De Autoriteit maakt een mededeling bekend inzake informeel advies betreffende nieuwe of onopgeloste vragen met betrekking tot de artikelen 53 en 54 van de EER-overeenkomst die in individuele gevallen rijzen (adviesbrieven). Deze wordt als bijlage bij dit besluit gevoegd.
Besluit van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA nr. 085/23/COL van 14 juni 2023 tot goedkeuring van een mededeling inzake informeel advies betreffende nieuwe of onopgeloste vragen met betrekking tot de artikelen 53 en 54 van de EER-overeenkomst die in individuele gevallen rijzen (adviesbrieven) [2023/2397]
Besluit van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA nr. 085/23/COL van 14 juni 2023 tot goedkeuring van een mededeling inzake informeel advies betreffende nieuwe of onopgeloste vragen met betrekking tot de artikelen 53 en 54 van de EER-overeenkomst die in individuele gevallen rijzen (adviesbrieven) [2023/2397]
DE TOEZICHTHOUDENDE AUTORITEIT VAN DE EVA (hierna “de Autoriteit” genoemd),
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna “de EER-overeenkomst” genoemd), en met name artikel 6,
Gezien de Overeenkomst tussen de EVA-staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie (hierna “de Toezichtovereenkomst” genoemd), en met name artikel 3, lid 2, artikel 5, lid 2, punt b), en artikel 25,
Overwegende hetgeen volgt:
Overeenkomstig artikel 25 van de Toezichtovereenkomst geeft de Autoriteit uitvoering aan de mededingingsbepalingen van de EER-overeenkomst.
Overeenkomstig artikel 5, lid 2, punt b), van de Toezichtovereenkomst maakt de Autoriteit mededelingen en richtsnoeren bekend over aangelegenheden waarop de EER-overeenkomst betrekking heeft, indien die overeenkomst of de Toezichtovereenkomst daarin uitdrukkelijk voorziet of indien de Autoriteit zulks nodig acht.
De Europese Commissie (hierna “de Commissie” genoemd) heeft een mededeling bekendgemaakt met als titel “Mededeling van de Commissie over informeel advies betreffende nieuwe of onopgeloste vragen met betrekking tot de artikelen 101 en 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie die in individuele gevallen rijzen (adviesbrieven)”(1). De mededeling van de Commissie is ook van belang voor de Europese Economische Ruimte (hierna “de EER” genoemd).
Overeenkomstig de homogeniteitsdoelstelling die in artikel 1 van de EER-overeenkomst is vastgesteld, moet een eenvormige toepassing van de EER-mededingingsregels in de hele EER worden gewaarborgd.
Ingevolge punt II onder de titel “Algemeen” op bladzijde 11 van bijlage XIV bij de EER-overeenkomst, dient de Autoriteit, na overleg met de Commissie, besluiten vast te stellen die overeenstemmen met de besluiten van de Commissie, teneinde ervoor te zorgen dat gelijke mededingingsvoorwaarden blijven bestaan.
Na raadpleging van de Commissie en de EVA-staten,
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Artikel 2
Dit besluit en de bijgevoegde mededeling zijn authentiek in de Engelse taal.
Artikel 3
De bekendmaking is bestemd voor publicatie in het EER-gedeelte van het Publicatieblad van de Europese Unie en in het daarbij behorende EER-supplement.
Artikel 4
1.
De EVA-staten worden van dit besluit in kennis gesteld door middel van een afschrift van het besluit, met inbegrip van de bijlage.
2.
De Europese Commissie wordt van dit besluit in kennis gesteld door middel van een afschrift van het besluit, met inbegrip van de bijlage.