de EER-staatssteunregels in de hele Europese Economische Ruimte worden gewaarborgd.
Overeenkomstig punt II onder de titel “ALGEMEEN” van bijlage XV bij de EER-overeenkomst moet de Autoriteit, na overleg met de Europese Commissie, besluiten vaststellen die met de besluiten van de Commissie overeenstemmen.
In de richtsnoeren kan worden verwezen naar bepaalde beleidsinstrumenten van de Europese Unie en naar bepaalde rechtshandelingen van de Europese Unie die niet in de EER-overeenkomst zijn opgenomen. Wanneer de Autoriteit nagaat of steun verenigbaar is met de werking van de EER-overeenkomst, zal zij over het algemeen dezelfde vergelijkingspunten hanteren als de Europese Commissie met het oog op een eenvormige toepassing van de bepalingen inzake staatssteun en gelijke mededingingsvoorwaarden in de hele EER.
Na raadpleging van de Europese Commissie,
Na raadpleging van de EVA-staten,
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Met ingang van 1 januari 2022 vervangen deze richtsnoeren de bestaande richtsnoeren over kortlopende exportkredietverzekering(2).
Artikel 2
De Autoriteit past de richtsnoeren in voorkomend geval toe met de volgende aanpassingen, met inbegrip van maar niet beperkt tot het volgende:
-
een verwijzing naar “lidstaat”/“lidstaten” wordt door de Autoriteit gelezen als een verwijzing naar “EVA-staat”/“EVA-staten”(3), of, in voorkomend geval, “EER-staat”/“EER-staten”;
-
een verwijzing naar de “Europese Commissie” wordt door de Autoriteit gelezen als een verwijzing naar de “Toezichthoudende Autoriteit van de EVA”;
-
een verwijzing naar “het Verdrag” of “VWEU” wordt door de Autoriteit gelezen als een verwijzing naar “de EER-overeenkomst”;
-
een verwijzing naar artikel 49 VWEU of naar delen van dat artikel wordt door de Autoriteit gelezen als een verwijzing naar artikel 31 van de EER-overeenkomst en de overeenkomstige delen van dat artikel;
-
een verwijzing naar artikel 63 VWEU of naar delen van dat artikel wordt door de Autoriteit gelezen als een verwijzing naar artikel 40 van de EER-overeenkomst en de overeenkomstige delen van dat artikel;
-
een verwijzing naar artikel 107 VWEU of naar delen van dat artikel wordt door de Autoriteit gelezen als een verwijzing naar artikel 61 van de EER-overeenkomst en de overeenkomstige delen van dat artikel;
-
een verwijzing naar artikel 108 VWEU of naar delen van dat artikel wordt door de Autoriteit gelezen als een verwijzing naar deel I, artikel 1, van Protocol 3 van de toezichtovereenkomst en de overeenkomstige delen van dat artikel;
-
een verwijzing naar Verordening (EU) 2015/1589 van de Raad(4) wordt door de Autoriteit gelezen als een verwijzing naar deel II van Protocol 3 van de toezichtovereenkomst;
-
een verwijzing naar Verordening (EG) nr. 794/2004 van de Commissie(5) wordt door de Autoriteit gelezen als een verwijzing naar Besluit nr. 195/04/COL van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA;
-
“(on)verenigbaar met de interne markt” wordt door de Autoriteit gelezen als “(on)verenigbaar met de werking van de EER-overeenkomst”;
-
“binnen (of buiten) de Unie” wordt door de Autoriteit gelezen als “binnen (of buiten) de EER”;
-
“handel binnen de Unie” wordt door de Autoriteit gelezen als “handel binnen de EER”;
-
indien in de richtsnoeren is bepaald dat zij op alle economische sectoren zullen worden toegepast, past de Autoriteit de richtsnoeren toe op alle economische sectoren of delen van economische sectoren die binnen het toepassingsgebied van de EER-overeenkomst vallen;
-
een verwijzing naar mededelingen van de Commissie, bekendmakingen of richtsnoeren wordt door de Autoriteit gelezen als een verwijzing naar de overeenkomstige richtsnoeren van de Autoriteit.
Artikel 3
De Autoriteit past de lijst van landen met verhandelbare risico’s in de bijlage bij de richtsnoeren toe met toevoeging van Liechtenstein.
Gedaan te Brussel, 16 december 2021.
Voor de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA
Bente Angell-Hansen
Voorzitter
Verantwoordelijk lid van het College
Högni Kristjánsson
Lid van het College
Stefan Barriga
Lid van het College
Melpo-Menie Joséphidès
Medeondertekenaar, directeur
van de Juridische en Uitvoerende Dienst